Regeling vervallen per 02-02-2012

Reglement van orde voor de rondetafelgesprekken van de raad 2010

Geldend van 30-09-2010 t/m 01-02-2012

Intitulé

Reglement van orde voor de rondetafelgesprekken van de raad 2010

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In reglement wordt verstaan onder:

  • a.

    voorzitter: voorzitter van de rondetafelgesprekken of diens vervanger;

  • b.

    griffier: griffier van de raad of diens vervanger;

  • c.

    presidium: het presidium, als bedoeld in het Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad;

  • d.

    fractievolger: persoon, niet zijnde een raadslid, die op verzoek van de fractie ondersteuning verleent aan de fractieleden en die door de fracties als zodanig is aangewezen;

  • e.

    lid: de raadsleden en de fractievolgers die op grond van artikel 4, tweede lid, deelnemen aan de rondetafelgesprekken;

  • e.

    besluitvormende raadsvergadering: vergadering die debat en besluitvorming door de raad tot doel heeft.

HOOFDSTUK 2. INSTELLING, DOEL, TAKEN EN SAMENSTELLING RONDETAFELGESPREKKEN

Artikel 2 Instelling en doel

  • 1. De raad stelt conform artikel 82 Gemeentewet de volgende rondetafelgesprekken in:

    • a.

      rondetafelgesprek Ruimte

    • b.

      rondetafelgesprek Samenleving & Bestuur

    • c.

      rondetafelgesprek politiek-bestuurlijke voorbereidingsronde Jaarstukken, Bestuursrapportage, perspectiefnota en programmabegroting.

  • 2. Het rondetafelgesprek Ruimte bereidt de besluitvorming door de raad voor en overlegt met het college of de burgemeester over de onderwerpen wonen, werken, recreatie en de fysieke leefomgeving

  • 3. Het rondetafelgesprek Samenleving & Bestuur bereidt de besluitvorming door de raad voor en overlegt met het college of de burgemeester over de onderwerpen maatschappelijke zaken, burger, bestuur en veiligheid.

  • 4. Het rondetafelgesprek Politiek-bestuurlijke voorbereidingsronde jaarstukken, bestuursrapportage, perspectiefnota en programmabegroting bereidt de besluitvorming van de raad over deze stukken voor en overlegt met het college of de burgemeester over deze stukken.

  • 5. Indien een onderwerp beide rondetafelgesprekken genoemd onder het tweede en het derde lid aangaat, bepaalt het presidium of dit onderwerp in beide rondetafelgesprekken wordt behandeld of dat het rondetafelgesprek dat het onderwerp het meest aangaat, het onderwerp behandelt.

  • 6. De rondetafelgesprekken hebben tot doel:

    • a.

      het uitwisselen van informatie en meningen in een vroeg stadium van de besluitvorming over een raadsvoorstel;

    • b.

      de burger in de gelegenheid stellen om,onderwerpen die samenhangen met geagendeerde onderwerpen onder, de aandacht te brengen van de leden van het rondetafelgesprek .

  • 7. De rondetafelgesprekken als bedoeld in artikel 2, onder a. en b. hebben naast de in lid zes genoemde doelstellingen, tot doel het inwinnen van informatie over onderwerpen zonder dat er voor dit onderwerp een raadsvoorstel is.

Artikel 3 Taken rondetafelgesprekken

  • 1. De rondetafelgesprekken als bedoeld in artikel 2, onder a. en b. hebben de volgende taken:

    • a.

      te bepalen of een raadsvoorstel:

      • -

        rijp is voor behandeling in de besluitvormende raadsvergadering

      • -

        terug moet komen in een volgend rondetafelgesprek

      • -

        terug moet naar het college om het behandelrijp te maken

    • b.

      het voorbereiden van de raadsvergaderingen door het uitbrengen van een advies of raadsvoorstellen als hamerstuk of als debatstuk naar de besluitvormende raadsvergadering kunnen;

    • c.

      het voeren van overleg met het college of met de burgemeester over in ieder geval door het college verstrekte inlichtingen en het gevoerde bestuur ten aanzien van de in artikel 2, tweede of derde lid genoemde onderwerpen. De deelnemende raadsleden en fractievolgers aan de rondetafelgesprekken kunnen bepalen dat naar aanleiding van dit overleg een onderwerp op de agenda van de raad komt;

    • d.

      het uitbrengen van een advies aan de raad uit eigener beweging.

      2.Het rondetafelgesprek als bedoeld in artikel 2, onder c., heeft als taak het voeren van overleg met het college of met de burgemeester over in ieder geval door het college verstrekte inlichtingen en het gevoerde bestuur ten aanzien van de jaarstukken, de perspectiefnota, de eerste bestuursrapportage en de programmabegroting.

Artikel 4 Samenstelling

  • 1. Een rondetafelgesprek als bedoeld in artikel 2, onder a. en b. bestaat per agendapunt uit één lid per fractie. De grootste fractie levert maximaal drie leden.

  • 2. De fracties bepalen wie de fractie conform het eerste lid vertegenwoordigt. Dit kan een raadslid en/of een fractievolger zijn.

  • 3. Een fractie kan drie fractievolgers aanwijzen per raadsperiode.

  • 4. Voor elk agendapunt kan een ander raadslid deelnemen aan de vergaderingen. Er kan per vergadering van een rondetafelgesprek één fractievolger deelnemen.

  • 5. Een fractievolger dient te voldoen aan hetgeen in de artikelen 10, 11, 12, 13 en 15 van de Gemeentewet is bepaald en dient op een kandidatenlijst voor de laatst gehouden verkiezingen te hebben gestaan.

  • 6. Voor elke fractievolger stelt de raad een commissie bestaande uit drie leden van de raad in, die voorafgaande aan de deelname van de fractievolger aan het rondetafelgesprek, in openbaarheid onderzoekt of de fractievolger voldoet aan hetgeen in de artikelen 10, 11, 12, 13 en 15 van de Gemeentewet is bepaald. De commissie brengt na haar onderzoek verslag uit aan de raad en doet daarbij een voorstel voor een besluit te nemen door de raad over de toelating van de fractievolger tot het rondetafelgesprek. In het verslag wordt ook melding gemaakt van een minderheidsstandpunt.

  • 7. Aan het rondetafelgesprek als bedoeld onder artikel 2, onder c, nemen alle raadsleden deel.

Artikel 5 Voorzitter en gespreksleider

  • 1. De raad kiest uit zijn midden een of meer voorzitters voor de rondetafelgesprekken.

  • 2. De raad kan naast een voorzitter één of meer gespreksleiders niet zijnde een raadslid voor de rondetafelgesprekken aanwijzen.

  • 3. De voorzitter heeft tot taak:

    • a.

      het gesprek te leiden;

    • b.

      de orde van de vergadering te handhaven;

    • c.

      een samenvatting van het besprokene te geven;

    • d.

      een samenvatting van de gemaakte afspraken over de verdere behandeling van het onderwerp te geven;

    • e.

      het doen naleven van deze verordening;

    • f.

      hetgeen deze verordening hem opdraagt.

  • 4. Indien de raad naast de voorzitter een gespreksleider heeft aangewezen, neemt de gespreksleider de taken van de voorzitter waar die beschreven zijn in het derde lid, onder a, c, en d. De gespreksleider neemt de taak genoemd in het derde lid, onder b., van de voorzitter waar, met inachtneming van hetgeen in dit reglement is voorbehouden aan de voorzitter voor het handhaven van de orde van de vergadering. De overige taken genoemd in het derde lid blijven bij de voorzitter berusten.

  • 5. De voorzitter en een gespreksleider zijn geen lid van het rondetafelgesprek.

Artikel 6 De griffier

  • 1. De griffier of diens plaatsvervanger ondersteunt de leden en de voorzitter van de rondetafelgesprekken.

  • 2. De griffier of diens plaatsvervanger is bij elk rondetafelgesprek aanwezig.

HOOFDSTUK 3. AANWEZIGHEID COLLEGE EN BURGEMEESTER

Artikel 7 Burgemeester, wethouders en secretaris

  • 1. De burgemeester en de wethouders zijn als regel uitgenodigd de rondetafelgesprekken bij te wonen met als doel te informeren over geagendeerde onderwerpen. Zij kunnen ook deel nemen aan de beraadslagingen.

  • 2. Op basis van een voorstel van het presidium, de voorzitter of een lid, kan het rondetafelgesprek besluiten dat de secretaris kan deelnemen aan de beraadslagingen.

  • 3. De burgemeester en de wethouders kunnen medewerkers vanuit de gemeentelijke organisatie het woord namens hen laten voeren over technische vragen van de raadsleden of fractievolgers.

HOOFDSTUK 4. VERGADERINGEN

Paragraaf 1. Tijdstip van vergaderen en voorbereiding

Artikel 8 Vergaderfrequentie

  • 1. De rondetafelgesprekken als bedoeld in artikel 2, onder a. en b. vinden in de regel plaats eenmaal in de zes weken op dinsdag en donderdag volgens een vooraf, door het presidium opgesteld schema. De vergaderingen vangen aan om 20.00 uur en worden gehouden in het gemeentehuis.

  • 2.. Het presidium kan in bijzondere gevallen een andere dag en aanvangsuur bepalen of een andere vergaderplaats aanwijzen.

  • 3. Een rondetafelgesprek vergadert voorts indien het presidium dit nodig oordeelt.

  • 4. De rondetafelgesprekken als bedoeld in artikel 2, onder c. vinden jaarlijks plaats voorafgaande aan de behandeling van de jaarstukken, de Eerste bestuursrapportage, de perspectiefnota en de programmabegroting.

Artikel 9 Oproep

  • 1. De griffier zendt tenminste zeven dagen voor een rondetafelgesprek alle raadsleden een schriftelijke oproep onder vermelding van de dag, het tijdstip en de plaats van de vergadering.

  • 2. De voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken, met uitzondering van de in artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken, worden tegelijkertijd met de schriftelijke oproep aan alle raadsleden verzonden.

Artikel 10. De agenda

  • 1. Het presidium stelt de agenda van de rondetafelgesprekken voorlopig vast.

  • 2. Een raadslid en het college kunnen het presidium schriftelijk verzoeken een onderwerp voor een rondetafelgesprek te agenderen. Het schriftelijke verzoek dient te zijn voorzien van:

  • a. onderwerp;

  • b. de daarop betrekking hebbende documenten;

  • c. relevantie.

  • 3. Het presidium beoordeelt:

    • a.

      of een onderwerp, gelet op de doelstelling van de rondetafelgesprekken, zich leent voor agendering in de rondetafelgesprekken.

    • b.

      of het doel van de behandeling van een raadsvoorstel duidelijk is;

    • c.

      of het onderwerp van een raadsvoorstel zich leent voor behandeling in een rondetafelgesprek of dat behandeling nodig is een besluitvormende- of opiniërende raadsvergadering.

  • 4. Na het verzenden van een schriftelijke oproep als bedoeld in artikel 9, kan de griffier, na overleg met het presidium, tot uiterlijk 48 uur voor de aanvang van een vergadering een aanvullende agenda opstellen.

  • 5. Op voorstel van een lid, de voorzitter of de gespreksleider van het rondetafelgesprek kan het rondetafelgesprek de volgorde van de behandeling van de agendapunten wijzigen.

Artikel 11 Ter inzage leggen van stukken

  • 1. Stukken, die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de schriftelijke oproep voor een ieder op het gemeentehuis ter inzage gelegd. Indien na het verzenden van de schriftelijke oproep stukken ter inzage worden gelegd, doet de griffier hiervan mededeling aan de leden van de raad en zo mogelijk in een openbare kennisgeving.

  • 2. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid kunnen stukken ook op elektronische wijze aan en ieder ter beschikking worden gesteld.

  • 3. Indien voor stukken op grond van artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, worden deze stukken in afwijking van het eerste lid, in de daartoe aangewezen kast in de leeskamer.

Artikel 12 Openbare kennisgeving

  • 1. De rondetafelgesprekken worden door aankondiging op de gemeentepagina in het in de gemeente te verspreiden huis aan huisblad en door plaatsing op de gemeentelijke website openbaar gemaakt.

  • 2. De openbare kennisgeving vermeldt:

  • a. de datum, aanvangstijd en plaats, alsmede de voorlopige agenda van de rondetafelgesprekken;

  • b. wijze waarop en de plaats waar een ieder de bij de rondetafelgesprekken behorende stukken kan inzien.

  • c. de mogelijkheid tot het uitoefenen van het spreekrecht als bedoeld in artikel 18.

  • 3. De voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken worden, indien elektronisch beschikbaar, op de website van de gemeente geplaatst.

Artikel 13 Technische vragen

  • 1. Technische vragen over een, voor een rondetafelgesprek als bedoeld onder artikel 2, onder a. en b., geagendeerd raadsvoorstel worden zoveel mogelijk voorafgaande aan het rondetafelgesprek via de email gesteld aan de behandelend ambtenaar of de portefeuillehouder. Indiening van de vragen kan tot 48 uur voor de vergadering van et rondetafelgesprek. De portefeuillehouder of de ambtenaar beantwoorden de gestelde vragen zoveel mogelijk voor de vergadering van het rondetafelgesprek. De griffie stuurt de gegeven antwoorden aan alle raadsleden. Ook tijdens de vergadering bij de behandeling van het raadsvoorstel kunnen naast politiek bestuurlijke vragen nog technische vragen gesteld worden. Indien de portefeuillehouder tijdens de rondetafelgesprekken geen (volledig) antwoord kan geven op vragen die gesteld zijn tijdens de vergadering van het rondetafelgesprek, beantwoordt de portefeuillehouder deze vragen uiterlijk 48 uur voor de besluitvormende raadsvergadering.. De griffie stuurt de gegeven antwoorden aan alle raadsleden. Indien raadsleden na het rondetafelgesprek nog technische of politiek bestuurlijke vragen hebben, kunnen zij deze via de email uiterlijk vier dagen voor de besluitvormende raadsvergadering stellen aan de behandelend ambtenaar respectievelijk de portefeuillehouder. De ambtenaar of de portefeuillehouder beantwoordt de gestelde vragen uiterlijk 48 uur voor de raadsvergadering. De griffie stuurt de gegeven antwoorden aan alle raadsleden.

  • 2. Technische vragen over de jaarstukken, de eerste bestuursrapportage, de perspectiefnota en de programmabegroting kunnen gesteld worden aan ambtenaren tijdens een informele besloten technische vragenmarkt.

Paragraaf 2 Orde der vergadering

Artikel 14 Presentielijst

Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekent ieder raadslid dat of fractievolger die deelneemt aan het rondetafelgesprek de presentielijst. Aan het einde van elke vergadering wordt die lijst door de voorzitter en de griffier door ondertekening vastgesteld.

Artikel 15 Opening vergadering en quorum

  • 1. De voorzitter opent de vergadering op het vastgestelde uur, indien meer dan de helft van het aantal leden aanwezig is.

  • 2. Wanneer een kwartier na het vastgestelde tijdstip niet het vereiste aantal leden aanwezig is, bepaalt de voorzitter onder verwijzing naar dit artikel, dag en uur van de volgende vergadering, op een tijdstip dat tenminste vierentwintig uur na het bezorgen van de schriftelijke oproep is gelegen.

  • 3. Op de vergadering, bedoeld in het tweede lid, is het eerste lid niet van toepassing. Het rondetafelgesprek kan echter over andere aangelegenheden alleen beraadslagen of besluiten, indien blijkens de presentielijst meer dan de helft van de leden aanwezig is.

Artikel 16 Aantal spreektermijnen

  • 1. De beraadslaging over een onderwerp of voorstel geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij het rondetafelgesprek anders beslist.

  • 2. Elke spreektermijn wordt door de voorzitter afgesloten.

Artikel 17 Spreektijd

Elk lid kan een voorstel doen over de spreektijd van de raadsleden en de fractievolgers.

Artikel 18 Spreekrecht burgers

      • 1.

        Het presidium kan burgers, maatschappelijke organisaties en ondernemers uitnodigen voor de rondetafelgesprekken.

      • 2.

        Burgers, maatschappelijke organisaties en ondernemers kunnen gezamenlijk gedurende maximaal dertig minuten het woord voeren per geagendeerd onderwerp. Dit kunnen zij doen achter de staande microfoon of achter de vergadertafel.

    • 4.

      De spreker voert het woord, nadat de voorzitter dan wel de gespreksleider hem dit heeft verleend heeft. De leden kunnen aan de insprekers korte verhelderende vragen stellen. De voorzitter geeft de insprekers nog een keer het woord als alle vragen van de leden zijn beantwoord.

    • 5.

      Het woord kan niet gevoerd worden over:

  • a. een besluit van het gemeentebestuur waartegen bezwaar of beroep openstaat of heeft open gestaan;

  • b. benoemingen,keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen;

  • c. een gedraging waarover een klacht op grond van artikel 9:1 van de Algemene Wet Bestuursrecht kan of kon worden ingediend;

  • d. lijst met toezeggingen

  • e. onderwerpen die niet op de agenda staan.

  • 6. Indien een burger in wil spreken over een onderwerp dat niet op de agenda van het rondetafelgesprek staat dient hij dit 48 uur voorafgaande aan de vergadering te melden bij de griffier.

  • 7.. Degene, die van het spreekrecht gebruik wil maken meldt dit uiterlijk op de dag van de vergadering vóór 16.00 uur aan de griffier onder vermelding van onderwerp, naam, adres en telefoonnummer. Insprekers kunnen zich ook melden aan het begin van een agendapunt.

  • 8. De voorzitter dan wel de gespreksleider geeft het woord op volgorde van aanmelding. De voorzitter kan van de volgorde afwijken, als dit in het belang is van de orde van de vergadering.

  • 9. Per agendapunt krijgt elke spreker maximaal vijf minuten het woord, ongeacht of men inspreekt namens meerdere personen. De voorzitter verdeelt de spreektijd evenredig over de sprekers als er meer dan zes sprekers zijn. De voorzitter kan in bijzondere gevallen afwijken van de maximale lengte van de spreektijd.

Artikel 19 Beraadslaging

  • 1. De rondetafelgesprekken kunnen op voorstel van de voorzitter, dan wel de gespreksleider een raadslid of een fractievolger die deelneemt aan het rondetafelgesprek beslissen om over één of meer onderdelen van een onderwerp afzonderlijk te beraadslagen.

  • 2. Op voorstel van de voorzitter dan wel de gespreksleider en lid, kan het rondetafelgesprek beslissen de beraadslaging voor een bepaalde tijd te schorsen teneinde het college, de burgemeester of de deelnemende raadsleden en de fractievolgers de gelegenheid te geven tot onderling beraad. De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode is verstreken.

Artikel 20 Deelname aan de beraadslaging door anderen

  • 1. Het rondetafelgesprek kan bepalen dat anderen dan de in artikel 7 genoemde personen mogen deelnemen aan de beraadslaging.

  • 2. Een beslissing daartoe wordt op voorstel van het presidium, de voorzitter of een lid genomen alvorens met de beraadslaging ten aanzien van het aan de orde zijnde agendapunt een aanvang wordt genomen.

  • 3. Op degene die op grond van dit artikel is toegelaten deel te nemen aan de beraadslaging, zijn de bepalingen van dit reglement zoveel mogelijk van toepassing.

Artikel 21 Voorstellen van orde

  • 1. De voorzitter dan wel de gespreksleider en de leden kunnen tijdens de rondetafelgesprekken mondeling een voorstel van orde doen, dat kort kan worden toegelicht.

  • 2. Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de vergadering betreffen.

  • 3. Over een voorstel van orde beslissen de leden terstond.

Artikel 22 Handhaving orde; schorsing

  • 1. De voorzitter dan wel de gespreksleider bewaakt dat de meningsvorming niet uitmondt in een debat tussen de leden.

  • 2. Een spreker mag in zijn betoog niet worden gestoord, tenzij:

    • a.

      de voorzitter dan wel de gespreksleider het nodig oordeelt hem aan het opvolgen van dit reglement te herinneren;

    • b.

      een lid hem interrumpeert.

  • 3. Indien een spreker zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter dan wel de gespreksleider tot de orde geroepen. Indien de spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering, waarin zulks plaats heeft, over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.

  • 4. De voorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en, indien na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord, de vergadering sluiten.

  • 5. De voorzitter kan het rondetafelgesprek voorstellen aan een raadslid dat door zijn gedraging de geregelde gang van zaken belemmert, het verdere verblijf in de vergadering ontzeggen.

  • 6. Over het voorstel wordt niet beraadslaagd. Na aanneming daarvan verlaat het lid de vergadering onmiddellijk. Zo nodig doet de voorzitter hem verwijderen. Bij herhaling van zijn gedrag kan het lid bovendien door het rondetafelgesprek ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering worden ontzegd”.

Artikel 23 Advies

  • 1. Wanneer de voorzitter dan wel de gespreksleider vaststelt dat een onderwerp of raadsvoorstel voldoende is toegelicht, sluit hij de beraadslaging.

  • 2. Nadat de beraadslaging is gesloten brengen de rondetafelgesprekken als bedoeld in artikel 1, onder a. en b. een advies uit als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder a. en b.

  • 3. Voor het uitbrengen van een advies als bedoeld in artikel 3, eerste lid., onder b. geldt dat één raadslid of fractievolger kan bepalen of een raadsvoorstel een debatstuk wordt.

  • 4. Voor het uitbrengen van een advies als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder a. is de volstrekte meerderheid vereist.

Artikel 24 Verslag

  • 1. De griffier draagt zorg voor het bijhouden van een presentielijst en een kort verslag van de vergadering.

  • 2. Het conceptverslag van de voorgaande vergadering wordt, zo mogelijk, aan de leden van de raad toegezonden gelijktijdig met de schriftelijke oproep voor de eerstvolgende besluitvormende raadsvergadering. Het conceptverslag wordt gelijktijdig aan de overige personen die het woord gevoerd hebben, toegezonden.

  • 3.. De leden van de raad, de voorzitter en de gespreksleider, de wethouders en de griffier hebben het recht, een voorstel tot verandering aan de raad te doen, indien het concept-verslag onjuistheden bevat of niet duidelijk weergeeft hetgeen gezegd of geadviseerd is. Een voorstel tot verandering dient 24 uur vóór de aanvang van de vergadering bij de griffier te worden ingediend.

  • 4. Het verslag bevat tenminste:

  • a. de namen van de voorzitter, de griffier, de wethouders en de ter vergadering aanwezige raadsleden en fractievolgers en de overige personen die het woord gevoerd hebben;

  • b. een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest;

  • c. een zakelijke samenvatting van het gesprokene met vermelding van de namen van de aanwezigen die het woord voerden;

  • d. het advies van het rondetafelgesprek

  • e. bij het advies van het rondetafelgesprek worden de standpunten van alle fracties opgenomen,

  • f. bij het desbetreffende agendapunt de naam en de hoedanigheid van die personen aan wie het op grond van het bepaalde in artikel 20 toegestaan is deel te nemen aan de beraadslagingen.

  • 5. Het verslag wordt in de eerstvolgende besluitvormende raadsvergadering vastgesteld, waarna het door de voorzitter en de griffier wordt ondertekend.

  • 6. Voor zover de aard en de inhoud van het rondetafelgesprek zich daartegen niet verzetten, wordt het verslag zo spoedig mogelijk na de vergadering openbaargemaakt door plaatsing door plaatsing op de gemeentelijke website.

    HOOFDSTUK 5: BESLOTEN RONDETAFELGESPREK

    Artikel 25 Algemeen

    Op een besloten rondetafelgesprek zijn de bepalingen van deze verordening van overeenkomstige toepassing voor zover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van het rondetafelgesprek.

    Artikel 26 Verslag

    • 1.

      Van een vergadering met gesloten deuren wordt een afzonderlijk verslag opgemaakt, dat niet openbaar wordt gemaakt en verspreid, tenzij de raad anders besluit conform het tweede lid. Het verslag ligt uitsluitend voor de raadsleden ter inzage.

    • 2.

      Het verslag wordt zo spoedig mogelijk in een besloten raadsvergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de raad een besluit over het al dan niet openbaar maken van het verslag. Het vastgestelde verslag wordt door de voorzitter en de griffier ondertekend.

    Artikel 27 Geheimhouding

    Voor de afloop van het besloten rondetafelgesprek beslist het rondetafelgesprek overeenkomstig artikel 86, eerste lid van de Gemeentewet of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden. Het rondetafelgesprek kan besluiten de geheimhouding op te heffen.

    Artikel 28 Opheffing geheimhouding

    Indien de raad, op grond van artikel 25, derde en vierde lid, van de Gemeentewet, voornemens is de geheimhouding op te heffen, wordt daarover, indien het rondetafelgesprek dat de geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, in een besloten vergadering met het rondetafelgesprek overleg gevoerd.

    HOOFDSTUK 6. TOEHOORDERS EN PERS

    Artikel 29. Toehoorders en pers

    • 1.

      Toehoorders en vertegenwoordigers van de pers kunnen uitsluitend op de voor hen bestemde plaatsen openbare rondetafelgesprekken bijwonen.

    • 2.

      Het geven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is verboden.

    • 3.

      De voorzitter is bevoegd toehoorders die op enigerlei wijze de orde van de vergadering verstoren, te doen vertrekken. Toehoorders die bij herhaling de orde in de vergadering verstoren, kan hij voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering ontzeggen.

    Artikel 30. Geluid- en beeldregistraties

    Degenen die in de vergaderzaal tijdens een openbare rondetafelgesprekgeluid- dan wel beeldregistraties willen maken doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen. Deze aanwijzingen kunnen niet zover gaan dat zij de vrijheid van pers aantasten.

    Artikel 31 Verbod gebruik mobiele telefoons

    In de vergaderzaal, met inbegrip van de publieke tribune, is tijdens het rondetafelgesprek gebruik van mobiele telefoons of andere communicatiemiddelen, dat inbreuk kan maken op de orde van het rondetafelgesprek, zonder toestemming van de voorzitter, niet toegestaan.

    HOOFDSTUK 9 SLOTBEPALINGEN

    Artikel 23 Uitleg verordening

    In de gevallen waarin dit Reglement niet voorziet, of bij twijfel over de toepassing van dit Reglement, beslist het rondetafelgesprek op voorstel van de voorzitter.

    Artikel 24 Inwerkingtreding

    Deze verordening treedt in werking op de dag na de datum van bekendmaking.