Regeling vervallen per 15-04-2016

Beleidsregels Gemeentelijke schuldhulpverlening Westland

Geldend van 15-04-2016 t/m 14-04-2016

Intitulé

beleidsregels Gemeentelijke schuldhulpverlening Westland

Beleidsregels schuldhulpverlening

Het college van burgemeester en wethouders van Westland;

gelet op de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening;

besluit:

vast te stellen de beleidsregels Gemeentelijke schuldhulpverlening Westland.

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze beleidsregels en de daarop gebaseerde nadere regelgeving wordt verstaan onder:

  • a.

    het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Westland;

  • b.

    de gemeente: de gemeente Westland;

  • c.

    inwoner: ingezetene die op grond van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens bij de gemeente Westland is ingeschreven;

  • d.

    schuldhulpverlening: het ondersteunen bij het vinden van een adequate oplossing gericht op de aflossing van schulden indien redelijkerwijs is te voorzien dat een verzoeker niet zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden of indien hij in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen, alsmede de nazorg;

  • e.

    verzoeker: de natuurlijke persoon die zich tot het college heeft gewend voor schuldhulpverlening. Hieronder wordt tevens de eventuele partner verstaan;

  • f.

    WSNP: Wet schuldsanering natuurlijke personen;

Artikel 2 Doelgroep gemeentelijke schuldhulpverlening

Inwoners van de gemeente van 18 jaar en ouder, met uitzondering van zelfstandig ondernemers, kunnen zich wenden tot het college.

Artikel 3 Verzoek tot schuldhulpverlening

Het verzoek kan schriftelijk of elektronisch via het officiële aanvraagformulier worden ingediend bij het college.

Artikel 4 Aanbod van schuldhulpverlening

  • 1. Het aanbod kan bestaan uit het volgende product of producten:

    • a.

      informatie- en adviesgesprek;

    • b.

      betalingsregelingen;

    • c.

      stabilisatie;

    • d.

      schuldregeling;

    • e.

      workshop uw administratie op orde;

    • f.

      opstellen WSNP verklaring;

    • g.

      crisisinterventie.

  • 2. Welk product of combinatie van producten kan worden aangeboden hangt onder meer af van de situatie van verzoeker, de doelstelling van de schuldhulpverlening en de voorwaarden van het betreffende product.

  • 3. Looptijd overeenkomst budgetbeheer:

    • a.

      de overeenkomst tot budgetbeheer wordt voor een periode van maximaal 36 maanden aangegaan;

    • b.

      na afloop van de maximale looptijd kan de budgetbeheerrekening op verzoek van de rekeninghouder of de verwijzer worden verlengd;

    • c.

      de overeenkomst tot budgetbeheer kan te allen tijde door de rekeninghouder en de budgetbeheerder onder opgaaf van redenen worden beëindigd. Dit dient schriftelijk te geschieden en daarbij dient een opzeggingstermijn van minimaal één maand in acht te worden genomen.

Artikel 5 Verplichtingen

  • 1. Verzoeker of belanghebbende doet aan het college op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling van alle feiten en omstandigheden waarvan redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze van invloed kunnen zijn op de schuldhulpverlening.

  • 2. Verzoeker of belanghebbende is verplicht aan het college desgevraagd de medewerking te verlenen die redelijkerwijs nodig is voor de uitvoering van schuldhulpverlening. Hieronder wordt in ieder geval verstaan:

    • a.

      het nakomen van afspraken;

    • b.

      het tijdig inleveren van voor de schuldhulpverlening noodzakelijke bewijsstukken. Hiervoor geldt dat altijd één hersteltermijn wordt geboden na verzuim;

    • c.

      het nakomen van de te nemen acties en verplichtingen op het getekende afsprakenformulier binnen de gestelde termijn;

    • d.

      geen nieuwe schulden of verplichtingen aangaan;

    • e.

      het zich houden aan alle bepalingen en voorwaarden als genoemd in het plan van aanpak tot schuldregeling en budgetbeheer;

    • f.

      het zich houden aan de afspraken met andere hulpverlenende instanties;

    • g.

      het actief deelnemen aan een workshop of cursussen gericht op het inzicht krijgen in de financiële situatie en voorkomen van (nieuwe) schulden;

    • h.

      zoveel mogelijk afloscapaciteit creëren door het verruimen van inkomen, inzetten van beschikbaar vermogen en het minimaliseren van uitgaven, en deze afloscapaciteit te gebruiken ter delging van de schulden.

Artikel 6 Weigeren verzoek

Het college kan besluiten om schuldhulpverlening te weigeren. Het college besluit de schuldhulpverlening te weigeren indien:

  • a.

    verzoeker of belanghebbende één of meerdere verplichtingen als genoemd in artikel 5, eerste en tweede lid niet of in onvoldoende mate is nagekomen;

  • b.

    verzoeker of belanghebbende voor de tweede keer niet is verschenen op een afspraak zonder hierover vooraf te berichten;

  • c.

    verzoeker niet meewerkt aan de verplichte workshop: uw administratie op orde;

  • d.

    er geen sprake is van een stabiel inkomen op minimaal de van toepassing zijnde bijstandsnorm;

  • e.

    verzoeker niet bereid is de beschikbare aflossingscapaciteit in middelen en vermogen te gebruiken voor delging van zijn schulden;

  • f.

    verzoeker niet heeft aangetoond gemotiveerd te zijn om de onderliggende oorzaak van de schulden te willen oplossen, bijvoorbeeld door de naar het oordeel van het college benodigde hulpverlening te zoeken en te aanvaarden;

  • g.

    verzoeker of belanghebbende zich misdraagt ten opzichte van medewerkers die zijn belast met de uitvoering van schuldhulpverlening;

  • h.

    verzoeker in staat is om zijn schulden zelf te regelen;

  • i.

    verzoeker binnen 3 jaar voorafgaand aan het verzoek tot schuldhulpverlening een traject in het kader van de WSNP heeft doorlopen;

  • j.

    verzoeker heeft binnen 6 maanden voorafgaand aan het verzoek tot schuldhulpverlening een traject schuldhulpverlening doorlopen van de gemeente;

  • k.

    verzoeker geen stabiele woon- of leefsituatie heeft en er geen zicht is op een verbetering van de situatie binnen 3 maanden;

  • l.

    er is sprake van bijstandsfraude in het jaar voorafgaand aan de aanvraag schuldhulpverlening;

  • m.

    verzoeker een gezamenlijke huishouding voert met een niet rechtmatig in Nederland verblijvende partner en/of kinderen;

  • n.

    verzoeker bezig is met een echtscheidingsprocedure en de echtscheiding nog niet staat ingeschreven bij de rechtbank;

  • o.

    indien verzoeker een woning te koop heeft staan, waardoor de schuldenlast niet is vast te stellen.

Artikel 7 Beëindiginggronden

Onverminderd de overige bepalingen in deze beleidsregels, kan het college besluiten tot beëindiging van de schuldhulpverlening. Het college kan in ieder geval besluiten om de schuldhulpverlening te beëindigen indien:

  • a.

    verzoeker niet of in onvoldoende mate heeft voldaan aan één of meerdere verplichtingen als genoemd in artikel 5, eerste en tweede lid.

  • b.

    verzoeker na herhaaldelijke oproep te verschijnen/contact op te nemen niet is verschenen op een afspraak zonder hierover vooraf te berichten en geen gehoor geeft aan de oproep contact op te nemen;

  • c.

    het minnelijke traject tot schuldregelen niet is geslaagd, omdat één of meerdere schuldeisers geen medewerking verlenen en de WSNP geen mogelijkheid is;

  • d.

    er een WSNP-verklaring is afgegeven;

  • e.

    het besluit is genomen op grond van gegevens die nadien blijken onjuist te zijn en, waren de juiste gegevens bekend geweest, een ander besluit zou zijn genomen;

  • f.

    verzoeker is komen te overlijden;

  • g.

    verzoeker niet langer inwoner is van de gemeente en er nog geen minnelijke schuldbemiddeling tot stand is gekomen;

  • h.

    belanghebbende zich misdraagt ten opzichte van medewerkers die zijn belast met de uitvoering van schuldhulpverlening;

  • i.

    verzoeker in staat is om zijn schulden zelf te regelen;

  • j.

    de geboden hulp, gelet op de persoonlijke omstandigheden van de belanghebbende, niet (langer) passend is;

  • k.

    verzoeker zich niet naar vermogen inspant om de onderliggende oorzaak van de schuldenproblematiek op te lossen.

Artikel 8 Recidive

  • 1. Het college doet geen aanbod schuldhulpverlening indien minder dan zes maanden voorafgaande aan het verzoek de schuldhulpverlening is geweigerd of voortijdig beëindigd:

    • a.

      op grond van artikel 6 onder a en b;

    • b.

      op grond van artikel 7 onder a, b, d, e of k in de periode dat er nog geen schuldregeling tot stand is gekomen.

  • 2. Het college doet geen aanbod schuldhulpverlening indien minder dan drie jaar voorafgaande aan het verzoek de schuldhulpverlening voortijdig is beëindigd:

    • a.

      op grond van artikel 7, aanhef en onder a, b, e of k en er al sprake was van een schuldregeling;

    • b.

      op grond van artikel 7, aanhef en onder h;

    • c.

      de schuldhulpverlening op verzoek van klant is beëindigd en er al sprake was van een schuldregeling.

  • 3. In afwijking van het gestelde in het eerste en tweede lid van dit artikel kan het college wel een aanbod schuldhulpverlening doen indien iedere vorm van verwijtbaarheid bij de beëindiging of weigering ontbrak.

  • 4. Het college doet geen aanbod schuldhulpverlening indien minder dan drie jaar voorafgaande aan het verzoek tot schuldhulpverlening een schuldregeling succesvol is afgerond of tot stand is gekomen.

Artikel 9 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de verzoeker afwijken van de bepalingen van deze beleidsregels, indien toepassing van deze beleidsregels tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 10 Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking de dag na bekendmaking van de regels en gelden met terugwerkende kracht naar 1 juli 2012.

Artikel 11 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels schuldhulpverlening Westland

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders van Westland d.d. 26 juni 2012.
de secretaris, de burgemeester,
M.van Beek J. van der Tak