Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Westland houdende regels omtrent bedrijveninvesteringszones (Verordening BI-zone winkelgebied 's-Gravenzande gemeente Westland 2021)

Geldend van 22-07-2021 t/m heden

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Westland houdende regels omtrent bedrijveninvesteringszones (Verordening BI-zone winkelgebied 's-Gravenzande gemeente Westland 2021)

De raad van de gemeente Westland;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 juli 2020;

gelet op de artikelen 1, eerste, derde en vierde lid, 2, eerste en tweede lid, 3, eerste lid, en

7, eerste en vierde lid, van de Wet op de bedrijveninvesteringszones;

gezien de Uitvoeringsovereenkomst van 14 juli 2020, gesloten met de Stichting BIZ Winkelgebied Centrum ’s-Gravenzande;

gehoord de beraadslagingen in de vergadering van de raadscommissie Economie Financieel beleid en Organisatie (EFO) van 9 september 2020;

besluit:

vast te stellen de:

VERORDENING BEDRIJVENINVESTERINGSZONE WINKELGEBIED ’S-GRAVENZANDE GEMEENTE WESTLAND 2021.

HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    bedrijveninvesteringszone (BI-zone): het op de bij deze verordening behorende kaart aangewezen gebied in de gemeente waarbinnen de BIZ-bijdrage wordt geheven.

  • b.

    de wet: de Wet op de bedrijveninvesteringszones;

  • c.

    het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente;

  • d.

    de stichting: Stichting BIZ Winkelgebied Centrum ’s-Gravenzande;

  • e.

    Uitvoeringsovereenkomst: de tussen de gemeente Westland en Stichting BIZ Winkelgebied Centrum ’s-Gravenzande gesloten Uitvoeringsovereenkomst van 14 juli 2020 als bedoeld in artikel 7, derde lid, van de wet.

HOOFDSTUK II BELASTINGBEPALINGEN

Artikel 2 Belastbaar feit en aard van de belasting

  • 1. Onder de naam ‘BIZ-bijdrage’ wordt jaarlijks een directe belasting geheven ter zake van binnen de bedrijveninvesteringszone gelegen onroerende zaken die op grond van artikel 220a Gemeentewet niet in hoofdzaak tot woning dienen.

  • 2. De BIZ-bijdrage wordt geheven ter bestrijding van de kosten die zijn verbonden aan activiteiten in de openbare ruimte en op internet, die zijn gericht op het bevorderen van de leefbaarheid of de veiligheid in de bedrijveninvesteringszone of de ruimtelijke kwaliteit of de economische ontwikkeling van de bedrijveninvesteringszone.

Artikel 3 Belastingobject

Belastingobject is de onroerende zaak bedoeld in artikel 16 van de Wet waardering onroerende zaken.

Artikel 4 Belastingplicht

  • 1. De BIZ-bijdrage wordt geheven van de gebruiker, zijnde degene die bij het begin van het kalenderjaar al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht een in de bedrijveninvesteringszone gelegen belastingobject gebruikt;

  • 2. Voor de toepassing van dit artikel wordt:

    • a.

      gebruik door degene aan wie een deel van een belastingobject in gebruik is gegeven, aangemerkt als gebruik door degene die dat deel in gebruik heeft gegeven; degene die het deel in gebruik heeft gegeven, is bevoegd de BIZ-bijdrage als zodanig te verhalen op degene aan wie dat deel in gebruik is gegeven;

    • b.

      het ter beschikking stellen van een belastingobject voor volgtijdig gebruik aangemerkt als gebruik door degene die dat belastingobject ter beschikking heeft gesteld; degene die het belastingobject ter beschikking heeft gesteld is bevoegd de BIZ-bijdrage als zodanig te verhalen op degene aan wie dat belastingobject ter beschikking is gesteld;

  • 3. Indien een belastingobject bij het begin van het kalenderjaar geen gebruiker kent, wordt de van de gebruiker te heffen BIZ-bijdrage geheven van de eigenaar. Als eigenaar aangemerkt degene die bij het begin van het kalenderjaar als zodanig in de basisregistratie kadaster is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.

Artikel 5 Maatstaf van heffing

  • 3. De BIZ-bijdrage wordt geheven naar de op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken voor het belastingobject vastgestelde waarde zoals deze geldt voor het kalenderjaar.

  • 4. Indien met betrekking tot het belastingobject geen waarde is vastgesteld op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken wordt de heffingsmaatstaf van dat belastingobject bepaald met toepassing van artikel 6, alsmede met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 17, 18 en 20, tweede lid, van de Wet waardering onroerende zaken.

Artikel 6 Vrijstellingen

De BIZ-bijdrage wordt niet geheven van:

  • a.

    belastingobjecten die uitsluitend bestemd zijn voor en in gebruik zijn als bedrijfsmatig geëxploiteerde cultuurgrond voor de land- of bosbouw, daaronder mede begrepen de open grond, alsmede de ondergrond van glasopstanden, die bedrijfsmatig aangewend wordt voor de kweek of teelt van gewassen, zonder daarbij de ondergrond als voedingsbodem te gebruiken;

  • b.

    belastingobjecten die uitsluitend bestemd zijn voor en in gebruik zijn als glasopstanden die bedrijfsmatig worden aangewend voor de kweek of teelt van gewassen, voor zover de ondergrond daarvan bestaat uit de in onderdeel a bedoelde grond;

  • c.

    belastingobjecten die naast delen die dienen tot woning bestaan uit delen die in hoofdzaak zijn bestemd voor de openbare eredienst of voor het houden van openbare bezinningssamenkomsten van levensbeschouwelijke aard;

  • d.

    ongebouwde belastingobjecten die deel uitmaken van een op de voet van de Natuurschoonwet 1928 aangewezen landgoed dat voldoet aan de voorwaarden genoemd in artikel 8 van het Rangschikkingsbesluit Natuurschoonwet 1928;

  • e.

    belastingobjecten die uitsluitend bestemd zijn voor en in gebruik zijn als natuurterreinen, waaronder mede worden verstaan duinen, heidevelden, zandverstuivingen, moerassen en plassen, die worden beheerd door een rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid welke zich uitsluitend of nagenoeg uitsluitend het behoud van natuurschoon ten doel stelt;

  • f.

    belastingobjecten die uitsluitend bestemd zijn voor en in gebruik zijn als openbare land- en waterwegen en banen voor openbaar vervoer per rail, een en ander met inbegrip van kunstwerken;

  • g.

    belastingobjecten die naast delen die dienen tot woning uitsluitend bestemd zijn voor en in gebruik zijn als waterverdedigings- en waterbeheersingswerken die worden beheerd door organen, instellingen of diensten van publiekrechtelijke rechtspersonen;

  • h.

    belastingobjecten die naast delen die dienen tot woning uitsluitend bestemd zijn voor en in gebruik zijn als werken voor de zuivering van riool- en ander afvalwater en die worden beheerd door organen, instellingen of diensten van publiekrechtelijke rechtspersonen;

  • i.

    belastingobjecten die uitsluitend bestemd en in gebruik zijn voor de publieke dienst van de gemeente;

  • j.

    belastingobjecten die uitsluitend bestemd zijn voor en in gebruik zijn als straatmeubilair, waaronder begrepen alle zodanige gebouwde eigendommen - niet zijnde gebouwen - welke zijn geplaatst voor het belang van het publiek, ten dienste van het verkeer of ter verfraaiing van de gemeente, zoals lichtmasten, verkeersinstallaties, standbeelden, monumenten, fonteinen, banken, abri's, hekken en palen;

  • k.

    belastingobjecten die uitsluitend bestemd zijn voor en in gebruik zijn als plantsoenen, parken en waterpartijen, die bij de gemeente in beheer zijn of waarvan de gemeente het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht;

  • l.

    belastingobjecten die naast delen die dienen tot woning uitsluitend bestemd zijn voor en in gebruik zijn als begraafplaatsen, urnentuinen en crematoria;

  • m.

    belastingobjecten die uitsluitend bestemd en in gebruik zijn voor het geven van onderwijs;

  • n.

    belastingobjecten die uitsluitend bestemd en in gebruik zijn voor club- en buurthuiswerk, de beoefening van sport, kunst of cultuur, en andere activiteiten van sociale of culturele aard en die worden beheerd door een vereniging of stichting die geen onderneming drijft;

  • o.

    belastingobjecten die uitsluitend bestemd in gebruik zijn voor de publieke dienst ter zake van brandweerzorg, rampenbeheersing, crisisbeheersing, geneeskundige hulpverlening in de regio en de handhaving van de openbare orde en veiligheid.

  • p.

    onroerende zaken voor zover die bestemd zijn te worden gebruikt als nutsvoorziening als omschreven in de WOZ-objectsoorten 3610 tot en met 3629, zijnde: nutsvoorzieningen, energie en water; waterleidingstation; reinwaterkelder; drinkwaterzuiveringsinstallatie; watertoren; waterverdedigingskering; rioolwaterzuiveringsinstallatie; gemaal; gasdistributiestation; stroomdistributiestation; drinkwaterpompstation; trafo; hoogspanningsmast; elektriciteitscentrale; windmolen en overig energie en water.

Artikel 7 Tarief BIZ-bijdrage

De BIZ-bijdrage bedraagt per belastbaar object:

WOZ-waarde

2021

2022

2023

2024

2025

a

€ 0 - € 150.000

€ 450,00

€ 457,00

€ 464,00

€ 471,00

€ 478,00

b

€ 150.000 - € 250.000

€ 650,00

€ 660,00

€ 670,00

€ 680,00

€ 690,00

c

€ 250.000 - € 500.000

€ 850,00

€ 863,00

€ 876,00

€ 889,00

€ 902,00

d

€ 500.000 - € 750.000

€1.000,00

€ 1.015,00

€ 1.030,00

€ 1.045,00

€1.061,00

e

€ 750.000 en hoger

€ 1.150,00

€ 1.167,00

€ 1.185,00

€ 1.203,00

€ 1.221,00

Artikel 8 Wijze van heffing

De BIZ-bijdrage wordt jaarlijks bij wege van aanslag geheven.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 worden de aanslagen betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 10 Looptijd belastingheffing

De BIZ-bijdrage wordt ingesteld voor een periode van 5 jaar.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van een BIZ-bijdrage wordt geen kwijtschelding verleend.

HOOFDSTUK III SUBSIDIEBEPALINGEN

Artikel 12 Buiten toepassing algemene subsidieverordening

Op de subsidie bedoeld in artikel 15 is de SubsidieVerordening Westland 2016 (ASV Westland 2016) niet van toepassing.

Artikel 13 Aanwijzing stichting

de Stichting BIZ Winkelgebied Centrum ’s-Gravenzande wordt aangewezen als de stichting bedoeld in artikel 7 van de wet, waarmee een overeenkomst als bedoeld in artikel 4:36 van de Algemene wet bestuursrecht is gesloten, waarin is bepaald dat de activiteiten waarvoor de subsidie wordt verstrekt verplicht moeten worden verricht.

Artikel 14 Subsidieverlening

  • 1. De subsidie wordt jaarlijks door het college verleend aan de de Stichting BIZ Winkelgebied Centrum ’s-Gravenzande voor de uitvoering van de activiteiten die zijn opgenomen in de uitvoeringsovereenkomst. De subsidie wordt verleend op basis van de jaarlijks ingediende begroting.

  • 2. De subsidie wordt bepaald op de jaarlijks ontvangen BIZ-bijdragen.

Artikel 15 Subsidieverplichtingen

Naast de in artikel 4:37 van de Algemene wet bestuursrecht genoemde verplichtingen kunnen aan de Stichting BIZ Winkelgebied Centrum ’s-Gravenzande ook andere doelgebonden verplichtingen worden opgelegd. Deze verplichtingen zijn opgenomen in de met de Stichting BIZ Winkelgebied Centrum ’s-Gravenzande gesloten uitvoeringsovereenkomst.

Artikel 16 Subsidievaststelling

  • 1. De Stichting BIZ Winkelgebied Centrum ’s-Gravenzande is verplicht om voor 1 juni na afloop van het subsidiejaar de in de uitvoeringsovereenkomst opgenomen stukken te overleggen.

  • 2. De subsidie wordt vastgesteld uiterlijk 31 oktober na ontvangst van de in het voorgaande lid genoemde stukken.

HOOFDSTUK IV Slotbepalingen

Artikel 17. Intrekken oude verordening en overgangsrecht

De Verordening BI-zone winkelgebied 's-Gravenzande gemeente Westland 2016 wordt ingetrokken op de datum van ingang van de heffing, bedoeld in artikel 18, tweede lid, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 18 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag nadat het college heeft bekendgemaakt dat van voldoende steun als bedoeld in artikel 4 van de wet is gebleken.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2021.

Artikel 19 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening BI-zone winkelgebied 's-Gravenzande gemeente Westland 2021.

Ondertekening

Bijlage: kaart als bedoeld in artikel 1, onder a, van deze verordening.

Aldus besloten door de raad in zijn openbare

vergadering van 22 september 2020,

de griffier,

A.P.M.A.F. Bergmans

de voorzitter,

B.R. Arends

Bijlage behorende bij de Verordening BI-zone winkelgebied 's-Gravenzande gemeente Westland 2021.

Als aangewezen gebied, bedoeld in artikel 1 van de Verordening BI-zone winkelgebied

's-Gravenzande gemeente Westland 2021 geldt de op onderstaande kaart gemarkeerde gedeelte.

afbeelding binnen de regeling

Behoort bij raadsbesluit van 22 september 2020

De griffier van de gemeente Westland,

A.P.M.A.F. Bergmans