BELEIDSREGELS VOOR HET AANWIJZEN VAN EEN BELASTINGPLICHTIGE IN EEN KEUZE-SITUATIE WESTLAND 2014

Geldend van 05-07-2014 t/m heden

Intitulé

BELEIDSREGELS VOOR HET AANWIJZEN VAN EEN BELASTINGPLICHTIGE IN EEN KEUZE-SITUATIE WESTLAND 2014

Het college van burgemeester en wethouders van Westland;

gelet op het bepaalde in:

  • -

    artikel 3 van de Verordening Afvalstoffenheffing;

  • -

    artikel 2 van de Verordening Forensenbelasting;

  • -

    artikel 1 van de Verordening Onroerende-zaakbelastingen;

  • -

    artikel 3 van de Verordening Rioolheffing;

besluit:

vast te stellen de volgende

BELEIDSREGELS VOOR HET AANWIJZEN VAN EEN BELASTINGPLICHTIGE IN EEN KEUZESITUATIE 2014.

Algemeen

In sommige gevallen brengen de wettelijke regels met zich dat meer personen belastingplichtig kunnen zijn voor één belastingobject (roerende of onroerende zaak, roerende woon- of bedrijfs-ruimte, perceel).

In de gevallen waarin dat voorkomt mag de gemeente de aanslag ten name van één van de belastingplichtigen stellen. In deze gevallen hanteert de gemeente Westland een voorkeursvolgorde bij de aanwijzing van de belastingplichtige die de aanslag op zijn of haar naam krijgt.

Deze voorkeursvolgorde is gebaseerd op veronderstelde betaalcapaciteit en doelmatige c.q. doeltreffende heffing en invordering en wordt toegepast voor zover de gegevens voorhanden of te achterhalen zijn.

De in de voorkeursvolgorde neergelegde criteria bevatten geen limitatieve opsomming. Zij moeten worden beschouwd als richtlijnen voor de meest voorkomende gevallen.

Voorkeursvolgorde

1.Beperkt recht

Met betrekking tot de gemeentelijke belastingen die worden geheven van genothebbenden krachtens eigendom, bezit of beperkt recht wordt, indien er met betrekking tot één roerende of onroerende zaak verschillende categorieën genothebbenden zijn, de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van:

  • 1.1

    de beperkt gerechtigde, waarbij de volgende voorkeursvolgorde geldt:

    • 1.1.1

      de vruchtgebruiker c.q. gerechtigde krachtens recht van gebruik en bewoning;

    • 1.1.2

      de opstaller, met uitzondering van degene die een afhankelijk opstalrecht, dan wel een opstalrecht ten behoeve van de aanleg en het onderhoud van onder- of bovengrondse leidingen heeft;

    • 1.1.3

      de erfpachter dan wel de beklemde meier;

  • 1.2

    de eigenaar of de appartementsgerechtigde;

  • 1.3

    degene die op andere wijze als genothebbende naar voren komt, daaronder begrepen de bezitter.

2 eigendom, bezit of beperkt recht

Met betrekking tot de gemeentelijke belastingen die worden geheven van genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht wordt de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van:

  • 2.1

    indien er binnen één categorie genothebbenden personen zijn die volgens de beschikbare gegevens in de gemeente Westland wonen of gevestigd zijn:

    • 2.1.1

      degene die het grootste aandeel in het genotsrecht heeft;

    • 2.12

      degene die in de gemeente woont of is gevestigd;

    • 2.13

      een natuurlijk persoon boven een niet-natuurlijk persoon;

    • 2.14

      bij gelijke aandelen de oudste in leeftijd;

    • 2.15

      de eerst gerechtigde in de volgorde die door het kadaster wordt aangehouden;

    • 2.16

      degene die bij Team Belastingen van de afdeling Dienstverlening als genothebbende of gebruiker bekend is;

  • 2.2

    indien er binnen één categorie genothebbenden geen personen zijn die volgens de beschikbare gegevens in de gemeente Westland wonen of gevestigd zijn, maar wel personen die volgens de beschikbare gegevens elders in Nederland wonen of gevestigd zijn:

    • 2.2.1

      degene die het grootste aandeel in het genotsrecht heeft;

    • 2.2.2

      een natuurlijk persoon boven een niet-natuurlijk persoon;

    • 2.2.3

      bij gelijke aandelen de oudste in leeftijd;

    • 2.2.4

      de eerst gerechtigde in de volgorde die door het Kadaster wordt aangehouden;

    • 2.2.5

      degene die bij Team Belastingen van de afdeling Dienstverlening als genothebbende of gebruiker bekend is;

  • 2.3

    indien er binnen één categorie genothebbenden geen personen zijn die volgens de beschikbare gegevens in Nederland wonen of gevestigd zijn, maar wel personen die volgens de beschikbare gegevens in het buitenland wonen of gevestigd zijn:

    • 2.3.1

      degene die het grootste aandeel in het genotsrecht heeft;

    • 2.3.2

      de eerst gerechtigde in de volgorde die door het Kadaster wordt aangehouden;

    • 2.3.3

      degene die bij Team Belastingen van de afdeling Dienstverlening als genothebbende of gebruiker bekend is.

3 gebruikers van niet-woningen (OZB)

Met betrekking tot de onroerende-zaakbelastingen van gebruikers van niet-woningen wordt de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van:

  • 3.1

    degene die door de verhuurder als huurder wordt vermeld;

  • 3.2

    degene die ook als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht wordt aangemerkt;

  • 3.3

    degene die op andere wijze als gebruiker naar voren komt.

4 forensenbelasting

Met betrekking tot de forensenbelasting wordt de aanslag in onderstaande volgorde

gesteld te name van:

  • 4.1

    degene die ook als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht wordt aangemerkt;

  • 4.2

    degene die op andere wijze als gebruiker naar voren komt.

5 gebruikers afvalstoffenheffing en rioolheffing

Met betrekking tot de rioolheffing van gebruikers en de afvalstoffenheffing wordt de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van:

  • 5.1

    degene die het langst in de Basisregistratie Personen als bewoner van de onroerende zaak staat ingeschreven;

  • 5.2

    voor zover meerdere gebruikers op dezelfde datum als bewoner van de onroerende zaak in de Basisregistratie Personen zijn ingeschreven: de oudste in leeftijd;

  • 5.3

    degene die ingevolge artikel 3 als belastingplichtige voor de onroerende- zaakbelastingen ter zake van het gebruik van de onroerende zaak is aangewezen;

  • 5.4

    degene die op andere wijze als gebruiker van het belastingobject naar voren komt.

6 gecombineerd aanslagbiljet

Indien en voor zover aanslagen van verschillende gemeentelijke belastingen wordenverenigd op één aanslagbiljet, worden deze in onderstaande volgorde ten name gesteld van

de belastingplichtige die:

  • 6.1

    ingevolge de onderdelen 1 en 2 kan worden aangewezen;

  • 6.2

    ingevolge onderdeel 3 kan worden aangewezen;

  • 6.3

    ingevolge onderdeel 4 kan worden aangewezen;

  • 6.4

    ingevolge onderdeel 5 kan worden aangewezen;

7 op verzoek

De onderdelen 1 tot en met 6 vinden geen toepassing indien:

  • 7.1

    de aanslag kan worden opgelegd aan degene die met betrekking tot het voorgaand belastingtijdvak of kalenderjaar de aanslag heeft gekregen, gezorgd heeft dat de aanslag betaald is en nog steeds belastingplichtig is;

  • 7.2

    bij Team Belastingen van de afdeling Dienstverlening bekend is dat één van de potentiële belastingplichtigen de desbetreffende aanslag op zijn/haar naam wil hebben, althans voor zover dit niet leidt tot een mogelijke situatie dat de belasting niet kan worden betaald dan wel ingevorderd.

8 belastingtijdvak

Voor zover de belasting wordt geheven over een belastingtijdvak, is bij de toepassing van devoorkeursvolgorde beslissend de situatie bij de aanvang van dat tijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

9 andere keuze dan voorkeursvolgorde

Aangezien de voorkeursvolgorde erop is gericht de aanslag op te leggen aan eenbelastingplichtige die in staat geacht mag worden om de belasting te betalen, kan ook tot een andere keuze gekomen worden dan uit de voorkeursvolgorde zou volgen.

10 wijzigingen eerstvolgende tijdvak

Wijzigingen kunnen – indien reeds een aanslag aan een belastingplichtige is opgelegd – pas

plaatsvinden met ingang van het eerstvolgende belastingtijdvak.

11 belastingheffing op andere wijze

Indien een belasting niet wordt geheven bij wege van aanslag, maar op andere wijze, is het

bepaalde in de onderdelen 1 tot en met 10 van overeenkomstige toepassing.

12 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 12.1 Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de tweede dag na die van de bekend-making

  • 12.2 Deze beleidsregels worden aangehaald als ‘Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie Westland 2014’.

  • 12.3 Het besluit ‘Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie Westland 2012’ van 20 december 2011 wordt gelijktijdig ingetrokken, met dien verstande dat het van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich vóór de in het eerste lid genoemde datum hebben voorgedaan.

Ondertekening

Westland, 16 juni 2014
Burgemeester en wethouders voornoemd,
De secretaris, de burgemeester
M.van Beek J. van der Tak