Regeling vervallen per 30-04-2021

Verordening maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen Wet werk en bijstand 2012 gemeente Westland

Geldend van 01-01-2012 t/m 29-04-2021

Intitulé

Verordening maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen Wet werk en bijstand 2012 gemeente Westland

De raad van de gemeente Westland;

 

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 8 november 2011, betreffende de vaststelling van de Verordening maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen Wet werk en bijstand 2012 gemeente Westland;

 

Gelet op het bepaalde in artikel 8, eerste lid, onderdeel g en artikel 35, vijfde lid, van de Wet werk en bijstand;

 

Gelet op het positieve advies van de raadcommissie […] van […];

 

Overwegende dat het noodzakelijk is het verlenen van bijzondere bijstand aan een persoon, met een hem ten laste komend kind dat onderwijs of een beroepsopleiding volgt, met betrekking tot kosten in verband met maatschappelijke participatie, bij verordening te regelen;

 

Besluit:

 

Vast te stellen de Verordening maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen Wet werk en bijstand 2012 gemeente Westland

Leeswijzer

Op dit moment is het onderwerp maatschappelijke participatie geregeld in het Bijzondere bijstandsbeleid 2008, zoals vastgesteld door het college. Het betreft hier maatschappelijke participatie voor personen van alle leeftijden.

 

De wetswijziging WWB 2012 schrijft voor dat maatschappelijke participatie voor schoolgaande kinderen voortaan bij verordening geregeld moet worden. Er komen dus twee soorten maatschappelijke participatie, te weten voor:

  • -

    schoolgaande kinderen (in de leeftijd van 4 tot 18 jaar)

  • -

    volwassenen (vanaf 18 jaar)

 

Deze verordening betreft de schoolgaande kinderen. Ten aanzien van volwassenen blijft de vergoeding voor maatschappelijke participatie deel uitmaken van het bijzondere bijstandbeleid zoals door het college is vastgesteld.

 

Schoolgaande kinderen

Op dit moment zijn er 3 regelingen voor het verstrekken van bijzondere bijstand aan schoolgaande kinderen, te weten:

  • 1.

    Sociale participatie (€ 184 per persoon per kalenderjaar voor kosten lidmaatschap sport- en andere verenigingen, internet, abonnement bibliotheek, cultuur en amusement) (NB: deze regeling geldt ook voor volwassenen).

  • 2.

    Bijdrage schoolgaande kinderen van 12-18 jaar (€ 137 per kind per kalenderjaar voor kosten schoolreisjes, excursies, schoolavondjes, ouderbijdrage etc.)

  • 3.

    Eenmalige bijdrage t.b.v. een kind dat naar het voortgezet onderwijs gaat (€ 329 per kind voor kosten kennismakingsweek, agenda, schriften, schoolreisjes, excursies, schoolavondjes, ouderbijdrage, bureau, computer, calculator etc).

 

Uit bovenstaande blijkt dat er een zekere mate van overlap aanwezig is ten aanzien van de verschillende kostenposten.

 

In de nieuw op te stellen verordening worden de drie regelingen in inhoudelijk opzicht gehandhaafd. Hoewel de kosten van een bureau, computer niet direct bijdragen aan "maatschappelijke participatie" van het schoolgaande kind, is ook de eenmalige bijdrage van € 329 in deze verordening opgenomen. De gedachte hierachter is dat het overzichtelijk is om minimabeleid ten aanzien van schoolgaande kinderen in één en dezelfde regeling op te nemen.

 

Afbakening doelgroep

Om in aanmerking te komen voor de categoriale bijzondere bijstand, is het voldoende dat aannemelijk is dat het betreffende kind behoort tot de doelgroep. Hiertoe zijn twee criteria in het bijzonder van belang:

  • 1.

    de leeftijd van het kind

  • 2.

    de aannemelijkheid van de kosten (deze bijzondere bijstand mag namelijk geen algemene inkomensondersteuning zijn; het moet aannemelijk zijn dat het geld ook daadwerkelijk wordt besteed aan maatschappelijke participatie; aan de andere kant is het de bedoeling dat de regeling leidt tot zo weinig mogelijk administratieve lasten; om die reden en vanwege het categorale karakter ervan, is ervoor gekozen "aannemelijkheid van de kosten" als uitgangspunt te nemen.

Indexering bedragen

In deze verordening is een artikel opgenomen waardoor het college bevoegd is om de bedragen jaarlijks te indexeren.

ARTIKEL 1. BEGRIPSBEPALINGEN

  • 1. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      college: het college van burgemeester en wethouders;

    • b.

      wet: de Wet werk en bijstand;

    • c.

      maatschappelijke participatie: de deelname van een individu aan activiteiten als omschreven in deze verordening, al dan in verenigingsverband;

    • d.

      schoolgaand kind: een kind dat basisonderwijs, voortgezet onderwijs, beroepsonderwijs of wetenschappelijk onderwijs volgt;

    • e.

      peildatum: 1 september

    • f.

      peiljaar: het jaar dat begint op de peildatum en dat loopt tot en met 31 augustus van het daarop volgende kalenderjaar.

  • 2. De begripsbepalingen van de wet en de Algemene wet bestuursrecht zijn op deze verordening van toepassing, tenzij daarvan uitdrukkelijk wordt afgeweken.

ARTIKEL 2. DOELGROEP ALGEMEEN

  • 1. Het college verleent op aanvraag categoriale bijzondere bijstand aan degene die op de peildatum tot de doelgroep behoort.

  • 2. Tot de doelgroep van deze verordening behoort:

    • a.

      de belanghebbende die één of meer ten laste komende schoolgaande kinderen heeft,

    • b.

      een inkomen heeft dat niet hoger is dan 110% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm en

    • c.

      niet beschikt over in aanmerking te nemen vermogen in de zin van artikel 34, tweede lid, onder b van de wet en

    • d.

      het aannemelijk is dat hij inzake een hem ten laste komend kind kosten maakt zoals benoemd in artikel 3, 4 of 5 van deze verordening. Dergelijke kosten worden aannemelijk geacht indien een bewijs van lidmaatschap of een nota wordt overgelegd en de aannemelijkheid betrekking heeft op het betreffende peiljaar.

  • 4. De aanvraag dient tijdens het peiljaar te worden ingediend.

  • 5. Een op grond van artikel 36 van de wet verstrekte langdurigheidstoeslag wordt niet in aanmerking genomen bij de vaststelling van het inkomen en het vermogen.

ARTIKEL 3. SOCIALE PARTICIPATIE

  • 1. Het college verleent categoriale bijzondere bijstand ten behoeve van sociale participatie.

  • 2. Onder sociale participatie wordt verstaan: de deelname aan sociaal culturele en/of sportieve activiteiten van een individu, al dan niet in verenigingsverband.

  • 3. De hoogte van de bijzondere bijstand bedraagt € 184,00 per kind.

  • 4. De bijzondere bijstand wordt maximaal eenmaal per peiljaar verstrekt.

ARTIKEL 4. SCHOOLGAANDE KINDEREN 12-18 JAAR

  • 1. Het college verleent categoriale bijzondere bijstand ten behoeve van maatschappelijke activiteiten in het kader van het onderwijs.

  • 2. Onder maatschappelijke activiteiten in het kader van het onderwijs wordt onder meer verstaan: de deelname aan schoolreisjes, schoolexcursies en schoolavonden.

  • 3. De hoogte van de bijzondere bijstand bedraagt € 137,00 per kind.

  • 4. De bijzondere bijstand wordt maximaal eenmaal per peiljaar verstrekt.

ARTIKEL 5. EENMALIGE BIJDRAGE AANVANG VOORTGEZET ONDERWIJS

  • 1. Het college verleent categoriale bijzondere bijstand ten behoeve van de overstap van de basisschool naar het voortgezet onderwijs.

  • 2. De hoogte van de bijzondere bijstand bedraagt € 329,00 per kind.

  • 3. De bijzondere bijstand wordt eenmalig verstrekt.

  • 4. In afwijking van artikel 2, tweede lid, onderdeel d behoort men tot de doelgroep indien uit een bewijsstuk blijkt dat het ten laste komende kind is toegelaten tot het voortgezet onderwijs.

ARTIKEL 6. INDEXERING

De bedragen genoemd in deze verordening kunnen jaarlijks worden bijgesteld op basis van een door het college vast te stellen indexering.

ARTIKEL 7. ONVOORZIENE GEVALLEN

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

ARTIKEL 8. INWERKINGTREDING

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2012.

ARTIKEL 9. CITEERTITEL

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen Wet werk en bijstand 2012 gemeente Westland.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 20 december 2011,
De griffier, de voorzitter,
N.Broekema J. van der Tak