Gedragscode bestuurlijke integriteit leden van de raad van de gemeente Westerwolde

Geldend van 24-01-2018 t/m heden

Intitulé

Gedragscode bestuurlijke integriteit leden van de raad van de gemeente Westerwolde

No. 11.6

De raad van de gemeente Westerwolde

gelezen het voorstel van de beoogd griffier en de raadsvoorzitter,

gelet op artikel 15, lid 3 en artikel 28, lid 1 van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de volgende gedragscode:

Gedragscode bestuurlijke integriteit leden van de raad van de gemeente Westerwolde

Artikel 1. Algemene bepalingen

  • 1.1. Deze gedragscode geldt voor de leden van de gemeenteraad.

  • 1.2. Waar in de tekst van deze code ‘hij’ of ‘hem’ wordt genoemd kan ook ‘zij’ of ‘haar’ worden gelezen.

  • 1.3. Onder overleg van fractievoorzitters wordt verstaan het door de raad ingestelde overleg van de voorzitters van de fracties (of een door betreffende voorzitter aangewezen vervanger), vertegenwoordigd in de raad

  • 1.4. In gevallen waarin de code niet voorziet of waarbij de toepassing niet eenduidig is, vindt bespreking plaats in het overleg van fractievoorzitters respectievelijk de raad.

  • 1.5. In gevallen waarbij op grond van de code mededeling dient te worden gedaan aan de raad stelt de raad afspraken vast over de wijze waarop de informatie verstrekt wordt.

  • 1.6. De code is openbaar en door derden te raadplegen.

  • 1.7. De leden van de raad ontvangen bij hun aantreden een exemplaar van de code.

Artikel 2. Belangenverstrengeling en aanbesteding

  • 2.1 Een raadslid doet opgave aan de raad van zijn financiële belangen in ondernemingen en organisaties waarmee de gemeente zakelijke betrekkingen onderhoudt. De opgave is openbaar en door derden te raadplegen.

  • 2.2 Een oud-raadslid wordt het eerste jaar na het neerleggen van het raadslidmaatschap uitgesloten van het tegen beloning verrichten van werkzaamheden voor de gemeente.

  • 2.3 Een raadslid dat familie- of vriendschapsbetrekkingen of anderszins persoonlijke betrekkingen heeft met een aanbieder van diensten aan de gemeente onthoudt zich van deelname aan de besluitvorming over de betreffende opdracht.

  • 2.4 Een raadslid neemt van een aanbieder van diensten aan de gemeente geen faciliteiten of diensten aan die zijn onafhankelijke positie ten opzichte van de aanbieder kan beïnvloeden.

Artikel 3. Belangenverstrengeling en aanbesteding

  • 3.1 Een raadslid neemt bij de woordvoering en besluitvorming over een onderwerp, waarbij een persoonlijk belang in het geding is, artikel 28, lid 1 van de gemeentewet, artikel 2:4 van de Algemene wet bestuursrecht en de op beide wetsartikelen betrekking hebbende jurisprudentie in acht.

  • 3.2 In gevallen bedoeld in artikel 3.1 stelt een raadslid tijdig de burgemeester en griffier op de hoogte van zijn persoonlijk belang. In gezamenlijkheid wordt de betreffende situatie besproken. De beslissing over wel of niet als woordvoerder optreden en/of wel of niet meestemmen ligt bij het betreffende raadslid.

Artikel 4. Nevenfuncties

  • 4.1 Een raadslid meldt zijn hoofdbetrekking en nevenfuncties aan bij de griffier, waarbij tevens wordt aangegeven of de functie wel of niet bezoldigd is. Deze gegevens worden openbaar gemaakt en zijn door derden te raadplegen.

  • 4.2 In geval een raadslid een bestuursfunctie vervult bij een organisatie of vereniging die door de gemeente wordt gesubsidieerd of anderszins in een afhankelijke positie staat ten opzichte van de gemeente stelt het raadslid zich terughoudend op waar het gaat om contacten met medewerkers of bestuurders van de gemeente met betrekking tot aangelegenheden en belangen de organisatie of vereniging betreffende.

Artikel 5. Informatie

  • 5.1 Een raadslid gaat zorgvuldig en correct om met informatie waarover hij uit hoofde van zijn ambt beschikt. Hij verstrekt geen geheime of vertrouwelijke informatie aan personen die niet geautoriseerd zijn voor deze informatie.

  • 5.2 Een raadslid maakt niet ten eigen bate of ten bate van zijn persoonlijke betrekkingen gebruik van in de uitoefening van het ambt verkregen informatie.

  • 5.3 Een raadslid houdt geen informatie achter wanneer dat het belang van de gemeente kan schaden.

Artikel 6. Aannemen van geschenken

  • 6.1 Geschenken en giften die een raadslid uit hoofde van zijn functie ontvangt en die een waarde vertegenwoordigen van meer dan € 50,00 worden gemeld en geregistreerd en zijn eigendom van de gemeente. Er wordt een gemeentelijke bestemming voor gezocht.

  • 6.2 Indien een raadslid uit hoofde van zijn functie geschenken of giften ontvangt die een waarde van € 50,00 of minder vertegenwoordigen, kunnen deze worden behouden en behoeven ze niet te worden gemeld en geregistreerd.

  • 6.3 Uitnodigingen voor reizen, excursies of evenementen die een raadslid ontvangt uit hoofde van zijn functie en waarvan het raadslid gebruik maakt worden gemeld aan de burgemeester en geregistreerd door de griffier.

  • 6.4 In geval een uitnodiging als in art. 6.3 bedoeld de (geschatte) waarde van € 50,00 te boven gaat wordt door het overleg van fractievoorzitters beoordeeld of het gemeentelijk belang gebaat is met aanvaarding van de uitnodiging en of daarmee de onafhankelijke positie van het raadslid ten opzichte van de uitnodigende partij niet beïnvloed wordt. Het betreffende besluit wordt door het betrokken raadslid gevolgd. Omtrent het besluit wordt mededeling gedaan aan de raad.

  • 6.5 Indien een raadslid een geschenk, gift of uitnodiging voor een reis, excursie of evenement ontvangt uit hoofde van een andere functie dan het raadslidmaatschap, maar waarvan hij vermoedt of kan vermoeden dat deze wordt verstrekt om hem als raadslid te beïnvloeden maakt hij hiervan melding bij de burgemeester.

Artikel 7. Declaraties

  • 7.1 Raadsleden declareren geen kosten die reeds op andere wijze worden vergoed.

  • 7.2 Indien raadsleden namens de raad deelnemen aan vergaderingen, bijeenkomsten en reizen buiten de gemeentegrens komen zij in aanmerking voor dezelfde kostenvergoedingen als de leden van het college.

  • 7.3 In geval van te declareren kosten met betrekking tot vergaderingen, bijeenkomsten en reizen buiten de gemeentegrens gelden de regels opgenomen in de geldende “Verordening vergoedingen raadsleden”.

Artikel 8. Gedrag ten opzichte van medewerkers van de gemeentelijke organisatie

  • 8.1 Raadsleden hanteren bij hun contacten met de gemeentelijke organisatie de regels zoals vastgelegd in de Verordening Ambtelijke Bijstand 2018.

  • 8.2 Raadsleden laten zich in het openbaar of ten opzichte van derden niet negatief uit over medewerkers van de gemeentelijke organisatie.

  • 8.3 In geval daartoe aanleiding is bespreken raadsleden hun grieven over de organisatie, medewerkers daarvan of door de organisatie geleverd werk met de griffier; in gezamenlijkheid wordt besloten of en hoe de grieven met de gemeentesecretaris worden besproken.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van 2 januari 2018,

De raadsgriffier

De voorzitter