Regeling vervallen per 01-01-2018

Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren in de kern Ter Heijde aan zee

Geldend van 14-05-2006 t/m 31-12-2017

Intitulé

Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren in de kern Ter Heijde aan zee

De raad van de gemeente Westland;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 3 januari 2006, nr. 5.6.1;

gelet op het bepaalde in artikel 147 van de Gemeentewet en artikel 2a van de Wegenverkeerswet;

besluit:

Vast te stellen de:

verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren in de kern Ter Heijde aan zee

Artikel 1 Begripsomschrijving

  • a. motorvoertuig: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990;

  • b. parkeren: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990;

  • c. houder: degene die naar de omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorvoertuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet aangehouden register van opgegeven kentekens, als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor het motorvoertuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven; houders van leaseauto's worden met houders gelijkgesteld;

  • d. belanghebbendenplaats:

    1. een parkeergelegenheid die is aangeduid met bord E9 uit bijlage I van het RVV 1990;

    2. een parkeergelegenheid die is gelegen binnen een zone aangeduid met bord E9 uit bijlage I van het RVV 1990 met het opschrift zone en, indien het onderbord dit aangeeft, nader aangeduid met de tekst 'parkeren vergunninghouders';

  • e. vergunning: een door burgemeester en wethouders verleende kaart krachtens welke het is toegestaan een bepaald motorvoertuig te parkeren op daartoe aangewezen belanghebbendenplaatsen;

  • f. vergunninghouder: de houder van een motorvoertuig ten behoeve waarvan een vergunning is verleend.

Artikel 2 Aanwijzing parkeergelegenheden voor vergunninghouders

  • 1. Burgemeester en wethouders wijzen de terreinen en weggedeelten aan die bestemd zijn voor het parkeren van motorvoertuigen door vergunninghouders.

  • 2. Burgemeester en wethouders stellen de periode, de dagen en tijdstippen vast, waarop het parkeren zoals bedoeld in lid 1, sub b, is toegestaan.

  • 3. Indien het verkeersbelang of andere dringende omstandigheden zulks noodzakelijk maken, zijn burgemeester en wethouders bevoegd van een in het tweede lid bedoelde beslissing af te wijken.

Artikel 3 Het verlenen van de vergunning

  • 1. Een vergunning kan alleen worden aangevraagd door of ten behoeve van de eigenaar of de houder van een motorvoertuig, wanneer deze:

    a. woont in een gebied waar belanghebbendenplaatsen aanwezig zijn, danwel:

    b. een beroep of bedrijf uitoefent in een gebied waar belanghebbendenplaatsen aanwezig zijn en aantoont dat het in het belang van diens beroeps- of bedrijfsuitoefening noodzakelijk is in dat gebied een motorvoertuig te parkeren.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen een vergunning ook verlenen ten behoeve van eigenaren of houders van motorvoertuigen die niet voldoen aan één van de in het eerste lid genoemde voorwaarden.

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen aan de vergunning zowel beperkingen en/of voorschriften verbinden met betrekking tot de te gebruiken parkeerplaatsen als met de tijdstippen waarop de vergunning van kracht is.

Artikel 4

  • 1. Een vergunning wordt verleend voor een bepaalde tijd.

  • 2. De vergunning bevat in ieder geval de volgende gegevens:

    a. het kenteken van het motorvoertuig;

    b. de naam van de houder of het bedrijf;

    c. het gebied of het weggedeelte/weggedeelten, waarvoor de vergunning is verleend;

    d. de periode waarin de vergunning geldig is;

    e. de voorschriften/beperkingen als bedoeld in artikel 3, lid 3.

  • 3. In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders van het in het tweede lid gestelde afwijken, zoals in geval van afgifte van vergunning als bedoeld in artikel 3, lid 1, sub b.

  • 4. Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels geven voor het aanvragen en verlenen van een vergunning.

Artikel 5 Duplicaten

  • 1. Indien een geldige kaart is versleten, geheel of ten dele onleesbaar is geworden, verloren geraakt, is gestolen of tenietgegaan, kan een duplicaat worden verstrekt.

  • 2. Indien de kaart is versleten of ten dele onleesbaar is geworden, wordt een duplicaat slechts uitgereikt tegen inlevering van die kaart.

Artikel 6 Verplichting vergunninghouder

De vergunninghouder draagt er zorg voor dat de vergunning duidelijk zichtbaar achter de voorruit van het motorvoertuig aanwezig is.

Artikel 7 Intrekken of wijzigen van de vergunning

Burgemeester en wethouders kunnen de vergunning intrekken of wijzigen:

a. op verzoek van de vergunninghouder;

b. wanneer de vergunninghouder het gebied waarvoor de vergunning is verleend, metterwoon verlaat of het daar uitgeoefende beroep beëindigt;

c. wanneer er zich een wijziging voordoet in de omstandigheden die relevant zijn voor het verlenen van de vergunning;

d. wanneer voor het betreffende gebied het stelsel van vergunningen komt te vervallen;

e. wanneer de vergunninghouder handelt in strijd met de aan de vergunning verbonden voorschriften en/of beperkingen;

f. wanneer blijkt dat bij de aanvraag van de vergunning onjuiste gegevens zijn verstrekt;

g. door afgifte van een duplicaat;

h. om redenen van openbaar belang.

Indien tussentijds in verband met wijziging van het kenteken dan wel in verband met verlies of in ongerede raken van de kaart, een nieuwe kaart wordt verstrekt, dan geldt daarvoor de geldigheidstermijn die gold voor de vervangen kaart.

Artikel 8 Verbodsbepalingen

  • 1. Het is een ieder verboden om enig voorwerp, niet zijnde een motorvoertuig, te plaatsen of te laten staan op een belanghebbendenplaats gedurende de tijden waarop het parkeren op een belanghebbendenplaats slechts aan vergunninghouders is toegestaan.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel.

  • 3. Het in lid 1 gestelde verbod geldt niet voor het parkeren van caravans door vergunninghouders voor een periode van drie aaneengesloten dagen.

Artikel 9

Het is verboden gedurende de tijden waarop het parkeren op een belanghebbendenplaats slechts aan vergunninghouders is toegestaan aldaar een motorvoertuig te parkeren of geparkeerd te houden:

a. zonder vergunning;

b. zonder dat het motorvoertuig duidelijk zichtbaar is voorzien van de vergunning;

c. in strijd met de aan de vergunning verbonden voorschriften en/of beperkingen.

Artikel 10 Strafbepaling

Voorzover op overtreding van enige bepaling van deze verordening niet reeds straf is gesteld in artikel 92 van het RVV 1990, wordt overtreding gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of een geldboete van de eerste categorie.

Artikel 11 Opsporingsambtenaren

Met de opsporing zijn, behalve de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering genoemde opsporingsambtenaren de door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren belast.

Artikel 12 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die van bekendmaking van deze verordening.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Parkeerverordening Ter Heijde aan zee 2006.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad in zijn openbare vergadering van 31 januari 2006
de griffier - N. Broekema
de voorzitter - J. van der Tak