Regeling vervallen per 18-08-2020

Besluit van het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Westervoort houdende regels omtrent de commissie bezwaarschriften (Regeling commissie bezwaarschriften gemeente Westervoort en Duiven 2018)

Geldend van 18-08-2020 t/m 17-08-2020

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Westervoort houdende regels omtrent de commissie bezwaarschriften (Regeling commissie bezwaarschriften gemeente Westervoort en Duiven 2018)

Het college van burgemeesters en wethouders (en de burgemeester) van de gemeente Westervoort;

gelet op de artikel 84 van de Gemeentewet en artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluiten:

vast te stellen de volgende:

Regeling commissie bezwaarschriften gemeente Westervoort en Duiven 2018

Artikel 1 Begripsbepalingen

Deze regeling verstaat onder:

  • a.

    verwerend orgaan: bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen.

  • b.

    commissie: vaste commissie van advies voor de bezwaarschriften van de gemeenten Duiven en Westervoort.

  • c.

    wet: wet van 4 juni 1992 houdende algemene regels van bestuursrecht (Algemene wet bestuursrecht).

  • d.

    college: het college van de gemeente Westervoort of Duiven;

  • e.

    voorzitter: de algemeen voorzitter van de commissie bezwaarschriften, tevens voorzitter van een van beide kamers, of diens plaatsvervanger.

Artikel 2 Inleidende bepaling commissie

  • 1. Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op bezwaren tegen besluiten van het college en de burgemeester.

  • 2. De commissie is niet bevoegd ten aanzien van bezwaarschriften die zijn ingediend tegenbesluiten op grond van:

    • a.

      een wettelijk voorschrift inzake belastingen of Wet waardering onroerende zaken;

    • b.

      een wettelijk voorschrift inzake personeelsaangelegenheden.

Artikel 3 Samenstelling van de commissie

  • 1. De commissie bestaat uit een algemeen voorzitter en ten minste drie leden.

  • 2. Tot lid van de commissie zijn niet benoembaar:

    • a.

      ambtenaren door of vanwege 1Stroom aangesteld of daaraan ondergeschikt, alsmede zij die in dienst van 1Stroom op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht werkzaam zijn.

    • b.

      zij die anderszins deel uitmaken van of werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van het gemeentelijk bestuursorgaan.

  • 3. De voorzitter en de leden worden door het college benoemd, geschorst en ontslagen.

  • 4. Het college benoemt een aantal plaatsvervangende leden.

  • 5. De commissie regelt de vervanging van de voorzitter.

  • 6. De voorzitter fungeert als voorzitter van een van beide kamers. De voorzitter van de andere kamer treedt op als plaatsvervanger van de voorzitter.

Artikel 4 Kamers

  • 1. De commissie bestaat uit een Algemene en een Sociale Kamer.

  • 2. Indien nodig kan door het college worden besloten een aanvullende kamer worden aangewezen met een eigen taakgebied.

  • 3. De Sociale Kamer is belast met de bezwaarschriften op het terrein van sociale zaken (inclusief de Wet Maatschappelijke Ondersteuning en de Jeugdwet). De Algemene Kamer is belast met alle overige zaken die op grond van deze regeling aan de commissie zijn opgedragen.

  • 4. Elke kamer bestaat uit ten minste drie leden:

    • a.

      een voorzitter overeenkomstig artikel 7:13 van de wet, zijnde de voorzitter of een van de leden van de commissie, uit haar midden aangewezen;

    • b.

      ten minste twee andere leden, door de commissie aangewezen uit haar midden.

  • 5. De commissie wijst uit haar midden voor elk lid een eerste en tweede plaatsvervanger aan.

  • 6. Op de werkwijze van de kamers is het bepaalde in deze regeling zo veel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 5 Secretaris

  • 1. Het dagelijks bestuur van 1Stroom wijst één of meer ambtenaren aan als secretaris.

  • 2. Indien nodig, worden één of meer plaatsvervangers van de secretaris aangewezen.

  • 3. De plaatsvervangende secretarissen hebben dezelfde bevoegdheden als de secretaris.

Artikel 6 Zittingsduur

  • 1. De voorzitter en de leden van de commissie worden benoemd voor een periode van vier jaar.

  • 2. De voorzitter en de leden van de commissie kunnen eenmaal worden herbenoemd voor vier jaar.

  • 3. De voorzitter en de leden van de commissie kunnen op elk moment ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan het college.

  • 4. De aftredende voorzitter en de aftredende leden van de commissie blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.

Artikel 7 Ingediend bezwaarschrift

  • 1. De datum van indiening van het bezwaarschrift wordt geregistreerd bij ontvangst van het bezwaarschrift door het college.

  • 2. Het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt zo spoedig mogelijk door het college in handen van de secretaris van de commissie gesteld.

  • 3. Bij het bericht van ontvangst als bedoeld in artikel 6:14 van de wet, wordt door het college vermeld dat een commissie over het bezwaar zal adviseren.

Artikel 8 Uitoefening bevoegdheden

De bevoegdheden ingevolge de hierna genoemde artikelen van de wet worden voor de

toepassing van deze regeling uitgeoefend door de voorzitter van de commissie:

  • -

    artikel 2:1, tweede lid;

  • -

    artikel 6:17, voorzover het de verzending van stukken betreft tijdens de behandeling door de commissie;

  • -

    artikel 7:4, tweede lid voor wat betreft het ter inzage leggen van stukken;

  • -

    artikel 7:6, vierde lid voor zover het gaat om geheimhouding.

Artikel 9 Vooronderzoek

  • 1. De voorzitter van de commissie is bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te laten inwinnen.

  • 2. De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en hen zonodig uitnodigen daartoe op de hoorzitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het college vereist.

Artikel 10 Hoorzitting

  • 1. De voorzitter van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de hoorzitting waarin de belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te laten horen.

  • 2. De voorzitter beslist over de toepassing van artikel 7:3 van de wet.

  • 3. Indien de voorzitter op grond van het tweede lid besluit af te zien van het horen, doet hij daarvan mededeling aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan.

Artikel 11 Uitnodiging hoorzitting

  • 1. De voorzitter nodigt de belanghebbenden en het verwerend orgaan ten minste twee weken voor de zitting schriftelijk uit.

  • 2. Binnen drie dagen na de uitnodiging kunnen de belanghebbenden of het verwerend orgaan onder opgaaf van reden om een andere datum voor de hoorzitting vragen of een andere wijze van horen verzoeken.

  • 3. De beslissing van de voorzitter op dit verzoek wordt uiterlijk één week voor het tijdstip van de zitting aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan medegedeeld.

  • 4. De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen die genoemd zijn in het eerste tot en met derde lid.

Artikel 12 Vergadering en quorum

  • 1. De vergaderdata van de commissie worden jaarlijks vooraf vastgesteld met een minimum van een zitting per maand voor iedere kamer.

  • 2. De voorzitter is bevoegd een extra vergadering te beleggen telkens als dit voor de behandeling van een of meer bezwaarschriften en met inachtneming van de wettelijke termijnen noodzakelijk is.

  • 3. De voorzitter leidt de vergadering en ziet erop toe dat de in de wet geregelde procedure wordt gevolgd.

  • 4. De voorzitter draagt zorg voor de tijdige oproeping van de leden onder mededeling onder mededeling van de voor de vergadering opgestelde agenda.

  • 5. Voor het houden van een vergadering van een van de kamers is vereist dat ten minste twee leden, onder wie in elk geval de voorzitter aanwezig zijn.

  • 6. Voor het houden van een vergadering van de voltallige commissie is vereist dat de meerderheid van het aantal leden aanwezig is, waaronder in ieder geval de voorzitter, dan wel zijn plaatsvervanger.

  • 7. De commissie regelt de vervanging van de voorzitter in voorkomende gevallen.

  • 8. Indien binnen een van de kamers door verhindering van een commissielid het quorum niet gehaald wordt, kan een lid van de andere kamer als vervanger optreden.

Artikel 13 Niet-deelneming aan de behandeling

De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift indien daarbij hun onpartijdigheid in geding kan zijn.

Artikel 14 Openbaarheid hoorzitting

  • 1. De hoorzitting van de commissie is openbaar, behoudens het gestelde in lid 2 en 3 van dit artikel.

  • 2. In afwijking van lid 1 van dit artikel worden de deuren gesloten tijdens de behandeling van bezwaarschriften door de Sociale Kamer.

  • 2. De deuren kunnen worden gesloten indien de voorzitter van de commissie of een van de aanwezige leden het nodig oordeelt of indien een belanghebbende daartoe een verzoek doet. Indien de commissie vervolgens beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten, vindt de zitting plaats met gesloten deuren.

Artikel 15 Schriftelijke verslaglegging

  • 1. De secretaris van de commissie maakt een verslag als bedoeld in artikel 7:7 Awb.

  • 1. Het verslag vermeldt de namen van de aanwezigen en hun hoedanigheid.

  • 2. Het verslag geeft weer wat over en weer is gezegd en overigens ter hoorzitting is voorgevallen.

  • 3. Indien de zitting geheel of gedeeltelijk met gesloten deuren plaatsvond, of indien belanghebbenden, respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars aanwezigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.

  • 4. Het verslag verwijst naar de op de hoorzitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag kunnen worden gehecht.

  • 5. Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de commissie.

Artikel 16 Nader onderzoek

  • 1. Indien na afloop van de zitting, maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk is, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de andere commissieleden dit onderzoek doen.

  • 2. De uit nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden toegezonden.

  • 3. De leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden kunnen binnen twee weken na verzending van de nadere informatie aan de voorzitter van de commissie een schriftelijke reactie geven en een verzoek doen tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist op zo’n verzoek.

  • 4. Op een nieuwe hoorzitting, als bedoeld in het derde lid, zijn de bepalingen in deze regeling die betrekking hebben op de hoorzitting, zo veel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 17 Raadkamer en advies

  • 1. De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

  • 2.

    • a.

      De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.

    • b.

      Indien bij een stemming de stemmen staken, beslist de voorzitter.

    • c.

      Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt indien de minderheid dat verlangt.

  • 3. Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.

  • 4. Het advies wordt door de voorzitter en secretaris ondertekend.

Artikel 18 Uitbrengen advies en verdaging

  • 1. Het advies wordt, onder medezending van het verslag als bedoeld in artikel 14 en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie en nader verslag, tijdig uitgebracht aan het verwerend orgaan.

  • 2. Indien naar het oordeel van de voorzitter van de commissie de termijn van twaalf weken, zoals bedoeld in artikel 7:10, eerste lid, Awb, ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies en het nemen van een beslissing, verzoekt hij het verwerend orgaan, tijdig de beslissing te verdagen.

  • 3. Van een beslissing tot verdaging ontvangen de commissie en belanghebbenden een afschrift.

Artikel 19 Intrekken oude regeling

De Verordening commissie bezwaarschriften gemeente Westervoort 2008, de verordening commissie bezwaarschriften Algemene Zaken gemeente Duiven en de verordening commissie bezwaarschriften Sociale Zaken gemeente Duiven zijn met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze regeling ingetrokken.

Artikel 20 Geheimhouding

De leden van de commissie zijn verplicht tot geheimhouding van wat hen bij de uitoefening van hun lidmaatschap ter kennis komt, voor zover het belang van de belanghebbenden dan wel het verwerend orgaan dit vereist.

Artikel 21 Jaarverslag

  • 1. De commissie brengt jaarlijks een jaarverslag uit.

  • 2. Het jaarverslag is openbaar.

Artikel 22 Overig

In gevallen waarin deze regeling niet voorziet beslist de voorzitter.

Artikel 23 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op de eerste dag na de datum van haar bekendmaking.

Artikel 24 Citeertitel

De regeling wordt aangehaald als: Regeling commissie bezwaarschriften gemeente Westervoort en Duiven 2018.

Ondertekening

Het college van burgemeester en wethouders,

P.J.E. Breukers

secretaris

drs. A.J. van Hout

burgemeester

Toelichting regeling commissie bezwaarschriften gemeente Westervoort en Duiven 2018

Aanhef

In de aanhef is opgenomen dat de regeling wordt vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester, ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft. Beiden gezamenlijk stellen de commissie in om te adviseren op bezwaren tegen besluiten van het college en de burgemeester. Eerder hadden de gemeente Westervoort en Duiven een verordening. Dit had vooral te maken met het feit dat de commissie bezwaarschriften ook adviseerde over besluiten van de raad (die zich voor bezwaar leenden). Dit doet zich alleen in hele bijzondere gevallen nog voor. Dit is dan ook de reden om de verordening om te zetten naar een regeling die door het college en de burgemeester gezamenlijk wordt vastgesteld.

Algemeen

Deze regeling dient voor het instellen van een commissie bezwaarschriften ten behoeve van de werkorganisatie 1Stroom, die is ontstaan na de ambtelijke fusie tussen de gemeenten Duiven en Westervoort. De nieuwe commissie adviseert zowel de colleges van de gemeente Duiven en de gemeente Westervoort. Aangezien het een adviesorgaan betreft van de colleges, stelt iedere college de regeling apart vast voor de eigen gemeente. Er is nadrukkelijk voor gekozen om één commissie in te stellen, onderverdeeld in meerdere kamers. De leden dienen uiteraard te beschikken over de deskundigheid die vereist voor de kamer waarin zij zitting hebben. In voorkomende gevallen dienen zij ook in staat te zijn in te vallen bij de andere kamer. Het strikt gescheiden houden van beide kamers wordt niet wenselijk geacht. Dit leidt er in de praktijk toe dat het vaak lastiger wordt om de vaste vergaderdata aan te houden.

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit artikel zijn een aantal begripsbepalingen opgenomen. Begrippen die reeds in de Gemeentewet of de Algemene wet bestuursrecht (Awb) van een definitie zijn voorzien worden niet in dit artikel opgenomen. De definitie van een voorzitter is ten opzichte van de eerdere verordening commissie bezwaarschriften toegevoegd. Waar in deze regeling de term “voorzitter” gebruikt wordt, is de algemene voorzitter van de gehele commissie bedoeld. Deze algemene voorzitter is ook voorzitter van een van de beide kamers die zijn ingesteld. De voorzitter van de andere kamer is de plaatsvervanger van de algemene voorzitter.

Artikel 2 Inleidende bepaling commissie

Dit artikel beschrijft dat een commissie bezwaarschriften wordt ingesteld. Het betreft een commissie in de zin van artikel 7:13 Awb. Deze commissie adviseert het college over de afhandeling van een bezwaarschrift. In artikel 1:5 Awb is de definitie van het maken van bezwaar opgenomen: het gebruik maken van de ingevolge een wettelijk voorschrift bestaande bevoegdheid, voorziening tegen een besluit te vragen bij het bestuursorgaan dat het besluit heeft genomen.

Artikel 3 Samenstelling van de commissie

De commissie bestaat uit een algemeen voorzitter en ten minste twee leden. Hiermee wordt voldaan aan de eisen zoals die gesteld zijn in artikel 7:13 Awb. Het feit dat de commissie uit tenminste twee leden dient te bestaan laat ruimte om in de praktijk een hoger aantal leden te benoemen, al naar gelang er behoefte is. Aangezien de commissie zowel de colleges van Duiven en Westervoort adviseert, bestaat iedere kamer naast de voorzitter uit vier leden. Tijdens een hoorzitting zijn drie leden actief, waaronder de voorzitter. De zitting van de beide kamers worden over de twee gemeenten verdeeld, zodat alle leden in principe een zitting per maand hebben en de voorzitter van de kamer twee.

De voorzitter en de leden worden benoemd, geschorst en ontslagen door het college. De leden van de kamers bepalen onderling hoe de voorzitter vervangen wordt voor de werkzaamheden binnen de kamer, bij diens afwezigheid.

Artikel 4 Kamers

De commissie bezwaarschriften is onverdeeld in twee kamers, de Algemene Kamer en de Sociale Kamer. De Sociale Kamer behandelt alle zaken die betrekking hebben op de sociale wetgeving, zoals de Participatiewet, de Wet maatschappelijke ondersteuning en de Jeugdwet. De Algemene Kamer behandelt de overige zaken, waarbij het bijvoorbeeld gaat om omgevingsvergunningen of handhavingsbesluiten.

In de regeling is vastgelegd dat een nadere onderverdeling in kamers mogelijk is. Dit kan zich voordoen als in de praktijk blijkt dat de huidige onderverdeling niet toereikend is en er een groter aantal bezwaarschriften op een specifiek terrein wordt ingediend.

De beide kamers hebben een eigen voorzitter. Een van de voorzitters is de algemene voorzitter van de commissie. De voorzitter van de andere kamer is tevens plaatsvervanger van de algemene voorzitter van de commissie. Indien de voorzitter van de kamer afwezig is voor een zitting, regelen de leden van de kamer onderling wie als plaatsvervangend voorzitter optreedt.

Artikel 5 Secretaris

De commissie wordt ondersteund door een secretaris. Het dagelijks bestuur van 1Stroom wijst een of meer ambtenaren aan die deze taak op zich nemen. De ondersteuning heeft onder meer betrekking op het samenstellen van het bezwaardossier, het verzenden van uitnodigingen voor de hoorzitting en het maken van verslagen van de hoorzitting en adviezen.

Artikel 6 Zittingsduur

Voor de voorzitter en leden geldt een zittingstermijn van vier jaar. In het verleden werd deze termijn vaak gekoppeld aan de zittingsperiode van de gemeenteraad. De commissie bezwaarschriften is echter een adviescommissie van het college. Deze koppeling is dus losgelaten. De voorzitter en de leden kunnen eenmaal worden herbenoemd voor een periode van vier jaar. Er geldt dus een maximale periode van acht jaar. Daarmee wordt verzekerd dat de commissie zich regelmatig vernieuwt en wordt voorkomen dat het voor de commissieleden routine wordt.

De voorzitter en de leden kunnen ook tussentijds aftreden. Zij blijven in ieder geval aan, totdat in hun opvolging is voorzien.

Artikel 7 Ingediend bezwaarschrift

Dit artikel beschrijft de start van de bezwaarprocedure. De datum van ontvangst wordt geregistreerd, zodat kan worden getoetst of het bezwaar tijdig is ontvangen en dus ontvankelijk is. Het is van belang de bezwaarde te melden dat een bezwaarcommissie adviseert. Dit leidt tot een verlenging van de beslistermijn op het bezwaar op grond van artikel 7:10 Awb (twaalf weken in plaats van zes weken).

Artikel 8 Uitoefening bevoegdheden

Dit artikel beschrijft de bevoegdheden die door de voorzitter van de commissie worden uitgeoefend. In de praktijk worden deze bevoegdheden vaak door de secretaris uitgeoefend, namens de voorzitter. Het bevestigen van de ontvangst van het bezwaar wordt wel door het college gedaan. Dit biedt ruimte om eerst te beoordelen of er via een minnelijk traject tot een oplossing kan worden gekomen (pre-mediation).

Artikel 9 Vooronderzoek

De voorzitter van de commissie dient in staat te zijn alle handelingen te verrichten die nodig zijn voor het uitbrengen van een goed advies. Daarvoor kan het noodzakelijk zijn om ook bij deskundigen inlichtingen in te winnen. Voor zover daar kosten aan zijn verbonden, is voorzien in machtiging vooraf, gezien de verantwoordelijkheid van het college voor de begroting. Daarbij is ook artikel 3:7 Awb van belang. Op grond van dit artikel is het de verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan om een adviseur alle gegevens beschikbaar zijn voor een goede vervulling van diens taak. De adviseur dient het bestuursorgaan dan wel in staat te stellen een goede afweging te maken of de gevraagde gegevens nodig zijn voor het uitbrengen van een advies.

Artikel 10 Hoorzitting

Het is aan de voorzitter van de commissie (dan wel de voorzitter van de kamer) om de datum en de tijd van de hoorzitting vast te stellen. Hij geeft ook toepassing aan artikel 7:3 Awb, het afzien van horen. Dit is overeenstemming met artikel 7:3 lid 4 Awb, waarin deze bevoegdheid aan de voorzitter toegekend wordt, tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald.

Als het bestuursorgaan van oordeel is, dat geheel of gedeeltelijk een gewijzigd besluit neemt, wordt het bezwaarschrift op grond van artikel 6:18 en 6:19 Awb mede gericht te zijn tegen dit gewijzigde besluit. Het bestuursorgaan doet hiervan mededeling aan de commissie, zodat deze kan bepalen of een hoorzitting nog dient plaats te vinden, in de situatie dat het bezwaar niet reeds wordt ingetrokken.

Artikel 11 Uitnodiging hoorzitting

Voor de hoorzitting worden zowel de bezwaarde als een vertegenwoordiger uitgenodigd. Zo krijgen beide partijen de ruimte om hun standpunt naar voren te brengen. Bij de uitnodiging zijn de stukken van het bezwaar gevoegd met een verweerschrift. Door twee weken voor de zitting de uitnodiging te versturen hebben beide partijen tijdig dezelfde informatie (conform het equality of arms-beginsel).

Door zowel bezwaarde als het college kan een verzoek tot uitstel worden gedaan binnen drie dagen na de uitnodiging. De voorzitter beslist op het verzoek. Een verzoek wordt niet automatisch gehonoreerd. Een verzoek van het college tot uitstel zal minder snel gehonoreerd worden, gezien het feit dat er binnen het desbetreffende team vaak oplossingen zijn om een vervanger te vinden.

Artikel 12 Vergadering en quorum

De vergaderdata worden ieder jaar vastgesteld volgens een vast schema. Dit geeft de mogelijkheid een bezwaarde vroegtijdig duidelijkheid te kunnen geven over de te verwachten zittingsdatum.

Het horen geschiedt door ten minste twee leden. Het derde lid dat afwezig is, kan na afloop van de hoorzitting nog wel betrokken worden bij de beraadslagingen over het uit te brengen advies. Als het nodig is, kan een van de leden van de andere kamer vervangen.

Artikel 13 Niet-deelneming aan de behandeling

Dit artikel spreekt voor zich.

Artikel 14 Openbaarheid hoorzitting

Op grond van artikel 7:5 lid 2 Awb bepaalt het bestuursorgaan of een hoorzitting openbaar plaatsvindt. Uitgangspunt is dat een zitting openbaar is. Bij de Sociale Kamer wordt echter een uitzondering gemaakt. Dit betreft vaak bezwaarschriften, waarbij de onderwerpen die aan de orde zijn een privacygevoelig karakter hebben.

Artikel 15 Schriftelijke verslaglegging

Artikel 7:7 Awb geeft aan dat van het horen een verslag wordt gemaakt. Aan het verslag worden geen nadere vereisten gesteld. Het verslag is een weergave van hetgeen in de hoorzitting is opgemerkt door beide partijen. Het is op zich niet noodzakelijk dat alles woordelijk wordt opgeschreven. De leden van de commissie en de secretaris bepalen gezamenlijk wat de beste wijze is om het verslag vorm te geven.

Artikel 16 Nader onderzoek

Tijdens de hoorzitting kan worden vastgesteld dat nader onderzoek nodig is. De informatie die uit het onderzoek komt, wordt aan alle partijen ter beschikking gesteld, met de mogelijkheid hier een nadere reactie op te geven en zo nodig een nieuwe hoorzitting te plannen. Dit vloeit voort uit artikel 7:9 Awb.

Artikel 17 Raadkamer en advies

Het horen kan plaatsvinden door twee van de drie leden (zie onder quorum). De beraadslaging over het uit te brengen advies gebeurt altijd door de leden van de kamer gezamenlijk (inclusief het afwezige lid).

Artikel 18 Uitbrengen advies en verdaging

Artikel 7:13 lid 6 Awb schrijft voor dat het verslag van de hoorzitting deel uitmaakt van het advies. Het advies wordt schriftelijk uitgebracht. De beslistermijn is twaalf weken na het einde van de bezwaartermijn van het bestreden besluit. Het is aan het bestuursorgaan om tijdig te verdagen indien nodig, op grond van artikel 7:10 lid 1 Awb.

Artikel 19 Intrekken oude regeling

Voorheen was sprake van een verordening bezwaarschriften. De verordening dient te worden ingetrokken door de gemeenteraad. Dit is een apart traject. In dit artikel wordt slechts aangegeven dat de intrekking geregeld wordt.

Artikel 20 Geheimhouding

Dit artikel spreekt voor zich.

Artikel 21 Jaarverslag

Dit artikel spreekt voor zich.

Artikel 22 Overig

Dit artikel spreekt voor zich.

Artikel 23 Inwerkingtreding

Dit artikel spreekt voor zich.

Artikel 24 Citeertitel

Dit artikel spreekt voor zich.