Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Westland houdende regels omtrent gedragscode integriteit raadsleden Gedragscode Integriteit raadsleden van de gemeente Westland 2018

Geldend van 07-02-2018 t/m heden

Intitulé

Gedragscode Integriteit raadsleden van de gemeente Westland 2018

De raad van de gemeente Westland;

gelezen het voorstel van het presidium van 30 november 2017, en gelet op de artikelen 12, 13, 14, 15, derde lid, van de Gemeentewet;

gehoord de beraadslaging in de raadscommissie Bestuur van 30 november 2017;

besluit:

Vast te stellen de navolgende “Gedragscode Integriteit raadsleden van de gemeente Westland 2018”:

Artikel 1

  • 1. Deze gedragscode geldt voor de raadsleden, maar richt zich ook tot de bestuursorganen.

  • 2. Deze gedragscode is openbaar en via internet beschikbaar.

Artikel 2

  • 1. Het raadslid levert de griffier de informatie aan over de (neven)functies die openbaar gemaakt moeten worden bij aanvang van het raadslidmaatschap. Als gaande het lidmaatschap nieuwe (neven)functies aanvaard worden of de omstandigheden met betrekking tot bestaande (neven)functies wijzigen, wordt de informatie die hierop betrekking heeft binnen één maand aangeleverd bij de griffier.

  • 2. De informatie betreft in ieder geval:

    • a.

      de omschrijving van de (neven)functie;

    • b.

      de organisatie voor wie de (neven)functie wordt verricht;

    • c.

      of het al dan niet een (neven)functie betreft uit hoofde van het raadslidmaatschap en

    • d.

      of de (neven)functie bezoldigd of onbezoldigd is.

  • 3. De griffier legt hiervoor een register aan en beheert dit register. Het register is openbaar en via internet beschikbaar.

Artikel 3

  • 1. Het raadslid zorgt ervoor dat vertrouwelijke en geheime informatie waarover hij beschikt veilig wordt bewaard.

  • 2. Het raadslid maakt niet ten eigen bate of ten bate van derden gebruik van in de uitoefening van het ambt verkregen niet openbare informatie.

Artikel 4

  • 1.

    • 1.

      Een raadslid accepteert geen geschenken, faciliteiten en diensten als zijn onafhankelijke positie hierdoor kan worden beïnvloed.

    • 2.

      Onverminderd het eerste lid kan het raadslid incidentele geschenken die een geschatte waarde van ten hoogste € 50 vertegenwoordigen behouden.

    • 3.

      Geschenken die het raadslid uit hoofde van zijn ambt ontvangt en die een geschatte waarde van meer dan € 50 vertegenwoordigen worden, als zij niet worden teruggestuurd, eigendom van de gemeente.

    • 4.

      De griffier legt een register aan van de geschenken met een geschatte waarde van meer dan € 50. In het register is aangegeven welke bestemming de gemeente hieraan heeft gegeven. Het register is openbaar en via internet beschikbaar.

    • 5.

      Geschenken worden niet op het huisadres ontvangen, met uitzondering in geval van ziekte of bijzondere, gebeurtenissen, gegeven namens de raad, het college of van derden.

  • 2.

    • 1.

      Deelname aan excursies en evenementen voor rekening van anderen dan de gemeente maakt het raadslid binnen één week na deelname via de griffier openbaar. Daarbij wordt ook openbaar gemaakt wie de kosten voor zijn rekening heeft genomen.

    • 2.

      De informatie is openbaar en via internet beschikbaar.

  • 3.

    • 1.

      Een raadslid meldt de griffier de ondernomen buitenlandse reizen voor rekening van anderen dan de gemeente binnen één maand na terugkeer in Nederland. Hij meldt in ieder geval het doel, de bestemming en de duur van de reis en wat daarvan de kosten waren.

    • 2.

      De griffier legt hiervoor een register aan en beheert dit register. Het register is openbaar en via internet beschikbaar.

Artikel 5

  • 1.

    • 1.

      De raad richt de financiële en administratieve organisatie zodanig in dat er een getrouw beeld mogelijk is van de juistheid en rechtmatigheid van de uitgaven en hanteert heldere procedures over de wijze waarop functionele uitgaven rechtstreeks in rekening worden gebracht of kunnen worden gedeclareerd bij de gemeente.

    • 2.

      Het raadslid verantwoordt zich over zijn gebruik van de voorzieningen volgens de in het kader van het eerste lid vastgelegde regels en procedures.

  • 2. Een raadslid declareert geen kosten die reeds op andere wijze worden vergoed.

  • 3. Gebruik van voorzieningen en eigendommen van de gemeente ten eigen bate of ten bate van derden is niet toegestaan, tenzij hier andere afspraken over gemaakt zijn.

Artikel 6

  • 1. Het handelen van een raadslid is gericht op respect en gelijkwaardigheid van organisaties en burgers; de belangen van betrokken partijen worden met datzelfde respect afgewogen.

  • 2. Respectvolle bejegening van de raadsleden onderling, de raadsleden in hun verhouding tot de voorzitter van de raad, de leden van het college en een ieder ander binnen de ambtelijke organisatie en de griffie staat buiten kijf. Beledigende opmerkingen of opmerkingen op de persoon gericht worden niet gemaakt.

  • 3.

    • 1.

      Raadsleden houden zich tijdens de vergaderingen aan het reglement van orde en volgen de aanwijzingen van de voorzitter op.

    • 2.

      Tijdens het spreken wordt het raadslid of collegelid niet in de rede gevallen, behoudens bij interruptie.

    • 3.

      Raadsleden onthouden zich in woord, gebaar en geschrift, inclusief elektronische berichten, op commentaar op individuele ambtenaren en collega-raadsleden in raads- en commissievergaderingen en in het openbaar.

    • 4.

      Raadsleden erkennen de orde-handhavende rol van de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen.

    • 5.

      Voldoet het college naar behoren aan zijn wettelijke informatieplicht, dan onthouden fracties of raadsleden zich van verzoeken om nog meer informatie. De raad stuurt op hoofdlijnen en laat het dagelijks bestuur over aan het college.

Artikel 7

  • 1. De gemeenteraad bevordert de eenduidige interpretatie van deze gedragscode. Ingeval van leemtes en onduidelijkheden in de gedragscode voorziet hij daarin.

  • 2.

    • 1.

      Op voorstel van de burgemeester maakt de gemeenteraad in ieder geval afspraken over:

      • a.

        de periodieke bespreking van het onderwerp integriteit in het algemeen en van de gedragscode in het bijzonder;

      • b.

        de aanwijzing van de griffier als contactpersoon integriteit voor raadsleden;

      • c.

        de processtappen die worden gevolgd ingeval van een vermoeden van een integriteit schending door een politieke ambtsdrager van de gemeente.

    • 2.

      De afspraken, bedoeld in het eerste lid, worden geacht deel uit te maken van deze gedragscode.

Artikel 8

  • 1. Deze gedragscode treedt in werking op de eerste dag nadat deze is bekend gemaakt en op dat tijdstip vervalt ook elke eerdere versie van de onderhavige code.

  • 2. Deze gedragscode kan worden aangehaald als “Gedragscode Integriteit raadsleden van de gemeente Westland 2018”.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad in zijn openbare
vergadering van 23 januari 2018,
de griffier,         
A.P.M.A.F. Bergmans
 
de voorzitter,         
A.M.A. van Ardenne-van der Hoeven
     

Bijlage 1 Processtappen bij vermoedens van integriteitsschendingen bestuur gemeente Westland

Op grond van art. 7, lid 2 Gedragscode integriteit raadsleden van de gemeente Westland 2018 en artikel 6.2 van de Gedragscode integriteit college van B&W van de gemeente Westland 2018.

  • 1.

    Iemand heeft een vermoeden van integriteitsschending.

  • 2.

    Indien het vermoeden een raadslid of wethouder betreft neemt betrokkene hierover contact op (mondeling of schriftelijk) met de burgemeester en bespreekt de aard van het vermoeden.

  • 3.

    Indien het vermoeden de burgemeester betreft neemt betrokkene contact op (mondeling of schriftelijk) met de waarnemend raadsvoorzitter en bespreekt de aard van het vermoeden.

  • 4.

    Afhankelijk van de uitkomst van dit gesprek neemt de burgemeester/waarnemend raadsvoorzitter contact op met de persoon en nodigt hem/haar uit voor een gesprek.

  • 5.

    Bij dit gesprek zijn de griffier (ingeval het een raadslid betreft) of de secretaris (ingeval het een collegelid betreft) aanwezig.

  • 6.

    Van dit gesprek wordt een kort verslag gemaakt en ter goedkeuring voorgelegd aan het betrokken raads- of collegelid.

  • 7.

    Per geval wordt bekeken welke vervolgstappen noodzakelijk zijn.

  • 8.

    De secretaris/griffier houden een register bij waarin de meldingen van mogelijke integriteitsschendingen worden vermeld.

  • 9.

    Bij ernstige integriteitsschendingen (zoals corruptie, fraude of diefstal) informeert de burgemeester/waarnemend raadsvoorzitter het fractievoorzittersoverleg/het college.

  • 10.

    Periodiek (1 maal per jaar) worden de raad en het college geïnformeerd over de in het afgelopen jaar ontvangen meldingen en de afhandeling daar van.

 

TOELICHTING

Algemeen

Goed bestuur is integer bestuur. Daarmee is integriteit niet alleen een verantwoordelijkheid van de individuele politieke ambtsdragers, maar een gezamenlijk belang dat de hele organisatie en het hele bestuur in al zijn geledingen aangaat. De gedragscode richt zich daarom zowel tot de individuele politieke ambtsdragers als tot de bestuursorganen. Ons democratische systeem en de democratische processen kunnen niet zonder integer functionerende organen en functionarissen. Integriteit van politieke ambtsdragers verwijst naar de zorgvuldigheid die politieke ambtsdragers moeten betrachten bij het invullen van hun rol in de democratische rechtsstaat. Dat betekent de verantwoordelijkheid nemen die met de functie samenhangt en bereid zijn verantwoording af te leggen, aan collega-bestuurders en/of (leden van) de volksvertegenwoordiging en bovenal aan de burger.

In de democratische rechtsstaat dient eenieder zich te houden aan de wetten en regels die op democratische wijze zijn vastgesteld. Dat geldt in sterke mate voor de politieke ambtsdragers die (mede)verantwoordelijk zijn voor de totstandkoming van die wetten en regels. Zonder dat zal het vertrouwen in de democratische rechtsstaat gemakkelijk kunnen worden ondermijnd en het draagvlak voor de naleving van de wetten en regels verdwijnen.

Vertrekpunt voor de politieke ambtsdrager is dan ook de eed of gelofte die de politieke ambtsdrager bij de ambtsaanvaarding aflegt. Integriteit is niet alleen een kwestie van regels, maar ziet ook op de onderlinge omgangsvormen. Een respectvolle omgang met burgers en organisaties, tussen politieke ambtsdragers onderling en tussen politieke ambtsdragers en medewerkers, waarbij de eigen politieke inhoud en stijl van groot belang is.

De volksvertegenwoordiging stelt zowel voor de eigen leden als voor de dagelijkse bestuurders een gedragscode vast. Dat is vastgelegd in artikel 15 van de Gemeentewet. De gedragscode is richtsnoer voor het handelen van individuele politieke ambtsdragers en heeft tot doel hen te ondersteunen bij de invulling van hun verantwoordelijkheid voor de integriteit van het openbaar bestuur. Voor de twee groepen van politieke ambtsdragers (volksvertegenwoordigers en dagelijkse bestuurders) is er een afzonderlijke gedragscode. Deze gedragscode heeft betrekking op de raadsleden.

Veel bepalingen zijn voor de volksvertegenwoordigers en de dagelijkse bestuurders gelijk. Er zijn ook verschillen. Die hebben te maken met de staatsrechtelijke posities en met de voor de raadsleden geldende wettelijke (integriteits)regels. De gemeenteraad is een politiek orgaan. In de volksvertegenwoordigingen worden specifieke of (partij-)politieke belangen ingebracht voor het algemeen belang van de gemeente. Deze politieke ambtsdragers krijgen het mandaat van hun kiezers en de gedragscode dient de vervulling van het kiezersmandaat te ondersteunen.

Het rechtskarakter van de gedragscode is dat van een interne regeling, als nadere invulling en concretisering van de wettelijke regels. De gedragscode bevat in aanvulling op wettelijke regels gedragsnormen en regels over procedures die de transparantie van het handelen van politieke ambtsdragers evenals van de besluitvorming over en de naleving van de normen vergroten. Zij vormt een beoordelingskader en leidraad bij twijfel, vragen en discussies.

Het niet naleven van de gedragscode heeft geen rechtsgevolgen. Sprake is van zelfbinding. De regels worden in gezamenlijk debat vastgesteld door de politieke ambtsdragers zelf. In dit licht moeten de regels in de code worden gezien. Dat maakt de gedragscode evenwel niet vrijblijvend. De volksvertegenwoordigers kunnen daarop worden aangesproken en zij dienen zich over de naleving ervan te verantwoorden. Het niet naleven van de gedragscode kan dus wel onderdeel worden van politiek debat en politieke gevolgen hebben.

Integriteit is een thema dat betekenis krijgt in het handelen. Een integriteitsbeleid dat alleen op papier bestaat, is slechts een dode letter. Daarom moet het handelen van politieke ambtsdragers regelmatig onderwerp van gesprek zijn, juist ook onderling, en ook daarbij geeft de gedragscode ondersteuning. De code en de voorgestelde registraties zijn instrumenten. Integriteit is uiteindelijk niet in regels te vangen. Integer handelen kan alleen in een cultuur en organisatie waar ook de andere waarden van goed bestuur worden nagestreefd.

De wetgeving (en de gedragscode in aanvulling hierop) bevat diverse voorschriften inzake openheid met het oog op de integriteit. Die voorschriften hebben betrekking op openbaarmaking van nevenfuncties en/of neveninkomsten, van geschenken, buitenlandse reizen, excursies en evenementen.

De registratie in de code is bedoeld om de transparantie te bevorderen die belangenverstrengeling en onverantwoord en/of onjuist gebruik van publieke middelen door politieke ambtsdragers moet tegengaan. De politieke ambtsdrager is primair zelf verantwoordelijk voor zijn integriteit en hij zal zich daar in alle openheid over moeten verantwoorden.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1

Hierin worden wetsartikelen genoemd waar raadsleden zich aan dienen te houden.

Alvorens hun functie te kunnen uitoefenen leggen de raadsleden in de vergadering ten overstaan van de voorzitter, de volgende eed (verklaring en belofte) af:

‘Ik zweer (verklaar) dat ik om tot raadslid benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd. Ik zweer (verklaar en beloof) dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen. Ik zweer (beloof) dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als raadslid naar eer en geweten zal vervullen.’

Een lid van een volksvertegenwoordiging neemt niet deel aan de stemming over een aangelegenheid die hem rechtstreeks of middellijk persoonlijk aangaat of waarbij hij als vertegenwoordiger is betrokken; de vaststelling of goedkeuring der rekening van een lichaam waaraan hij rekenplichtig is of tot welks bestuur hij hoort (artikel 28 Gemeentewet). Het bestuursorgaan waakt ertegen dat tot het bestuursorgaan behorende of daarvoor werkzame personen die een persoonlijk belang bij een besluit hebben, de besluitvorming beïnvloeden (artikel 2:4, tweede lid, Algemene wet bestuursrecht).

Verboden overeenkomsten/handelingen: volksvertegenwoordigers mogen in geschillen, waar de gemeente partij is, niet als advocaat, adviseur of gemachtigde werkzaam zijn. Zij mogen bepaalde overeenkomsten, waar de gemeente bij betrokken is, niet rechtstreeks of middellijk aangaan. Van verboden overeenkomsten kan ontheffing worden verleend (artikel 15, eerste en tweede lid, Gemeentewet). Op overtreding staat uiteindelijk de sanctie van schorsing en vervallenverklaring van het lidmaatschap van de volksvertegenwoordiging (artikelen X7, X7a en X8 Kieswet).

Onverenigbaarheid van functies: het zijn van volksvertegenwoordiger sluit het hebben van een aantal andere functies uit (artikel 13 Gemeentewet). Dat leidt er uiteindelijk toe dat betrokkene ophoudt lid te zijn van de volksvertegenwoordiging (artikel X1 Kieswet).

Artikel 2

Het betreft een uitwerking van de wettelijke verplichting om nevenfuncties openbaar te maken. Volksvertegenwoordigers maken openbaar welke nevenfuncties zij vervullen. Het raadslid is verantwoordelijk voor de tijdige aanlevering van de informatie en voor de actualiteit daarvan. De informatie wordt neergelegd in een openbaar register dat ter inzage ligt op het gemeentehuis (artikel 12 Gemeentewet).

Artikel 3

Een ieder die is betrokken bij de uitvoering van de taak van een bestuursorgaan en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, en voor wie niet reeds uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift ter zake van die gegevens een geheimhoudingsplicht geldt, is verplicht tot geheimhouding van die gegevens, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hem tot mededeling verplicht of uit zijn taak de noodzaak tot mededeling voortvloeit (artikel 2:5 Algemene wet bestuursrecht).

Burgemeester en wethouders kunnen op grond van een belang, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, geheimhouding opleggen. Ook de burgemeester heeft die bevoegdheid. De geheimhoudingsplicht moet worden bevestigd door de volksvertegenwoordiging. Ook de gemeenteraad, onderscheidenlijk (de voorzitter van) een commissie kunnen geheimhouding opleggen (artikelen 25, 55 en 86 Gemeentewet)

Het schenden van de geheimhoudingsplicht is een misdrijf (artikel 272 Wetboek van Strafrecht).

3.1

Het is belangrijk de juiste maatregelen te treffen om te voorkomen dat onbevoegden vertrouwelijke en/of geheime gegevens kunnen bezitten, raadplegen of beschadigen. Daarbij moet in de digitale setting worden gedacht aan de beveiliging van de computer, smartphones, iPads, e.d. met wachtwoorden en het niet onbeheerd achterlaten van USB-sticks met vertrouwelijke/geheime informatie.

Artikel 4

4.1

In de gedragscode is uitgangspunt dat geschenken, faciliteiten en diensten niet worden geaccepteerd als hiermee de onafhankelijke positie van het raadslid kan worden beïnvloed. Dat is in ieder geval aan de orde in onderhandelingssituaties. Is daarvan geen sprake dan kunnen om praktische redenen incidentele kleine geschenken (met een geschatte waarde van € 50 of minder) door het raadslid worden aanvaard, echter nooit op het huisadres. Duurdere geschenken worden niet aanvaard. Zij worden teruggestuurd of eigendom van de gemeente die zorgt voor een goede bestemming van het geschenk. In een openbaar register worden opgenomen welke geschenken van meer dan € 50 de gemeente heeft aanvaard en welke bestemming daaraan is gegeven.

4.2 en 4.3

Het gaat hier om excursies, evenementen en buitenlandse reizen die betrokkene als raadslid aanvaardt. Excursies, evenementen en buitenlandse reizen in de hoedanigheid van lid van een politieke partij vallen hier dus niet onder.

Artikel 5

Er zijn voor raadsleden voorschriften opgenomen in de gemeentelijke Verordening Rechtspositie over de wijze van declaratie (inclusief het overleggen van bewijsstukken) van vooruit betaalde (zakelijke) kosten en over rechtstreekse facturering van (zakelijke) kosten.

De gemeenteraad kan (of aan een delegatie daaruit) toestemming verlenen voor een excursie of reis naar het buitenland. Die excursie/reis moet zijn georganiseerd door of vanwege de gemeente. De in redelijkheid gemaakte reis- en verblijfkosten komen voor rekening van de gemeente. De gemeenteraad kan aan de toestemming voorwaarden verbinden.

5.1

Aan raadsleden worden rechtspositionele voorzieningen, vergoedingen en andere verstrekkingen geboden die een goed functioneren van de volksvertegenwoordigers mogelijk maken. Wat betreft de uitwerking van de principes van dit stelsel wordt aangesloten bij de werkwijze in het Voorzieningenbesluit dat geldt voor ministers en staatssecretarissen: a. in beginsel worden voorzieningen en verstrekkingen in bruikleen ter beschikking gesteld; b. indien een voorziening of verstrekking niet in bruikleen ter beschikking kan worden gesteld, wordt de factuur direct ten laste van de begroting van het bestuursorgaan betaald; c. het vergoeden van voorzieningen en verstrekkingen achteraf door het indienen van declaraties, wordt tot een minimum beperkt; d. voorzieningen, verstrekkingen en declaraties worden maandelijks openbaar gemaakt op internet.

Uitgangspunt is hier dat zo weinig mogelijk uitgaven door de volksvertegenwoordiger zelf worden gedaan via zijn of haar privérekening. Geldstromen tussen de rekening van het bestuursorgaan en de persoonlijke rekening van de volksvertegenwoordiger maken een zwaardere controle op de uitgaven noodzakelijk. Het raadslid zal zich uiteraard nauwgezet moeten houden aan de regels en procedures die er met het oog hierop voor hem of haar gelden.

5.3

Stelregel is dat privégebruik van gemeentelijke voorzieningen niet is toegestaan. Wel hebben organisaties mogelijk een specifieke regeling die privégebruik van bedrijfsmiddelen reguleert, zoals privégebruik van een mobiele telefoon en tablet.

Artikel 6

Voor raadsleden zijn integriteit en de handhaving daarvan essentieel voor het gezag van de lokale democratie. De raad moet zich het vertrouwen verwerven van de bewoners. Door integer, transparant en met respect te handelen kan de raad het gezag dat men als overheidsorgaan vertegenwoordigt behouden. ‘De raad is immers hét forum waar gewichtige lokale vraagstukken gezaghebbend worden bediscussieerd’, aldus de wetgever. Daartoe dient deze gedragscode met onderwerpen zoals hiervoor benoemd. De gedragscode is echter niet volledig zonder een paragraaf over omgangsvormen in de raad, tussen raad en college en over de wijze van debatteren. Het functioneren van de raad en de positief kritische samenwerking met respect voor elkaars mening en programmatische verschillen is afhankelijk van de ruimte die en het respect dat men voor elkaar heeft.

De raad heeft een wettelijke relatie met het college en niet met de ambtelijke organisatie. Ook daarvan moeten raadsleden zich bewust zijn. Het college kan op het functioneren van de ambtelijke organisatie worden aangesproken, niet de ambtenaren zelf. Zij kunnen zich immers niet verweren en zijn aan de raad geen verantwoording schuldig. Die verantwoording loopt via de ambtelijke lijnen van de gemeente.

Informatie van het college aan de raad dient op tijd te geschieden en moet steeds vanuit de wettelijke informatieplicht worden verstrekt. Is dat niet mogelijk, dan verschaft het college de raad onmiddellijk inzicht in de redenen daarvan.

Artikel 7

7.1

De gemeenteraad is het hoogste bestuursorgaan en als zodanig verantwoordelijk voor de inhoud van de gedragscode, voor een eenduidige interpretatie daarvan en voor wijziging/aanvulling daarvan bij onduidelijkheden of leemtes.

7.2

De Gemeentewet verplicht de gemeenteraad om voor zichzelf en voor de bestuurders een gedragscode vast te stellen. Aanvullend op de wettelijke regels die gelden voor politieke ambtsdragers, bevat de gedragscode een aantal materiële normen waaraan de politieke ambtsdragers zich committeren. De burgemeester krijgt de wettelijke taak om de bestuurlijke integriteit van zijn of haar gemeente te bevorderen. Hiermee is de verantwoordelijkheid voor de portefeuille ‘integriteit’ duidelijk belegd.

De wettelijke bepalingen bieden de ruimte om naar gelang de situatie handelend op te treden, waarbij niet alleen gedacht moet worden aan het optreden bij incidenten.

Belangrijk onderdeel is ook de preventie: ervoor te zorgen dat integriteit en integriteitsbewustzijn in de bestuurlijke gremia een plek krijgen en daarbij afspraken te maken over een regelmatige bespreking van het thema integriteit, zowel in de volksvertegenwoordiging als met het bestuur. De burgemeester hoeft hier niet alleen voor te staan. Een daartoe aangewezen contactpersoon of vertrouwenspersoon (bijvoorbeeld de griffier) kan hier in relatie tot de gemeenteraad eveneens een belangrijke rol in spelen. Goed denkbaar is ook dat de gemeenteraad met de burgemeester nadere afspraken maakt over de werkwijze die wordt gevolgd ingeval zich een incident of een vermoeden van een integriteitsschending voordoet. Dat geeft houvast en rust op het moment dat er gehandeld dient te worden. Al deze processuele en procedurele afspraken kunnen onderdeel uitmaken van de gedragscode. De onderwerpen, genoemd in artikel 7, lid 2, eerste lid, zijn niet uitputtend.