Regeling vervallen per 16-05-2019

Beleidsregels subsidieverlening amateurkunst en cultuur gemeente Westerwolde 2019

Geldend van 05-03-2019 t/m 15-05-2019 met terugwerkende kracht vanaf 26-02-2019

Intitulé

Beleidsregels subsidieverlening amateurkunst en cultuur gemeente Westerwolde 2019

Wat zijn beleidsregels?

Algemeen

De wettelijk grondslagen en de bevoegdheid waarop dit document ‘beleidsregels subsidieverlening gemeente Westerwolde is gebaseerd, zijn artikel 149 van de gemeentewet, artikel 4.23 van de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene subsidieverordening Westerwolde (ASV). De begripsomschrijvingen uit de ASV zijn van overeenkomstige toepassing.

Vanouds worden er vanuit de overheid geldelijke middelen ingezet om bepaalde beleidsvoornemens te realiseren. Het begrip ‘subsidie’ is dan ook al eeuwenoud en is afgeleid van het Latijnse ‘subsidium’, dat ‘ondersteuning’, ‘hulp’ of ‘bijstand’ betekent. De gelden zijn afkomstig uit gemeenschapsmiddelen en dienen dan ook democratisch gelegitimeerd te zijn.

De wettelijke regeling van het subsidiebeleid is geregeld in de Algemene Wet Bestuursrecht (AwB). In de praktische uitvoering worden er ‘beleidsregels’ gebruikt die – in tegenstelling tot bijvoorbeeld de subsidieverordening – niet door de gemeenteraad worden vastgesteld maar door het college.

De regels hebben namelijk niet de status van een algemeen verbindend voorschrift (AVV), maar geven alleen aan hoe een bepaalde bevoegdheid van een bestuursorgaan wordt uitgevoerd.

De regels vormen een soort richtlijn om duidelijkheid te scheppen voor de burgers.

Tevens vormen de beleidsregels de “handleiding” bij de beoordeling van subsidieaanvragen. Hoewel de beleidsregels geen AVV zijn maken de beginselen van behoorlijk bestuur dat er slechts in een beperkt aantal gevallen, gemotiveerd van kan worden afgeweken.

Deze beleidsregels zijn een uitwerking van artikel 7 uit de ASV.

Subsidie vrijwilligersorganisaties, gevestigd in de gemeente Westerwolde/soorten subsidies

Bij subsidiëring gaat het om een financiële bijdrage van de gemeente voor de uitvoering van bepaalde activiteiten in de gemeente Westerwolde. Hierbij zijn drie soorten van subsidies van toepassing, nl. de structurele activiteitensubsidie, de incidentele activiteiten- c.q. projectsubsidie en de basissubsidie.

  • 1.

    Subsidie structurele activiteiten

    Deze subsidie stimuleert of ondersteunt (waar dat nodig is) de activiteiten, die in het belang van de plaatselijke gemeenschap van jaar tot jaar plaatsvinden en een continu karakter dragen. Afhankelijk van de aard van de activiteit kan de gemeente als voorwaarde stellen dat er sprake dient te zijn van een eigen bijdrage door deelnemers.

  • 2.

    Subsidie incidentele activiteiten/projecten

    Dit is een subsidie voor incidentele projecten of activiteiten, die zich onderscheiden van reguliere activiteiten. Deze subsidievorm kent geen zware prestatieverplichting voor de aanvrager. De gemeente wil met een relatief klein bedrag haar waardering uitspreken over een eenmalig te organiseren activiteit of project.

    Een incidentele subsidie bedraagt maximaal € 500,-.

    Afhankelijk van de aard van de activiteit kan de gemeente als voorwaarde stellen dat er sprake dient te zijn van een eigen bijdrage door deelnemers.

    De activiteit of het project moet binnen 6 maanden na indiening van de aanvraag plaatsvinden. Wanneer dit niet gebeurt vervalt de toegezegde financiële bijdrage, tenzij schriftelijk of mondeling opschorting is aangevraagd en toegekend.

  • 3.

    Basissubsidie

    Een basissubsidie kan worden toegekend voor structurele of incidentele activiteiten als die niet geheel voldoen aan de voorwaarden tot subsidieverlening (bijvoorbeeld vanwege een te gering aantal leden) maar die wel bijdragen aan het versterken van de sociale samenhang in de samenleving. De basissubsidie bedraagt maximaal € 300,- als een vaste, genormeerde, bijdrage in de onkosten.

    Een basissubsidie kan zelfstandig worden toegekend, dan wel in samenhang met een activiteitensubsidie. Voorwaarde is wel dat deelnemers een contributie/bijdrage betalen.

Structurele én incidentele subsidie

Een ontvanger van een structurele subsidie kan in hetzelfde jaar in aanmerking komen voor een extra, incidentele subsidie als de activiteit of het project waarvoor deze subsidie wordt aangevraagd voldoet aan de volgende voorwaarden:

  • -

    er is geen sprake van reguliere activiteiten, waarvoor reeds structurele subsidie is verleend;

  • -

    naast doelstellingen op het eigen beleidsterrein draagt de activiteit blijkens het projectplan bij aan andere gemeentelijke doelstellingen;

Een combinatie van structurele en incidentele subsidie is niet mogelijk als het bij de aanvraag voor incidentele subsidie gaat om activiteiten die ook al plaatsvinden binnen het kader van de verleende structurele subsidie.

Subsidieplafond

Bij de subsidieverlening wordt wel een voorbehoud gemaakt voor de beschikbaarheid van financiële middelen bij de gemeente, het zgn. subsidieplafond. Deze bedragen worden jaarlijks opgenomen in de gemeente begroting.

Als er meer aanvragen binnenkomen dan er aan budget beschikbaar is, geldt dat alle bedragen worden afgevlakt zodat alles binnen het beschikbare budget blijft.

Beleidsregels Amateurkunst en Cultuur

Artikel 1 Omschrijving/doelstelling

Het betreffen hierbij activiteiten die gericht zijn op het beoefenen van de amateurkunst.

Onder Amateurkunst en culturele manifestaties worden in het kader van de subsidieverstrekking de volgende disciplines verstaan:

  • a.

    Koorzang

  • b.

    Toneel en theater

  • c.

    Muziek- en dansactiviteiten (anders dan harmonie en/of fanfare)

  • d.

    Harmonie- en Fanfare activiteiten

  • e.

    Overige culturele activiteiten

Artikel 2A Algemene voorwaarden tot subsidieverstrekking t.b.v. koorzang, toneel, theater en muziek-/dansverenigingen (anders dan harmonie en fanfare)

  • 1. De activiteiten moeten plaatsvinden in groepsverband en onder professionele leiding.

  • 2. Er moet per discipline sprake zijn van tenminste 8 actieve leden (dus geen donateurs) per organisatie.

  • 3. Tot de leden worden gerekend de personen die contributie betalen én als lid van de desbetreffende organisatie de amateurkunst beoefenen.

  • 4. De prestaties van de organisaties moeten tenminste één maal per jaar in het openbaar ten gehore worden gebracht (uitvoering/concert).

  • 5. Indien een organisatie niet voldoet aan art.2A lid 1 t/m 4, behoudt het haar recht op een incidentele subsidiebijdrage of een basissubsidie.

Artikel 2B Algemene voorwaarden tot subsidieverstrekking t.b.v. Harmonie- en Fanfare activiteiten)

  • 1. De activiteiten moeten plaatsvinden in groepsverband.

  • 2. Er moet per discipline sprake zijn van tenminste 20 actieve leden (dus geen donateurs) per organisatie.

  • 3. Tot de leden worden gerekend de personen die contributie betalen én als lid van de desbetreffende organisatie de amateurkunst beoefenen.

  • 4. De activiteiten moeten onder leiding staan van een gekwalificeerde professionele persoon. Dat houdt in dat deze activiteiten moeten worden geleid door personen die qua opleiding voldoen aan de eisen die aan het leiden van deze activiteiten worden gesteld. Leidend daarbij is wat is opgenomen in een daarop betrekking hebbende CAO, dan wel datgene wat daarover is bepaald door de daarop betrekking hebbende brancheorganisatie.

  • 5. De activiteiten moeten in beginsel gedurende een periode van 30 weken per jaar worden beoefend en resulteren in tenminste één openbaar optreden binnen de gemeente (waarvoor entree mag worden geheven).

  • 6. Indien een harmonie/fanfare niet voldoet aan art.2B lid 2 t/m 5, behoudt het haar recht op een incidentele subsidiebijdrage of een basissubsidie.

Artikel 2C Algemene voorwaarden tot subsidieverstrekking overige culturele activiteiten

  • 1. Voor subsidie kunnen in aanmerking komen openbare culturele en cultuurhistorische activiteiten die in de gemeente plaatsvinden.

  • 2. Een subsidie kan slechts verleend worden, indien:

    • a.

      Het een openbare activiteit betreft die de actieve deelname aan kunst- en cultuuruitingen door de inwoners in de gemeente bevordert;

    • b.

      de activiteit voldoet aan één of een combinatie van de volgende voorwaarden:

      • -

        de activiteit geeft nieuwe impulsen en/of een nieuwe invulling aan het reguliere culturele aanbod in de gemeente;

      • -

        de activiteit ontwikkelt nieuwe nog niet bestaande culturele disciplines of activiteiten in de gemeente;

      • -

        activiteit bevordert de kennis en informatie over de geschiedenis en het cultureel erfgoed in de gemeente;

      • -

        de activiteit levert een bijdrage aan het in stand houden en actualiseren van het lokale immaterieel erfgoed en de plaatselijke tradities en gebruiken;

  • 3. De activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd is eenmalig en maakt geen deel uit van het jaarlijkse structureel gesubsidieerde activiteitenprogramma van de aanvragende organisatie.

Artikel 3A Hoogte van de bijdrage

De. zang-, toneel-, theater- of muziek-/dansverenigingen ontvangen een structurele activiteitensubsidie van max.

750,-

Artikel 3B Hoogte van de bijdrage

Harmonieën of fanfares ontvangen een structurele activiteitensubsidie van max.

2.150,-

Artikel 3C Hoogte van de bijdrage

Overige culturele activiteiten ontvangen een structurele activiteitensubsidie van max.

750,-

of, indien incidenteel van aard, max.

500,-

Artikel 4 Subsidieplafond

Het subsidieplafond bedraagt € 28.900,- (onder voorbehoud van vaststelling van de begroting door de gemeenteraad).

Overige bepalingen

  • 1.

    Hardheidsclausule geldende voor alle beleidsregels (Noodfonds)

    Soms kunnen onbeheersbare elementen (zoals bijvoorbeeld het weer) een tekort in de exploitatie voor (culturele) publieksmanifestaties veroorzaken. In dat geval kunnen de verantwoordelijke besturen een aanvraag indienen bij het college van burgemeester en wethouders voor een eventuele en/of partiële aanzuivering van het tekort.

    Hierbij moet worden aangetoond dat het gaat om onvoorziene en niet beheersbare omstandigheden en inzicht worden gegeven in de wijze waarop het bestuur zelf maatregelen heeft genomen en kan aantonen dat vanuit eigen midden niet kan worden voorzien in het exploitatietekort.

  • 2.

    Slotbepaling

    In die gevallen waarin deze beleidsregels niet voorzien kan het college nadere besluiten nemen en afwijken van wat in deze beleidsregels is bepaald.

  • 3.

    Inwerkingtreding

    • a.

      Deze beleidsregels treden in werking op de dag na bekendmaking onder gelijktijdige intrekking van de Beleidsregels subsidieverlening gemeente Westerwolde 2018.

    • b.

      Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als ”Beleidsregels subsidieverlening gemeente Westerwolde 2019”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door het college op 26 februari 2019

Gemeentesecretaris

Burgemeester