Beleidsnotitie nieuwe landgoederen

Geldend van 08-12-2010 t/m heden

Intitulé

Beleidsnotitie nieuwe landgoederen

Inleiding

In het landelijk gebied is een toenemende vraag naar ‘groen’ in de vorm van bos, landschap en natuur. Nieuwe landgoederen zouden in bepaalde mate een kwaliteitsimpuls aan het landelijk gebied kunnen geven. Nieuwe landgoederen kunnen bijvoorbeeld helpen bij het ontwikkelen en versterken van landschapsstructuren en natuurlijk waardevolle gebieden, het bevorderen van recreatief medegebruik en het saneren van ongewenste functies.

De definitie van de ministeries LNV en VROM van nieuwe landgoederen, die richtinggevend is voor provincies en gemeente luidt als volgt:

"Een nieuw landgoed is een nieuw te ontwikkelen en duurzaam te beheren boscomplex (al dan niet met overige gronden) met daarin één gebouw (woonhuis) van allure met daarin maximaal 2 à 3 wooneenheden. Het gebouw heeft primair een woonfunctie. De minimale omvang van de bebossing is vijf hectare. Maximaal 10% van het totale oppe r vlakte is privé-terrein en de rest is openbaar toegankelijk. Het geheel heeft een belangri j ke maatschappelijke meerwaarde."

Doorwerking van de definitie van LNV en VROM vindt plaats in het Provinciaal Omgevingsplan Drenthe (POP). De Provincie Drenthe kenmerkt een nieuwe landgoed als volgt:

"Een landgoed is een functionele eenheid en heeft een productiedoelstelling. Een lan d goed heeft uitgesproken ruimtelijke kenmerken; een ruimtelijk raamwerk van wegen, w a terlopen, lanen en singels waarbinnen de verschillende gebruiksvormen zijn geran g schikt. Op een landgoed staat de woning van de landgoedeigenaar, een huis met allure en uitstraling.

Een landgoed bestaat uit minimaal 5 hectare bos en is in principe openbaar toegankelijk. Een landgoed dient een ecologische, economische en esthetische eenheid te vormen. Het totale landgoed heeft een belangrijke maatschappelijke meerwaarde. Bij het realis e ren van nieuwe landgoederen doen zich tal van mogelijkheden voor om doelstellingen van het omgevingsbeleid te realiseren. Voorwaarde om te komen tot nieuwe landgoed e ren of buitenplaatsen is dat het ruimtelijk ontwerp kwaliteit heeft. Nieuwe landgoederen dienen te passen in het bosclusteringsbeleid, er moet sprake zijn van het versterken van natuur en landschapswaarden en de ontwikkeling van nieuwe landgoederen dient aan te sluiten bij bestaande bebouwing."

Een nieuw landgoed in de provincie Drenthe moet aan een groot aantal eisen en voorwaarden voldoen, onder andere aan bovenstaande definities. Voordat een nieuw landgoed wordt getoetst aan verschillende criteria, zoals de definities en overige inrichtingseisen, moet worden bezien of de locatie geschikt is.

Voorafgaand aan het formuleren van de toetsingsgronden die bij het verkennen van de locaties moeten worden gebruikt, is het goed om aan te geven van welke definitie voor een nieuw landgoed in deze notitie wordt uitgegaan. Deze definitie is afgeleid van de definitie in de notitie "Verleiding of bedreiging" en luidt:

"Een nieuw landgoed is een nieuw te ontwikkelen en duurzaam te beheren boscomplex (al dan niet met overige gronden) met daarin één gebouw (woonhuis) van allure met daarin één wooneenheid (woning) met, bij de schaal van het landhuis passende, bijg e bouwen. Het gebouw heeft primair een woonfunctie. De minimale oppervlakte bedraagt 10 hectare waarvan minimaal 5 hectare is bebost. Maximaal 10% van de totale oppe r vlakte is privé-terrein en de rest is openbaar toegankelijk. Het geheel heeft een belangri j ke maatscha p pelijke meerwaarde."

Een nieuw landgoed kan niet zonder meer op iedere locatie gerealiseerd worden. Dit hangt af van de specifieke locale kenmerken. Het gevaar zou te groot zijn dat landgoederen resulteren in een verdere verstedelijking, met als gevolg ongewenste vergroting van de mobiliteit en dichtslibben van het landelijk gebied. Ook voor andere aan het landelijk gebied gebonden functies, zoals de agrarische functie, dient voldoende ruimte aanwezig te blijven. Een nadere afweging of een landgoed op een bepaalde locatie aanvaardbaar is, is dan ook noodzakelijk. Deze afweging kan worden gemaakt aan de hand van een zevental criteria, die in deze notitie worden aangegeven. Uit de eerste drie criteria blijkt in welke gebieden nieuwe landgoederen niet gewenst of aanvaardbaar zijn. De overige vier criteria geven aan welke van de overgebleven gebieden goede mogelijkheden bieden bij het ontwikkelen en realiseren van een nieuw landgoed. Als laatste worden nog twee algemene criteria ten aanzien van een nieuw landgoed gegeven.

Deze notitie dient primair als toetsingsinstrument te worden gezien. De gemeente kiest namelijk ten aanzien van het fenomeen nieuwe landgoederen voor een volgend en niet voor een stuwend beleid. Met andere woorden de wenselijkheid en toelaatbaarheid van een ontwikkeling van een nieuw landgoed wordt erkend maar leidt niet tot een actieve opstelling van de gemeente om één of meerdere landgoederen tot ontwikkeling te brengen. Daarnaast wil de gemeente ook duidelijk maken dat door wellicht een grote vraag naar nieuwe landgoederen een ongewenste druk op het landelijk gebied zou kunnen gaan ontstaan. Om daarnaast ongewenste speculatie te voorkomen wordt als eis gesteld dat de initiatiefnemer ook de daadwerkelijke bewoner van het landgoed wordt. Bijzondere omstandigheden daargelaten, moet de initiatiefnemer minimaal 10 jaar op het landgoed wonen. Uitgaande van een gemiddelde oppervlakte van een nieuw landgoed van 15 hectare wordt voor de periode tot 2010 ruimte gelaten voor de ontwikkeling van maximaal 5 landgoederen. Dit betekent een mogelijke afname van de voor de landbouw beschikbare hoeveelheid grond van 75 hectare. Duidelijk moet zijn dat deze afname uitsluitend met instemming van de grondeigenaar kan geschieden en dat het hierbij ook kan gaan om gronden die anderszins, bijvoorbeeld als reservaatsgebied aan de landbouw zou worden onttrokken of om gronden binnen een grondwaterbeschermingsgebied, die voor de landbouw ook als minder aantrekkelijk kunnen worden gezien. Wellicht is het dan ook mogelijk om met de aanleg van nieuwe landgoederen situaties te creëren die zowel voor de landbouw als voor de natuur- en landschapswaarden in een gebied, nieuwe mogelijkheden biedt.

Het nieuwe landgoed moet naast de aantrekkelijke vestigingsplaats die het de eigenaar zonder meer zal bieden ook een meerwaarde voor de omgeving opleveren voor zowel natuur- en bosontwikkeling als voor de belevingswaarde van het landschap. Dat daarnaast het recreatieve medegebruik van het landelijk gebied ook nog kan worden versterkt moet als een aantrekkelijke ontwikkeling worden gezien.

2. Beleidsuitgangspunten

Bij de afweging voor een geschikte locatie dienen de navolgende aspecten (criteria) in ogenschouw te worden genomen.

Gebieden die niet aanvaardbaar zijn als locatie van nieuwe landgoederen

1)Natuurgebieden

Vestiging in gebieden waar herstel en ontwikkeling van aanwezige natuurwaarden als uitgangspunt geldt, en bosgebieden met een multifunctionele doelstelling is niet mogelijk. Een landgoed doet te veel afbreuk aan aanwezige natuurwaarden.

Nieuwe landgoederen zijn niet gewenst in natuurgebieden

2)Kenmerkende open landschappen (de essen en beekdalen) en kwetsbare gebieden met weidevogels, zwanen en ganzen

Het open landschap moet in stand worden gehouden (SGR). In de open gebieden met essen en beekdalen en in gebieden waar weidevogels, kwetsbare ganzensoorten en wilde en kleine zwanen voorkomen, is de aanleg van bos alleen mogelijk indien de bestaande waarden niet worden aangetast.

Een nieuw landgoed zal afbreuk kunnen doen aan aanwezige natuur- en landschapswaarden, respectievelijk voor de (weide)vogels en de openheid.

Nieuwe landgoederen zijn niet gewenst in kenmerkende open landschappen (de essen en beekdalen) en kwetsbare gebieden die van belang zijn voor weidevogels, zwanen en ganzen.

3)Landbouwkundige kerngebieden

De situering van nieuwe landgoederen moet in landbouwkundige kerngebieden worden voorkomen. De landgoederen zullen door hun beroep op de beschikbare landbouw gronden en de hierdoor mogelijke versnippering binnen de landbouwkundige kerngebieden, te zeer een aanslag betekenen op de ontwikkelingsmogelijkheden van een duurzame landbouw.

Nieuwe landgoederen zijn niet gewenst in landbouwkundige kerngebieden.

Gebieden die de voorkeur hebben en/of toelaatbaar zijn als locatie van nieuwe landgoederen

4)Bosclusteringsgebieden

Nieuwe landgoederen dienen te passen in het bosclusteringsbeleid. Dat is in essentie het concentreren van bebossing op locaties die grenzen aan bos, aan natuur-, milieubeschermings- en recreatiegebieden en aan dorpen.

Voor bosuitbreiding - op nieuwe landgoederen - gelden een van de volgende clusteringscriteria (POP):

- de bosuitbreiding is gelegen aan bestaand bos dat groter is dan 50 hectare of grenst aan een waardevolle bosgemeenschap;

- de bosuitbreiding is gelegen tegen een bestaand natuurgebied dat groter is dan 50 hectare, voor zover zij de ontwikkeling van natuurwaarden versterkt;

- de bosuitbreiding is gelegen tegen een bestaand of toekomstig recreatieterrein dat groter is dan 10 hectare;

- de bosuitbreiding is gelegen in milieubeschermingsgebieden, voor zover zij tevens de ontwikkeling van landschaps-, cultuurhistorisch en natuurwaarden versterken;

- de bosuitbreiding is gelegen tegen of nabij woonkernen (vastgestelde bebouwde kommen), daar waar het bos een recreatieve functie kan krijgen en de bestaande cultuurhistorische landschappelijke waarden en natuurwaarden niet aangetast worden.

Nieuwe landgoederen zijn gewenst in bosclusteringsgebieden.

5)Ecologische verbindingszones

Nieuwe landgoederen kunnen helpen bestaande natuurwaarden te beschermen, dan wel nieuwe natuur te ontwikkelen. Ze kunnen een buffer vormen rond kwetsbare natuurgebieden, ecologische verbindingszones of "stap-stenen" vormen. Ook de waterhuishouding kan worden aangepast voor natuurgebieden.

Nieuwe landgoederen kunnen als inrichtingselement een bijdrage leveren aan ecolog i sche ve r bindingszones.

6)Recreatieve verbindingszone

Het grootste deel van een landgoed is in principe openbaar terrein en kan worden bezocht door bezoekers. Nieuwe landgoederen spelen een belangrijke rol in de uitbreiding van het netwerk van recreatieve wandel- en fietspaden. Net als bij het ontwikkelen van de ecologische verbindingszone kan het landgoed van belang zijn om waardevolle recreatieve zones met elkaar te verbinden. Ook kunnen nieuwe landgoederen een functie vervullen als stedelijk uitloopgebied van nabijgelegen bebouwingsconcentraties.

Nieuwe landgoederen kunnen als inrichtingselement een bijdrage leveren aan recreati e ve ve r bindingszones.

7)Milieu

Nieuwe landgoederen kunnen een middel zijn om milieuproblemen op te lossen. Op sommige locaties kan sprake zijn van milieuproblemen die het gevolg zijn van bijvoorbeeld de landbouwfunctie. Indien behoefte is aan het saneren van ongewenste situaties (bijvoorbeeld in bodem- en grondwaterbeschermingsgebieden) biedt het landgoed de kans het probleem op te lossen en bovendien een extra kwaliteitsimpuls te doen. Deze kwaliteitsimpuls (win-winsituatie) ontstaat bijvoorbeeld door verminderde vermesting.

Nieuwe landgoederen zijn toelaatbaar in bodem- en grondwaterbeschermingsgebieden.

Algemene criteria ten aanzien van nieuwe landgoederen

8)Minimale oppervlakte

Een nieuw landgoed moet wat betreft grootte, schaal en ontwerp worden in- en aangepast aan de omgeving. Het ontwerp van het landgoed is dus afhankelijk van de locatie. Naast bebossing en de woning moeten ook open ruimten, zichtassen, landschapselementen en natuurontwikkeling worden geïntegreerd in het ontwerp. Het Rijk en de provincie Drenthe geven aan dat het landgoed minimaal uit 5 hectare bos moet bestaan. Het is uitdrukkelijk niet de bedoeling dat een nieuw landgoed bestaat uit 5 hectare bos met daarbinnen een woning zonder enig ander inrichtingskenmerken die zo kenmerkend zijn voor landgoederen. Om het aandeel bos in verhouding te laten zijn met overige kenmerken van het landgoed, moet de locatie minimaal een oppervlakte hebben van 10 hectare. Daarvan dient minimaal 5 hectare te worden ingericht als bos en mag maximaal 10% van het terrein voor privé doeleinden worden aangewend. De overblijvende oppervlakte dient ingericht te worden voor bos en/of natuurgebied. Bij grotere oppervlaktes kan binnen de oppervlakte van het landgoed ook milieuvriendelijke landbouw, tuinbouw en sierteelt worden toegestaan. In het huis zelf kan naast de woonfunctie ruimte gelaten worden voor kleinschalige vormen van recreatie en toerisme, een atelier een cursusruimte etc.

Nieuwe landgoederen hebben als zelfstandig element een minimale oppervlakte van 10 hectare nodig.

9)Maatschappelijke meerwaarde

De (maatschappelijke) meerwaarden van een nieuw landgoed kunnen uit de volgende mogelijkheden bestaan:

  • -

    verbetering van de (ruimtelijke) kwaliteit van de omgeving;

  • -

    meer bos, natuur en landschapselementen;

  • -

    recreatieve gebruiksmogelijkheden;

  • -

    verbetering van de milieukwaliteit.

Nieuwe landgoederen moeten een (maatschappelijke) meerwaarde kunnen bieden aan de inwoners van de gemeente Westerveld.

Nadat op basis van voorstaande criteria het landelijk gebied is verkend ten aanzien van mogelijke vestigingslocaties, zal een verdere verfijning van de in aanmerking komende gebieden moeten plaats vinden ten aanzien van aspecten als archeologie, cultuurhistorische waarden en de karakteristiek van het landschap ter plaatse maar ook op de directe belangen van aangrenzende eigenaren of grondgebruikers. Met betrekking tot het landschap is met name extra aandacht gewenst voor de kenmerkende ruimtelijke opbouw van het coulissenlandschap.