Regeling vervallen per 01-01-2014

Verordening op de heffing en invordering van forensenbelasting 2013

Geldend van 19-12-2012 t/m 31-12-2013

De raad van de gemeente Westerveld;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 9 oktober 2012;

gelet op artikel 223 van de Gemeentewet;

B E S L U I T:

vast te stellen de:

Verordening op de heffing en de invordering van een forensenbelasting 2013;

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

1 woning: een gemeubileerde woning als bedoeld in artikel 223 van de Gemeentewet en de Beleidsregels gemeentelijke forensenbelasting 2012;

2 brandverzekeringswaarde: het bedrag waarvoor de woning (excl. inboedel) tegen brand is verzekerd.

Artikel 2 Belastbaar feit en belastingplicht

1 Onder de naam ‘forensenbelasting’ wordt een directe belasting geheven van de natuurlijke personen, die, zonder in de gemeente hoofdverblijf te hebben, er op meer dan 90 dagen van het belastingjaar voor zich of hun gezin een gemeubileerde woning beschikbaar houden.

2 Of iemand in de gemeente hoofdverblijf heeft, wordt naar de omstandigheden beoordeeld.

Artikel 3 Vrijstellingen

Niet belastingplichtig is:

  • 1

    degene die ter tijdelijke waarneming van een openbare betrekking of ter bijwoning van de vergaderingen van een vertegenwoordigend openbaar lichaam, waarvan hij het lidmaatschap bekleedt, dan wel ingevolge last of bevel van de overheid, buiten de gemeente van zijn hoofdverblijf vertoeft;

  • 2

    degene die een door de Monumentenwet aangemerkt complex historische buitenplaats in particulier bezit heeft.

Artikel 4 Maatstaf en tarief

1 De belasting bedraagt per jaar per belastbaar object:

bij een brandverzekeringswaarde of geschatte herbouwwaarde, als bedoeld in lid 2 van dit

artikel, van

minder dan € 25.000,-- € 156,--

€ 25.000,-- of meer, doch minder dan € 50.000,-- € 260,--

€ 50.000,-- of meer, doch minder dan € 100.000,-- € 468,--

€ 100.000,-- of meer, doch minder dan € 200.000,-- € 650,25

€ 200.000,-- of meer € 780,50

  • 2

    De belasting wordt berekend naar een vanwege en op kosten van de gemeente te schatten herbouwwaarde indien:

    • a.

      voor een object geen of geen afzonderlijke brandverzekering is gesloten;

    • b.

      indien een object naar de mening van burgemeester en wethouders tot een te laag bedrag is verzekerd in verhouding tot de werkelijke (herbouw)waarde van het object;

    • c.

      indien de afzonderlijke verzekerde waarde niet aan de hand van de polis kan worden vastgesteld;

    • d.

      de belastingplichtige geen gegevens inzake de verzekeringswaarde heeft verstrekt.

      Artikel 5 Belastingjaar

      Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 7 Termijnen van betaling

1 In afwijking van artikel 9, eerst lid, van de Invorderingsweg 1990 moeten de belastingen worden betaald binnen 30 dagen na de mondelinge kennisgeving dan wel binnen 30 dagen na de dagtekening van de schriftelijke kennisgeving.

2 De aanslagen moeten worden betaald in drie gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

3 In afwijking van het bepaalde in het eerste lid geldt dat, ingeval machtiging is verleend tot automatische incasso en het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen gemeentelijke fiscale heffingen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan meer dan € 100,-- doch niet meer dan € 2.500,-- bedraagt, de aanslagen moeten worden betaald in 3 gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op of omstreeks de vijfentwintigste dag van de maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

4 De in het tweede lid bedoelde machtiging tot automatische incasso wordt geacht niet te zijn verleend indien twee van de drie termijnen niet zijn betaald doordat automatische incasso van de betaalrekening van de belastingschuldige niet mogelijk blijkt dan wel binnen één maand na afschrijving zijn gestorneerd. Alsdan gelden de betaaltermijnen als bedoeld in het eerste lid.

5 Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet 1990, met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete zijn lid 1, 2 en 3 van overeenkomstige toepassing, voorzover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de vaststelling van de aanslag.

6 De Algemene Termijnwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde

termijnen.

Artikel 8 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de forensenbelasting.

Artikel 9 Kwijtschelding van belasting

Bij de invordering van forensenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel

1 De “Verordening forensenbelasting 2012" vastgesteld bij raadsbesluit van 20 december 2011, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

2 Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.

3 De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2013.

4 Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening forensenbelasting 2013”.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering

van de raad van 27 november 2012.

de raadsgriffier,

A.Middelkamp

de voorzitter,

H.Jager