Regeling vervallen per 01-01-2021

Subsidieverordening tender herstructurering poelzone voor verplaatsing woningen en bedrijfsgebouwen en het vergraven van watergangen

Geldend van 25-12-2014 t/m 31-12-2020

Intitulé

Subsidieverordening tender herstructurering poelzone voor verplaatsing woningen en bedrijfsgebouwen en het vergraven van watergangen

De raad van de gemeente Westland;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders betreffende de subsidieverordening – Tenderregeling Herstructurering Poelzone;

gelet op het bepaalde in artikel 147 van de Gemeentewet;

Overwegende dat:

De Greenport Westland zich ontwikkelt in een hoogwaardige en klimaatbestendige werk- en leefomgeving. Een onderdeel van de Greenport Westland is het gebied Poelzone waarbinnen zich een economisch sterk en duurzaam glastuinbouwcluster ontwikkelt in samenhang met een hoogwaardige leefomgeving. Voor de ontwikkeling van het gebied Poelzone is een business case opgesteld.

De Poelzone geherstructureerd moet worden. De gemeente ziet een publieke rol weggelegd in het wegnemen van fysieke en organisatorische obstakels bij het herstructureren van de Poelzone. De herstructurering bestaat uit het realiseren van nieuwe glastuinbouwbedrijven in een duurzame ruimtelijk-economische structuur in gebieden die slecht verkaveld zijn en waar verouderde kassen staan. Het verplaatsen van woningen en bedrijfsgebouwen en het vergraven van watergangen is vaak noodzakelijk om deze herstructurering mogelijk te maken. De overheid ziet het als haar taak om de tuinders in het betreffende gebied te stimuleren om de herstructurering mogelijk te maken. Er is een gebiedsbemiddelaar aangesteld die de tuinders begeleidt bij de herstructurering. Daarnaast wordt er ter compensatie van de kosten voor de herstructurering deze subsidieverordening opgesteld.

Het college op 2 september 2010 het Bestemmingsplan Buitengebied Westland heeft goedgekeurd. Hiermee wordt een duurzame herinrichting van de Poelzone bevorderd.

Het Ministerie van VROM Nota Ruimte middelen beschikbaar heeft gesteld ter dekking van deze subsidieverordening.

De Gemeente Westland, het Hoogheemraadschap van Delfland en LTO-Noord Glaskracht op respectievelijk 28 april 2011, 11 mei 2011 en 16 mei 2011 de Uitvoeringsovereenkomst Herstructurering Glastuinbouw Poelzone hebben ondertekend waarin de afspraken over onder andere deze subsidieverordening zijn vastgelegd. Het Hoogheemraadschap van Delfland en LTO-Noord Glaskracht hebben ingestemd met deze subsidieverordening.

De subsidie aan de tuinders is aan te merken als geoorloofde staatssteun. De staatssteun voldoet aan de bepalingen van de Verordening (EG) Nr. 1857/2006 van de Commissie van 15 december 2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen die landbouwproducten produceren, en tot wijziging van de Verordening (EG) Nr. 70/2001. De steun voldoet aan de voorwaarden van artikel 4 Investeringen in landbouwbedrijven en artikel 6 Verplaatsing van Landbouwbedrijfsgebouwen in het algemene belang.

besluit:

vast te stellen de:

Subsidieverordening Tender Herstructurering Poelzone voor verplaatsing woningen en bedrijfsgebouwen en het vergraven van watergangen

Hoofdstuk I: Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    bedrijfsgebouwen: het onroerende registergoed dat alleen wordt gebruikt voor de bedrijfsmatige activiteiten van de glastuinbouwonderneming;

  • b.

    bestemmingsplan: het Bestemmingsplan Buitengebied van de Gemeente Westland zoals vastgesteld door de Raad van de Gemeente Westland op 2 september 2010;

  • c.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de Gemeente Westland;

  • d.

    concern: een economische eenheid waarin rechtspersonen onder centrale leiding organisatorisch zijn verbonden en waarbij de eenheid is gericht op een duurzame deelneming aan het economisch verkeer;

  • e.

    gemeente: de gemeente Westland;

  • f.

    grote onderneming: een onderneming die geen MKB-onderneming is;

  • g.

    hoogheemraadschap: het Hoogheemraadschap van Delfland;

  • h.

    medebegunstigde: de natuurlijke persoon of rechtspersoon die de subsidie mede namens de aanvrager heeft ingediend;

  • i.

    MKB-onderneming: een onderneming met minder dan 250 werknemers, een jaaromzet van minder dan € 50 miljoen of een jaarlijks balanstotaal van minder dan € 43 miljoen, zoals bepaald in bijlage I van de Groepsvrijstellingsverordening;

  • j.

    LTO: LTO-Noord Glaskracht;

  • k.

    poelzone: het geografisch afgebakende gebied zoals opgenomen in de bijlage van deze verordening;

  • l.

    stuurgroep: Stuurgroep Herstructurering;

  • m.

    VCO - Poelzone: het Voorbereidende Coördinerende Overleg tussen de Gemeente, het Hoogheemraadschap en LTO die de gemeente adviseert over ingediende aanvragen tot subsidieverlening op grond van deze verordening;

  • n.

    vergraven van een watergang: het dempen van een watergang in de Poelzone en het graven van een een nieuwe watergang in de Poelzone;

  • o.

    verplaatsen van woningen en bedrijfsgebouwen: het volledig afbreken van een woning of bedrijfsgebouw in de Poelzone en het opnieuw opbouwen van een woning of bedrijfsgebouw;

  • p.

    watergang: oppervlaktewater, inclusief de onderhoudstrook, waarvan het hoogheemraadschap de beheerder is met inbegrip van de daarin gelegen en daartoe ten diensten staande kunstwerken. Watergangen dienen voor de afvoer, aanvoer en berging van water.

  • q.

    woning: het onroerende registergoed waarin de subsidieaanvrager of de medebegunstigde permanent verblijft en dat tevens gebruikt kan worden voor werkzaamheden van de glastuinbouwonderneming;

Hoofdstuk II: Tenderprogramma

Artikel 2 Doelstelling

Het doel van het tenderprogramma is de herstructurering van de glastuinbouw in de Poelzone te faciliteren voor zover de ingrepen bijdragen aan een verbetering van de ruimtelijk-economische structuur van het plangebied.

Artikel 3 Subsidiabele activiteiten

  • 1. Het college kan subsidie verstrekken voor het verplaatsen van woningen en / of bedrijfsgebouwen.

  • 2. Het college kan subsidie verstrekken voor:

    • a.

      vergraven van watergangen;

    • b.

      maatregelen voor de waterhuishouding van aansluitende percelen van de subsidieaanvrager.

Artikel 4 Voorwaarden met betrekking tot verplaatsing van woningen en bedrijfsgebouwen

De verplaatsing van woningen en bedrijfsgebouwen waarvoor subsidie kan worden verleend voldoet aan de volgende voorwaarden:

  • a.

    de woningen en bedrijfsgebouwen die verplaatst worden bevinden zich in ieder geval voor de verplaatsing in de Poelzone;

  • b.

    de woningen en bedrijfsgebouwen die opnieuw worden gebouwd zijn vergunbaar op grond van de daarvoor geldende regels van de gemeente en voldoen aan de daarvoor gelden eisen op het gebied van de ruimtelijke ordening zoals onder andere gesteld in het bestemmingsplan en de woonverordening.

Artikel 5 Voorwaarden met betrekking tot verplaatsing van watergangen

  • 1. Het vergraven van de watergangen voldoet aan alle van de volgende voorwaarden:

    • a.

      de gedempte watergang en de opnieuw gegraven watergang bevinden zich in de Poelzone;

    • b.

      de opnieuw gegraven watergang is vergunbaar op basis van de daarvoor geldende regels zoals zijn vastgesteld door de gemeente en het Hoogheemraadschap en voldoet aan de regels zoals die zijn vastgelegd door het Hoogheemraadschap en andere overheden

  • 2. Voor subsidie voor maatregelen voor de waterhuishouding van aansluitende percelen zoals gesteld in artikel 3 lid 2 aanhef en onder b. geldt dat deze maatregelen strikt noodzakelijk zijn voor het vergraven van de watergang van de subsidieaanvrager of aanzienlijk bijdragen aan de waterinfrastructuur van het gehele gebied.

Artikel 6 Aanvragers

  • 1. De subsidie kan worden aangevraagd door de eigenaar van een te slopen of nieuw te bouwen woning, bedrijfsgebouw of door de eigenaar van de grond waarop de watergang wordt gedempt of door de eigenaar van de grond waarin de nieuwe watergang wordt gegraven.

  • 2. Voor zover de subsidieaanvrager geen eigendom heeft over de af te breken of nieuw op te zetten woning of bedrijfsgebouw of de te vergraven watergang dan wordt bij de aanvraag een getekende volmacht van de eigenaar overgelegd waarin de eigenaar verklaard akkoord te zijn met de uitvoering van de subsidiabele activiteiten en zich verbindt mee te werken aan alle noodzakelijke juridische vereisten die voor de uitvoering van de subsidiabele activiteiten nodig zijn.

  • 3. De subsidieaanvrager kan de subsidie samen met een medebegunstigde aanvragen als voldaan is aan alle van de volgende voorwaarden:

    • a.

      de medebegunstigde geeft een schriftelijke volmacht aan de subsidieaanvrager om de subsidie aan te vragen en de betalingen te ontvangen;

    • b.

      de medebegunstigde en de subsidieaanvrager stellen zich beide schriftelijk hoofdelijke aansprakelijk voor nakoming van alle subsidieverplichtingen en vordering van de gemeente die betrekking op de subsidie hebben;

    • c.

      de percelen van de subsidieaanvrager en de medebegunstigde zijn aaneengesloten.

Artikel 7 Subsidieplafond

  • 1. Het subsidieplafond voor de activiteiten zoals bedoeld in artikel 3 lid 1 bedraagt in totaal € 5.250.000. De subsidie wordt verdeeld in tranches. De hoogte van elke tranche wordt door het college voor openstelling vastgesteld en gepubliceerd. Bij elke verdeling van de middelen gelden deze tranches als het subsidieplafond per tranche.

  • 2. Het subsidieplafond voor de activiteiten zoals bedoeld in artikel 3 lid 2 bedraagt in totaal € 2.250.000. De subsidie wordt verdeeld in tranches. De hoogte van elke tranche wordt door het college voor openstelling vastgesteld en gepubliceerd. Voor de verdeling van de middelen gelden deze tranches als het subsidieplafond per tranche.

  • 3. De subsidie wordt verdeeld op volgorde van de rangschikking door het college voor zover het subsidieplafond per tranche nog niet is bereikt.

  • 4. Het college publiceert de laatste tranche van deze regeling op uiterlijk 31 oktober 2015.

  • 5. Het college kan de subsidieplafonds en data zoals opgenomen in dit artikel wijzigen.

Artikel 8 Indienen van aanvragen

  • 1. De aanvraag voor subsidie wordt ingediend uiterlijk op het tijdstip dat door het college is bekendgemaakt. Het tijdstip van indiening wordt bepaald door de datumstempel waarop de aanvraag door de gemeente is ontvangen. Het risico van een te late indiening van de aanvraag berust volledig bij de aanvrager.

  • 2. De aanvraag voor subsidie wordt ingediend door het aanvraagformulier zoals is vastgesteld door het college. De subsidieaanvrager overlegt alle benodigde gegevens en bescheiden zoals is vastgesteld bij het aanvraagformulier.

  • 3. In afwijking van artikel 4:5 Algemene wet bestuursrecht, eerste lid onder c kan het college besluiten de aanvraag niet te behandelen indien de verstrekte gegevens en bescheiden onvoldoende zijn voor de beoordeling en rangschikking van de aanvraag of de voorbereiding van de beschikking.

Artikel 9 Weigeringsgronden

Het college kan in ieder geval de aanvraag voor subsidie weigeren als:

  • a.

    de aanvraag voor subsidie is ingediend na het tijdstip zoals genoemd in artikel 8, lid 1.

  • b.

    door het verstrekken van de subsidie de maximale grenzen van de Europese regels met betrekking tot staatssteun worden overschreden, zoals die zijn vastgelegd in de Verordening (EU) Nr. 702/2014 van de Commissie van 25 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PbEU L 193/1), waaronder artikel 16;

  • c.

    de subsidieaanvrager een grote onderneming is;

  • d.

    de subsidieaanvrager in financiële moeilijkheden verkeert;

  • e.

    er ten aanzien van de subsidieaanvrager een uitstaand bevel geldt tot terugvordering van onrechtmatig verleende staatssteun;

  • f.

    de gemeente eerder op grond van deze verordening voor de subsidiabele kosten subsidie heeft verstrekt;

  • g.

    voor zover er voor de subsidiabele kosten door een andere overheid subsidie is verstrekt;

  • h.

    als het College van oordeel is dat de aanvraag niet of in onvoldoende mate aan de beoordelingscriteria zoals opgenomen in artikel 10 voldoet.

Artikel 10 Beoordelingscriteria en besluitvormingsprocedure

  • 1. De aanvraag wordt beoordeeld aan de hand van de volgende criteria:

    • a.

      conformiteit: de mate waarin het project waar de aanvraag betrekking op heeft voldoet aan de regels en planverbeelding van het bestemmingsplan en bijdraagt aan het beleid zoals beschreven in de toelichting op het bestemmingsplan;

    • b.

      ruimtelijke effectiviteit: de relatie tussen de gevraagde bijdrage en de ruimtelijke schaalgrootte van het project waar de aanvraag betrekking op heeft;

    • c.

      positieve bijdrage aan toekomstige herstructurering: de mate waarin het project waar de aanvraag betrekking op heeft andere toekomstige herstructureringsprojecten mogelijk maakt;

    • d.

      onderdeel van een groter project: de mate waarin het project waar de aanvraag betrekking op heeft onderdeel is van een initiatief van meerdere ondernemers die gezamenlijk op een grotere schaal een gebied herstructureren;

  • 2. Het college legt de aanvraag voor aan het VCO-Poelzone die een voorstel voor de rangschikking van de aanvragen maakt. Het college neemt op basis van het advies van het VCO-Poelzone voor de rangschikking een besluit op de aanvraag.

  • 3. De aanvraag voldoet aan geen van de criteria zoals opgenomen in het eerste lid als aannemelijk is dat er van een daadwerkelijke verkaveling en/of nieuwbouw van kassen (herstructurering) geen sprake zal zijn.

Artikel 11 Subsidiabele kosten

  • 1. De subsidiabele kosten voor het verplaatsten van woningen en bedrijfsgebouwen bestaan uit aan derden verschuldigde kosten voor:

    • a.

      arbeid, materiaal en machines ten behoeve van de afbouw van woningen en bedrijfsgebouwen, inclusief het saneren van de grond ten behoeve van het nieuwe gebruiksdoel en het verleggen van bekabeling en leidingen;

    • b.

      arbeid, materiaal en machines ten behoeve van het transport en tijdelijke opslag

      • I.

        van delen van de woningen en bedrijfsgebouwen;

      • II.

        van de inrichting, werktuigen en installaties horende bij de afgebouwde woningen en bedrijfsgebouwen;

    • c.

      arbeid, materiaal en machines ten behoeve van de opbouw van woningen en bedrijfsgebouwen, inclusief het bouwrijp maken van de grond, ophogen van de percelen waar de woningen of bedrijfsgebouwen op worden gebouwd en het verleggen van bekabeling en leidingen. Bij verplaatsing van bedrijfsgebouwen worden bij nieuwbouw de kosten gecorrigeerd naar rato van de inhoud van de afgebroken bedrijfswoning. De correctiefactor wordt berekend op grond van de volgende ratio: aantal m³ van de afgebroken bedrijfswoning  / aantal m³ van de nieuwe woning, met een maximale factor van 1.  Een bedrijfswoning wordt gedefinieerd zoals opgenomen in het vigerende bestemmingsplan van de gemeente. De correctiefactor is niet van toepassing van bij verplaatsing van een woning waarop een woonbestemming van toepassing is.

    • d.

      advies in verband met de kosten onder a, b en c voor de inzet van adviseurs, architecten en ingenieurs tot een maximum van 15% van de totale kosten voor het verplaatsen woningen en bedrijfsgebouwen.

  • 2. De subsidiabele kosten voor het vergraven van watergangen en voor maatregelen voor de waterhuishouding van aansluitende percelen zoals gesteld in artikel 3 lid 2 onder b. bestaan uit aan derden verschuldigde kosten voor:

    • a.

      arbeid, materiaal en machines voor het dempen van watergangen, inclusief het saneren van de grond ten behoeve van het nieuwe gebruiksdoel en het verleggen van bekabeling en leidingen;

    • b.

      kosten ten behoeve van het transport en de tijdelijke opslag van grond;

    • c.

      arbeid, materiaal en machines voor het graven van watergangen inclusief de aanleg van de bijhorende beschoeiing, het saneren van de grond ten behoeve van het nieuwe gebruiksdoel en het verleggen van bekabeling en leidingen;

    • d.

      advies in verband met de kosten onder a, b en c voor de inzet van adviseurs, architecten en ingenieurs tot een maximum van 15% van de totale kosten voor het vergraven van watergangen.

  • 3. Onder de kosten van materiaal zoals opgenomen in de vorige leden wordt verstaan de kosten voor materialen en hulpmiddelen welke zijn verbruikt ten behoeve van de projectactiviteiten.

  • 4. De volgende kosten komen niet voor subsidie in aanmerking:

    • a.

      de kosten die zijn gemaakt buiten de gemeente;

    • b.

      de aankoop van grond;

    • c.

      bij de aanvrager of medebegunstigde in rekening gebrachte BTW;

    • d.

      in het geval van huurkoop behoren de hier aan verbonden belastingen, rentes, verzekeringen en overheadkosten niet tot de subsidiabele kosten.

    • e.

      kosten die zijn betaald voor de datum van indiening van de aanvraag of meer dan 3 maanden na de einddatum van het project.

  • 5. De kosten komen alleen voor subsidie in aanmerking als deze doelmatig zijn en voldoen aan de volgende criteria:

    • a.

      als voor de activiteiten een offerte is gevraagd aan ten minste 3 uitvoerende partijen waarbij in ieder geval de prijs als gunningcriterium is opgenomen.

    • b.

      als bij de indiening van het verzoek tot vaststelling de gedeclareerde kosten zijn aangetoond door middel van facturen en betaalbewijzen.

  • 6. Aanvragers welke het vergraven van watergangen zelf uitvoeren kunnen de kosten begroten en verantwoorden op basis van een normtarief. Voor het vergraven van watergangen kan daarom van het vorige lid worden afgeweken als voldaan is aan alle van de volgende criteria:

    • a.

      de subsidieaanvrager of medebegunstigde maakt aannemelijk dat het economisch net zo gunstig of gunstiger is om het vergraven van de watergang zelf uit te voeren;

    • b.

      de subsidieaanvrager of medebegunstigde vergraaft de watergang zelf of laat het vergaven uitvoeren door werknemers die een arbeidsrelatie met de subsidieaanvrager of de medebegunstigde hebben;

    • c.

      de subsidieaanvrager hanteert de normtarieven en de gemaakte uren zoals die zijn vastgesteld als bijlage bij deze regeling door het College zijn gepubliceerd.

Artikel 12 Hoogte van de subsidie

  • 1. De subsidie bedraagt maximaal 50% van de subsidiabele kosten.

  • 2. De subsidie bedraagt maximaal:

    • a.

      € 200.000 voor elke verplaatste woning en bedrijfsgebouw en voor elke vergraven watergang.

    • b.

      € 200.000 voor elke maatregel voor de waterhuishouding van aansluitende percelen zoals gesteld in artikel 3 lid 2 aanhef en onder b;

  • 3. De subsidie voor het vergraven van watergangen bedraagt maximaal € 500.000 voor elke aanvrager en medebegunstigde. Voor zover aanvrager of medebegunstigde tot een concern behoort dan geldt dit maximum voor het hele concern.

Artikel 13 Voorschotregeling

  • 1. Het college kan een voorschot verlenen tot ten hoogste 80% van het subsidiebedrag.

  • 2. De aanvraag tot betaling van het voorschot wordt ingediend door middel van een formulier dat door het college is vastgesteld.

  • 3. Bij de aanvraag overlegt de subsidieontvanger de offertes van de subsidiabele kosten of een onderbouwing van de gemaakte kosten zoals gesteld in artikel 10 lid 6.

  • 4. In of krachtens het door het college vastgestelde aanvraagformulier kunnen aanvullende gegevens en bescheiden worden opgesomd die bij de aanvraag ingediend worden.

Artikel 14 Verplichtingen van de subsidieontvanger

De volgende verplichtingen gelden in ieder geval voor de subsidieontvanger:

  • a.

    de subsidieontvanger maakt de grond waarop het de woning of het bedrijfsgebouw is gesloopt of watergang is gedempt gereed voor normaal gebruik;

  • b.

    de subsidieontvanger meldt onverwijld aan de gemeente als de activiteiten waarvoor subsidie is aangevraagd wijzigen of de subsidiabele activiteiten niet binnen de daarvoor gestelde tijd kunnen worden gerealiseerd;

  • c.

    de subsidieontvanger start met de uitvoering van de subsidiabele activiteiten uiterlijk 6 maanden na het verlenen van de subsidie;

  • d.

    de subsidiabele activiteiten zijn voltooid uiterlijk 18 maanden na het verlenen van de subsidie. Het College kan op verzoek uitstel verlenen. Het College kan hieraan voorwaarden verbinden.

Artikel 15 Vaststelling van de subsidie

  • 1. De subsidieontvanger dient een aanvraag tot subsidievaststelling in uiterlijk 3 maanden na realisatie van de subsidiabele activiteiten.

  • 2. Het college neemt verzoeken tot vaststelling in behandeling waarbij alle benodigde gegevens en bescheiden zijn ingediend.

  • 3. De aanvraag tot subsidievaststelling wordt ingediend door middel van een formulier dat door het college is vastgesteld. Bij de aanvraag tot vaststelling overlegt de subsidieontvanger in ieder geval:

    • a.

      offerteaanvragen

    • b.

      afgewezen offertes

    • c.

      geselecteerde offertes

    • d.

      facturen en betalingsbewijzen

    • e.

      indien nodig een onderbouwing van de gemaakte kosten zoals gesteld in artikel 11 lid 8. De onderbouwing bestaat uit een kaart waarop de gerealiseerde activiteiten zijn weergegeven.

  • 4. De subsidiabele kosten worden vastgesteld ter hoogte van de werkelijke kosten.

  • 5. In het vaststellingsformulier van het college kunnen kunnen aanvullende gegevens en bescheiden worden opgesomd die bij de vaststelling ingediend dienen te worden.

Hoofdstuk III: Slotbepalingen

Artikel 16 Wijzigen van de subsidieverordening

Het college kan het bepaalde in de artikelen 10, 11 en 12 wijzigen voor zover deze wijziging bijdraagt aan het bereiken van de doelstelling uit artikel 2 en vooraf akkoord van de stuurgroep is verkregen.

Artikel 17 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen van het bepaalde in deze verordening afwijken of bepalingen buiten toepassing laten, voor zover de toepassing ervan leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 18 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de publicatie in het Gemeenteblad.

Artikel 19 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Tender Herstructurering Poelzone.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad in zijn openbare
vergadering van 25 oktober 2011,
de griffier, de voorzitter,
N.Broekema J. van der Tak

Bijlage 1 Kaart

Kaart

Bijlage 2 Kaart

Kaart Poelzone

Toelichting

Algemeen

De Gemeente, het Hoogheemraadschap en LTO kiezen er voor de herstructurering te stimuleren door een gebiedsbemiddelaar aan te wijzen en door middel van deze tenderregeling. De herstructurering  is gericht op het creëren van een economisch duurzaam glastuinbouwcluster en een robuust netwerk van watergangen. Door glastuinbouwpercelen te optimaliseren is het streven om te komen tot ruimtewinst waardoor per saldo het glastuinbouwoppervlakte minimaal gelijk blijft of toeneemt, bij een hogere benuttinggraad. 

 

Tenderregeling

Voor de tenderregeling is in totaal € 7,5 miljoen beschikbaar. De tenderregeling heeft voor het verplaatsen van woningen en bedrijfsgebouwen een maximaal budget van € 5.250.000 miljoen. Per woning of bedrijfsgebouw bedraagt de maximale vergoeding , € 200.000,- . De tenderregeling heeft voor het vergraven van de watergangen een budget van € 2.250.000 miljoen beschikbaar. De maximale bijdrage per watergang bedraagt € 200.000,- . Per aanvrager of medebegunstigde kan maximaal € 500.000 subsidie worden verstrekt voor het vergraven van watergangen. Voor het verplaatsen van woningen en bedrijfsgebouwen is er geen maximum bedrag per aanvrager. Wanneer de budgetten van € 5.250.000 miljoen en € 2.250.000 miljoen volledig zijn toegekend worden geen nieuwe aanvragen meer in behandeling genomen.

 

De subsidie wordt verdeeld in halfjaarlijkse tranches. De openstelling van de tranches en de hoogte van elke tranche wordt bekendgemaakt door de Gemeente Westland. Bij elke verdeling van de middelen geldt deze hoogte van de tranche als het maximale bedrag dat in die tranche aan subsidie kan worden verstrekt. Er worden nieuwe tranches opengesteld totdat alle middelen zijn toegekend.

 

Ondernemers en particulieren in de Poelzone kunnen aanspraak maken op een subsidiebedrag door een subsidieaanvraag in te dienen bij de gemeente Westland. Het aanvraagformulier bevat onder andere een projectplan en een begroting.  De subsidie wordt toegekend aan projecten welke de meest doelmatige en effectieve bijdrage leveren aan de gestelde doelen. De effectiviteit wordt getoetst aan de hand van de in artikel 10 genoemde criteria. Aanvragen die zijn afgewezen kunnen opnieuw worden ingediend bij een nieuwe tranche.

 

Er is de mogelijkheid om gebruik te maken van de pre-toets. De aanvrager kan dan uiterlijk 6 weken voor de openstelling een conceptaanvraag indienen die  getoetst wordt door de Gemeente Westland en het Voorbereidend Coördinerend Overleg Poelzone (VCO Poelzone). In het VCO Poelzone zijn de Gemeente, het Hoogheemraadschap en LTO vertegenwoordigd.   De Gemeente Westland en het VCO Poelzone kunnen  suggesties doen voor verbetering van de aanvraag. Zij zullen hun suggesties uiterlijk 1 week voor openstelling van de tender aan de aanvrager mededelen. De gebiedsbemiddelaar kan aanvragers begeleiden bij het indienen van de conceptaanvraag en de definitieve aanvraag.

 

Zodra de aanvraag is ingediend is er geen mogelijkheid meer de aanvraag aan te passen. Er volgt dan eerst een toets op de volledigheid van de aanvraag. Indien de aanvraag onvolledig is, heeft de aanvrager de mogelijkheid om de aanvraag binnen 2 werkdagen aan te vullen. Aanvragen welke na deze aanvulling nog niet compleet of juist zijn, worden niet in behandeling genomen. De aanvragen worden beoordeeld door de gemeente Westland en het VCO Poelzone.

 

De tenderregeling maakt een bijdrage mogelijk van maximaal 50% van de subsidiabele kosten. Op verzoek van de aanvrager kan 80% van dit bedrag worden bevoorschot met de toekenning van de subsidie. Het verzoek tot bevoorschotting is opgenomen in het aanvraagformulier. Het werkelijke subsidiebedrag zal worden verrekend bij de vaststelling.

 

De subsidiabele kosten staan opgesomd in artikel 11. Deze opsomming vormt de basis voor de kostensoorten in de projectbegroting.

 

Na het voltooien van de activiteiten worden de werkelijke subsidiabele kosten vastgesteld op basis van de meegeleverde facturen, betaalbewijzen, offertes en offerteaanvragen. Voor aanvragers die zelf de watergangen hebben vergraven geldt dat deze werkelijke kosten  worden vastgesteld op basis van een kaart van het betrokken perceel welke de nieuwe situatie afzet tegen de oude situatie. Het college zal een formulier opstellen voor het indienen van het verzoek tot vaststelling. 

Toelichting per artikel

Artikel 3 - Subsidiabele activiteiten

De subsidiabele activiteiten zijn activiteiten welke bijdragen aan de doelstelling van de Tender Herstructurering Poelzone en daarom in aanmerking komen voor subsidie.

Artikel 4 en 5 – Voorwaarden met betrekking tot verplaatsing van woningen en bedrijfsgebouwen en watergangen

Deze voorwaarden met betrekking tot de vergunbaarheid en de locatie van de verplaatste gebouwen en watergangen bewaken dat alleen subsidieaanvragen kunnen worden gehonoreerd welke passen binnen het ruimtelijke beleid van de Gemeente en het Hoogheemraadschap. Meer informatie over het ruimtelijke beleid van de Gemeente en het Hoogheemraadschap kunnen aanvragers vinden op de websites van deze organisaties of opvragen via de gebiedsbemiddelaar.

Artikel 6 – Aanvragers

Aanvragers kunnen eigenaars van woningen, bedrijfsgebouwen of watergangen in de Poelzone zijn. Als de aanvrager geen eigendom heeft over de grond waar een te dempen watergang zicht bevindt of waar de nieuwe watergang zich zal bevinden, moet er een volmacht van de eigenaar bij de subsidieaanvraag worden gevoegd.

Indien de voorgestelde activiteiten ook kosten met zich meebrengen voor andere particulieren of ondernemers, dan kunnen zij als medebegunstigden worden opgenomen in de subsidieaanvraag. De kosten van de medebegunstigden komen dan ook voor subsidie in aanmerking. De subsidieaanvrager draagt de verantwoordelijkheid om een schriftelijk volmacht van de medebegunstigde te verkrijgen en eventuele subsidiebedragen door te betalen aan de medebegunstigde.

Grote ondernemingen komen niet in aanmerking voor subsidie via deze tenderregeling. Deze tender is dus bedoeld voor het midden- en kleinbedrijf en particulieren. De definities voor grote ondernemingen en de kleine en middelgrote ondernemingen staan in artikel 1.

Artikel 9 – Weigeringsgronden

Deze tenderregeling is opgezet met inachtneming van de vrijstelling voor MKB-Landbouwbedrijven met betrekking tot staatssteun. Dit is een Europese uitzondering op de regels voor het verstrekken van publieke bijdragen aan ondernemingen. Mocht er toch een situatie zich voordoen waarbij subsidieverstrekking tot ongeoorloofde staatssteun zou kunnen leiden, dan kan dit een grond zijn om de aanvraag af te wijzen.

Artikel 10 – Beoordelingscriteria en besluitvormingsprocedure

Het VCO Poelzone en de Gemeente zullen de aanvragen inhoudelijk beoordelen op basis van de in dit artikel gestelde criteria.

Artikel 11 – Subsidiabele kosten

In artikel 11 wordt opgesomd welke kosten binnen deze tenderregeling als subsidiabele kosten mogen worden aangemerkt. Dit is een limitatieve opsomming. Kosten welke niet in dit artikel als subsidiabel zijn beschreven, komen niet voor subsidie in aanmerking. De eerste voorwaarde voor subsidiabele kosten is dat het aan derden verschuldigde kosten moeten betreffen. De subsidiabele kosten opsommingen onder lid 1 en 2 sluiten dus kosten uit welke door inzet van eigen arbeid, eigen materialen of eigen machines zijn ontstaan.

Kosten zijn alleen subsidiabel wanneer deze rechtstreeks aan de subsidiabele activiteiten toe te schrijven zijn. De werkelijke kosten worden aangetoond door het aanleveren van offertes, offerteaanvragen, facturen en betaalbewijzen bij het verzoek tot vaststelling. Om te bewaken dat de subsidiabele kosten marktconform zijn, zijn alleen kosten subsidiabel welke gefactureerd zijn op basis van een opdrachtverstrekking na een drievoudige offerteaanvraag.

Artikel 11 lid 12 geeft een alternatief voor het onderbouwen van de werkelijke kosten. Voor het vergraven van watergangen kan onder de in dit lid genoemde voorwaarden gewerkt worden met normtarieven. Het normtarief is representatief voor de werkelijke kosten bij het vergraven van watergangen in de Poelzone. Het tarief is samengesteld op basis van brede beschikbare ervaringscijfers van de gemeente Westland. De werkelijke kosten worden in dit geval ook bij het verzoek tot vaststelling bepaald, een kaart waarop het aantal strekkende meter gedempte en gegraven watergang is weergegeven wordt dan meegeleverd.

De aanvrager moet vooraf de keuze maken om alle kosten voor het vergraven van watergangen in de vorm van aan derden verschuldigde kosten te begroten, te maken en te verantwoorden, of alleen de eigen kosten te begroten, te maken en te verantwoorden.

Artikel 14 – Verplichtingen van de subsidieontvanger

Bij de beoordeling van de subsidieaanvraag wordt meegenomen of de voorgestelde activiteiten vergunbaar zijn. In dit artikel wordt benadrukt dat ook de grond die achterblijft na de verplaatsing of vergraving binnen het ruimtelijk beleid moet passen, daarom is in dit artikel expliciet vermeld dat deze grond zodanig bewerkt moet worden dat het direct geschikt is voor het nieuwe gebruiksdoel.

De hier beschreven meldingsplicht zorgt er voor dat de gemeente Westland bij afwijkingen op de subsidieaanvraag tijdig op de hoogte wordt gesteld. Van subsidieontvangers welke hun projectactiviteiten veranderen, wordt verwacht dat zij dit vooraf melden aan de Gemeente. Aanvragers kunnen vooraf contact opnemen met de Gemeente om af te stemmen of een melding moet worden gemaakt en in welke vorm. De Gemeente kan een herbeschikking opstellen als de gewijzigde activiteiten of begroting in mindere mate bijdragen aan de doelstellingen.

Subsidieontvangers hebben de plicht om hun activiteiten binnen 6 maanden na het verlenen van de subsidie te starten en vervolgens de subsidiabele activiteiten binnen 18 maanden na het verlenen van de subsidie af te ronden. Deze verplichting zorgt er voor dat de subsidiegelden binnen afzienbare tijd daadwerkelijk bijdragen aan de gestelde doelen.

Artikel 15 – Vaststelling van de subsidie

De gemeente stelt een formulier beschikbaar waarmee de subsidieontvanger een verzoek tot vaststelling van de subsidie moet indienen. Dit verzoek moet uiterlijk 3 maanden na de realisatie van de subsidiabele activiteiten worden ingediend. Deze 3 maanden geven de subsidieontvanger de tijd om de aan de activiteiten verbonden facturen te betalen en om het formulier voor het verzoek tot vaststelling in te vullen.

De subsidie wordt op basis van het verzoek en de bijhorende onderbouwing van de werkelijke kosten vastgesteld. In het verzoek tot vaststelling is een overzicht van de werkelijke kosten opgenomen, afgezet tegen de begroting uit de aanvraag. Wanneer de gemeente beoordeeld dat niet alle verplichte gegevens of bescheiden zijn aangeleverd, krijgt de subsidieontvanger de mogelijkheid om zijn verzoek tot vaststelling aan te vullen binnen 10 werkdagen. Wanneer er geen of onvoldoende aanvulling wordt geleverd, kunnen onvoldoende verantwoorde kosten of activiteiten tot een verlaging van het subsidiebedrag leiden.