Regeling vervallen per 15-02-2023

Telecommunicatieverordening gemeente Westerkwartier 2021.

Geldend van 01-01-2021 t/m 14-02-2023

Intitulé

Telecommunicatieverordening gemeente Westerkwartier 2021.

De raad van de gemeente Westerkwartier;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders;

gelet op artikel 5.4, vierde lid van de Telecommunicatiewet en artikel 149 van de Gemeentewet;

Besluit:

vast te stellen de Telecommunicatieverordening gemeente Westerkwartier 2021.

Artikel I Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    wet: Telecommunicatiewet;

  • b.

    openbaar elektronisch communicatienetwerk: telecommunicatienetwerk als bedoeld in artikel 1.1. onder h van de wet;

  • c.

    kabels: kabels als bedoeld in artikel 1.1, onder z, van de wet;

  • d.

    voorzieningen: ondergrondse ondersteuningswerken en beschermingswerken als bedoeld in artikel 5.15 van de wet, en kabels;

  • e.

    openbare gronden: openbare wegen en wateren als bedoeld in artikel 1.1, onder aa van de wet;

  • f.

    aanbieder: degene die een openbaar elektronisch communicatienetwerk aanbiedt als bedoeld in artikel 1.1, onder i van de wet en degene bedoeld in artikel5.1 van de wet;

  • g.

    werkzaamheden: werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels ten dienste van een openbaar elektronisch communicatienetwerk in of op openbare gronden;

  • h.

    gedoogplichtige: degene op wie een gedoogplicht rust als bedoeld in artikel 5.2, eerste lid van de wet;

  • i.

    college: college van burgemeester en wethouders;

  • j.

    melding: melding als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, onder a van de wet;

  • k.

    instemmingsbesluit: besluit van het college als bedoeld in artikel 5.4 eerste lid, onder b van de wet;

  • l.

    huisaansluiting: het gedeelte van een kabel van minder dan vijf meter in openbare gronden dat een openbaar elektronisch communicatienetwerk verbindt met een netwerkaansluitpunt als bedoeld onder artikel 1.1, onder k van de wet;

  • m.

    werkzaamheden van niet ingrijpende aard:

    • -

      het aanbrengen of verwijderen van kabels in reeds aangebrachte voorzieningen;

    • -

      reparaties aan het openbare elektronische communicatie netwerk met een lengte van minder dan vijf meter en niet vallend onder artikel 3 eerste lid;

    • -

      het maken van huisaansluitingen.

Artikel 2. Wijze van melding van voorgenomen werkzaamheden

  • 1. Een aanbieder die werkzaamheden wil verrichten, meldt dit voornemen ten minste acht weken voor de aanvang aan het college met een door het college vastgesteld formulier.

  • 2. Een aanbieder die werkzaamheden wil verrichten, kan hierover vooroverleg voeren met het college teneinde de melding, bedoeld in het eerste lid van dit artikel voor te bereiden.

  • 3. Indien de werkzaamheden mede betrekking hebben op gronden van een andere gedoogplichtige dan de gemeente, wordt het college uiterlijk vier weken na ontvangst van de melding in het eerste lid schriftelijk in kennis gesteld van de resultaten van het overleg tussen de aanbieder en de andere gedoogplichtige.

  • 4. Voor het verrichten van werkzaamheden van niet ingrijpende aard kan de aanbieder volstaan met een melding aan het college minimaal twee dagen voorafgaande aan de werkzaamheden met een daarvoor door het college vastgesteld formulier.

Artikel 3. Ernstige belemmeringen en storingen

Ingeval van spoedeisende werkzaamheden ten gevolge van ernstige belemmering of storing van de communicatie in de zin van artikel5.6, tweede lid, van de wet volstaat de aanbieder met een melding voorafgaand aan de start van de werkzaamheden. De aanbieder maakt achteraf zo spoedig mogelijk melding van de werkzaamheden via een door de burgemeester vast te stellen formulier aan de burgemeester of een daartoe gemachtigde ambtenaar.

Artikel 4. Gegevensverstrekking

  • 1. Bij de melding als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van deze verordening verstrekt de aanbieder in ieder geval de volgende gegevens:

    • a.

      naam, (e-mail)adres en telefoon- en faxnummer van degene die de kabel of het netwerk in eigendom heeft, beheert of exploiteert.

    • b.

      een opgave van het aantal kabels en/of buizen dat direct met kabels wordt gevuld of ingeblazen en een opgave van het aantal buizen dat leeg wordt aangebracht;

    • c.

      een opgave van belanghebbenden en instanties die vooraf in kennis worden gesteld van de voorgenomen datum van aanvang, beëindiging en de aard van de werkzaamheden;

    • d.

      een uitvoeringsplan met daarin opgenomen:

      • 1°.

        een opgave van het gewenste tracé met daarbij duidelijke (digitale) tekeningen en daarop aangegeven wat de te verbinden locaties zijn;

      • 2°.

        een opgave van de objecten die ten tijde van de werkzaamheden worden geplaatst, alsmede van de gewenste situering daarvan;

      • 3°.

        een omschrijving van de opbrekingen van de verharding;

      • 4°.

        de doorsnede van de kabel en indien van toepassing de kabelgoot;

      • 5°.

        de opgave van ondergrondse (handholes en dergelijke) of bovengrondse kasten waarvoor geen bouwvergunning noodzakelijk is, alsmede de situering en afmetingen daarvan;

      • 6°.

        naam, (e-mail)adres, telefoon- en faxnummer van de contactpersoon, aannemers of onderaannemers die belast zijn met de werkzaamheden en van een door hen aangewezen contactpersoon die ten tijde van de uitvoering van de werkzaamheden vierentwintig uur per dag bereikbaar is in verband met mogelijke calamiteiten;

      • 7°.

        de maatregelen die de bereikbaarheid van de in de openbare grond aanwezige kabels en leidingen waarborgen;

      • 8°.

        de bereikbaarheid van percelen en opstallen in de nabijheid van de uit te voeren werkzaamheden;

      • 9°.

        alle overige van belang zijnde feiten en omstandigheden gelet op de in artikel 5.4, leden 2 en 3 van de wet genoemde belangen.

  • 2. Het college kan nadere regels stellen aan de gegevens die bij de melding worden verstrekt alsook over de wijze waarop deze gegevens worden verstrekt.

Artikel 5. Beslistermijn en aanhouding

  • 1. Burgemeester en wethouders beslissen op een aanvraag voor een vergunning binnen acht weken na de datum van ontvangst van de aanvraag.

  • 2. Als het werkzaamheden van niet-ingrijpende aard betreft beslissen burgemeester en wethouders, in afwijking van het eerste lid, binnen vijf werkdagen na de datum van ontvangst van de aanvraag.

  • 3. Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van toepassing.

Artikel 6. Voorschriften en beperkingen bij instemming

  • 1. Het instemmingsbesluit heeft een maximale werkingsduur van 6 maanden. De werkzaamheden moeten zijn voltooid binnen 6 maanden na aanvang van de werkzaamheden, tenzij in het instemmingsbesluit anders is bepaald.

  • 2. Het college kan nadere regels stellen omtrent het tijdstip, de plaats en de wijze van uitvoering bij aanleg, onderhoud, verplaatsing en opruiming van kabels, het bevorderen van medegebruik van voorzieningen en het afstemmen van de voorgenomen werkzaamheden met beheerders van overige in de grond aanwezige werken, alsook over de afmetingen van kasten, handholes en andere toebehoren, behorende bij een openbaar elektronisch communicatienetwerk.

  • 3. Aanbieder is verplicht:

    • a.

      omwonenden en bedrijven ter plaatse minimaal drie dagen voor de aanvang van de uit te voeren werkzaamheden op de hoogte te stellen;

    • b.

      op het moment van de oplevering van de werkzaamheden, op verzoek van het college, gegevens omtrent de ligging van zijn kabels en leidingen te verstrekken en een overzicht te geven van de niet in gebruik zijnde kabels.

  • 4. Indien binnen 5 jaar na groot onderhoud of herinrichting van de openbare gronden de aanbieder werkzaamheden moet uitvoeren, verlangt het college specifieke schadeherstel op kosten van de aanbieder.

  • 5. Indien de aanbieder werkzaamheden moet uitvoeren in bijzondere bestrating verlangt het college specifieke schadeherstel op kosten van de aanbieder.

Artikel 7. (Mede)gebruik van voorzieningen en vooroverleg

  • 1. Een aanbieder is verplicht om bij de aanleg van kabels in openbare gronden zoveel mogelijk (mede)gebruik te maken van bestaande, hetzij door andere aanbieders dan wel door of in opdracht van het college aangelegde voorzieningen.

  • 2. Het vooroverleg als bedoeld in artikel2, tweede lid, dan wel een door het college geëntameerd overleg naar aanleiding van een melding als bedoeld in artikel 2, eerste lid, is er mede op gericht te bepalen of en zo ja langs welke delen van het tracé gebruik kan worden gemaakt van bestaande voorzieningen als bedoeld in het eerste lid.

  • 3. Indien de aanbieder een redelijk aanbod wordt gedaan om gebruik te maken van de vooraangelegde voorzieningen, zoals mantelbuizen, kabelgoten, of kabel- en leidingentunnels, is de aanbieder velplicht om voor de aanleg of uitbreiding van zijn netwerk van deze voorzieningen gebruik te maken.

  • 4. Indien de openbare gronden geen ruimte bieden voor de aanleg van nieuwe kabels, dient de aanbieder een alternatief tracé te kiezen, of aan andere aanbieders een billijk verzoek tot medegebruik van kabels te doen, op grond van artikel 5.12.van de wet.

Artikel 8. Melding wijziging voorzieningen

De aanbieder stelt het college onverwijld schriftelijk in kennis van het feit dat het eigendom¡ de exploitatie of het beheer van de kabel verandert of dat de kabel niet langer ten dienste staat van een openbaar elektronisch telecommunicatienetwerk in of op openbare gronden.

Artikel 9. Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van het college of de burgemeester aan te wijzen personen.

Artikel 10. Overgangsrecht

  • 1. De Telecommunicatieverordeningen genoemd in art. 11, tweede lid blijven van kracht op meldingen waarop reeds krachtens diezelfde verordening is beslist, maar waarvan de uitvoering op het moment van inwerkingtreding van deze verordening nog niet is gerealiseerd.

  • 2. Indien vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een melding is gedaan op grond van een van de verordening genoemd in artikel 11, tweede lid, maar waarop nog niet is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

Artikel 11. Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2021.

  • 2. Gelijktijdig met het in werking treden van deze verordening worden de volgende verordeningen vervallen verklaard:

    • a.

      de Telecommunicatieverordening 2011 gemeente Marum;

    • b.

      de Telecommunicatieverordening 2011 gemeente Leek;

    • c.

      de Telecommunicatieverordening 2008 gemeente Zuidhorn;

    • d.

      de Telecommunicatieverordening 1999 gemeente Grootegast;

    • e.

      de Telecommunicatieverordening 1999 gemeente Winsum.

Artikel 12. Citeerartikel

Deze verordening kan worden aangehaald als Telecommunicatieverordening gemeente Westerkwartier 2021.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering

van de raad van de gemeente Westerkwartier,

d.d. 2 december 2020.

A. van der Tuuk Voorzitter

J.L. de Jong Griffier