Regeling Sanctiebeleid hoofdstuk 10d CAR-UWO en de re-integratietaak

1. Als verplichtingen van de eerste categorie worden beschouwd verplichtingen die gericht zijn op het stroomlijnen van het administratieve proces, verplichtingen ter opvolging van controlevoorschriften en de verplichtingen in het kader van re-integratie en werkhervatting.

2. Als verplichtingen van de tweede categorie worden beschouwd de verplichtingen die gericht zijn op het beperken van het (financiële) risico van de gemeente.

3. In de bijlage bij deze regeling wordt uitgewerkt welke verplichtingen in ieder geval onder de bovengenoemde categorieën vallen.

1. Gedurende de re-integratiefase, het van-werk-naar-werk-traject, de periode van de aanvullende uitkering en de periode van de nawettelijke uitkering, gelden voor de medewerker de verplichtingen die zijn opgenomen in de bijlage, bedoeld in artikel 4, lid 3 en de verplichtingen die aanvullend in het individuele re-integratieplan worden opgenomen.

2. Gedurende de re-integratiefase is het college verplicht een re-integratieplan op te stellen en hieraan gevolg te geven.

3. Gedurende het Van werk naar werk-traject is het college verplicht een Van werk naar werk-contract op te stellen en hieraan gevolg te geven.

4. Gedurende de aanvullende uitkeringsfase heeft het college de taak om de arbeidsinschakeling van de (voormalig) medewerker te bevorderen met inachtneming van de omstandigheden en de vaardigheden van de (voormalig) medewerker en hieraan invulling te geven.

1. Indien de medewerker een WW-uitkering ontvangt en zijn verplichtingen niet nakomt, wordt het UWV hierover geïnformeerd en verzocht een sanctie toe te passen.

2. Indien het UWV de medewerker een sanctie oplegt wegens het niet nakomen van zijn verplichtingen, wordt deze sanctie evenredig toegepast op de aanvullende uitkering.

3. Indien het UWV de WW-uitkering van de medewerker gedeeltelijk dan wel geheel beëindigt, kan door het college het recht op na-wettelijke uitkering eveneens geheel of gedeeltelijk worden beëindigd.

4. Naast de in lid 2 en 3 van dit artikel genoemde sancties worden er geen aanvullende sancties opgelegd.

1. Niet naleving van verplichtingen uit de eerste categorie kan worden gesanctioneerd met een korting op de nawettelijke uitkering van 10% gedurende twee maanden.

2. Indien een medewerker binnen 6 maanden tijd driemaal verplichtingen uit de eerste categorie niet nakomt, wordt het laatste feit als overtreding van de tweede categorie beschouwd.

3. Niet naleving van verplichtingen uit de tweede categorie kan worden gesanctioneerd met een korting op de nawettelijke uitkering van ten minste 15% gedurende vier maanden tot het blijvend geheel vervallen van de nawettelijke uitkering.

4. Indien de medewerker binnen 12 maanden tijd driemaal verplichtingen uit de tweede categorie niet nakomt, leidt dit tot het vervallen van de nawettelijke uitkering.

1. Niet naleving van de afspraken uit het re-integratieplan kan worden gesanctioneerd met een verlenging van de re-integratiefase.

2. Bij niet naleving van de afspraken uit het Van werk naar werk-contract wordt een gesprek ingepland en worden er nadere afspraken gemaakt, het niet naleven van deze nadere afspraken kan vervolgens worden gesanctioneerd met een verlenging van het Van-werk-naar-werk-traject.

3. Bij niet naleving van de re-integratietaak gedurende de aanvullende uitkeringsfase, kan de medewerker het college verzoeken dit alsnog op te pakken. De beslissing van het college op het verzoek om de re-integratietaak alsnog op te pakken, is een appellabel besluit.