Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Westervoort houdende regels omtrent cliënt- en burgerparticipatie sociaal domein (Verordening Cliënt- en Burgerparticipatie Sociaal Domein Westervoort 2020)

Geldend van 13-02-2020 t/m heden

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Westervoort houdende regels omtrent cliënt- en burgerparticipatie sociaal domein (Verordening Cliënt- en Burgerparticipatie Sociaal Domein Westervoort 2020)

De raad besluit

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 10 december 2019

gelet op het artikelen 2.1.3 van de Wet maatschappelijke ondersteuning, artikel 2.10 van de Jeugdwet, artikel 47 van de Participatiewet en artikel 84 van de Gemeentewet;

gezien het advies van de ontwikkelgroep Cliënt- en Burgerparticipatie Sociaal Domein Westervoort van juni 2019 ;

overwegende dat respectievelijk de Wet maatschappelijke ondersteuning, de Jeugdwet en de Participatiewet bepalen dat regels worden gesteld over de wijze waarop ingezetenen, waaronder in ieder geval cliënten of hun vertegenwoordigers, worden betrokken bij de uitvoering van deze wetten.

besluit vast te stellen:

Verordening Cliënt- en Burgerparticipatie Sociaal Domein Westervoort 2020.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • a.

    Wmo: de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015

  • b.

    De raad: de gemeenteraad van de gemeente Westervoort

  • c.

    Het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Westervoort

  • d.

    De wethouder: de portefeuillehouder Wet maatschappelijke ondersteuning, c.q. Jeugdwet en Participatiewet en minimabeleid

  • e.

    De werkgroep: de bij deze verordening ingestelde Werkgroep Betrekken Inwoners

  • f.

    Themagroep: de bij deze verordening bedoelde incidentele en structurele adviesgroepen op thema.

  • g.

    Cliënten: de vragers van ondersteuning in de zin van de WMO, Jeugdwet en Participatiewet en minimabeleid.

  • h.

    Inwoners: ingezeten van de gemeente Westervoort

Artikel 2 Doelstelling

Het regelen van de wijze waarop ingezetenen uit Westervoort, waaronder in ieder geval cliënten of hun vertegenwoordigers, worden betrokken bij de uitvoering van de Jeugdwet, de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en de Participatiewet.

Daarnaast wordt in deze setting tevens advies gevraagd met betrekking tot onderwerpen aangaande het lokaal minimabeleid.

Artikel 3 Criteria voor het bettrekken van inwoners

  • 1. Bij het betrekken van inwoners zijn beleidscycli het uitgangspunt.

    • a)

      de regionale beleidscyclus, waarbij advisering m.b.t. regionale aanbestedingen binnen het Sociaal Domein gevraagd wordt of,

    • b)

      de gemeentelijke beleidscyclus

  • 2. De gemeentelijke beleidscyclus is uitgangspunt voor het betrekken van inwoners

  • 3. De gemeente is aanzwengelaar en trekker van het betrekken van inwoners.

  • 4. Bij het betrekken van inwoners wordt zo veel mogelijk invulling gegeven aan de volgende kenmerken van effectieve inwonerbetrokkenheid:

    • 1.

      aan de voorkant: alle partijen (inwoners, cliënten, organisaties) die ertoe doen, worden zo vroeg mogelijk betrokken zodat ze daadwerkelijk kunnen meedenken, meepraten en meebeslissen;

    • 2.

      integraal: inwoners of mensen die hen vertegenwoordigen krijgen de kans om over het geheel van een vraagstuk of over de samenhang tussen verschillende vragen hun inbreng te leveren, niet slechts over een klein stukje;

    • 3.

      inclusief: iedereen krijgt de kans om mee te denken, mee te praten, mee te beslissen en mee te doen; er wordt actief ingezet op de aanwezigheid en zichtbaarheid van mensen uit ondervertegenwoordigde sociale categorieën, en op een mix van stijlen, houdingen en perspectieven;

    • 4.

      structureel: betrokkenheid genereer je niet door eenmalig een vraag te stellen, maar door regelmatig contact te hebben en mogelijkheden te bieden voor zowel gevraagd als ongevraagd advies. Continuïteit van participatie is belangrijk zowel voor inwoners om aanspreekpunten te hebben als voor de gemeente om een relatie op te bouwen en zo tot effectieve samenwerking te komen;

    • 5.

      gelijkwaardig: iedereen die input levert, wordt even serieus genomen.

    • 6.

      dichtbij: mensen, zeker kwetsbare doelgroepen/cliënten, worden en voelen zich makkelijker betrokken als de gekozen vormen dichtbij zijn: makkelijk bereikbaar en toegankelijk, in de buurt, aansluitend bij hun vragen, in begrijpelijke taal;

    • 7.

      breed: omdat niet iedereen op dezelfde manier betrokken kan of wil worden, helpt het om meerdere manieren in te zetten waarop mensen kunnen meedenken, meebeslissen en meedoen;

    • 8.

      zichtbaar: zowel de manieren om mensen te betrekken als wat er met de uitkomsten van hun inbreng gebeurt, zijn transparant en voor iedereen toegankelijk;

    • 9.

      keuze: inwoners hebben altijd de vrijheid om al dan niet mee te doen als hen gevraagd wordt om te participeren.

Artikel 4 Werkgroep Betrekken inwoners

  • 1. Er is een Werkgroep Betrekken inwoners die als taak en bevoegdheid heeft het college te adviseren over het betrekken van inwoners bij beleids- en praktische vraagstukken die zich voordoen rond de Wmo, de Jeugdwet, het minimabeleid en de Participatiewet.

  • 2. De werkgroep adviseert het college over het instellen van inhoudelijke themagroepen. Dit kunnen zowel structurele als incidentele themagroepen zijn.

  • 3. De werkgroep formuleert nauwkeurig de opdracht aan de themagroep, met daarin in ieder geval de omschrijving van het thema, de manier waarop inwonersbetrokkenheid wordt vormgegeven, een eventuele onkostenvergoeding voor deelnemers en de tijdspanne van het advies.

  • 4. De inhoudelijke themagroepen kunnen direct, zonder tussenkomst van de werkgroep gevraagde dan wel ongevraagde adviezen uitbrengen aan het college, in cc aan de Werkgroep

  • 5. De werkgroep is verantwoordelijk voor de werving en bemensing van de verschillende themagroepen.

  • 6. De Werkgroep bestaat uit inwoners, sociale professionals, en ambtenaren. De Werkgroep maakt gebruik van een ambtelijk door het college aan te wijzen secretaris.

  • 7. Leden dienen woonachtig te zijn binnen de gemeente Westervoort en/of een duidelijke binding met de gemeente Westervoort en haar inwoners te hebben.

  • 8. De leden hebben goede netwerken in Westervoort en toegang tot de leefwereld van de doelgroep van tenminste één van de drie genoemde wetten.

  • 9. De leden hebben kennis en ervaring met het inzetten van diverse vormen om inwoners te bereiken en te betrekken.

  • 10. De Werkgroep is een lerend platform.

  • 11. De Werkgroep legt contacten met aanpalende gemeenten en regio’s en met de structuren voor inwonerparticipatie die daar actief zijn.

  • 12. Het lidmaatschap van de Werkgroep is niet verenigbaar met het lidmaatschap van het college of de gemeenteraad.

  • 13. Een lid van de Werkgroep kan tevens lid zijn van een themagroep.

Artikel 5 Rol en taken voorzitter

De voorzitter representeert en vertegenwoordigt de Werkgroep en onderhoudt contacten met de gemeente (raadsleden, wethouder en ambtenaren en andere relevante partijen).

De voorzitter is bij voorkeur een inwoner.

Artikel 6 Faciliteiten

  • 1. De gemeenteraad stelt jaarlijks een budget beschikbaar ten behoeve van de werkzaamheden van de Werkgroep.

  • 2. Aan de leden en de voorzitter van de Werkgroep, niet zijnde ambtenaren wordt een onkostenvergoeding toegekend.

  • 3. Leden die ten behoeve van de Werkgroep buiten Westervoort moeten reizen, komen in aanmerking voor een reiskostenvergoeding. De reiskostenregeling voor ambtenaren is hierbij leidraad. Leden die zijn aangewezen op speciaal vervoer, kunnen deze reiskosten op declaratiebasis vergoed krijgen.

  • 4. Voor het verzorgen van de notulen, agenda en andere administratieve taken huurt de Werkgroep ondersteuning in bij de gemeente.

  • 5. Het college stelt vergaderaccommodatie en faciliteiten beschikbaar voor het overleg van de Werkgroep. Daarbij behoren publiciteitskosten, administratieve ondersteuning en organisatiekosten.

  • 6. In het budget van de Werkgroep wordt een bedrag opgenomen ten behoeve van het volgen van trainingen/deskundigheidsbevordering. De Werkgroep kan dit naar eigen inzicht besteden.

Artikel 7 Themagroepen

  • 1. Het college beslist op voordracht van de werkgroep betrokken inwoners tot het instellen van structurele dan wel incidentele themagroepen. Het college bepaalt bij aanvang van elk kalenderjaar de thema’s, c.q. specificeert de vraagstukken waarvoor zij in dat jaar de advisering van inwoners gewenst en vereist acht. Dit collegebesluit is voor dat jaar taakstellend voor de Werkgroep Betrekken Inwoners.

  • 2. De werkgroep betrekken inwoners formuleert nauwkeurig de opdracht aan de themagroep, met daarin in ieder geval de omschrijving van het thema, de manier waarop inwonersbetrokkenheid wordt vormgegeven, een eventuele onkostenvergoeding voor deelnemers en de tijdspanne van het advies.

  • 3. De in artikel 4, lid 2 genoemde inhoudelijke themagroepen bestaan uit inwoners, vertegenwoordigers van belangenorganisaties en, indien gewenst, professionals. die met en die tevens zonder last en ruggespraak deelnemen. Deze deelnemers komen bij voorkeur uit Westervoort maar deskundigheid gaat boven woonplaatsbeginsel. Themagroepen kunnen structureel en incidenteel van aard zijn.

  • 4. De themagroepen kunnen worden geleid door een vakdeskundige ambtenaar

  • 5. De themagroepen kunnen worden ondersteund door een door het college aangewezensecretaris.

Artikel 8 Verslaglegging

De Werkgroep brengt jaarlijks schriftelijk verslag uit van haar werkzaamheden binnen 4 maanden na einde van het kalenderjaar waarop het verslag betrekking heeft. Dit verslag wordt ter kennis gebracht van het college, raadscommissies en gemeenteraad.

Artikel 9 Bestuurlijk overleg met de wethouder.

  • 1. Tenminste tweemaal per jaar vindt bestuurlijk overleg plaats met de coördinerend wethouder.

  • 2. Tijd en plaats van het overleg en de agenda worden in overleg bepaald.

Artikel 10 Evaluatie

De Werkgroep evalueert jaarlijks samen met de coördinerend wethouder het eigen functioneren. Dit gebeurt op basis van een jaarverslag waarin ingegaan worden op alle inhoudelijke adviezen, hoe daarop door het college is beslist en hoe er tenslotte concreet invulling is gegeven aan inwonersbetrokkenheid. Indien er op basis van deze evaluatie reden is om deze verordening aan te passen, wordt hiertoe, op initiatief van het college en na advisering door de Werkgroep, een voorstel ingediend bij de gemeenteraad.

Artikel 11 Slotbepalingen

  • 1. In gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslist het college van burgemeester en wethouders, na daartoe advies bij de Werkgroep te hebben ingewonnen.

  • 2. Bij inwerkingtreding van deze verordening wordt de Verordening Wmo-raad Westervoort 2012, vastgesteld op 27 januari 2012, ingetrokken.

  • 3. Deze verordening treedt in werking op de dag na de bekendmaking ervan en kan worden aangehaald als “Verordening Cliënt- en Burgerparticipatie Sociaal Domein Westervoort 2020.”

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 3 februari 2020,

de griffier,

‎mr. M. Smits - Jansen

de voorzitter,

‎drs. A.J. van Hout