Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Westland houdende regels omtrent ondergrondse infrastructuur (Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuur gemeente Westland 2020)

Geldend van 29-02-2020 t/m heden

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Westland houdende regels omtrent ondergrondse infrastructuur (Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuur gemeente Westland 2020)

De raad van de gemeente Westland;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 7 januari 2020 betreffende vaststellen van de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuur van de gemeente Westland;

gelet op artikel 1 van de Belemmeringenwet privaatrecht, artikelen 5.2 en 5.4, vierde lid, van de Telecommunicatiewet en artikel 149 van de Gemeentewet;

gelet op het positieve advies van de commissie Ruimte d.d. 4 februari 2020;

besluit:

vast te stellen de volgende verordening:

Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuur gemeente Westland 2020

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    aanvraag: de aanvraag om een instemmingsbesluit;

  • b.

    belanghebbenden: partijen wonende of gelegen in de directe nabijheid waar de werkzaamheden, die onder de reikwijdte van de verordening vallen, plaatsvinden;

  • c.

    breekverbod: (tijdelijk) verbod voor het uitvoeren van werkzaamheden;

  • d.

    burgemeester: de burgemeester van de gemeente Westland;

  • e.

    college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Westland;

  • f.

    gedoogplichtige: degene op wie een gedoogplicht rust als bedoeld in artikel 5.2, eerste lid, van de Telecommunicatiewet, een publiekrechtelijke vergunning of een privaatrechtelijke overeenkomst;

  • g.

    grondroerder: een partij die (1) met vergunning of instemmingsbesluit van het college, (2) na melding of (3) wegens spoedeisendheid feitelijk de werkzaamheden uitvoert die onder de reikwijdte van deze verordening vallen;

  • h.

    instemmingsbesluit: besluit van het college als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, onder b, van de Telecommunicatiewet, alsmede als bedoeld in artikel 5 van deze verordening;

  • i.

    Handboek: Handboek Kabels en Leidingen waarin onder meer nadere regels zijn opgenomen betreffende de veiligheid, het ontwerp, het beheer, de aanleg, het onderhoud, de exploitatie en het opruimen van kabels en leidingen, alsmede bepalingen met betrekking tot de ordening, planning en coördinatie van werkzaamheden in verband met werkzaamheden aan kabels en leidingen;

  • j.

    kabels en leidingen: een of meer kabels en/of leidingen die onderdeel zijn van een (openbaar elektronisch communicatie)netwerk, daaronder mede begrepen de daarmee verbonden transformator-, schakel-, verdeel- en onderstations, distributie- en/of mutatiepunten, en tevens omvattende lege buizen, ondergrondse ondersteunings-werken en beschermingswerken, bestemd voor het transport van vaste, vloeibare of gasvormige stoffen, van energie of van informatie;

  • k.

    melding: melding als bedoeld in artikel 5, derde lid van deze verordening. Het betreft een melding voor werkzaamheden van niet ingrijpende aard, waarvoor geen vergunning of instemmingsbesluit noodzakelijk is;

  • l.

    netbeheerder: degene die als natuurlijk persoon handelende in de uitoefening van een beroep of bedrijf dan wel als rechtspersoon een net beheert.

  • m.

    openbare gronden: alle voor het publiek openbare, al dan niet met enige beperking, toegankelijke wegen en wateren inclusief fietspaden, voetpaden, trottoirs, bermen, plantsoenen en parken die in beheer zijn van de gemeente Westland, inclusief de daarin gelegen kunstwerken;

  • n.

    vergunning: een vergunning als bedoeld in artikel 5, eerste en tweede lid. Het betreft een vergunning voor de aanleg, instandhouding of opruiming van kabels en leidingen in of op openbare gronden, niet zijnde telecomkabels;

  • o.

    Warmtevisie: Visiedocument van de gemeente Westland waarin is vastgelegd hoe de warmtetransitie zal worden vormgegeven. Op het moment van gereedkomen van deze verordening is de Warmtevisie nog niet gepubliceerd

  • p.

    werkzaamheden van niet ingrijpende aard: categorieën van werkzaamheden waarvoor geen instemmingsbesluit of vergunning noodzakelijk is, maar waarbij kan worden volstaan met een melding.

Artikel 2. Reikwijdte

  • 1. Deze verordening is van toepassing op de aanleg, het houden, het onderhoud, de exploitatie en het opruimen van kabels en leidingen door of namens een netbeheerder binnen de gemeente Westland.

  • 2. Het bepaalde in deze verordening geldt niet voor zover hierin reeds is voorzien in de Telecommunicatiewet of privaatrechtelijke overeenkomsten.

Artikel 3. Coördinatie van werkzaamheden

Het college is belast met de coördinatie van werkzaamheden in of op openbare gronden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en leidingen. Hierbij worden mede betrokken andere werkzaamheden in of op openbare gronden.

Artikel 4. Handboek Kabels en Leidingen

Het college stelt ter uitvoering van deze verordening het Handboek vast waarin onder meer nadere regels zijn opgenomen betreffende de veiligheid, het ontwerp, het beheer, de aanleg, het onderhoud, de exploitatie en het opruimen van kabels en leidingen, alsmede bepalingen met betrekking tot de ordening, planning en coördinatie van werkzaamheden in verband met werkzaamheden aan kabels en leidingen.

Hoofdstuk 2. Vergunningplicht en procedure

Artikel 5. Vereiste vergunning, instemming of melding

  • 1. Het is verboden zonder of in afwijking van een vergunning of instemmingsbesluit kabels en leidingen in, op of boven de openbare gronden:

    • a.

      aan te leggen of te houden;

    • b.

      te onderhouden of te exploiteren;

    • c.

      te verwijderen/ op te ruimen;

    • d.

      te wijzigen;

    • e.

      te verplaatsen;

    • f.

      een andere functie te geven dan die in de vergunning of het instemmingsbesluit is omschreven.

  • 2. In afwijking van het eerste lid kan voor werkzaamheden van niet ingrijpende aard worden volstaan met een melding aan het college. Het college stelt nadere regels vast ten aanzien van categorieën van werkzaamheden van niet ingrijpende aard en kan aan de uitvoering van deze werkzaamheden voorschriften en beperkingen verbinden als bedoeld in artikel 9 van deze verordening.

  • 3. Het college kan één of meer gebieden aanwijzen waarbinnen niet volstaan kan worden met een melding, maar altijd een vergunning of instemmingsbesluit moet worden aangevraagd.

  • 4. Werkzaamheden ten gevolge van een ernstige belemmering of storing in de dienstverlening, waarvan uitstel redelijkerwijs niet mogelijk of niet gewenst is, dienen onverwijld te worden gemeld aan de burgemeester of diens gemachtigde. Indien de ernstige belemmering of storing zich buiten werktijden voordoet, dan dient de melding achteraf, doch niet later dan de eerstvolgende werkdag, te worden gedaan. Ingeval de openbare orde of gevaar, dan wel de vrees voor het ontstaan van gevaar zich verzet tegen de uitvoering van de voorgenomen werkzaamheden, kan de burgemeester besluiten dat de werkzaamheden op een ander dan het voorgenomen tijdstip plaatsvinden. Het college stelt nadere regels vast ten aanzien van de wijze van melding en uitvoering van deze werkzaamheden.

Artikel 6. Breekverbod

  • 1. Behoudens in geval van spoedeisende werkzaamheden is bij onder andere weersomstandigheden, waarbij de uitvoering van de werkzaamheden tot overlast of gevaar voor de bewoners en/of schade voor de gemeente kan leiden, het college bevoegd een breekverbod in te stellen. De vaststelling dat er sprake is van deze weersomstandigheden is een bevoegdheid van het college.

  • 2. Tijdens door de burgemeester vergunde evenementen geldt altijd een breekverbod ingeval werkzaamheden plaatshebben ter hoogte van het evenement. De termijnen zoals bedoeld in het tweede lid van artikel 9 worden automatisch verlengd met de periode van het breekverbod. Uiterlijk een dag voor beëindiging van het breekverbod, zal het college de betrokken uitvoerende partij(en) hierover informeren.

  • 3. In het handboek als bedoeld in artikel 4 zijn nadere regels opgenomen omtrent de instelling van een breekverbod.

Artikel 7. Procedure aanvraag vergunning of instemmingsbesluit / doen van een melding

  • 1. De aanvraag voor een vergunning of instemmingsbesluit wordt ten minste acht weken voor aanvang van de werkzaamheden ingediend via de procedure zoals omschreven in het Handboek.

  • 2. Het college stelt in het Handboek vast welke gegevens en documenten voor de beoordeling van de aanvraag benodigd zijn en hoe deze dienen te worden aangeleverd. De aanvraag dient overeenkomstig het Handboek te worden ingediend.

  • 3. Een melding wordt minimaal drie werkdagen voor aanvang van de werkzaamheden aan het college gedaan.

  • 4. Als de werkzaamheden ook betrekking hebben op openbare gronden van een andere gedoogplichtige of grondeigenaar dan de gemeente en/of als er een aanvraag voor een vergunning al dan niet bij een ander bestuursorgaan op grond van een andere wet is ingediend, dan stelt de aanvrager het college hiervan op de hoogte.

  • 5. In het geval van spoedeisende werkzaamheden of een calamiteit is de in het derde lid van dit artikel bepaalde termijn niet van toepassing. Het college stelt in het Handboek vast op welke wijze de netbeheerder spoedeisende werkzaamheden en calamiteiten bij het college kenbaar dient te maken.

  • 6. Het college kan in een vergunning of instemmingsbesluit voorschrijven dat de netbeheerder ná afronden van de werkzaamheden of een deel daarvan, een gereed melding moet doen.

Artikel 8. Beslistermijnen

  • 1. Het college beslist op de aanvraag binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag.

  • 2. Indien voor de aanleg, instandhouding of opruiming van kabels of leidingen zowel een aanvraag op grond van deze verordening als een aanvraag op grond van een andere wet is ingediend, al dan niet bij een ander bestuursorgaan, dan stelt de aanvrager het college hiervan op de hoogte. Indien een beschikking niet binnen acht weken kan worden gegeven, deelt het college dit aan de aanvrager mede en noemt het daarbij een zo kort mogelijke termijn van ten hoogste acht weken waarbinnen de beschikking wel tegemoet kan worden gezien.

  • 3. Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing.

Artikel 9. Voorschriften, beperkingen en weigeringsgronden

  • 1. Het college kan aan een vergunning of instemmingsbesluit voorschriften en beperkingen verbinden, dan wel een vergunning weigeren, in het belang van:

    • a.

      de openbare orde;

    • b.

      de veiligheid, waaronder ook wordt verstaan de verkeersveiligheid;

    • c.

      het voorkomen of beperken van overlast;

    • d.

      de bereikbaarheid van gronden en gebouwen;

    • e.

      de ondergrondse ordening, waaronder mede verstaan wordt de bescherming van reeds in de grond aanwezige werken;

    • f.

      bescherming van archeologische vondsten, groenvoorziening, bomen en beplantingen;

    • g.

      uiterlijk aanzien van de omgeving;

    • h.

      de bescherming en ongestoorde exploitatie van naburige kabels en leidingen;

    • i.

      de afstemming met andere werken;

    • j.

      tijdstip van de werkzaamheden;

    • k.

      de bepaling van onderhoudsverplichtingen ten aanzien van de infrastructuur of openbare gronden;

    • l.

      verzekering van de toestand waarin het tracé na voltooiing van het werk moet worden opgeleverd.

    • m.

      het beschermen van ruimtereserveringen ten behoeve van de aanleg en exploitatie van leidingen in leidingstroken die zijn vastgelegd in de Warmtevisie

  • 2. De werkzaamheden moeten zijn voltooid binnen zes maanden na aanvang, tenzij in de vergunning of het instemmingsbesluit anders is bepaald.

  • 3. De aanvrager draagt er zorg voor dat de voorschriften die aan de vergunning of het instemmingsbesluit zijn verbonden worden nageleefd.

  • 4. De belanghebbenden ter plaatse van de uit te voeren werkzaamheden dienen schriftelijk te worden geïnformeerd door de netbeheerder over aanvang, duur, aard en plaats van de werkzaamheden.

  • 5. Het college stelt nadere regels vast ten aanzien van de wijze van uitvoering van werkzaamheden aan kabels of leidingen in het Handboek.

Artikel 10. Wijziging of intrekking

  • 1. Het college kan de vergunning of het instemmingsbesluit wijzigen of intrekken, indien:

    • a.

      de aanvrager niet binnen zes maanden na het onherroepelijk worden van de vergunning of het instemmingsbesluit, of de daarin opgenomen afwijkende termijn, met de werkzaamheden als omschreven in de vergunning of het instemmingsbesluit is begonnen;

    • b.

      de in de vergunning of het instemmingsbesluit benoemde werkzaamheden langer dan een aaneengesloten periode van zes maanden stilliggen;

    • c.

      de vergunning of het instemmingsbesluit is verleend op basis van onjuiste of onvolledige gegevens;

    • d.

      de aanvrager het bepaalde bij of krachtens deze verordening niet naleeft;

    • e.

      na het verlenen van de vergunning of het instemmingsbesluit naar het oordeel van het college gegronde aanleiding bestaat te veronderstellen dat het van kracht blijven van de vergunning of het instemmingsbesluit onaanvaardbare schadelijke gevolgen heeft voor mens, natuur of milieu en hieraan door het stellen van nadere voorschriften en beperkingen aan de verleende vergunning of het instemmingsbesluit niet kan worden tegemoetgekomen;

    In aanvulling op de bovenstaande grondslagen kan het college de vergunning wijzigen of intrekken, indien:

    • f.

      de netbeheerder de kabel of leiding definitief buiten gebruik heeft gesteld;

    • g.

      dit naar het oordeel van het college of burgemeester redelijkerwijs nodig is vanwege de rechtmatige uitoefening van zijn publiekrechtelijke bevoegdheid of taak;

    • h.

      dit noodzakelijk is vanwege de uitvoering van werken.

    • i.

      de ondergrondse ruimte opnieuw moet worden ingericht omdat anders te weinig ruimte beschikbaar is voor de aanleg of instandhouding van andere netten.

  • 2. Het college trekt de vergunning of het instemmingsbesluit in indien de houder schriftelijk aan het college verklaart geen gebruik meer daarvan te willen maken.

  • 3. Aanvrager en/of grondroerder en/of netbeheerder is verplicht na het verlopen, opzeggen of geheel of gedeeltelijk intrekken van de vergunning de kabel of leiding binnen een door het college te bepalen termijn op te ruimen.

Hoofdstuk 3. Overige bepalingen

Artikel 11. Herstel openbare gronden na beëindiging werkzaamheden

  • 1. Openbare gronden worden na beëindiging van de werkzaamheden in de oude staat teruggebracht, tenzij het college anders heeft besloten.

  • 2. Indien door de netbeheerder werkzaamheden aan kabels of leidingen in of op openbare gronden worden uitgevoerd, brengt het college de marktconforme kosten voor herstel, beheer, onderhoud en degeneratie van openbare gronden die het rechtstreekse gevolg zijn van de uitgevoerde werkzaamheden bij de netbeheerder in rekening.

  • 3. Het college stelt nadere regels vast over de uitoefening van de bevoegdheid als bedoeld in het tweede lid.

Artikel 12. Verplichtingen netbeheerder

  • 1. De netbeheerder is verplicht om zorg te dragen voor een goede staat van onderhoud van kabels en leidingen.

  • 2. Indien de eigendom, de exploitatie, het beheer of het gebruik van kabels of leidingen wijzigt, stelt de netbeheerder het college onverwijld schriftelijk van deze wijziging in kennis.

  • 3. De netbeheerder levert op verzoek van het college liggingsinformatie over een kabel of leiding voor zover deze informatie noodzakelijk is voor de uitoefening van de publiekrechtelijke taakstelling van de gemeente als beschreven in deze Verordening.

Artikel 13. Meldingsplicht verontreiniging, gevaar of hinder

  • 1. De netbeheerder en/of grondroerder is verplicht verontreiniging, gevaar of hinder, dan wel storingen waarbij verontreiniging, gevaar of hinder kunnen optreden, onmiddellijk conform de procedures als bedoeld in het Handboek te melden en alle maatregelen te treffen teneinde verdere verontreiniging, schade of hinder te voorkomen.

  • 2. Het college kan de netbeheerder en/of grondroerder opdragen een milieutechnisch onderzoek, dan wel een onderzoek naar mogelijk gevaar of hinder uit te voeren, indien een redelijk vermoeden bestaat van verontreiniging, gevaar of hinder, ontstaan bij de exploitatie van de kabel of leiding.

  • 3. Het college kan bij gebleken of ernstige dreiging van verontreiniging, gevaar of hinder in of nabij het tracé van de kabel of leiding opschorting gelasten van de exploitatie van de betreffende kabel of leiding.

Artikel 14. Overleg en afstemming

  • 1. Het college organiseert ten minste eenmaal per jaar een overleg, waarvoor in elk geval de bij de gemeente Westland bekende netbeheerders en andere betrokken of belanghebbende partijen worden uitgenodigd.

  • 2. In dit overleg worden de plannen van de gemeente Westland en van de diverse netbeheerders en andere betrokken of belanghebbende partijen besproken en eventueel afgestemd in het kader van de bepalingen van deze verordening.

Artikel 15. (Mede)gebruik van voorzieningen

Een netbeheerder maakt bij de aanleg, instandhouding of het verplaatsen van kabels en/of leidingen in, op en boven openbare gronden zoveel mogelijk (mede)gebruik van bestaande, hetzij door overige netbeheerders dan wel door of in opdracht van het college aangelegde, voorzieningen indien dit technisch haalbaar is en medegebruik geen belemmering vormt voor de veiligheid, toegankelijkheid en leveringszekerheid.

Artikel 16. Het aanpassen van kabels en leidingen en nadeelcompensatie

  • 1. Het bepaalde in dit artikel geldt niet voor zover hierin reeds is voorzien in (privaatrechtelijke) schriftelijke afspraken tussen partijen of in de Telecommunicatiewet;

  • 2. De netbeheerder is verplicht op verzoek van het college over te gaan tot het aanpassen van een kabel of leiding, waaronder, doch niet beperkt tot: het verplaatsen, ten aanzien van kabels en/of leidingen ten dienste van zijn netwerk, indien dit naar het oordeel van het college of burgemeester redelijkerwijs nodig is vanwege de rechtmatige uitoefening van zijn publiekrechtelijke bevoegdheid of taak, één en ander met inachtneming van het vierde lid van dit artikel.

  • 3. Eventuele nadeelcompensatie in verband met het bepaalde in het tweede lid wordt toegekend op basis van een publiekrechtelijke regeling.

  • 4. Het college en de netbeheerder zullen bij het nemen van maatregelen, waaronder het verplaatsen, ten aanzien van kabels en/of leidingen elkaars schade beperken.

Artikel 17. Niet-openbare kabels en leidingen

  • 1. Bij werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van niet-openbare kabels en/of leidingen in, op en boven openbare gronden is het bepaalde in deze verordening van overeenkomstige toepassing.

  • 2. Het opnemen van het eerste lid van dit artikel in deze verordening houdt geen gedoogplicht in voor de gemeente Westland met betrekking tot niet-openbare kabels en/of leidingen.

Artikel 18. Permanente onttrekking van gronden aan de openbaarheid

Indien de gemeente voornemens is om gronden over te dragen aan derden, waarin een kabel of leiding (niet zijnde een huisaansluiting) is gelegen van een netbeheerder, en deze gronden na overdracht permanent aan de openbaarheid worden onttrokken, dan treedt het college eerst in overleg met de netbeheerder over de consequenties van de onttrekking van de gronden aan de openbaarheid. Wanneer de netbeheerder aangeeft dat de consequenties onaanvaardbaar zijn voor de instandhouding en leveringszekerheid, dan zal de gemeente medewerking verlenen aan het vastleggen van een zakelijk recht of aan verlegging van de kabel/leiding of voorwaarden verbinden aan het gebruik van de gronden jegens derden.

Hoofdstuk 4. Toezicht en handhaving

Artikel 19. Toezicht en handhaving

  • 1. Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde zijn belast de door burgemeester en wethouders aangewezen personen.

  • 2. Indien het college vaststelt dat de verplichtingen van deze verordening niet zijn nagekomen, kan het college besluiten handhavend op te treden dan wel legalisatie achteraf van de ontstane situatie verlangen met inachtneming van de bepalingen zoals vastgelegd in de Algemene wet bestuursrecht. Indien blijkt dat de uitgevoerde werkzaamheden zijn gemeld maar dat hiervoor een vergunning of instemmingsbesluit is vereist, is dit artikel van overeenkomstige toepassing.

  • 3. Onverminderd het bepaalde in het tweede lid, artikel 7, vijfde lid en hun overige wettelijke bevoegdheden is het college bevoegd, met kennisgeving vooraf aan de netbeheerder, de vergunning of het instemmingsbesluit in te trekken of de werkzaamheden stil te leggen indien:

    • a.

      er wordt gewerkt zonder vergunning of instemmingsbesluit of zonder melding;

    • b.

      de vergunning of het instemmingsbesluit is verleend ten gevolge van onjuiste of onvolledige gegevens;

    • c.

      de vergunning of het instemmingsbesluit in strijd met enig wettelijk voorschrift is verleend;

    • d.

      er wordt gewerkt in afwijking van de voorschriften van de vergunning of het instemmingsbesluit;

    • e.

      er wordt gewerkt in afwijking van de nadere regels opgenomen in het Handboek;

    • f.

      er wordt gewerkt in strijd met het geldende breekverbod;

    • g.

      er sprake is van een ernstig gevaar voor de veiligheid en/of gezondheid.

Artikel 20. Strafbepaling

Overtreding van artikel 5, eerste lid; artikel 6; artikel 9, derde lid en artikel 10, derde lid, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of een geldboete van de tweede categorie.

Hoofdstuk 5. Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 21. Intrekken Telecommunicatieverordening

De Telecommunicatieverordening Westland 2010 wordt op het tijdstip van inwerkingtreding van de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuur gemeente Westland 2020 ingetrokken.

Artikel 22. Overgangsrecht

  • 1. Voor kabels en leidingen die op de datum van inwerkingtreding van deze verordening aanwezig en in gebruik zijn geldt de (schriftelijke) toestemming dan wel vergunning of andere wijze van instemming op grond waarvan zij gelegd zijn als een vergunning krachtens deze verordening.

  • 2. Indien het college van oordeel is dat een schriftelijke toestemming dan wel reeds verleende vergunning of instemming als bedoeld in het eerste lid niet voldoet aan de voorschriften bij of krachtens deze verordening, kan het college de netbeheerder een termijn stellen waarbinnen hij het college nadere informatie over de kabel of leiding dient te verschaffen of een aanvraag voor een vergunning moet indienen, bij gebreke waarvan de schriftelijke toestemming bij een door het college te bepalen tijdstip komt te vervallen.

  • 3. De Telecommunicatieverordening Westland 2010 blijft van kracht op meldingen waarop reeds krachtens diezelfde Verordening is beslist, maar waarvan de uitvoering op het moment van inwerkingtreding van deze verordening nog niet is gerealiseerd.

  • 4. Indien vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een instemmingsaanvraag is gedaan op grond van de Telecommunicatieverordening Westland 2010 maar waarop nog niet is beslist, wordt daarop de Telecommunicatieverordening Westland 2010 toegepast.

Artikel 23. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking. Gelijktijdig vervalt de Telecommunicatieverordening.

  • 2. Deze verordening wordt aangehaald als: Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuur gemeente Westland 2020.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad in zijn openbare

vergadering van 18 februari 2020,

de griffier,

A.P.M.A.F. Bergmans

de voorzitter,

B.R. Arends

Artikelsgewijze toelichting

Algemeen

De gemeente Westland heeft een algemene verordening ondergrondse infrastructuur (hierna ”AVOI”) vastgesteld om regels te stellen omtrent de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en leidingen in de openbare ruimte. Hiermee geeft de gemeente invulling aan de coördinatie- en regierol die aan de gemeente is toebedeeld in de Telecommunicatiewet (hierna: “Tw”), de zorgplicht als bedoeld in de Drinkwaterwet betreffende de duurzame veiligstelling van de openbare drinkwatervoorziening en de algemene zorgplicht voor het handhaven en bevorderen van de veiligheid in de openbare ruimte. Het doel van de verordening is om:

  • -

    graafrust te bevorderen;

  • -

    werkzaamheden in de boven- en ondergrond op elkaar af te stemmen;

  • -

    waarborgen van de levering van diensten door middel van ondergrondse netten

  • -

    de ondergrondse ruimte op een zo efficiënt mogelijke manier in te delen;

  • -

    de bruikbaarheid en het aanzien van de openbare ruimte te beschermen;

  • -

    risico’s ten aanzien van het milieu, veiligheid en gezondheid te minimaliseren;

 

Op deze manier wordt overlast en hinder beperkt en blijft het Westland leefbaar, aangesloten en bereikbaar. Specifiek moet worden stilgestaan bij de uitdagingen die te maken hebben met de aanwezigheid van glastuinbouw in de gemeente Westland. Hierdoor is er ook buiten de woonkernen sprake van een groot aantal netten, zoals die voor de distributie van gietwater, CO2 en warmte, die een grote druk leggen op de schaarse ruimte langs en onder de wegen. Ook zijn er diverse particuliere distributieleidingen (o.a. riool, drinkwater) in de openbare ruimte aanwezig die van oorsprong in privaat eigendom zijn aangelegd maar na de beheeroverdracht van wegen in de openbare ruimte van de gemeente terecht zijn gekomen. In artikel 17 is expliciet gemaakt dat de AVOI ook van toepassing is op deze leidingen.

 

In de AVOI zijn regels opgenomen voor zowel openbare elektronische telecommunicatienetten (hierna: “telecomkabels”) als voor andere kabel- en leidingnetwerken. De regels voor werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van telecomkabels waren voorheen opgenomen in de gemeentelijke Telecommunicatieverordening. Gelijktijdig met de inwerkingtreding van de AVOI wordt de Telecommunicatieverordening ingetrokken. De grondslag voor het vaststellen van regels omtrent telecomkabels wordt gegeven door de Tw in artikel 5.4 lid 4.

Artikel 1. Begripsbepalingen

In dit artikel zijn begripsomschrijvingen opgenomen.

 

‘Instemmingsbesluit’ en ‘vergunning’

In de AVOI wordt een bewust onderscheid gemaakt tussen de begrippen ‘instemmingsbesluit’ en ‘vergunning’. Het eerste begrip heeft betrekking op de instemming die de gemeente (het college) aan de aanbieder van een openbaar elektronisch telecommunicatienetwerk kan verlenen op grond van artikel 5.4 lid 1 van de Tw. In deze wet is eveneens bepaalt dat het college in het instemmingsbesluit bijzondere voorschriften kan opnemen (artikel 5.4, lid 2 en lid 3 Tw) en dat de gemeenteraad met betrekking tot het verrichten van de werkzaamheden bij verordening regels vaststelt (artikel 5.4, lid 4, Tw). Het instemmingsbesluit heeft betrekking op alle werkzaamheden in het kader van de aanleg, instandhouding en opruiming van telecomkabels in de openbare ruimte binnen de gemeentegrenzen van de gemeente Westland, ongeacht of deze ruimte in beheer is van de gemeente of een ander bestuursorgaan zoals het Rijk, de provincie of het waterschap. In contrast met het instemmingsbesluit heeft de vergunning betrekking op overige kabels en leidingen en is de plicht tot het aanvragen van een vergunning beperkt tot de openbare ruimte in beheer van de gemeente Westland. Het regime van de Tw is op niet-telecomkabels niet van toepassing. De gemeente kan daarom voorschriften verbinden aan een vergunning die niet zijn beperkt tot de limitatieve lijst van voorschriften die de gemeente ingevolge artikel 5.4 van de Tw aan een instemmingsbesluit kan verbinden.

 

‘Netbeheerder’

Met het begrip netbeheerder wordt in eerste instantie bedoeld degene die een net beheert. Voor het gemak wordt de aanvrager van een vergunning ook als netbeheerder aangemerkt, hoewel daar feitelijk nog geen sprake van kan zijn vóór de aanleg van een kabel of leiding. Ook degene in wiens opdracht de kabel of leiding wordt aangelegd wordt in de AVOI aangemerkt als netbeheerder. Nadat de leiding is aangelegd, zal de exploitant of beheerder van de leiding worden beschouwd als netbeheerder. Veelal zal dat dezelfde partij zijn als degene onder wiens verantwoordelijkheid de leiding is aangelegd, maar dat behoeft niet altijd het geval te zijn.  

 

Artikel 2. Reikwijdte

In dit artikel wordt het toepassingsbereik van de verordening weergegeven. De AVOI heeft niet alleen betrekking op de uitvoering van werkzaamheden in het kader van de aanleg van kabels en leidingen, maar is ook van toepassing op de beheerfase (het hebben/ houden van netten in de openbare ruimte in beheer van de gemeente Westland) en de fase na het definitief buiten gebruik stellen van netten. Ten aanzien van kabels die onder het bereik van de Telecommunicatiewet vallen, gelden de voorschriften betreffende het instemmingsbesluit bij alle openbare ruimte binnen de gemeentegrenzen, ongeacht of deze in beheer is van de gemeente Westland.

 

Artikel 3. Coördinatie van werkzaamheden

Dit artikel heeft als doel om de regie te regelen met betrekking tot (werkzaamheden aan) kabels en leidingen binnen de openbare ruimte. De gemeente is als eigenaar van de grond en als hoeder van de openbare ruimte de aangewezen partij om deze rol op zich te nemen. Ten aanzien van telecomkabels is de coördinerende taak wettelijk aan de gemeente opgedragen in de Tw. Overigens strekt deze wettelijke taak zich uit tot alle openbare ruimte binnen de gemeentegrenzen. Om regietaken op een efficiënte manier te kunnen vervullen, is het noodzakelijk dat de gemeente beschikking heeft over de middelen van vergunningverlening en handhaving ten aanzien van alle (werkzaamheden aan) kabels en leidingen. De regierol is niet beperkt tot afstemming van de verschillende gebruiksfuncties van de ondergrond, maar houdt ook afstemming met bovengrondse functies in. De gemeente dient door middel van regie onder andere zorg te dragen voor voldoende ruimte en geschikte plaats toewijzing voor kabels en leidingen bij reconstructies en ontwikkeling van nieuwe gebieden. De belangen die worden gediend met regie zijn:

  • Beperking van hinder voor bewoners, ondernemers en publieke dienstverlening en verstoring van de verkeersafwikkeling;

  • Het voorkomen van graafschade en het bevorderen van de ongestoorde ligging van kabels en leidingen;

  • Voorkomen van onnodige werkzaamheden en verleggingen;

  • Een gestroomlijnde uitvoering van projecten in de boven- en ondergrond;Het mogelijk maken en faciliteren van diverse ondergrondse gebruiksfuncties, waaronder kabels en leidingen, en het borgen van voldoende ruimte hiervoor.

 

De coördinerende taak van de gemeente geldt ook ten aanzien van toekomstige openbare ruimte, bijvoorbeeld bij gebiedsontwikkeling waarbij de gemeente de ingerichte openbare ruimte van een projectontwikkelaar ontvangt. De gemeente heeft in die gevallen een zorgplicht ten aanzien van de belangen van de netbeheerders en dient te bewaken dat de voorschriften uit deze AVOI worden toegepast.

 

Artikel 4. Handboek Kabels en Leidingen

De gemeente heeft een Handboek opgesteld waarin nadere regels zijn opgenomen die betrekking hebben op de thema’s die in de AVOI zijn geregeld.

 

Artikel 5. Vereiste vergunning, instemming of melding

Werkzaamheden in de openbare ruimte in beheer van de gemeente zijn pas toegestaan nadat de gemeente een vergunning of instemmingsbesluit aan de netbeheerder heeft verleend. Voor werkzaamheden in het kader van de aanleg, instandhouding en verwijdering van telecomkabels in de openbare ruimte in beheer van een ander bestuursorgaan (maar binnen de gemeentegrenzen van de gemeente Westland), geldt tevens dat eerst door de gemeente Westland een instemmingsbesluit moet worden verleend alvorens deze mogen worden verricht.

 

Ten aanzien van het bovenstaande geldt een uitzondering voor werkzaamheden waarvoor door de netbeheerder kan worden volstaan met een melding aan de gemeente. In het in artikel 4 bedoelde Handboek wordt beschreven voor welke categorieën werkzaamheden dit geldt.

 

Van kabels en leidingen die tegenwoordig vallen onder de vergunningplicht maar waarvoor in het verleden geen expliciete (publiekrechtelijke) vergunning is verleend, wordt ervoor gekozen om het in het verleden (rechtmatig) verleende ligrecht te beschouwen als een vergunning in de zin van deze AVOI, die ook door het college kan worden ingetrokken of gewijzigd. Indien werkzaamheden plaatsvinden aan deze kabels en leidingen, moet door de netbeheerder een nieuwe vergunning op grond van deze AVOI worden aangevraagd.

 

Artikel 6. Breekverbod

Het college kan een breekverbod instellen indien sprake is van weeromstandigheden waarbij werkzaamheden aan kabels en leidingen leiden tot een gevaarlijke situatie of de openbare ruimte niet op de gewenste manier kan worden hersteld om kwalitatieve verslechtering van verhardingen en bermen tot een minimum te beperken. Daarnaast is een breekverbod van toepassing indien sprake is van evenementen of omstandigheden waardoor de werkzaamheden zouden leiden tot buitensporig veel hinder en overlast. In het Handboek zijn nadere regels opgenomen omtrent het breekverbod.

 

Artikel 7. Procedure aanvraag vergunning of instemmingsbesluit / doen van een melding

Om een juiste en zorgvuldige afweging te kunnen maken van de betrokken belangen bij het verlenen van een vergunning of instemmingsbesluit en om afstemming te kunnen plegen met de juiste contactpersonen van de netbeheerder en diens grondroerder, is het nodig dat de netbeheerder de gemeente (tijdig) voorziet van alle benodigde gegevens. In het Handboek zijn de procedures en de benodigde gegevens nader uitgewerkt.

 

Artikel 8. Beslistermijnen

Door het college wordt in beginsel binnen 8 weken beslist op een aanvraag. Daarbij bestaat de mogelijkheid om de beslistermijn met 8 weken te verlengen, indien het niet lukt om binnen 8 weken tot een besluit te komen. Deze termijnen zijn conform hetgeen is bepaald in de Algemene wet bestuursrecht.

 

In lid 3 wordt verwezen de zogenaamde lex silencio positivo (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen). Dit leerstuk is niet van toepassing op beschikkingen op grond van de AVOI, omdat grote publieke belangen in het geding kunnen zijn waaronder bereikbaarheid en veiligheid. Eén en ander betekent dat ná het verstrijken van de beslistermijnen de vergunning of het instemmingsbesluit niet van rechtswege wordt geacht te zijn verleend. Voor het instemmingsbesluit is deze opvatting is vastgelegd in de brief van de minister van Justitie aan de Tweede Kamer d.d. 9 juni 2009 (TK 29515, nr.293). Overigens staan de gebruikelijke rechtsmiddelen wel open indien de gemeente in gebreke blijft.

 

Artikel 9. Voorschriften, beperkingen en weigeringsgronden

Het college kan aan een instemmingsbesluit voorschriften en beperkingen verbinden, op voorwaarde dat hiermee slechts de belangen worden gediend die de AVOI beoogt te beschermen. In het eerste lid is een opsomming gegeven van deze belangen. Op basis van artikel 5.3 lid 3 van de Tw kunnen de voorschriften en beperkingen aan een instemmingsbesluit slechts betrekking hebben op de in de Tw genoemde aspecten. Bovendien kan een instemmingsbesluit op grond van artikel 5.3 lid 2 van de Tw formeel niet worden geweigerd, maar kan een telecomaanbieder zich tot de Autoriteit Consument & markt wenden indien geen overeenstemming wordt bereikt met de gemeente over de plaats, het tijdstip en de wijze van uitvoering van de werkzaamheden. Voor het weigeren van een vergunning geldt dat dit pas mogelijk is indien de belangen niet voldoende kunnen worden beschermd door voorschriften en of beperkingen te verbinden aan de vergunning.

 

Vanwege het maatschappelijk belang van de door kabels en leidingen leverde diensten, zal de gemeente slechts in hoogst uitzonderlijke gevallen overgaan tot het weigeren van een vergunningaanvraag. Aangezien de aanvragers van een vergunning uiteindelijk ook een beroep kunnen doen op wettelijke gedoogplichten (opgenomen in de Telecommunicatiewet en de Belemmeringenwet Privaatrecht), is het van belang om de aanleg van kabels en leidingen waar mogelijk te dulden en slechts tot weigering van een vergunningaanvraag over te gaan indien het opnemen van voorschriften of beperkingen de in dit artikel genoemde belangen onvoldoende beschermen. De in dit artikel genoemde belangen zijn bedoeld een evenwichtige afweging te kunnen maken bij gevallen van strijdige belangen. Onder de te beschermen belangen vallen ook die van de netbeheerders. De gemeente heeft bijvoorbeeld een rol ten aanzien van de duurzame veiligheidsstelling van de openbare drinkwatervoorziening (Drinkwaterwet) en een coördinerende rol op gebied van de aanleg van samenhangende infrastructuur voor telecomdiensten.

 

In het Handboek zijn nadere regels gegeven omtrent de wijze van uitvoeren van werkzaamheden, ter bescherming van de in lid 1 genoemde belangen. Onder andere zijn in het Handboek voorschriften opgenomen over de plaatsbepaling van kabels en leidingen, waaronder een aantal standaard dwarsprofielen met voorgeschreven ordening, diepteligging en tussenafstanden (dagmaat). Ook zijn in het Handboek procesvoorschriften opgenomen over het informeren over/ het afstemmen met de gemeente, andere netbeheerders en belanghebbenden van voorgenomen werkzaamheden. In enkele gevallen wordt in het Handboek verwezen naar algemene (landelijke) richtlijnen of plaatselijke voorschriften ten aanzien van bijvoorbeeld het beschermen van bomen of het garanderen van de verkeersveiligheid.

 

Op grond van artikel 4:8 van de Algemene wet bestuursrecht is het college verplicht om belanghebbenden in de gelegenheid te stellen om zienswijzen naar voren te brengen, indien redelijkerwijs verwacht mag worden dat andere belanghebbenden bezwaren kunnen hebben tegen hetgeen het college voornemens is om in de vergunning of instemmingsbesluit op te nemen.

 

Artikel 10. Wijziging of intrekking

In dit artikel wordt de bevoegdheid beschreven van het college om een vergunning of instemmingsbesluit per besluit in te trekken of te wijzigen, indien sprake is van één of meer van de in lid 1 genoemde grondslagen. Ingevolge de Algemene wet bestuursrecht dient een dergelijk besluit zorgvuldig te worden voorbereid door het college. Om die reden is er een hoorplicht van toepassing.

 

Opgemerkt moet worden dat het instemmingsbesluit slechts wordt verleend voor het verrichten van werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding of opruiming van kabels. Het instemmingsbesluit vervalt daardoor van rechtswege na beëindiging van de werkzaamheden. Daarna biedt de Tw een zelfstandig kader voor de mogelijkheid tot vorderen van opruimen of verplaatsen van telecomkabels door de gemeente (in artikel 5.2 lid 9 Tw. is de verwijderingsplicht geregeld van buiten bedrijf gestelde kabels. In artikel 5.8 Tw. wordt de grondslag gegeven voor het verplaatsingsverzoek). Het is daarom niet noodzakelijk om tot formele intrekking of wijziging van een instemmingsbesluit over te gaan indien verwijdering of verplaatsing van telecomkabels noodzakelijk is (de specifieke voorwaarden hiervoor zijn nader uitgewerkt in de Tw).

 

Voor kabels en leidingen die niet vallen onder het bereik van de Tw geldt dat een aanpassingsverzoek (als bedoeld in artikel 16 van de AVOI) normaal gesproken volstaat als grondslag voor het aanpassen van kabels en leidingen. Het aanpassingsverzoek komt bij voorkeur tot stand na overeenstemming met de netbeheerder over de noodzakelijke aanpassing. In een uiterst geval kan ook het intrekken of wijzigen van een vergunning worden beschouwd als aanleiding voor de netbeheerder om de ligging van kabels en/of leidingen aan te passen: ná het vervallen of wijzigen van de vergunning wordt de bestaande ligging van de kabel of leiding als onrechtmatig beschouwd waardoor de gemeente bevoegd bestuursrechtelijke sancties te treffen, bijvoorbeeld het opleggen van een last onder dwangsom.

 

Artikel 11. Herstel openbare gronden na beëindiging werkzaamheden

Uitgangspunt is dat openbare gronden ná de uitvoering van werkzaamheden door de netbeheerder zélf (voor eigen rekening) worden hersteld. In het Handboek zijn de uitgangspunten voor herstel van de openbare ruimte opgenomen. In sommige gevallen draagt de gemeente zélf zorg voor herstel. De kosten daarvoor zullen in rekening worden gebracht bij de netbeheerder. In alle gevallen (ongeacht of herstelwerkzaamheden worden verricht door de gemeente of de netbeheerder) worden kosten in rekening gebracht voor beheer, onderhoud en degeneratie indien deze kosten een rechtstreeks gevolg zijn van de uitgevoerde werkzaamheden. De op de VNG richtlijnen gebaseerde schaderegeling is uitgewerkt in het Handboek.

 

Artikel 12. Verplichtingen netbeheerder

In lid 1 is opgenomen dat de netbeheerder zorg dient te dragen voor een goede staat van onderhoud van de kabels en leidingen, om te voorkomen dat een gevaar ontstaat voor de openbare orde, veiligheid en het milieu (of andere belangen die door deze AVOI worden beschermd). Onder andere dient de netbeheerder te voorkomen dat kabels en leidingen bezwijken of falen, onvoldoende beschermd zijn, niet (meer) op de juiste diepte liggen of niet bestand zijn tegen invloeden die redelijkerwijs op de liggingslocatie te verwachten zijn. De gemeente kan de netbeheerder op grond van dit artikel in geval van een dreigend gevaar gebieden om onderhoud te plegen aan een kabel of leiding.

 

In lid 2 is de verplichting van de netbeheerder opgenomen om de gemeente te voorzien van actuele informatie, welke nodig is om de doelstellingen van de AVOI te kunnen behartigen. Gelet op artikel 5.2 lid 8 van de Tw. is het voor de gemeente van belang om te weten wanneer een telecomkabel uit en inbedrijf wordt genomen, om te monitoren of en wanneer er een eind komt aan de gedoogplicht.

 

Bij de in lid 3 genoemde informatie moet worden gedacht aan relevante liggingsinformatie en gegevens over de status en leeftijd van de kabel/leiding en planvorming hieromtrent, voor zover dit niet kan worden herleid uit een oriëntatiemelding als bedoeld in artikel 7, eerste lid van de WIBON, zodat de gemeente in staat kan worden gesteld om een afweging te maken inden een leiding mogelijk verlegd moet worden of omtrent het opruimen van een kabel/leiding die buiten bedrijf is genomen.

 

Artikel 13. Meldingsplicht verontreiniging, gevaar of hinder

Dit artikel is erop gericht om verontreiniging, gevaar of hinder veroorzaakt door kabels en leidingen te voorkomen of te bestrijden. De kosten voor de in het artikel genoemde maatregelen en onderzoeken komen voor rekening van de netbeheerder.

 

Artikel 14. Overleg en afstemming

Als beheerder van de openbare ruimte heeft de gemeente een rol als regisseur. Daarbij worden de belangen van netbeheerders en andere belanghebbenden behartigd en afgewogen. Om overlast en hinder te voorkomen, is het van belang om werkzaamheden zo goed mogelijk op elkaar af te stemmen. Daartoe initieert de gemeente periodieke overleggen op strategisch niveau waarin de eigen projecten alsmede de voorgenomen werkzaamheden van netbeheerders aan bod komen. Daarbij dient door alle partijen te worden gestreefd naar synergievoordelen en werk-met-werk door werkzaamheden waar mogelijk tegelijkertijd en/of in een efficiënte volgorde uit te voeren. In het Handboek worden de diverse overleggen die dienen ter afstemming van werkzaamheden, nader uitgewerkt.

 

Artikel 15. (Mede)gebruik van voorzieningen

De bepalingen in dit artikel zijn ontleend aan de Tw, maar de werking is niet alleen beperkt tot telecomkabels. Het artikel beoogt om graafrust en een efficiënte ondergrondse inrichting te bevorderen en tegelijkertijd de aanleg van kabel- en leidingnetwerken niet in de weg te staan. Om die reden kan de gemeente voorschrijven om gebruik te maken van aanwezige mantelbuizen of bestaande of nieuw te realiseren integrale bundelingssystemen zoals put-mantelbuis constructies of leidingtunnels. Van het laatste geval kan sprake zijn indien bij een ‘conventionele’ ondergrondse indeling (in open ontgraving of met gestuurde boringen) niet alle kabels en leidingen kunnen worden aangelegd op de daarvoor bestemde plek en met de gewenste onderlinge tussenafstanden. Daarbij zullen altijd de belangen van de netbeheerder op gebied van veiligheid, leveringszekerheid en bereikbaarheid in overweging worden genomen. De gemeente en de netbeheerder(s) maken desgewenst nadere afspraken over de (verdeling van) kosten van aanleg en liggen in een bundelingssysteem of andere voorzieningen.

 

Artikel 16. Het aanpassen van kabels en leidingen en nadeelcompensatie

Tot de inwerkingtreding van titel 4.5 van de Algemene wet bestuursrecht (Wet Nadeelcompensatie) geldt dit artikel als grondslag voor het toekennen van nadeelcompensatie. De concrete toepassing waaronder de voorwaarden, berekeningsmethoden en processtappen worden nader uitgewerkt in een separaat vast te stellen Regeling Nadeelcompensatie. De bevoegdheid van het college om hieromtrent regels vast te stellen, kan worden gevonden in het ongeschreven rechtsbeginsel ‘egalité devant les charges publiques’ en de jurisprudentie over dit thema. Slechts de schade die uitgaat boven het normaal maatschappelijk risico en die de netbeheerder in vergelijking met anderen onevenredig zwaar treft, komt voor nadeelcompensatie in aanmerking. Ná de inwerkingtreding van de Wet Nadeelcompensatie dient dit artikel in samenhang met de Regeling Nadeelcompensatie waarnaar in dit artikel wordt verwezen te worden beschouwd als wetsinterpreterende beleidsregel.

 

De gemeente zal de plannen waarvoor kabels en leidingen moeten worden aangepast, waar mogelijk ruim van tevoren inbrengen in het in artikel 14 bedoelde overleg.

 

Voor maatregelen ten aanzien van telecomkabels geldt het regiem van artikel 5.8 van de Tw. in plaats van de bepalingen over nadeelcompensatie in dit artikel en de Regeling Nadeelcompensatie.

 

Artikel 17. Niet-openbare kabels en leidingen

Ook kabels en leidingen met een niet-openbare functie (volgende de definitie van de Belemmeringenwet Privaatrecht) vallen onder de verplichtingen als beschreven in deze AVOI. In de gemeente Westland is meer dan elders sprake van leidingnetten die van oorsprong op particulier grondgebied zijn aangelegd, maar door overheveling van wegen in het glastuinbouwgebied naar het publieke domein, in openbare gronden terecht zijn gekomen (onder andere de zogenaamde ‘P-leidingen’). Het is van belang dat ook bij het verrichten van werkzaamheden in het kader van de aanleg, instandhouding en opruiming de voorschriften uit de AVOI en het Handboek worden nageleefd.

 

Artikel 18. Permanente onttrekking van gronden aan de openbaarheid

De gemeente behoudt de vrijheid om de inrichting van openbare gronden te wijzigen en/of openbare gronden te verkopen of anderszins over te dragen aan derden. Indien de bescherming van de ongestoorde ligging of de bedrijfsvoering van kabels en leidingen door de onttrekking van gronden aan de openbaarheid in het geding komt, dan treedt de gemeente eerst in overleg met de netbeheerder om de consequenties van de grondoverdracht op de kabel of leiding te bespreken. Indien de consequenties voor de netbeheerder niet acceptabel zijn (het ladderrecht uit artikel 5:56 Burgerlijk Wetboek biedt niet voldoende waarborgen voor toegang tot de leiding), dan kunnen tussen de gemeente en de netbeheerder afspraken worden gemaakt, bijvoorbeeld over het verbinden van voorschriften aan het gebruik van de gronden, het vestigen van een recht van opstal ten behoeve van de kabel of leiding (één en ander voor rekening van de gemeente of de koper van de betreffende gronden) of om de kabel of leiding te verleggen naar een nieuwe ligging binnen de toekomstige openbare ruimte. Van een in dit artikel bedoelde situatie is bijvoorbeeld sprake bij de verkoop van snippergroen aan particulieren, of bij de verkoop van gronden aan een particulier ten behoeve van een (zuiver) commerciële ontwikkeling. Dit artikel is nadrukkelijk niet van toepassing bij gebiedsontwikkeling, waarbij het college de gronden overdraagt in het kader van de rechtmatige uitoefening van een publiekrechtelijke bevoegdheid of taak (gronden worden bijvoorbeeld tijdelijk overgedragen aan een aannemer of projectontwikkelaar en zullen in de uiteindelijke situatie weer tot de openbare ruimte behoren). In dergelijke situaties zal, met verwijzing naar de nadeelcompensatieregeling, door het college een aanpassingsverzoek worden verstuurd of zal de vergunning worden ingetrokken dan wel gewijzigd.

 

Artikel 19. Toezicht en handhaving

Beoogd wordt één of meerdere gemeentelijke ambtenaren aan te wijzen als toezichthouders. Zij zullen toezicht houden op de naleving van de voorschriften bij of krachtens deze verordening, waaronder dus ook de verleende vergunningen en instemmingsbesluiten. Indien door een toezichthouder wordt geconstateerd dat tijdens of na de werkzaamheden sprake is van een situatie die strijdigheid oplevert met de voorschriften, dan is handhaving mogelijk door de vergunning of het instemmingsbesluit in te trekken of de werkzaamheden stil te leggen. Indien de strijdigheid met de voorschriften direct kan worden weggenomen, dan krijgt dat de voorkeur boven het treffen van de genoemde handhavende maatregelen.

 

Artikel 20. Strafbepaling

In dit artikel wordt de mogelijkheid beschreven om strafrechtelijke sancties toe te passen als uiterst handhavingsmiddel. Echter, in het algemeen kan worden volstaan met het toepassen van het bestuursrechtelijke instrumentarium, waaronder intrekken van een vergunning of instemmingsbesluit of het toepassen van bestuursdwang of het opleggen van een bestuurlijke boete.

 

Artikel 21. Intrekken Telecommunicatieverordening

De regels voor werkzaamheden betreffende een openbaar elektronisch communicatienetwerk waren voorheen opgenomen in de gemeentelijke Telecommunicatieverordening. De Telecommunicatieverordening gemeente Westland wordt als afzonderlijke verordening ingetrokken.

 

Artikel 22. Overgangsrecht

Vóór de inwerkingtreding van deze AVOI was het ligrecht voor kabels en leidingen in openbare gronden en de daaraan verbonden voorschriften op een privaatrechtelijke manier geregeld in de AVKL (Algemene Verordening Kabels en Leidingen). Een uitzondering geldt voor telecomkabels: hierop was de Telecommunicatieverordening van de gemeente Westland van toepassing waarin het op de Tw gebaseerde instemmingsbesluit ook was vastgelegd.

 

De hierboven genoemde AVKL-overeenkomst is ondertekend door de gemeenten Westland en Midden-Delfland en een aantal netbeheerders met een uitgebreid kabel- en leidingnetwerk binnen de gemeentegrenzen (Westland Infra, Evides, CAIW en OCAP). Met de komst van nieuwe kabel- en leidingdisciplines en daarbij ook van ‘nieuwe’ netbeheerders, specifiek te benoemen de beheerders van warmtenetten, is het in het kader van het gelijkheidsbeginsel en de voorspelbaarheid en eenduidigheid van beleid wenselijk om één juridisch kader vast te stellen waar alle netbeheerders onder vallen.

 

Zoals onder de toelichting van artikel 5 reeds genoemd, wordt voor het gemak verondersteld dat rechtmatig aangelegde kabels en leidingen in de openbare ruimte waarvoor op privaatrechtelijke wijze toestemming is verleend, vanaf de inwerkingtreding van deze AVOI worden geacht te liggen op grond van een vergunning. Op deze manier wordt voorkomen dat netbeheerders kosten moeten maken om alsnog een vergunning te verkrijgen.

 

Artikel 23. Inwerkingtreding en citeertitel

De AVOI treed in werking met ingang van de dag na bekendmaking. Gelijktijdig vervalt de Telecommunicatieverordening.