Regeling vervallen per 01-01-2015

Regeling Arbeidsduur en Vakantieverlof (2010-10/2)

Geldend van 01-01-2015 t/m 31-12-2014

Intitulé

Regeling Arbeidsduur en Vakantieverlof (2010-10/2)

College van Burgemeester en Wethouders stellen de Regeling Arbeidsduur en Vakantieverlof (2010-10/2) vast.

Hoofdstuk I Begrippen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling, ter nadere uitwerking van artikelen in de hoofdstukken 4, 4a en 6 CAR/UWO, wordt verstaan onder:

-ambtenaar:

de ambtenaar als bedoeld in artikel 1:1, lid 1a, van de CAR;

de werknemer-student op wie de Regeling Leer-Arbeidsplaats voor de (duale) werknemer/student (LAP) van de gemeente Westland van toepassing is.

-CAR/UWO:

de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling en de Uitwerkingsovereenkomst zoals van toepassing verklaard voor de Gemeente Westland.

-leidinggevende:

de gemeentesecretaris (voor wat betreft de directeuren);

de directeur (voor wat betreft zijn afdelingshoofden/medewerkers);

het afdelingshoofd (voor wat betreft zijn teamleiders/medewerkers);

de teamleider (voor wat betreft zijn medewerkers).

-medewerker buitendienst:

de ambtenaar die zijn werkzaamheden verricht bij het Team Gemeentelijk Beheer, Team Reiniging of Team Wijkbeheer van afdeling Beheer Openbare Ruimte van de Gemeente Westland.

-arbeidsduur (art. 1.1, lid 1, sub e van de CAR):

de vooraf vastgestelde omvang van het aantal uren in een bepaalde periode gedurende welke door de ambtenaar arbeid moet worden verricht.

-arbeidsduur per dag:

de arbeidsduur zoals die (volgens rooster) voor de ambtenaar per dag is vastgelegd.

-formele arbeidsduur per week (art. 1:1, lid 1, sub g van de CAR):

de arbeidsduur volgens de aanstelling;

-feitelijke arbeidsduur per week (art. 1:1, lid 1, sub h van de CAR):

de arbeidsduur zoals die voor de ambtenaar voor een bepaalde week (volgens rooster) is vastgesteld;

-arbeidsduur per jaar (zie ook het gestelde in art. 1:1, lid 1, sub j van de CAR):

de naar jaarbasis herleide formele arbeidsduur (52 x 36 uur = 1.872 uur) gecorrigeerd met feestdagen, in de Gemeente Westland aanvullend gecorrigeerd met Goede Vrijdag en Bevrijdingsdag, waarna per saldo 1822 uur resteert.

-werktijd:

de periode(n) tussen vastgestelde tijdstippen per dag gedurende welke door de ambtenaar arbeid moet worden verricht.

-servicetijd:

de tijd waarin een afdeling of een team bezet moet zijn voor serviceverlening.

-pauze/rusttijd:

de geldende normen in de Arbeidstijdenwet.

-adequate bezetting:

een zodanige bezetting van een afdeling of een team dat de bedrijfsvoering op het gewenste kwaliteitsniveau is verzekerd. De adequate bezetting wordt in het afdelings- of teamplan vastgelegd.

Hoofdstuk II Arbeidsduur en werktijden

Artikel 2 Arbeidsduur

  • 1. Een volledige (of voltijd) betrekking bedraagt (zie artikel 1:1, lid 1, sub k van de CAR) formeel 36 arbeidsduur per week

    en in Westland ten hoogste 1822 uur per jaar (CAR/UWO 1836 uur).

    Een deeltijdbetrekking is een hiervan verhoudingsgewijs afgeleide betrekking voor minder arbeidsuur.

  • 2. Met toepassing van artikel 4:1 CAR kan de feitelijke arbeidsduur per week (voltijd- en deeltijdbetrekking) worden

    vastgesteld op een andere omvang dan de formele arbeidsduur.

    De maximale arbeidsduur per jaar ad. 1822 uur (voltijd), per week ad. 50 uur en per dag ad. 11 uur mag daarbij niet

    worden overschreden (situaties bij toepassing van artikel 2:7a en 6:2, lid 2 uitgezonderd).

  • 3. Inroostering (of wijziging) van de werktijd vindt, in overleg met de desbetreffende ambtenaar, in principe éénmaal per jaar plaats (hetzij bij aanstelling dan wel per 1 januari van een nieuw kalenderjaar).

    Tussentijdse roosteraanpassingen zijn mogelijk indien de ambtenaar en zijn leidinggevende daarmee instemmen. Roosterwijzigingen worden vastgelegd via het formulier ‘Weekrooster voor tijdregistratie’

  • 4. Een adequate bezetting op de afdeling is voorwaarde voor de wijze van inroostering.

Artikel 3 Werktijden

  • 1.

    De dagelijkse werktijden van de ambtenaar worden van maandag tot en met vrijdag ingeroosterd tussen 07.30 uur (aanvang) en 18.00 uur (einde). Op teamniveau kunnen na DT-besluit maatwerkafspraken worden gemaakt.

  • 2.

    Het positieve verschil tussen de geregistreerde arbeidsduur (extra opgebouwde werktijd via het tijdregistratiesysteem) en de formeel ingeroosterde arbeidsduur per dag kan tot een maximum van 7,2 uur per kwartaal als aanvullend vakantieverlof worden opgenomen.

  • 3.

    a. Voor de medewerkers bij de buitendiensten gelden als basis de roostervarianten 36 uur (formele arbeidsduur) en 36+ met vaste aanvangstijden.

    b. De dagelijkse werktijden van de medewerker worden van maandag tot en met vrijdag vanaf 07.30 ingeroosterd en in de periode van 1 december tot 1 februari vanaf 08.00 uur. De eindtijd is variabel en afhankelijk van de gekozen roostervariant.

    c. Op teamniveau kunnen bij een adequate bezetting over roostervarianten, als bedoeld in artikel 2, lid 2 van deze regeling, maatwerkafspraken worden gemaakt.

Artikel 4 Pauze- en rusttijden

  • 1. Bij een werktijd van langer dan 5,5 uur moet een pauze van minimaal 30 minuten worden genomen. De pauze mag worden gesplitst in tweemaal een kwartier.

  • 2. Bij een werktijd van langer dan 10 uur moet een pauze van minimaal 45 minuten worden genomen. De pauze mag worden gesplitst in driemaal een kwartier.

  • 3. Voor de medewerkers buitendienst gelden afwijkende pauzetijden:

    • -

      ochtendpauze (werktijd): van 09:45 tot 10:00 uur, in de dichtstbijzijnde bedrijfsruimte;

    • -

      middagpauze (geen werktijd): 12:00 tot 12:30 uur of niet langer dan één uur;

    • -

      extra middagpauze (werktijd): van 14.30 tot 14:45 uur;

  • 4. De rusttijden zijn conform de Arbeidstijdenwet van toepassing.

Artikel 5 Werktijdvariant 36+

  • 1. De ambtenaar kan kiezen voor de extra werktijdvariant 36+.

  • 2. Bij keuze voor deze variant werkt de ambtenaar wekelijks 38 uur (bij een voltijd-betrekking) en bouwt op die wijze 2 uur extra verlof op (bij een voltijd-betrekking), voor circa 12 extra (vakantie)verlofdagen.

  • 3. Deze extra uren worden niet in het rooster verwerkt, aangezien tijdens ziekte en verlof geen opbouw plaatsvindt.

  • 4. Aan te wijzen “brugdagen”, als bedoeld in artikel 12 van deze regeling, zullen in deze werktijdvariant volledig voor rekening van de ambtenaar komen.

  • 5. Toepassing van en beroep op deze werktijdvariant zal voor medewerkers mogelijk zijn tenzij zwaarwegend dienstbelang zich hiertegen verzet.

Artikel 6 Servicetijden

  • 1.

    De afdelingen moeten voor serviceverlening bezet zijn:

    • -

      van maandag tot en met vrijdag van 08.30 tot 17.00 uur.

  • 2.

    Voor de afdeling Publiekszaken geldt een bezetting voor serviceverlening:

    • -

      van maandag tot en met vrijdag van 08.30 tot 17.00 uur, waarbij het loket op maandag opent om 11.00 uur; - op dinsdag tot en met vrijdag opent het loket om 09.00 uur en sluit om 16.00 uur;

    • -

      tijdens avondopenstellingen, in afwijking met artikel 3, lid 1, vindt een verschuiving tot 20.30 uur plaats,

waarbij het loket om 20.00 uur sluit.

  • 3.

    Voor de gemeentelijke werven geldt een bezetting voor serviceverlening:

    • -

      op maandag tot en met vrijdag op gemeentewerf Naaldwijk van 08.00 tot 16.00 uur;

    • -

      op maandag op gemeentewerf ’s-Gravenzande van 13.00 tot 16.00 uur;

    • -

      op donderdag op gemeentewerf Monster van 13.00 tot 16.00 uur;

    • -

      op zaterdagochtend van 08.30 tot 11.30 uur;

      De aangewezen ambtenaar is een half uur vóór openstelling en een half uur ná sluiting van de betreffende gemeentewerf aanwezig.

  • 4.

    Tijdens de servicetijden verzorgen de afdelingen een adequate bezetting, de leidinggevende is hiervoor verantwoordelijk. Van de ambtenaar wordt verwacht dat hij bijdraagt aan de adequate bezetting van de afdeling.

Hoofdstuk III Vakantieverlof

Artikel 7 Basisverlof en aanvullend leeftijdsverlof

  • 1. De duur van het vakantieverlof van de ambtenaar met een voltijd-betrekking bedraagt, overeenkomstig artikel 6:2, lid 1 van de CAR, 158,4 uur per kalenderjaar (22 x 7,2 u).

  • 2. In afwijking van het gestelde in lid 1 wordt dit basis-vakantieverlof structureel opgehoogd met 7,2 uur (1 dag).

  • 3. Het basisverlof overeenkomstig de leden 1 en 2, wordt verhoogd met:

    • -

      21,6 uur bij een leeftijd van 18 jaar of jonger,*

    • -

      14,4 uur bij een leeftijd van 19 jaar,*

    • -

      7,2 uur bij een leeftijd van 20 jaar,*

    • -

      7,2 uur bij een leeftijd van 30 t/m 39 jaar,**

    • -

      14,4 uur bij een leeftijd van 40 t/m 44 jaar,**

    • -

      21,6 uur bij een leeftijd van 45 t/m 49 jaar;**

    • -

      28,8 uur bij een leeftijd van 50 t/m 54 jaar,**

    • -

      36 uur bij een leeftijd van 55 t/m 59 jaar,**

    • -

      43,2 uur bij een leeftijd van 60 jaar en ouder**.

      * Bij 20 jaar en jonger geldt de leeftijd op 1 januari van het verlofjaar.

      **Bij 30 jaar en hoger geldt de leeftijd die in het verlofjaar bereikt wordt.

Artikel 8 Opnemen verlof

Opnemen van verlof geschiedt naar evenredigheid van de arbeidsduur waarvoor de ambtenaar voor de betreffende dag of dagdeel is ingeroosterd.

Artikel 9 Overschrijven van verlof

  • 1. Onder verlof vallen ook verlofvormen ontstaan door: overwerk- (vóór 1 december), aanvullend- (extra geregistreerde werktijd), compensatie-, leeftijdsverlof (als bedoeld in artikel 7 van deze regeling).

  • 2. Aan het einde van het kalenderjaar kan, zonder dat hiervoor nadere toestemming van burgemeester en wethouders noodzakelijk is, niet opgenomen vakantieverlof tot en met 54 uur bij een voltijd-betrekking worden overgeschreven naar het volgende kalenderjaar.

  • 3. Wanneer medewerkers aan het eind van het jaar (door overmacht) veel verlof over hebben en dit het jaar daarop willen inzetten voor verkoop via het cafetariamodel dan zal (als de over te hevelen uren meer dan 54 zijn) dit via een gecombineerd verzoek (overhevelen verlof én cafetaria-aanvraag) mogelijk zijn. Toepassing, binnen de beschikbare budgettaire kaders, is gemandateerd aan het directieteam.

  • 4. Indien geen toestemming op basis van lid 3 is verleend, vervallen op 31 december de niet opgenomen (vakantie)verlofuren boven de vastgestelde grens van 54 uur.

  • 5. Het verzoek wordt gehonoreerd mits de aanvraag vóór 1 november voorafgaand aan het nieuwe kalenderjaar is ingediend en het vastgestelde budget toereikend is.

Artikel 10 Geregistreerde werktijd

  • 1. Bij beëindiging van het dienstverband zal negatief geregistreerde werktijd met het resterende

    (vakantie)verlof worden verrekend.

  • 2. Op 31 december van het kalenderjaar is negatief geregistreerde werktijd niet toegestaan.

Artikel 11 Lokale verlofdagen

De ambtenaar heeft, naast de feestdagen zoals opgenomen in artikel 4:2:1, lid 3, CAR/UWO, recht op verlof met behoud van bezoldiging en volledige compensatie voor werktijd (uitgezonderd indien het een roostervrije dag betreft) op: Goede Vrijdag en 5 mei (Bevrijdingsdag).

Artikel 12 Brugdagen

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen, na overleg met de Ondernemingsraad, 1 of 2 werkdagen per jaar als verplicht vakantieverlof aanwijzen. Het betreft dan dagen waarop de gemeente(dienst) is gesloten.

  • 2. Het verlof als bedoeld in lid 1 zal echter slechts voor 50% voor rekening komen van de ambtenaar, tenzij de ambtenaar gebruik maakt van de “werktijdvariant 36+” in welk geval het verplichte verlof volledig voor rekening van de ambtenaar komt.

Hoofdstuk IV Kopen, verkopen of extra opbouwen van (vakantie)verlof

Artikel 13 Opplussen (feitelijke) arbeidsduur t.b.v. uitbreiding vakantieverlof

  • 1. De ambtenaar kan, in afwijking van artikel 6:2, lid 2 van de CAR/UWO, vóór 1 november van elk jaar verzoeken om de arbeidsduur voor het volgende kalenderjaar te mogen overschrijden met maximaal 72 uur (bij een voltijd-betrekking) en deze uren omzetten in extra vakantieverlof.

  • 2. Indien een verzoek als in lid 1 wenselijk is in het kader van een aanvraag voor Fiets-privé dan mag een verzoek (op elk gewenst moment in het jaar) gelijktijdig met een Fiets-aanvraag plaatsvinden.

Artikel 14 Kopen en verkopen van verlof

  • 1. De ambtenaar kan in plaats van het gestelde in artikel 13 van deze regeling ook, overeenkomstig artikel 4a:2 van de CAR/UWO, vóór 1 november van elk jaar verzoeken om in het volgende kalenderjaar maximaal 72 uur extra vakantieverlof te kopen.

  • 2. Bij indiensttreding in de loop van het kalenderjaar kan de ambtenaar, naar rato van het aantal maanden dat in dat jaar resteert, vakantieverlof kopen tot een maximum van 72 uur op jaarbasis.

  • 3. Ook kan de ambtenaar vóór 1 november van elk jaar verzoeken om in het volgende kalenderjaar met toepassing van artikel 4a:1, lid 2, van de CAR, maximaal 21,6 uur extra vakantieverlof te verkopen.

    Het vermelde aantal uren kan tot een maximum van 50,4 uur worden verhoogd met:

    • a.

      uren voor leeftijdsverlof, volgens artikel 7, lid 3, van deze regeling;

    • b.

      (meer) uren waarmee de arbeidsduur wordt overschreden, volgens artikel 6:2, lid 2 van de CAR;

    • c.

      verlofuren opgebouwd als gevolg van overwerk, volgens artikel 3:2:1, lid 3 van de CAR-UWO.

  • 4. Na verkoop resteert het wettelijke minimum van 144 uur (bij een voltijd-betrekking) aan vakantieverlof.

Artikel 15 Vakbondscontributie

In tegenstelling tot artikel 4a:3 van de CAR kan de vakbondscontributie niet (via het cafetariamodel) met verlofuren worden verrekend.

Artikel 16 Maximale inzet verlofuren voor verkoop, levensloop en/of Fietsprivé.

Inzet van verlofuren voor verkoop, voor de levensloopregeling of voor de aanschaf van een fiets is gezamenlijk mogelijk tot maximaal 72 uur op jaarbasis.

Hoofdstuk V Overige bepalingen

Artikel 17 Deeltijdbetrekkingen

Waar in deze regeling niet expliciet een tekst over deeltijdbetrekkingen is opgenomen geldt een evenredigheid van hetgeen dat voor voltijd-betrekkingen is vermeld.

Artikel 18 Onvoorziene gevallen

In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet kunnen burgemeester en wethouders een

nader besluit nemen. Toepassing van dit artikel, binnen de beschikbare budgettaire kaders, is gemandateerd aan

het directieteam.

Artikel 19 Slotbepaling

Deze regeling treedt na publicatie in werking per 1 oktober 2010 en kan worden aangehaald als

“Regeling Arbeidsduur en Vakantieverlof (2010-10/2)”.

De Regeling Arbeidsduur en Vakantieverlof (2010-10) vastgesteld op 5 oktober 2010 (agendapunt 6.5.3) komt te vervallen.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van burgemeester en wethouders van 5 oktober 2010 (agendapunt 5.B.5.1)
Burgemeester en wethouders van Westland
de secretaris, de burgemeester,
M.van Beek J. van der Tak

Toelichting

Artikel 9

In de CAR-UWO zijn geen bepalingen vastgelegd op basis waarvan niet tot verval van verlofuren mag worden overgegaan, die het maximumaantal van 54 overstijgen.

Door toepassing van artikel 9 ‘Overschrijven van verlof’ van de Regeling Arbeidsduur en Verlof kan maximaal 54 uur worden overgeschreven naar het nieuwe kalenderjaar. Indien geen verzoek bij het College van Burgemeester en Wethouders is ingediend voor de overheveling van meer dan 54 uur via een gecombineerd verzoek (overhevelen verlof én cafetaria-aanvraag) is betrokken ambtenaar deze uren kwijt. Dit geldt eveneens indien geen beroep op ‘Onvoorziene gevallen' van de regeling (artikel 18) is gedaan.

Er mag van worden uitgegaan indien de ambtenaar geen beroep heeft gedaan op de genoemde mogelijkheden tot overschrijven van verlof (onder bijzondere omstandigheden) of geen afspraken met de leidinggevende zijn gemaakt, de verlofuren die boven het gestelde maximum uitgaan worden opgenomen in het lopende kalenderjaar.

De voornoemde informatie wordt ondersteund door jurisprudentie. Er is ons geen jurisprudentie bekend die dit tegenspreekt. Uit uitspraken van de Centrale Raad van Beroep (11 juni 1998, TAR 1998/146 en 3 juni 2004, LJN: AP2304) blijkt dat verlofstuwmeren beheerst kunnen worden en dat een teveel aan verlof vervallen mag worden verklaard, indien aan een tweetal voorwaarden is voldaan:

  • ·

    Er moet bekendheid worden gegeven aan het gevoerde beleid over het beheersen van verlofstuwmeren. De ambtenaar moet weten of hebben geweten dat hij/zij niet onbeperkt vakantieverlof mag meenemen naar een volgend kalenderjaar en dat vakantieverlof dat niet mag worden meegenomen, komt te vervallen.

  • ·

    De ambtenaar moet de gelegenheid hebben gekregen om zijn verlofstuwmeer af te bouwen, dan wel voldoende verlof op te nemen.

Artikel 14

De opgenomen 21,6 uur wordt berekend door 7,2 uur op te tellen bij de in de CAR (artikel 4a:1, lid 2) vastgelegde norm. 158,4 uur vakantierecht vermeerderd met 7,2 uur, minus 144 uur (wettelijk minimum vakantie-uren) leidt tot 21,6 uur. Dit aantal uren kan worden verhoogd met maximaal 50,4 uur, waardoor een verkoop van maximaal 72 uur mogelijk wordt.

Overig

In de Regeling Arbeidsduur en Vakantieverlof is afwisselend ‘verlof' en ‘vakantieverlof’ vermeld, omdat dit wellicht tot onduidelijkheid kan leiden lichten we dit tenslotte nader toe. Daar waar dat in hoofdstuk III plaatsvindt dient onder ‘verlof’ te worden verstaan ‘vakantieverlof’, omdat de koptekst van dit hoofdstuk dit dekt.

Het woord ‘verlof’ wordt ook in andere hoofdstukken gebruikt. De uitleg volgend dient ook in die hoofdstukken voor het woord ‘verlof’, te worden gelezen als ‘vakantieverlof’. Aan vakantieverlof zijn gelijk te stellen 36+-verlof, extra geregistreerde werktijd en overwerkverlof.