verordening op het correctief raadgevend referendum

Geldend van 01-01-2002 t/m heden

Intitulé

verordening op het correctief raadgevend referendum

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de wet: de Tijdelijke referendumwet;

  • b.

    een referendum: een correctief raadgevend referendum als bedoeld in de Tijdelijke referendumwet over de in artikel 8 van de wet genoemde besluiten van de gemeenteraad.

Artikel 2 Uitzonderingen

Een referendum kan niet worden gehouden over:

  • a.

    een besluit van de gemeenteraad, inhoudende een algemeen verbindend voorschrift dan wel de intrekking daarvan, dat uitsluitend betrekking heeft op:

    • 1.

      de rechtspositie van ambtsdragers of gewezen ambtsdragers als zodanig, dan wel hun nagelaten betrekkingen of hun rechthebbenden;

    • 2.

      de gemeentelijke belastingen, bedoeld in hoofdstuk XV van de Gemeentewet;

  • b.

    een besluit van de gemeenteraad, als bedoeld in artikel 155, eerste lid van de Gemeentewet;

  • c.

    een besluit van de gemeenteraad, als bedoeld in artikel 1, eerste en derde lid, artikel 51, eerste en derde lid, artikel 61, eerste en derde lid, artikel 73, eerste en derde lid en artikel 96 van de Wet gemeenschappelijke regelingen.

Artikel 3 Budget

Na de vaststelling dat er een referendum zal worden gehouden als bedoeld in artikel 105 van de wet, stelt de raad budget ter beschikking voor de voorlichting en de organisatie van een referendum.

Artikel 4 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2002.

Artikel 5 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: verordening op het correctief raadgevend referendum.