Regeling Vergoeding Bedrijfshulpverlening 

1. Het hoofd bedrijfshulpverlening (BHV) zoekt ambtenaren aan voor vrijwillige deelname aan de bedrijfshulpverlening in en rond de gebouwen van de gemeente.

Zonodig kan een afdelingshoofd zijn ambtenaren (op vrijwillige basis) voordragen voor een functie als bedrijfshulpverlener.

2. Aanwijzing als bedrijfshulpverlener wordt schriftelijk door het hoofd BHV aan de ambtenaar medegedeeld.

3. In de schriftelijke aanwijzing worden in ieder geval genoemd de BHV-locatie, de taak bij de BHV en de datum met ingang waarvan men wordt aangewezen.

4. Intrekking van het besluit tot aanwijzing als bedrijfshulpverlener vindt plaats:

• • -

    op schriftelijk verzoek van de bedrijfshulpverlener;

  • -

    indien de bedrijfshulpverlener niet meer in het bezit is van een geldig BHV-diploma;

  • -

    indien het hoofd BHV de bedrijfshulpverlener niet meer in staat acht op adequate wijze zijn taak uit te voeren;

  • -

    bij schorsing of ontslag van de bedrijfshulpverlener.

1. De bedrijfshulpverlener voert naast zijn normale werkzaamheden de bedrijfshulpverleningstaken naar behoren uit.

2. Er is sprake van naar behoren uitvoeren van de bedrijfshulpverleningstaken als de bedrijfshulpverlener voldoende inzetbaar is geweest voor de uitoefening van deze taken.

3. Onder voldoende inzetbaarheid wordt verstaan:

• -

  aanwezigheid bij informatiebijeenkomsten en oefeningen (minimaal 80%);

• -

  het beschikken over de vereiste diploma’s.

1. Indien de bedrijfshulpverlener heeft voldaan aan de voor hem geldende criteria van artikel 3 ontvangt hij een vergoeding, volgens de Bedrijfshulpverleningsregeling Binnenlandse Zaken (art. 3, lid 2).

2. De vergoeding wordt éénmalig per jaar toegekend aan de bedrijfshulpverlener die op de peildatum 1 november werkzaam is.

3. Voor het uitvoeren van BHV-taken en oefeningen buiten de voor de ambtenaar geldende werktijden bestaat geen aanspraak op vergoeding voor overwerk. Voor de “gewerkte” uren kan op een ander moment verlof worden genoten.