Verordening winkeltijden gemeente Westerveld 2011

1. In deze verordening wordt verstaan onder:

• a.

  de wet: de Winkeltijdenwet;

• b.

  winkel: een winkel als bedoeld in artikel 1 van de wet;

• c.

  feestdag: Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag, eerste Kerstdag en tweede Kerstdag;

• d.

  college: het college van burgemeester en wethouders;

• e.

   perifere detailhandel: detailhandel voor niet –frequente doelgerichte aankopen, die vanwege hun aard en omvang over het algemeen niet in de traditionele winkelcentra (binnenstad, buurt- en wijkcentra) gevestigd kunnen worden.

1. Het college beslist op een aanvraag om een ontheffing binnen 6 weken.

2. Het college kan de beslissing voor ten hoogste 4 weken verdagen.

1. Een ontheffing op grond van deze verordening is overdraagbaar na verkregen toestemming van het college.

2. In geval van een voorgenomen overdracht doet de houder van de ontheffing hiervan onmiddellijk schriftelijk mededeling aan het college onder vermelding van de naam en het adres van de voorgestelde rechtverkrijgende.

1. Het verbod genoemd in artikel 2, eerste lid, aanhef en onder b. van de wet, geldt niet op tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag en tweede Kerstdag voor detailhandelwinkels in de meubel- en keukenbranch, de auto-, boot- en caravanbrache, tuincentra en bouwmarkten van 12.00 tot 17.00 uur.

2. Het verbod genoemd in artikel 2, eerste lid, aanhef en onder a. van de wet, geldt niet op ten hoogste twaalf, door het college aan te wijzen, zondagen per kalenderjaar.

3. Deze bevoegdheid geldt voor elk deel van de gemeente afzonderlijk.

1. Het college kan voor wat betreft zondagen of feestdagen ontheffing verlenen van de in artikel 2 van de wet genoemde verboden, ten behoeve van:

• a.

  bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard;

• b.

  het uitstallen van goederen;

• c.

  tentoonstellingen in kunstateliers en galeries

2. De ontheffing kan worden verleend in geval van feestelijkheden, bijeenkomsten, evenementen, veilingen of beurzen.

1. Het college kan op aanvraag ontheffing verlenen van het verbod, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder c, van de wet.

2. De ontheffing kan worden geweigerd indien de woonsituatie of de leefsituatie, de veiligheid of de openbare orde in de omgeving van de winkel op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed door de openstelling van de winkel.

1. Het verbod, bedoeld in artikel 2, eerste lid aanhef en onder a. van de wet geldt, om reden van op de gemeente gericht toerisme, voor zover zij betrekking heeft op de zondagen, met uitzondering van eerste Paasdag en eerste Pinksterdag, niet

• a.

  binnen de gehele gemeente Westerveld;

• b.

  gedurende de maanden juni, juli en augustus;

• c.

  op de zondagen van 07.00 uur tot 20.00 uur;

• d.

  voor de verkoop door detailhandel, niet zijnde perifere detailhandel;

2. De verboden, bedoeld in artikel 2, eerste lid aanhef en onder a. en b. van de wet gelden, om reden van op de gemeente gericht toerisme, voor zover zij betrekking hebben op de zondagen en de feestdagen, niet

• a.

  voor detailhandelwinkels die op een camping of vakantiepark zijn gevestigd; de zogenaamde “campingwinkel”;

• b.

  gedurende de maanden april tot met september;

• c.

  op de zondagen en feestdagen van 07.00 uur tot 20.00 uur;

• d.

  voor de verkoop van eet- en drinkwaren en aan het verblijf op een camping of vakantiepark gerelateerde gebruiksvoorwerpen.