Regeling vervallen per 05-01-2012

Beheersverordening begraafplaatsen gemeente Westervoort 2008

Geldend van 05-01-2012 t/m 04-01-2012

Intitulé

Beheersverordening begraafplaatsen gemeente Westervoort 2008

De raad van de gemeente Westervoort;gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 2 juni 2008;gelet op artikel 35 van de Wet op de lijkbezorging en artikel 149 van de Gemeentewet;besluit vast te stellen:Beheersverordening begraafplaatsen gemeente Westervoort 2008 

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    begraafplaatsen: de begraafplaatsen aan de Brouwerslaan en het algemeen deel van de begraafplaats aan de Kerkstraat;

  • b.

    eigen graf: een graf, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:1. het doen begraven en begraven houden van lijken;2. het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • c.

    algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan eeniedergelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

  • d.

    urnenveld een afzonderlijke gedeelte van de begraafplaats bestemd voor het bijzetten van asbussen;

  • e.

    urnengraf de ruimte op een urnenveld waarvoor aan een natuurlijk ofrechtspersoon het uitsluitend recht is verleend om daarin voor bepaalde tijd asbussen bij te zetten;

  • f.

    columbarium een bewaarplaats van urnen;

  • g.

    eigen urnennis: een nis waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitendrecht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden vanasbussen met of zonder urnen;

  • h.

    urn: een voorwerp ter berging van een of meer asbussen;

  • i.

    asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • j.

    grafbedekking: gedenkteken en grafbeplanting op een graf;

  • k.

    beheerder: de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van debegraafplaats(en) of degene die hem vervangt;

  • l.

    rechthebbende: de rechthebbende op een eigen graf, eigen urnengraf of eigenurnennis;

  • m.

    grafruimte: een gedeelte van een graf bestemd voor het begraven vaneen overledene.

Artikel 2 Uitbreiding begrippen eigen en algemeen graf

Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voorzovervan belang, onder 'eigen graf' mede verstaan: eigen urnengraf en eigen urnennis.

 

Hoofdstuk 2 Openstelling, orde en rust op de begraafplaats

Artikel 3 Openstelling begraafplaats(en)

  • 1 De begraafplaatsen zijn voor eenieder dagelijks toegankelijk gedurende door hetcollege bij nadere regels vast te stellen tijden. Het maakt deze tijden openbaar bekend.  

  • 2 Ter handhaving van de orde en rust op de begraafplaatsen kunnen de toegangen tijdelijk worden gesloten.

  • 3 Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaatsen niet voor het publiek geopend zijn, zich daarop te bevinden, anders dan voor het bijwonen van een begrafenis of de bezorging van as.

Artikel 4 Ordemaatregelen

  • 1 Het is aan steenhouwers, hoveniers en daarmede gelijk te stellen personen verboden, anders dan met toestemming van het college, werkzaamheden voor derden aan grafbedekkingen op de begraafplaatsen te verrichten.

  • 2 Het is verboden met motorrijtuigen op de begraafplaatsen te rijden:

    • a.

      elders dan op de daartoe aangewezen rijwegen. Motorrijtuigen zijn buiten de rijwegen (slechts) toegestaan voor begrafenissen of voor het vervoer van materialen;

    • b.

      sneller dan 10 km per uur.

  • 3 Het college kan ontheffing verlenen van het verbod, bedoeld in de aanhef en onder a van het tweede lid.

  • 4 Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden op de begraafplaatsen hebben te verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

  • 5 Degenen die zich niet aan de in het vierde lid bedoelde aanwijzing houden, moeten zich op eerste aanzegging van de beheerder van de begraafplaats verwijderen.

Artikel 5 Plechtigheden

  • 1 Dodenherdenkingen, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaats moeten vijf dagen tevoren worden gemeld aan de beheerder onder opgave van datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop de plechtigheid zal plaatsvinden.

  • 2 De deelnemers aan de plechtigheid, bedoeld in het eerste lid moeten zich in het belang van de orde, rust en netheid houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

Artikel 6 Opgravingen en ruimen

Het opgraven van lijken en het ruimen van graven is slechts toegestaan indien daarbij geen andere personen aanwezig zijn dan degenen die met deze werkzaamheden zijn belast.

 

Hoofdstuk 3 Voorschriften voor lijkbezorging

Artikel 7 Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf

  • 1 Degene, die wil doen begraven, as wil doen bijzetten, geeft daarvan uiterlijk 48 uur voorafgaande aan het tijdstip waarop de begraving of bijzetting zal plaatsvinden, schriftelijk kennis aan de beheerder. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven moet de kennisgeving aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan.

  • 2 Het lijk dient bij aankomst op de begraafplaats of in het crematorium te zijn voorzien van een identiteitskenmerk.

  • 3 Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as, en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door het personeel van de begraafplaats op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder.

Artikel 8 Over te leggen stukken

  • 1 Begraving mag slechts geschieden indien van tevoren het verlof tot begraven isovergelegd aan de beheerder. 

  • 2 Indien de begraving of de bezorging van as in een eigen graf, eigen urnennis of eigen urnengraf zal plaatsvinden, dient een machtiging daartoe aan de beheerder te worden overgelegd, ondertekend door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door degene die in de uitvaart voorziet.

  • 3 Begraving of bijzetting in een eigen graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een zodanige periode dat de alsdan resterende uitgiftetermijn ten minste gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door een van de andere personen, genoemd in artikel 17, tweede lid.

  • 4 De in het vorige lid bedoelde periode van verlenging wordt naar boven toe afgerond op gehele jaren.

  • 5 De beheerder onderzoekt de genoegzaamheid van de overgelegde stukken.

     

Artikel 9 Tijden van begraven en asbezorging

De tijd van begraven en het bezorgen van as is: op werkdagen van 9.00 tot 16:00 uur; op zaterdag van 9.00 tot 16.00 uur; het college kan in bijzondere gevallen van deze tijden afwijken.

Hoofdstuk 4 Indeling en uitgifte der graven

Artikel 10 Indeling graven en asbezorging

  • 1 Op de begraafplaats(en) kunnen worden uitgegeven:

    • a.

      eigen graven en algemene graven;

    • b.

      eigen urnengraven;

    • c.

      eigen urnennissen.

  • 2 In een eigen graf kunnen maximaal twee lijken worden bijgezet. Tevens kunnen er maximaal twee asbussen of één asbus en één lijk in een eigen graf worden bijgezet. Het college bepaalt de afmetingen en de uitgifteduur van de eigen graven. De uitgifteduur kan niet korter zijn dan de minimumtermijn vastgesteld in de Wet op de lijkbezorging.

  • 3 De eigen urnengraven bevinden zich op het urnenveld. Per urnengraf kunnen 2 asbus worden bijgezet.

  • 4 De eigen urnennissen bevinden zich in het columbarium. In een enkelvoudige urnennis kan één asbus worden bijgezet. In een dubbele urnennis kunnen maximaal twee asbussen worden bijgezet. Een urnennis kan worden afgesloten door een sierplaat.

  • 5 De asbussen in de urnennissen worden in sierurnen geplaatst, tenzij een urnennis wordt afgesloten door een sierplaat. In dat geval kan een asbus in een sierurn worden geplaatst.

  • 6 De sierurnen worden door de beheerder beschikbaar gesteld.

  • 7 Indien op een sierurn opschriften worden gewenst, zullen die door of vanwege de beheerder worden aangebracht.

Artikel 11 Aantal overledenen in algemene graven

In de algemene graven kunnen maximaal twee lijken worden bijgezet.

Artikel 12 Volgorde van uitgifte

  • 1 De eigen graven worden slechts voor directe begraving en in volgorde van ligging uitgegeven.

  • 2 Het college kan een eigen graf toewijzen buiten de volgorde van uitgifte, indien dit wegens de situatie op de begraafplaatsen noodzakelijk is.

  • 3 De uitgifte van algemene graven geschiedt slechts wanneer direct van een graf gebruik wordt gemaakt.

Artikel 13 markering

De graven op de begraafplaats aan de Brouwerslaan worden aangegeven door middel vaneen blokje van beton of ander duurzaam materiaal, waarop het volgnummer isvermeld.  

Artikel 14 Termijnen eigen graven

  • 1 Het college verleent, voorzover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaatsenzulks toelaat, op een daartoe bij hem schriftelijk in te dienen aanvraag, voor de tijd vantwintig jaar het recht op een eigen graf. De termijn begint te lopen op de datumwaarop het eigen graf is uitgegeven.  

  • 2 Het in het eerste lid van dit artikel bedoelde recht wordt op aanvraag van de rechthebbende verlengd telkens met een termijn van 10 jaren, mits de aanvraag voor het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend.

Artikel 15 Overschrijving van verleende rechten

  • 1 Het recht op een eigen graf kan op aanvraag van de rechthebbende wordenovergeschreven ten name van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloedverwantof aanverwant tot en met de derde graad. Overschrijving op verzoek van derechthebbende ten name van een ander dan de vorengenoemde personen is slechtsmogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan. 

  • 2 Na het overlijden van de rechthebbende kan het eigen graf worden overgeschreven op naam van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloed- of aanverwant tot en met de derde graad, mits de aanvraag hiertoe wordt gedaan binnen een jaar na het overlijden van de rechthebbende. Overschrijving ten name van een ander dan de in de vorige zin bedoelde personen is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.

  • 3 Indien na het overlijden van de rechthebbende de aanvraag tot overschrijving aan het college niet wordt gedaan binnen de in het tweede lid van dit artikel gestelde termijn, is het college bevoegd het recht op het eigen graf te laten vervallen.

  • 4 Na het verstrijken van de in het tweede lid genoemde termijn van een jaar kan het college het eigen graf alsnog op naam stellen van een nieuwe rechthebbende, tenzij dit recht betrekking heeft op een eigen graf dat inmiddels is geruimd.

Artikel 16 Afstand doen van graven

Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het recht op het eigen graf. Van de ontvangst van zodanige verklaring doet het college schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.

Artikel 17 Nadere bepalingen urnengraf en urnennis

Het bepaalde in de artikelen 15, 17 en 18 is van overeenkomstige toepassing op het plaatsenvan asbussen in een urnengraf of een urnennis. 

Hoofdstuk 5 Grafbedekkingen

Artikel 18 Vergunning grafbedekking

  • 1 Voor het hebben van een grafbedekking is een schriftelijke vergunning nodig van hetcollege.  

  • 2 De rechthebbende van een eigen graf vraagt de vergunning voor het hebben van een grafbedekking aan.

  • 3 Omtrent de wijze van aanvragen van de vergunning, de aard en de afmetingen van de grafbedekking en de wijze van aanbrengen kan het college nadere regels vaststellen.

  • 4 Het college kan ontheffing verlenen van de door hem vastgestelde nadere regels.

  • 5 Het college kan de vergunning weigeren indien:

    • a.

      niet voldaan wordt aan de door hem vastgestelde nadere regels;

    • b.

      de grafbedekking afbreuk doet aan het aanzien van de begraafplaats;

    • c.

      de duurzaamheid van de materialen onvoldoende is;

    • d.

      de constructie van de grafbedekking ondeugdelijk is.

Artikel 19 Niet-blijvende grafbeplanting

  • 1 Bloemen en potplanten mogen uitsluitend op of bij een graf worden geplaatst in vazen of potten waarvan het gebruik door de beheerder is toegestaan.

  • 2 Niet-blijvende beplanting op een graf die in een verwaarloosde staat verkeert kan door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding. Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn, door de beheerder worden verwijderd. Linten, siervazen en dergelijke voorwerpen worden gedurende twaalf weken ter beschikking gehouden van de rechthebbende indien deze daartoe tevoren een aanvraag heeft ingediend bij de beheerder.

Artikel 20 Verwijdering grafbedekking

  • 1 De grafbedekking kan na het verstrijken van de graftermijn door het college wordenverwijderd. 

  • 2 Het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking wordt gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd door middel van een bericht op het mededelingenbord en een daarnaar verwijzend bordje bij het graf door het college bekendgemaakt, tenzij het adres van de rechthebbende bij het college bekend is. In dat geval maakt het college aan hem uiterlijk een jaar voor het genoemde tijdstip per brief zijn voornemen bekend.

  • 3 Op grond van een daartoe door de rechthebbende bij het college ingediende aanvraag, blijft de grafbedekking na verwijdering nog gedurende twaalf weken ter beschikking van degene aan wie een vergunning als bedoeld in artikel 19 was verleend. De aanvraag kan worden ingediend gedurende de in het tweede lid genoemde termijn.

  • 4 De grafbedekking vervalt aan de gemeente indien

    • a.

      geen verzoek op grond van het derde lid is ingediend en de termijn waarbinnen dit verzoek had kunnen worden ingediend, is verstreken;

    • b.

      de grafbedekking niet binnen drie maanden nadat deze van het graf is verwijderd, is afgehaald.

Artikel 21 Tijdelijke verwijdering grafbedekkingen

Een op of bij een graf geplaatst gedenkteken kan - ook tegen de wil van de rechthebbende -uitsluitend door of vanwege de gemeente geheel of gedeeltelijk worden verwijderd enwederom geplaatst dan wel verplaatst indien dit naar het oordeel van de beheerdernoodzakelijk is. 

Artikel 22 Onderhoud door de rechthebbende

  • 1 De rechthebbende is verplicht de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen en voorziet tevens in het schoonhouden van het gedenkteken.

  • 2 Indien hij nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kan het college de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking doen verwijderen. Het verwijderde blijft gedurende twaalf weken ter beschikking van de rechthebbende en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.

  • 3 De verwijdering vindt niet plaats dan nadat de rechthebbende behoorlijk per brief is opgeroepen om te worden ingelicht over de toestand van de grafbedekking. De oproeping geschiedt door een mededeling op het mededelingenbord van de begraafplaats als het adres van de rechthebbende niet bekend is. Bij het graf wordt een verwijzing naar de mededeling aangebracht.

  • 4 Het college kan de rechthebbende per aanschrijving verplichten een beschadiging aan de grafbedekking te herstellen indien de beschadiging zodanig is dat deze naar het oordeel van het college het uiterlijk aanzien van de begraafplaats schaadt of indien de beschadiging van de grafbedekking gevaar oplevert voor derden.

Artikel 23 Onderhoud door de gemeente

  • 1 Het college voorziet in het schoonhouden van de begraafplaats en in de zorg voor de winterharde beplantingen.

  • 2 In opdracht van een belanghebbende schakelt het college een extern bedrijf in voor het na verzakking opnieuw stellen van een gedenkteken. De belanghebbende bekostigt deze werkzaamheden.

Artikel 24 Vaste beplanting en struiken

Het aanbrengen van vaste beplanting en struiken tussen de graven geschiedt alleen door ofvanwege het college. 

Hoofdstuk 6 Ruiming van graven, urnengraven en urnennissen

Artikel 25 Ruiming, bezorging van overblijfselen en as

  • 1 Het voornemen van het college om een graf te ruimen wordt gedurende ten minste eenjaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf geruimd zal worden door middel van een bericht op het mededelingenbord van de begraafplaats en een daarnaar verwijzend bordje bij het graf ter kennis van de belanghebbende gebracht, tenzij het adres van de rechthebbende op het graf aan hem bekend is. In dat geval deelt het college mee wanneer de termijn van uitgifte gaat verstrijken. Als de rechthebbende geen verzoek indient om de termijn te verlengen maakt het college een jaar voor het genoemde tijdstip per brief het voornemen tot ruiming bekend.  

  • 2 De bij de ruiming van het graf nog aanwezige overblijfselen van lijken worden begraven en de as wordt verstrooid op een van de daartoe bestemde, afgesloten gedeelten van de begraafplaats(en).

  • 3 Nabestaanden van een overledene die begraven is in een algemeen graf kunnen gedurende de in het eerste lid bedoelde termijn bij de beheerder een aanvraag indienen om bij ruiming de overblijfselen, indien mogelijk, bijeen te doen brengen voor herbegraving elders.

  • 4 De rechthebbende op een eigen graf, kan bij de beheerder een aanvraag indienen om de overblijfselen te doen verzamelen om deze opnieuw in dezelfde grafruimte te doen plaatsen dan wel om deze elders opnieuw te doen begraven. De rechthebbende op een eigen urnengraf of urnennis kan bij de beheerder een aanvraag indienen de asbus ter beschikking te houden om elders bij te zetten of om de as te doen verstrooien.

Artikel 26 Adres rechthebbende

De rechthebbende van een eigen graf draagt er zorg voor dat zijn/haar adres bekend is bij de beheerder.

Hoofdstuk 7 Inrichting register

Artikel 27 Voorschriften

  • 1 Het college stelt voorschriften vast voor het register van de begraven lijken en debezorgde as.  

  • 2 Het register wordt bijgehouden door de beheerder.

Hoofdstuk 8 Slotbepalingen

Artikel 28 Intrekking oude regeling

Bij de inwerkingtreding van deze verordening worden de Verordening op het beheer en het gebruik van de algemene begraafplaats van de gemeente Westervoort, gelegen aan de Kerkstraat, vastgesteld op 22 mei 1967 en de Beheersverordening algemene begraafplaats aan de Brouwerslaan te Westervoort, vastgesteld op 5 februari 1990, ingetrokken.

 

Artikel 29 Overgangsbepaling

  • 1 Besluiten van het college die genomen zijn krachtens de Verordening op het beheer en het gebruik van de algemene begraafplaats van de gemeente Westervoort, gelegen aan de Kerkstraat, en de beheersverordening algemene begraafplaats aan de Brouwerslaan te Westervoort gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening.

  • 2 Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de Verordening op het beheer en het gebruik van de algemene begraafplaats van de gemeente Westervoort, gelegen aan de Kerkstraat of de Beheersverordening algemene begraafplaats aan de Brouwerslaan te Westervoort is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

Artikel 30 Strafbepaling

  • 1 Hij die handelt in strijd met de artikelen 3 en 4 wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie.

  • 2 Overtreding van artikel 4, lid 1, van de verordening kan tevens worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

Artikel 31 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na de bekendmaking van deze verordening in de Westervoort Post.

Artikel 32 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Westervoort.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering vande raad voornoemd d.d. 7 juli 2008,de griffier, de voorzitter,
 
ing. J.A.M.G. van Bodegom mr. J.J.G.M. Geukers 

Toelichting 1 Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 Begripsomschrijving

Dit artikel spreekt voor zich.

Artikel 2 Uitbreiding begrippen eigen en algemeen graf

Voor een eigen graf, eigen urnengraf, en eigen urnennis gelden vrijwel dezelfde rechten en plichten. De woorden 'voorzover van belang' zijn ingevoegd, omdat de bepalingen betreffende het ruimen en het wegnemen van een asbus alleen werken bij een eigen graf, respectievelijk eigen urnengraf.

Artikel 3 Openstelling begraafplaatsen

Lid 3 van dit artikel is geïntroduceerd met het oog op de strafbaarstelling van personen die zich op de begraafplaats bevinden buiten de uren van openstelling voor bezoekers.

Artikel 4 Ordemaatregelen

Steenhouwers en hoveniers moeten zich er steeds van bewust zijn dat hun werkzaamheden storend kunnen zijn voor rouwende nabestaanden en tijdens uitvaartplechtigheden. De toestemming om werkzaamheden op de begraafplaats te verrichten moet vlot aan de steenhouwers of anderen kunnen worden gegeven. Daarom verdient het aanbeveling dat het college het verlenen van die toestemming onder behoud van zijn verantwoordelijkheid opdraagt aan de beheerder (mandaat). De bevoegdheid van de beheerder om personen weg te sturen als zij zich niet aan zijn aanwijzingen houden en de verbodsbepalingen, bieden voldoende mogelijkheden om tegen ongewenste activiteiten op te kunnen treden. Aan een uitzondering op de regel als bedoeld in het tweede lid onder a bestaat behoefte, omdat men soms dichtbij het graf moet kunnen komen met een motorrijtuig.

Artikel 5 Plechtigheden

Met dit artikel wordt beoogd om plechtigheden ordelijk te doen verlopen. Door te eisen dat de mededeling vijf dagen vooraf moet plaatshebben, kan worden voorkomen dat de plechtigheid samenvalt met een begrafenis. Een begrafenis moet volgens de wet uiterlijk op de vijfde dag na overlijden geschieden. Bijeenkomsten die het karakter van een plechtigheid te buiten gaan, kunnen het karakter hebben van een openbare manifestatie. Hiervan moet vooraf kennisgeving worden gedaan aan de burgemeester volgens de Wet openbare manifestaties (Stb. 1968, 157) en mogelijk van toepassing zijnde APV-bepalingen, zoals artikel 2.1.2.2 van de Algemene plaatselijke verordening van de gemeente Westervoort.

Artikel 6 Opgraving en ruimenDe aard van de werkzaamheden bij het opgraven en ruimen van graven brengt met zich mee dat het bezwaarlijk is om toe te staan dat anderen hierbij aanwezig zijn. De praktijk heeft aangetoond dat er behoefte is aan een wettelijk voorschrift om de toegang hierbij van derden te weren.

Artikel 7 Voorschriften voor lijkbezorgingEen schriftelijke kennisgeving is nodig omdat duidelijk vast moet liggen welk soort graf er wordt gevraagd.Bij het begraven van een lijk binnen 36 uur is omwille van urgentie uitsluitend toestemming van de burgemeester noodzakelijk.

Artikel 8 Over te leggen stukkenDe wet eist dat er een verlof tot begraven aanwezig is, afgegeven door de ambtenaar van de burgerlijke stand. Hierbij aansluitend is het gewenst de beheerder van de begraafplaatsen een eigen bevoegdheid te geven om medewerking aan de lijkbezorging te weigeren, indien niet aan de wettelijke vereisten is voldaan. Er mag van worden uitgegaan dat het stoffelijk overschot van de rechthebbende zelf in het eigen graf mag worden bijgezet (lid 2). De wettelijke minimum grafrusttermijn (lid 3) is de termijn dat een lijk volgens de wet ten minste begraven moet blijven voordat het mag worden geruimd.

Artikel 9 Tijden van begraven en asbezorging

De wet verplicht tot de mogelijkheid van begraven op iedere dag gedurende een bij gemeentelijke verordening te bepalen tijd met uitzondering van zon- en feestdagen. Een bijzonder geval kan zich voordoen als de burgemeester toestemming heeft gegeven om een lijk binnen 36 uur te begraven. Sommige nabestaanden vragen om deze toestemming om godsdienstige redenen. Daarnaast kan spoed geboden zijn in geval van lijkvinding.

Artikel 10 Indeling graven en asbezorging

Naast de eigen graven noemt dit artikel de verschillende andere soorten van voorzieningen op de begraafplaats.

Artikel 11 Aantal overledenen in algemene graven

Dit artikel spreekt voor zich.

Artikel 12 Volgorde van uitgifte

Een graf zal alleen buiten de volgorde van ligging worden uitgegeven indien het college oordeelt dat dit noodzakelijk is voor de situatie op de begraafplaats.

Artikel 13 Markering

Dit artikel spreekt voor zich.

Artikel 14 Termijnen van eigen gravenLid 1 van artikel 15 is opgenomen omdat sommige rechthebbenden in de veronderstelling verkeren dat de uitgiftetermijn pas begint te lopen op het moment van de eerste begraving of bijzetting. De Wet op de lijkbezorging bepaalt dat vanaf twee jaar voor het verstrijken van de lopende termijn, verlenging van de graftermijn kan worden aangevraagd. Binnen een jaar na het begin van deze periode moet het college volgens de wet de rechthebbende op het graf mededelen dat de graftermijn gaat aflopen, hetzij per brief, hetzij door aanplakking op de begraafplaats tot aan het einde van de periode dat de rechthebbende om verlenging van de termijn van uitgifte kan vragen. Het is van belang om de rechthebbenden mede te delen dat verlenging van de termijn tijdig moet worden aangevraagd. Indien er ten tijde van de opheffing van de begraafplaats nog rechten op eigen graven bestaan, zal in overleg met de rechthebbenden op die graven moeten worden bezien welke beslissingen er ten aanzien van die graven zullen worden genomen.

Artikel 15 Overschrijving van verleende rechten

Het is gewenst dat er na overlijden van een rechthebbende een nieuwe rechthebbende wordt aangewezen die de verantwoordelijkheid voor de grafruimte en de daaraan verbonden kosten op zich neemt. Tot aanwijzing van een nieuwe rechthebbende kunnen alleen de personen bevoegd worden geacht die belang hebben bij het graf. Dit zijn in de eerste plaats de bloed- en aanverwanten, genoemd in het eerste lid van dit artikel. De ervaring heeft geleerd dat het gewenst is om slechts een persoon als rechthebbende te doen aanwijzen. Deze bepaling stelt de termijn op een jaar. Het vierde lid brengt tot uitdrukking dat de termijn met de nodige soepelheid zal worden gehanteerd. Het verdient aanbeveling dat de overschrijving van het eigen graf schriftelijk aan de nieuwe rechthebbende kenbaar wordt gemaakt.

Artikel 16 Afstand doen van gravenDit artikel is opgenomen om buiten twijfel te stellen dat de rechthebbende afstand van het graf kan doen.

Artikel 17 Nadere bepalingen urnengraf en urnennis

Dit artikel spreekt voor zich

Artikel 18 Vergunning grafbedekking

De vergunningseis geldt voor de grafbedekkingen op algemene en eigen graven. De grafbedekking zal op punten als vormgeving, constructie en materiaalkeuze aan bepaalde minimumeisen moeten voldoen. Deze eisen zijn nader uitgewerkt in het reglement begraafplaatsen gemeente Westervoort. Zij zijn ruim geformuleerd zodat zelden een verzoek om ontheffing zal worden ingediend. De vergunningseis omvat het gedenkteken en de winterharde beplantingen.

Artikel 19 Niet-blijvende grafbeplanting

In de dagelijkse praktijk rijzen er nog wel eens wat moeilijkheden over verwijderde bloemen en eenjarige planten zoals afrikanen en geraniums. Omdat de bloemen en planten eigendom zijn van de rechthebbenden op de graven is een waarschuwing vooraf op zijn plaats. Omdat het veel te omslachtig is de rechthebbenden telkenmale per brief te waarschuwen dat de verwaarloosde planten of verwelkte bloemen zullen worden verwijderd wordt in het reglement begraafplaatsen gemeente Westervoort algemeen bekend gemaakt hoe daarmee gehandeld wordt. Dit reglement zal op de mededelingenborden bij de begraafplaatsen worden opgehangen.

Artikel 20 Verwijdering grafbedekking

De mededeling dat het college voornemens is om de grafbedekking te verwijderen wordt ten minste een jaar van tevoren gedaan, zowel aan de rechthebbende op een eigen graf als aan degene die koos voor een plaats in een algemeen graf en daarop een grafbedekking heeft aanbracht. De mededeling aan de rechthebbende op een eigen graf dat de grafbedekking zal worden verwijderd, kan in veel gevallen gelijktijdig worden gedaan met de mededeling dat de graftermijn verstrijkt en dat het graf zal worden geruimd.De grafbedekking kan ook worden verwijderd nadat het college het grafrecht vervallen heeft verklaard omdat er na het overlijden van de rechthebbende niet tijdig een nieuwe rechthebbende is aangewezen (artikel 17, derde lid). In dat geval geldt eveneens het vereiste van de voorafgaande mededeling per brief of door het plaatsen van een bericht op het mededelingenbord en een daarnaar verwijzend bordje bij het graf gedurende minstens een jaar.

Artikel 21 Tijdelijke verwijdering grafbedekkingen

Dit artikel is opgenomen omdat het voor het uiterlijk aanzien en voor het bijhouden van het onderhoud gewenst kan zijn grafbedekkingen tijdelijk te verwijderen.

Artikel 22 Onderhoud door de rechthebbendeDe aard en de afmetingen van de grafbedekkingen op eigen graven en de termijn van uitgifte van deze graven met het recht om deze termijn telkenmale te verlengen, maken dat bij deze grafbedekkingen niet kan worden volstaan met het minimum aan onderhoud door de gemeente. Daarom zijn de rechthebbenden op eigen graven verplicht de grafbedekking behoorlijk te onderhouden en zo nodig te herstellen en dienen rechthebbenden daarnaast te voorzien in het schoonhouden van het gedenkteken.

Artikel 23 Onderhoud door gemeente

Het onderhoud door de gemeente is een minimale zorg met de bedoeling dat de begraafplaats als geheel een verzorgd aanzien heeft. De zorg voor blijvende beplantingen omvat het snoeien, het onkruidvrij houden, het verwijderen van onkruid en het aanbrengen van nieuwe planten. In het reglement begraafplaatsen gemeente Westervoort wordt het beleid dat burgemeester en wethouders ter uitvoering van dit artikel voeren nader uitgewerkt. Dit reglement wordt via de mededelingenborden op de begraafplaatsen aan de burgers bekend gemaakt.

Artikel 24 Vaste beplanting en struiken

Om de begraafplaats als geheel een verzorgd aanzien te geven zorgt het college voor vaste beplanting en struiken tussen de graven.

Artikel 25 Ruiming, bezorging van overblijfselen van as

De mededeling dat het college voornemens is om de graven te ruimen wordt gedaan zowel aan de rechthebbenden op eigen graven als aan degenen die kozen voor een plaats in een algemeen graf. Zie verder hetgeen is vermeld in de toelichting op artikel 21. Aan de rechthebbende op het graf moet ook worden medegedeeld dat hij verlenging van de graftermijn kan vragen volgens artikel 27, eerste lid, van de wet. Hij kan ook vragen om de overblijfselen te doen verzamelen om deze weer in dezelfde grafruimte te doen plaatsen, dan wel elders bij te zetten, volgens artikel 24, vierde lid, van de verordening. Degene die in een algemeen graf heeft doen begraven kan volgens artikel 24, derde lid, een aanvraag indienen om de overblijfselen indien mogelijk bijeen te doen brengen voor herbegraving elders. De mededelingen volgens deze bepaling zijn voldoende basis om eigen graven te ruimen. Het derde lid opent de mogelijkheid ook bij ruiming van algemene graven de stoffelijke overblijfselen dan wel de as een andere bestemming te geven dan die welke genoemd is in het tweede lid. Dat wil zeggen dat de overblijfselen niet worden begraven in het verzamelgraf. Die andere bestemming voor zowel algemene als eigen grafruimten is zo ruim mogelijk omschreven. Zo kan bijvoorbeeld het eigen graf extra diep worden uitgegraven. De overblijfselen kunnen dan in kleine ruimingskistjes in die extra diepte worden geplaatst. De rechthebbende kan dan vervolgens het graf bestemmen voor andere overledenen. Op deze wijze kan het graf gedurende een volgende generatie in dezelfde familie blijven. Ook is het mogelijk om de overblijfselen opnieuw bij te zetten in een ander graf op dezelfde begraafplaats of deze over te brengen naar een andere begraafplaats.

Artikel 26 Adres rechthebbende

Dit artikel is opgenomen om buiten twijfel te stellen dat een rechthebbende het initiatief dient te nemen om zijn/haar adres en adreswijzigingen aan de beheerder door te geven.  

Artikel 27 VoorschriftenDit artikel spreekt voor zich

Artikel 28 Intrekking oude regeling

De datum waarop de oude regelingen vervallen, is de datum waarop de verordening in werking treedt.

Artikel 29 Overgangsbepalingen

Dit artikel spreekt voor zich.

Artikel 30 Strafbepalingen

Dit artikel spreekt voor zich.

Artikel 31 Inwerkingtreding

Dit artikel spreekt voor zich.  

Artikel 32 Citeertitel

In de citeertitel is een jaartal opgenomen om de betrokken regeling te onderscheiden van de voorgaande regeling.