Regeling vervallen per 01-01-2012

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2011

Geldend van 29-12-2010 t/m 31-12-2011

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2011

De raad van de gemeente Westerveld;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 19 oktober 2010;

gelet op artikel 216, 219 en 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;

B E S L U I T:

vast te stellen de:

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2011.

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Artikel 1 Inleidende bepaling

Krachtens deze verordening worden geheven:

  • a.

    een afvalstoffenheffing;

  • b.

    reinigingsrechten.

Artikel 2 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder grof bedrijfsafval: afvalstoffen, met uitzondering van autowrakken, afkomstig van bedrijven en instellingen, welke door aard, omvang of hoeveelheid niet periodiek worden ingezameld.

Hoofdstuk II Afvalstoffenheffing

Artikel 3 Aard van de belasting en belastbaar feit

  • 1. Onder de naam “afvalstoffenheffing” wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer (Stb. 1994, 80).

  • 2. De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het feitelijk gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 4 Belastingplicht

  • 1. De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

  • 2. Voor de toepassing van het eerste lid wordt als gebruiker aangemerkt:

    • a.

      degene die naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht feitelijk gebruik maakt van het perceel;

    • b.

      ingeval een gedeelte van een perceel ten gebruike is afgestaan: degene die dat gedeelte ten gebruike heeft afgestaan.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in hoofdstuk 1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 6 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Wijze van heffing

De belasting genoemd onder hoofdstuk 1.1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel worden bij wege van aanslag geheven. De belastingen genoemd onder hoofdstuk 1.2 van de tarieventabel worden geheven bij wege van mondelinge dan wel schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, nota of andere schriftuur.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. De belastingplicht is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar na aanvang van de belastingplicht nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4. Het tweede en derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander eigendom in gebruik neemt.

  • 5. Indien in de loop van het belastingjaar het aantal personen dat gebruik maakt van een perceel toeneemt, dan blijft de belastingschuld voor de rest van het belastingjaar ongewijzigd. Bij het begin van het eerst volgend belastingjaar wordt er een aanslag opgelegd naar het aantal personen dat op dat moment gebruik maakt van het perceel.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1. De aanslagen moeten worden betaald in drie gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid geldt dat, ingeval machtiging is verleend tot automatische incasso en het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen gemeentelijke fiscale heffingen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan meer dan € 100,-- doch niet meer dan € 2.500,-- bedraagt, de aanslagen moeten worden betaald in 8 gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op of omstreeks de vijfentwintigste dag van de maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3. De in het tweede lid bedoelde machtiging tot automatische incasso wordt geacht niet te zijn verleend indien twee van de acht termijnen niet zijn betaald doordat automatische incasso van de betaalrekening van de belastingschuldige niet mogelijk blijkt dan wel binnen één maand na afschrijving zijn gestorneerd. Alsdan gelden de betaaltermijnen als bedoeld in het eerste lid.

  • 4. Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet 1990, met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete zijn lid 1, 2 en 3 van overeenkomstige toepassing, voor zover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de vaststelling van de aanslag.

  • 5. De Algemene Termijnwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde

    termijnen.

Hoofdstuk III Reinigingsrechten

Artikel 10 Belastbaar feit

Onder de naam “reinigingsrechten” worden rechten geheven zowel voor het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten als voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn.

Artikel 11 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 12 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1 De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de hoofdstukken 2 en 3 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2 Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 13 Belastingjaar

Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 14 Wijze van heffing

De rechten bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel worden bij wege van aanslag geheven. De rechten genoemd onder hoofdstuk 3 van de tarieventabel worden geheven bij wege van mondelinge dan wel schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, nota of andere schriftuur.

Artikel 15 Ontstaan van de belastingschuld en de heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten

  • 1. De rechten bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, zijn de rechten verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 16 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten

De rechten bedoeld in hoofdstuk 3 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 17 Termijnen van betaling

  • 1. De aanslagen moeten worden betaald in drie gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid geldt dat, ingeval machtiging is verleend tot automatische incasso en het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen gemeentelijke fiscale heffingen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer dan € 100,-- doch niet meer dan € 2.500,-- bedraagt, de aanslagen moeten worden betaald in 8 gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op of omstreeks de vijfentwintigste dag van de maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3. De in het tweede lid bedoelde machtiging tot automatische incasso wordt geacht niet te zijn verleend indien twee van de acht termijnen niet zijn betaald doordat automatische incasso van de betaalrekening van de belastingschuldige niet mogelijk blijkt dan wel binnen één maand na afschrijving zijn gestorneerd. Alsdan gelden de betaaltermijnen als bedoeld in het eerste lid.

  • 4. Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet 1990, met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete zijn lid 1, 2 en 3 van overeenkomstige toepassing, voor zover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de vaststelling van de aanslag.

  • 5. De Algemene Termijnwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde

    termijnen.

Hoofdstuk IV Aanvullende bepalingen

Artikel 18 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de reinigingsheffingen.

Artikel 19 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1 Met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing wordt ingetrokken de “Verordening reinigingsheffingen 2009”, vastgesteld bij raadsbesluit van

    12 november 2009, nadien gewijzigd, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de

    belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2 Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.

  • 3 De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011.

  • 4 Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening reinigingsheffingen 2011”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van de raad van 16 december 2010
de raadsgriffier, de voorzitter,
A.Middelkamp H. Jager

Tarieventabelbehorende bij de “Verordening reinigingsheffingen 2011”

 

 

Algemeen

De bedragen genoemd in deze tabel zijn inclusief omzetbelas­ting indien deze verschuldigd is.

 

 

Hoofdstuk 1.1 Maatstaven en jaarlijkse tarieven afvalstoffen­heffing

 

1.1            De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar:

1.1.1         indien dat perceel wordt gebruikt door één persoon       € 175,08

1.1.2          indien dat perceel wordt gebruikt door twee personen   € 225,08

1.1.3          indien dat perceel wordt gebruikt door drie personen    € 250,08

1.1.4          indien dat perceel wordt gebruikt door meer dan drie personen            € 275,08

1.1.5         voor een perceel dat niet permanent mag worden bewoond en wordt gebruikt voor recreatieve doeleinden                 € 175,08

 

1.1.6          De belasting als bedoeld in de onderdelen 1.1.1 t/m 1.1.5 wordt

vermeerderd voor het op 1 januari van het belastingjaar of, in-

dien de belas­ting­plicht later aan­vangt, bij aanvang van de belas­ting­-

plicht, in bruik­leen hebben van een extra (= boven het­geen volgens de ge­meentelijke afvalstof­fenveror­de­ning aan het per­ceel is verstrekt) con­tai­ner, per container                                                   € 275,08

 

Hoofdstuk 1.2 Maatstaven en overige tarieven afvalstoffen­heffing

 

1.2.1         Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 bedraagt de belasting voor:

1.2.1.1         het ophalen van grof huishoudelijk afval tijdens reguliere inzameldata, waarbij maximaal twee kubieke meter per melding kan worden aangeboden, per halve kubieke meter of deel daarvan       €      8,50

1.2.1.2        het ophalen van snoeihout tijdens reguliere inzameldata, waarbij maximaal twee kubieke meter per melding kan worden aangeboden, per melding                                     €      5,90

 

1.2.2          Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 bedraagt de

belasting voor:

1.2.2.1       het achterlaten van grof huishoudelijk afval afkomstig van een

in de gemeente geregistreerd staand huishouden, op een daartoe van gemeentewege ter beschikking gestelde plaats, op vertoon van een

geldig legitimatiebewijs en een door de gemeente verstrekte

knipkaart, per huishouden:  

-          tot en met twee kubieke meter, per kubieke meter of deel

daarvan                                                                                    €      7,50

-      meer dan twee kubieke meter, per kubieke meter of deel daarvan             €    15,00

1.2.2.2       het achterlaten van asbest afkomstig van een in de gemeente geregistreerd staand pand, op een daartoe van gemeentewege ter beschikking gestelde plaats, op vertoon van een geldig legitimatie-

bewijs en een door de gemeente verstrekte knipkaart, per huishouden:

-          tot en met twintig vierkante meter, per tien vierkante meter of

deel daarvan                                                                            €     2,50

-          meer dan twintig vierkante meter, per tien vierkante meter of

deel daarvan                                                                          €     3,50    

1.2.2.3       het achterlaten van autobanden afkomstig van een in de gemeente geregistreerd staand pand, op een daartoe van gemeentewege ter beschikking gestelde plaats, op vertoon van een geldig legitimatie- bewijs en een door de gemeente verstrekte knipkaart, per huishouden:  

-     de eerste 5 autobanden (conform Besluit beheer autobanden)  €     0,00

-     vervolgens per stuk                                                             €     2,50

1.2.2.4       het achterlaten van tractorbanden afkomstig van een in de gemeente geregistreerd staand pand, op een daartoe van gemeentewege ter beschikking gestelde plaats, op vertoon van een geldig legitimatie-

bewijs en een door de gemeente verstrekte knipkaart, per huishouden:

-     per stuk                                                                              €    27,00

1.2.2.5       het achterlaten van vlakglas afkomstig van een in de gemeente geregistreerd staand pand, op een daartoe van gemeentewege ter beschikking gestelde plaats, op vertoon van een geldig legitimatie-

bewijs en een door de gemeente verstrekte knipkaart, per huishouden:

-     tot en met twee vierkante meter                                         €     0,00

-     meer dan twee vierkante meter, per vierkante meter of deel daarvan                                                                                  €     3,00

1.2.2.6      het achterlaten van houtafval afkomstig van een in de gemeente

geregistreerd staand pand, op een daartoe van gemeentewege ter beschikking gestelde plaats, op vertoon van een geldig legitimatie-

bewijs en een door de gemeente verstrekte knipkaart, per huishouden:  

-          tot en met twee kubieke meter, per kubieke meter of deel

daarvan                                                                                    €     5,00

 -     meer dan twee kubieke meter, per kubieke meter of deel daarvan                          €   10,00

1.2.2.7     het achterlaten van puin afkomstig van een in de gemeente

geregistreerd staand pand, op een daartoe van gemeentewege ter

beschikking gestelde plaats, op vertoon van een geldig legitimatie-

bewijs en een door de gemeente verstrekte knipkaart, per huishouden:  

-          tot en met twee kubieke meter, per kubieke meter of deel

daarvan                                                                                     €     7,50

-      meer dan twee kubieke meter, per kubieke meter of deel daarvan                          €   10,00

1.2.2.8       het achterlaten van snoeihout afkomstig van een in de gemeente geregistreerd staand pand, op een daartoe van gemeentewege ter beschikking gestelde plaats, op vertoon van een geldig legitimatie-

bewijs en een door de gemeente verstrekte knipkaart, per huishouden:  

-     tot en met tien kubieke meter, per 2,5 kubieke meter        of deel daarvan                                                                                     €     1,00

-     meer dan tien kubieke meter, per 2,5 kubieke meter of deel daarvan                                                                                     €     2,00

1.2.2.9       het achterlaten van wit- en bruingoed afkomstig van een in de gemeente geregistreerd staand pand, op een daartoe van gemeentewege

ter beschikking gestelde plaats, op vertoon van een geldig legitimatie-

bewijs, (conform de Regeling beheer electrische en electronische apparatuur) per stuk                                                                   €     0,00

 

 

1.2.3        Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 bedraagt de belasting voor het op aanvraag inzamelen van grof huishoudelijk afval per aanvraag (maximaal vijf kubieke meter):

-     tot en met één kubieke meter                                                €   76,65

-     meer dan één tot en met twee kubieke meter                         €   90,85

-     meer dan twee tot en met drie kubieke meter                         € 105,95

-     meer dan drie tot en met vier kubieke meter                           € 121,15 -     meer dan vier tot en met vijf kubieke meter                            € 136,20

 

1.2.4         Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 bedraagt de belasting voor het op aanvraag inzamelen van snoeihout per aanvraag (maximaal vijf kubieke meter):

-     tot en met één kubieke meter                                                €   43,55

-     meer dan één tot en met twee kubieke meter                         €   52,25

-     meer dan twee tot en met drie kubieke meter                         €   61,00

-     meer dan drie tot en met vier kubieke meter                          €   69,70

-     meer dan vier tot en met vijf kubieke meter                           €   78,40

 

 

Hoofdstuk 2 Maatstaven en jaarlijkse tarieven reini­gingsrechten

 

2.1            Het recht bedraagt per belastingjaar voor het:

2.1.1       verwijderen van bedrijfsafval, voor elke per ophaal­beurt te verwijderen hoeveelheid tot 240 liter                                             €  22,55

 

2.2             In afwijking van het bepaalde in 2.1. bedraagt het recht per belastingjaar voor het beschikbaar stellen, het gebruik dan wel het ledigen van containers en het verwijderen van de daarin verzamelde afvalstoffen indien:

2.2.1        het betreft eenmaal per 2 weken per container               € 275,08

                                                                                             (excl. BTW)

Hoofdstuk 3 Maatstaven en tarieven overige reini­gingsrechten

 

3.1          Het recht bedraagt voor het op verzoek verwijderen van grof bedrijfsafval, per kubieke meter                                                   € 101,98

 

3.2          Onverminderd het bepaalde in 2.2. bedraagt het recht voor het het ophalen van snoeihout tijdens reguliere inzameldata,

waarbij maximaal twee kubieke meter per melding kan worden

aangeboden, per melding                                                            €     7,25

 

 

Behoort bij raadsbesluit van de gemeente Westerveld van 16 december 2010.

De raadsgriffier,

 

 

A. Middelkamp