Besluit van het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Westervoort houdende regels omtrent de commissie bezwaarschriften (Regeling commissie bezwaarschriften gemeenten Westervoort en Duiven 2020)

Geldend van 18-08-2020 t/m heden

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Westervoort houdende regels omtrent de commissie bezwaarschriften (Regeling commissie bezwaarschriften gemeenten Westervoort en Duiven 2020)

Het college van burgemeesters en wethouders en de burgemeester van de gemeente Westervoort;

het college van burgemeesters en wethouders en de burgemeester van de gemeente Duiven;

elk voor zover het de eigen bevoegdheid betreft;

gelet op de artikel 84 van de Gemeentewet en hoofdstuk 7 van de Algemene wet bestuursrecht;

overwegende dat de colleges en de burgemeesters, ieder voor zich, voor het nemen van besluiten op bezwaarschriften zich willen laten bijstaan door een adviescommissie die wat samenstelling en werkwijze betreft uniform is;

Besluiten:

vast te stellen de volgende:

Regeling commissie bezwaarschriften gemeenten Westervoort en Duiven 2020

Artikel 1 Begripsbepalingen

Deze regeling verstaat onder:

  • a.

    college: het college van de gemeente Westervoort of Duiven;

  • b.

    commissie: de vaste commissie van advies voor de bezwaarschriften van de gemeenten Westervoort en Duiven;

  • c.

    voorzitter: de voorzitter van de commissie;

  • d.

    kamervoorzitter: de voorzitter van een kamer uit de commissie;

  • e.

    verwerend orgaan: het bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen;

  • f.

    wet: Algemene wet bestuursrecht;

  • g.

    1Stroom: het openbaar lichaam 1Stroom, ingesteld bij de gemeenschappelijke regeling 1Stroom.

Artikel 2 Inleidende bepaling commissie

  • 1. Er is een commissie als bedoeld in artikel 7:13 van de wet, die het college en de burgemeester adviseert over bezwaarschriften tegen hun besluiten.

  • 2. De commissie is niet bevoegd ten aanzien van bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten op grond van een wettelijk voorschrift inzake belastingen of Wet waardering onroerende zaken.

Artikel 3 Samenstelling van de commissie

  • 1. De commissie bestaat uit de voorzitter en ten minste vijf leden.

  • 2. Tot voorzitter of lid van de commissie zijn niet benoembaar:

    • a.

      personen die werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan van 1Stroom en

    • b.

      personen die deel uitmaken van of werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan van de gemeente Westervoort of Duiven.

  • 3. De voorzitter en de leden worden door het college benoemd, geschorst en ontslagen.

  • 4. Het college kan plaatsvervangende leden benoemen.

  • 5. De commissie regelt de vervanging van de voorzitter.

Artikel 4 Zittingsduur

  • 1. De voorzitter en de leden van de commissie worden benoemd voor vier jaar.

  • 2. Zij kunnen eenmaal worden herbenoemd voor vier jaar.

  • 3. Zij kunnen op elk moment ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan het college.

  • 4. Zij blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.

Artikel 5 Kamers

  • 1. De behandeling van de bezwaarschriften vindt plaats in een kamer van de commissie. Het advies van de commissie wordt vastgesteld door de kamer.

  • 2. Er is een algemene en een sociale kamer.

  • 3. De sociale kamer behandelt bezwaarschriften op het terrein van sociale zaken, met inbegrip van bezwaarschriften op het gebied van de Wet maatschappelijke Ondersteuning en de Jeugdwet. De algemene kamer behandelt bezwaarschriften die niet tot het taakgebied van de sociale kamer behoren.

  • 4. De kamers bestaan uit een kamervoorzitter en ten minste twee leden.

  • 5. De commissie regelt de samenstelling van de kamers. De voorzitter van de commissie zit een van de kamers voor. De voorzitter van de andere kamer wordt door de commissie uit haar midden aangewezen.

  • 6. De commissie regelt de vervanging van de kamervoorzitters en de leden.

  • 7. De werkwijze van de kamers is zo veel mogelijk gelijk aan de werkwijze van de commissie.

Artikel 6 Secretaris

  • 1. De commissie wordt ondersteund door een of meer secretarissen.

  • 2. De secretaris is een door het dagelijks bestuur van 1Stroom aangewezen ambtenaar.

  • 3. De secretaris is voor zijn functioneren in het kader van deze regeling alleen verantwoording schuldig aan de commissie.

Artikel 7 Ingediend bezwaarschrift

  • 1. Het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt zo spoedig mogelijk door het verwerend orgaan in handen van de secretaris gesteld.

  • 2. Bij het bericht van ontvangst als bedoeld in artikel 6:14 van de wet, wordt door het verwerend orgaan vermeld dat een commissie over het bezwaar adviseert.

Artikel 8 Uitoefening bevoegdheden

  • 1. De bevoegdheden ingevolge de hierna genoemde artikelen van de wet worden voor detoepassing van deze regeling uitgeoefend door de voorzitter:

    • a.

      artikel 2:1, tweede lid;

    • b.

      artikel 6:17, voorzover het de verzending van stukken betreft tijdens de behandeling door de commissie;

    • c.

      artikel 7:4, tweede lid voor wat betreft het ter inzage leggen van stukken;

    • d.

      artikel 7:6, vierde lid.

  • 2. De bevoegdheden genoemd in het eerste lid en voorts de bevoegdheden genoemd in de artikelen 9, derde lid, 10 tot en met 13, 17 tot en met 19 en 20, eerste lid, worden uitgeoefend door de voorzitter van de kamer, niet zijnde de voorzitter van de commissie, voor zover het de werkzaamheden van diens kamer betreft.

Artikel 9 Verweerschrift

Het verwerend orgaan verstrekt aan de commissie alle op de zaak betrekking hebbende stukken die het onder zich heeft. Op verzoek van de secretaris dient het verwerend orgaan binnen vier weken een verweerschrift in bij de commissie.

Artikel 10 Vooronderzoek

  • 1. De voorzitter is bevoegd bij het verwerend orgaan of bij derden alle inlichtingen in te winnen of te laten inwinnen, die hij nodig acht.

  • 2. Hij kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en hen zonodig uitnodigen daartoe op de hoorzitting te verschijnen. Als daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het college vereist.

Artikel 11 Hoorzitting

  • 1. De voorzitter bepaalt plaats en tijdstip van de hoorzitting waarin de belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te laten horen.

  • 2. De voorzitter beslist over de toepassing van artikel 7:3 van de wet.

  • 3. Als de voorzitter op grond van het tweede lid besluit af te zien van het horen, doet hij daarvan mededeling aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan.

Artikel 12 Uitnodiging hoorzitting

  • 1. De voorzitter nodigt de belanghebbenden en het verwerend orgaan ten minste twee weken voor de zitting schriftelijk uit.

  • 2. Binnen drie dagen na de uitnodiging kunnen de belanghebbenden of het verwerend orgaan onder opgaaf van reden om een andere datum voor de hoorzitting verzoeken.

  • 3. De beslissing van de voorzitter op dit verzoek wordt uiterlijk één week voor het tijdstip van de zitting aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan medegedeeld.

  • 4. De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen die genoemd zijn in het eerste tot en met derde lid.

Artikel 13 Vergadering en quorum

  • 1. De vergaderdata van de commissie worden jaarlijks vooraf vastgesteld.

  • 2. De voorzitter is bevoegd een extra vergadering te beleggen telkens als dit voor de behandeling van een bezwaarschrift noodzakelijk is.

  • 3. De voorzitter leidt de vergadering en ziet erop toe dat de in de wet geregelde procedure wordt gevolgd.

  • 4. De voorzitter draagt zorg voor de tijdige oproeping van de leden onder mededeling van de agenda voor de vergadering.

  • 5. Voor het houden van een vergadering van een kamer is vereist dat de kamervoorzitter en ten minste één lid aanwezig zijn.

  • 6. Voor het houden van een vergadering van de commissie is vereist dat de voorzitter en ten minste de helft van de leden aanwezig is.

Artikel 14 Niet-deelneming aan de behandeling

De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift indien daarbij hun onpartijdigheid in geding is.

Artikel 15 Openbaarheid hoorzitting

  • 1. De algemene kamer behandelt bezwaarschriften in het openbaar. De deuren worden gesloten zodra de voorzitter of een van de leden dit nodig oordeelt of een belanghebbende daartoe het verzoek doet. De kamer beslist vervolgens of gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten.

  • 2. De sociale kamer behandelt bezwaarschriften met gesloten deuren.

Artikel 16 Schriftelijke verslaglegging

  • 1. De secretaris van de commissie maakt een kort verslag als bedoeld in artikel 7:7 Awb.

  • 2. Het verslag vermeldt de namen van de aanwezigen en hun hoedanigheid. Het verslag geeft weer wat over en weer is gezegd en overigens ter hoorzitting is voorgevallen.

  • 3. Als de zitting geheel of gedeeltelijk met gesloten deuren plaatsvond, of indien belanghebbenden, respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars aanwezigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.

  • 4. Het verslag verwijst naar de op de hoorzitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag kunnen orden gehecht.

  • 5. Het verslag wordt ondertekend door de kamervoorzitter en de secretaris.

Artikel 17 Nader onderzoek

  • 1. Als na afloop van de zitting blijkt dat nader onderzoek nodig is, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de leden dit onderzoek doen.

  • 2. De uit nader onderzoek verkregen informatie wordt aan het verwerend orgaan en de belanghebbenden toegezonden.

  • 3. Het verwerend orgaan en de belanghebbenden worden in de gelegenheid gesteld binnen twee weken na verzending van de nadere informatie een schriftelijke reactie aan de commissie te geven. Zij kunnen daarbij het verzoek doen een nieuwe hoorzitting te beleggen. De voorzitter beslist op het verzoek.

  • 4. Op de nieuwe hoorzitting zijn de bepalingen die betrekking hebben op de hoorzitting, zo veel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 18 Raadkamer en advies

  • 1. De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het uit te brengen advies.

  • 2. De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies. Als bij een stemming de stemmen staken, beslist de voorzitter.

  • 3. Bij het advies wordt melding gemaakt van het minderheidsstandpunt, als de minderheid dat verlangt.

  • 4. Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.

  • 5. Het advies wordt door de voorzitter en secretaris ondertekend.

Artikel 19 Uitbrengen advies en verdaging

  • 1. Het advies wordt, onder medezending van het verslag van de hoorzitting en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie en nader verslag, tijdig uitgebracht aan het verwerend orgaan.

  • 2. De commissie en de belanghebbenden ontvangen een afschrift van een beslissing tot verdaging.

Artikel 20 Overige bepalingen

  • 1. In gevallen waar deze regeling niet in voorziet beslist de voorzitter.

  • 2. De voorzitter en de leden zijn verplicht tot geheimhouding van wat hen bij hun werk voor de commissie ter kennis komt, voor zover het belang van de belanghebbenden dan wel het verwerend orgaan dit vereist.

  • 3. De commissie brengt jaarlijks een openbaar jaarverslag uit aan de colleges van de gemeenten Westervoort en Duiven.

Artikel 21 Slotbepalingen

  • 1. De Regeling commissie bezwaarschriften gemeente Westervoort en Duiven 2018 wordt ingetrokken.

  • 2. Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling commissie bezwaarschriften gemeenten Westervoort en Duiven 2020.

  • 3. Zij treedt in werking op 1 januari 2020.

Ondertekening

Het college van burgemeester en wethouders van Westervoort,

de secretaris,

P.J.E. Breukers

de burgemeester,

drs. A.J. van Hout

de burgemeester van Westervoort,

drs. A.J. van Hout

Het college van burgemeester en wethouders van Duiven,

de secretaris,

C.J. Papjes

de burgemeester,

H.B.I. de Lange

De burgemeester van Duiven,

H.B.I. de Lange

Toelichting regeling commissie bezwaarschriften gemeente Westervoort en Duiven 2020

Aanhef

In de aanhef is opgenomen dat de regeling wordt vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester, ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft. Beiden gezamenlijk stellen de commissie in om te adviseren op bezwaren tegen besluiten van het college en de burgemeester.

Algemeen

Deze regeling dient voor het instellen van een commissie bezwaarschriften ten behoeve van de werkorganisatie 1Stroom. De commissie adviseert zowel de colleges van de gemeente Duiven en de gemeente Westervoort, als ook de burgemeester van beide gemeenten (voor zover het besluiten betreft die door de burgemeester worden genomen). Aangezien het een adviesorgaan betreft van de colleges, stelt iedere college de regeling apart vast voor de eigen gemeente. Er is nadrukkelijk voor gekozen om één commissie in te stellen, onderverdeeld in meerdere kamers. De leden dienen uiteraard te beschikken over de deskundigheid die vereist voor de kamer waarin zij zitting hebben. In voorkomende gevallen dienen zij ook in staat te zijn in te vallen bij de andere kamer. Het strikt gescheiden houden van beide kamers wordt niet wenselijk geacht. Dit leidt er in de praktijk toe dat het vaak lastiger wordt om de vaste vergaderdata aan te houden.

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit artikel zijn een aantal begripsbepalingen opgenomen. Begrippen die reeds in de Gemeentewet of de Algemene wet bestuursrecht (Awb) van een definitie zijn voorzien worden niet in dit artikel opgenomen. In de definities wordt onderscheid gemaakt tussen “de voorzitter” (de algemene voorzitter van de gehele commissie) en de “kamervoorzitter” (voorzitter van een van beide kamers). De algemene voorzitter is ook voorzitter van een van de beide kamers die zijn ingesteld. De voorzitter van de andere kamer is de plaatsvervanger van de algemene voorzitter.

Artikel 2 Inleidende bepaling commissie

Dit artikel beschrijft dat een commissie bezwaarschriften wordt ingesteld. Het betreft een commissie in de zin van artikel 7:13 Awb. Deze commissie adviseert het college over de afhandeling van een bezwaarschrift. In artikel 1:5 Awb is de definitie van het maken van bezwaar opgenomen: het gebruik maken van de ingevolge een wettelijk voorschrift bestaande bevoegdheid, voorziening tegen een besluit te vragen bij het bestuursorgaan dat het besluit heeft genomen.

Artikel 3 Samenstelling van de commissie

De commissie bestaat uit een algemeen voorzitter en ten minste vijf leden. Hiermee wordt voldaan aan de eisen zoals die gesteld zijn in artikel 7:13 Awb. Het feit dat de commissie uit tenminste vijf leden dient te bestaan laat ruimte om in de praktijk een hoger aantal leden te benoemen, al naar gelang er behoefte is. Aangezien de commissie zowel de colleges van Duiven en Westervoort adviseert, bestaat iedere kamer naast de voorzitter uit vier leden. Tijdens een hoorzitting zijn drie leden actief, waaronder de voorzitter. De zitting van de beide kamers worden over de twee gemeenten verdeeld, zodat alle leden in principe een zitting per maand hebben en de voorzitter van de kamer twee.

De voorzitter en de leden worden benoemd, geschorst en ontslagen door het college. De leden van de kamers bepalen onderling hoe de voorzitter vervangen wordt voor de werkzaamheden binnen de kamer, bij diens afwezigheid.

Artikel 4 Zittingsduur

Voor de voorzitter en leden geldt een zittingstermijn van vier jaar. In het verleden werd deze termijn vaak gekoppeld aan de zittingsperiode van de gemeenteraad. De commissie bezwaarschriften is echter een adviescommissie van het college. Deze koppeling is dus losgelaten. De voorzitter en de leden kunnen eenmaal worden herbenoemd voor een periode van vier jaar. Er geldt dus een maximale periode van acht jaar. Daarmee wordt verzekerd dat de commissie zich regelmatig vernieuwt en wordt voorkomen dat het voor de commissieleden routine wordt.

De voorzitter en de leden kunnen ook tussentijds aftreden. Zij blijven in ieder geval aan, totdat in hun opvolging is voorzien.

Artikel 5 Kamers

De commissie bezwaarschriften is onverdeeld in twee kamers, de Algemene Kamer en de Sociale Kamer. De Sociale Kamer behandelt alle zaken die betrekking hebben op de sociale wetgeving, zoals de Participatiewet, de Wet maatschappelijke ondersteuning en de Jeugdwet. De Algemene Kamer behandelt de overige zaken, waarbij het bijvoorbeeld gaat om omgevingsvergunningen of handhavingsbesluiten.

De beide kamers hebben een eigen voorzitter. Een van de voorzitters is de algemene voorzitter van de commissie. De voorzitter van de andere kamer is tevens plaatsvervanger van de algemene voorzitter van de commissie. Indien de voorzitter van de kamer afwezig is voor een zitting, regelen de leden van de kamer onderling wie als plaatsvervangend voorzitter optreedt.

Artikel 6 Secretaris

De commissie wordt ondersteund door een secretaris. Het dagelijks bestuur van 1Stroom wijst een of meer ambtenaren aan die deze taak op zich nemen. De ondersteuning heeft onder meer betrekking op het samenstellen van het bezwaardossier, het verzenden van uitnodigingen voor de hoorzitting en het maken van verslagen van de hoorzitting en adviezen. Voor het werk voor de commissie is de secretaris alleen verantwoording schuldig aan de commissie. De secretaris is een ambtenaar van 1Stroom, maar vertegenwoordigt niet de belangen van 1Stroom bij de commissie. Dit wordt gedaan door de ambtelijk vertegenwoordiger die bij de hoorzitting aanwezig is.

Artikel 7 Ingediend bezwaarschrift

Dit artikel beschrijft de start van de bezwaarprocedure. De datum van ontvangst wordt geregistreerd, zodat kan worden getoetst of het bezwaar tijdig is ontvangen en dus ontvankelijk is. Het is van belang de bezwaarde te melden dat een bezwaarcommissie adviseert. Dit leidt tot een verlenging van de beslistermijn op het bezwaar op grond van artikel 7:10 Awb (twaalf weken in plaats van zes weken).

Artikel 8 Uitoefening bevoegdheden

Dit artikel beschrijft de bevoegdheden die door de voorzitter van de commissie worden uitgeoefend. In de praktijk worden deze bevoegdheden vaak door de secretaris uitgeoefend, namens de voorzitter. Het bevestigen van de ontvangst van het bezwaar wordt wel door het college gedaan. Dit biedt ruimte om eerst te beoordelen of er via een minnelijk traject tot een oplossing kan worden gekomen (pre-mediation).

Artikel 9 Verweerschrift

In dit artikel wordt aangegeven dat de commissie tijdig alle stukken met betrekking tot het bezwaar vanuit het college ontvangt. Het college stelt een verweerschrift op. Hiervoor is een termijn van vier weken gesteld, zodat het bezwaarschrift tijdig op zitting kan worden behandeld. Het verweerschrift wordt met de uitnodiging voor de hoorzitting meegezonden, zodat een bezwaarmaker (en eventuele overige belanghebbenden) tijdig weet wat de visie van het college is. Dit maakt dat de behandeling van het bezwaar op de hoorzitting zich meer kan toespitsen op de specifieke punten waarover onenigheid bestaat. Het voorkomt ook dat een bezwaarmaker ter zitting verrast wordt met standpunten van het college, waar hij zich niet op heeft kunnen voorbereiden.

Artikel 10 Vooronderzoek

De voorzitter van de commissie dient in staat te zijn alle handelingen te verrichten die nodig zijn voor het uitbrengen van een goed advies. Daarvoor kan het noodzakelijk zijn om ook bij deskundigen inlichtingen in te winnen. Voor zover daar kosten aan zijn verbonden, is voorzien in machtiging vooraf, gezien de verantwoordelijkheid van het college voor de begroting. Daarbij is ook artikel 3:7 Awb van belang. Op grond van dit artikel is het de verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan om een adviseur alle gegevens beschikbaar zijn voor een goede vervulling van diens taak. De adviseur dient het bestuursorgaan dan wel in staat te stellen een goede afweging te maken of de gevraagde gegevens nodig zijn voor het uitbrengen van een advies.

Artikel 11 Hoorzitting

Het is aan de voorzitter van de commissie (dan wel de voorzitter van de kamer) om de datum en de tijd van de hoorzitting vast te stellen. Hij geeft ook toepassing aan artikel 7:3 Awb, het afzien van horen. Dit is overeenstemming met artikel 7:3 lid 4 Awb, waarin deze bevoegdheid aan de voorzitter toegekend wordt, tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald.

Als het bestuursorgaan van oordeel is, dat geheel of gedeeltelijk een gewijzigd besluit neemt, wordt het bezwaarschrift op grond van artikel 6:18 en 6:19 Awb mede gericht te zijn tegen dit gewijzigde besluit. Het verwerend orgaan doet hiervan mededeling aan de commissie, zodat deze kan bepalen of een hoorzitting nog dient plaats te vinden, in de situatie dat het bezwaar niet reeds wordt ingetrokken.

Artikel 12 Uitnodiging hoorzitting

Voor de hoorzitting worden zowel de bezwaarde als een vertegenwoordiger van het college uitgenodigd. Zo krijgen beide partijen de ruimte om hun standpunt naar voren te brengen. Bij de uitnodiging zijn de stukken van het bezwaar gevoegd met een verweerschrift (zie artikel 9). Door twee weken voor de zitting de uitnodiging te versturen hebben beide partijen tijdig dezelfde informatie (conform het equality of arms-beginsel).

Door zowel bezwaarde als het college kan een verzoek tot uitstel worden gedaan binnen drie dagen na de uitnodiging. De voorzitter beslist op het verzoek. Een verzoek wordt niet automatisch gehonoreerd. Een verzoek van het college tot uitstel wordt minder snel gehonoreerd, gezien het feit dat er binnen het desbetreffende team vaak oplossingen zijn om een vervanger te vinden.

Artikel 13 Vergadering en quorum

De vergaderdata worden ieder jaar vastgesteld volgens een vast schema. Dit geeft de mogelijkheid een bezwaarde vroegtijdig duidelijkheid te kunnen geven over de te verwachten zittingsdatum.

Het horen geschiedt door ten minste twee leden. Het derde lid dat afwezig is, kan na afloop van de hoorzitting nog wel betrokken worden bij de beraadslagingen over het uit te brengen advies. Als het nodig is, kan een van de leden van de andere kamer vervangen.

Artikel 14 Niet-deelneming aan de behandeling

Dit artikel spreekt voor zich.

Artikel 15 Openbaarheid hoorzitting

Op grond van artikel 7:5 lid 2 Awb bepaalt het bestuursorgaan of een hoorzitting openbaar plaatsvindt. Uitgangspunt is dat een zitting openbaar is. Bij de Sociale Kamer wordt echter een uitzondering gemaakt. Dit betreft vaak bezwaarschriften, waarbij de onderwerpen die aan de orde zijn een privacygevoelig karakter hebben.

Artikel 16 Schriftelijke verslaglegging

Artikel 7:7 Awb geeft aan dat van het horen een verslag wordt gemaakt. Aan het verslag worden geen nadere vereisten gesteld. Het verslag is een weergave van hetgeen in de hoorzitting is opgemerkt door beide partijen. Het is op zich niet noodzakelijk dat alles woordelijk wordt opgeschreven. De leden van de commissie en de secretaris bepalen gezamenlijk wat de beste wijze is om het verslag vorm te geven.

Artikel 17 Nader onderzoek

Tijdens de hoorzitting kan worden vastgesteld dat nader onderzoek nodig is. De informatie die uit het onderzoek komt, wordt aan alle partijen ter beschikking gesteld, met de mogelijkheid hier een nadere reactie op te geven en zo nodig een nieuwe hoorzitting te plannen. Dit vloeit voort uit artikel 7:9 Awb.

Artikel 18 Raadkamer en advies

Het horen kan plaatsvinden door twee van de drie leden (zie ook artikel 13). De beraadslaging over het uit te brengen advies gebeurt altijd door de leden van de kamer gezamenlijk (inclusief het afwezige lid).

Artikel 19 Uitbrengen advies en verdaging

Artikel 7:13 lid 6 Awb schrijft voor dat het verslag van de hoorzitting deel uitmaakt van het advies. Het advies wordt schriftelijk uitgebracht. De beslistermijn is twaalf weken na het einde van de bezwaartermijn van het bestreden besluit. Het is aan het bestuursorgaan om tijdig te verdagen indien nodig, op grond van artikel 7:10 lid 1 Awb.

Artikel 20 Overige bepalingen

Dit artikel spreekt voor zich.

Artikel 21 Slotbepalingen

Dit artikel spreekt voor zich.