Regeling vervallen per 01-01-2011

Milieu uitvoeringsprogramma 2010

Geldend van 19-02-2010 t/m 31-12-2010

Intitulé

Milieu uitvoeringsprogramma 2010

De raad van de gemeente Westland;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 22 september 2009, betreffende het vaststellen van het milieu-uitvoeringsplan 2010;

gelet op het bepaalde in artikel artikel 4.20 van de Wet milieubeheer;

besluit:

het bijgaande als zodanig gewaarmerkte milieu-uitvoeringsprogramma 2010 conform vast te stellen.

Hoofdstuk 1. Inleiding

Het milieubeleidsplan “Westland, glashart voor het milieu” 2005-2010 en het Strategisch milieu-uitvoeringsprogramma (SMUP) 2005-2010 zijn op 30 augustus 2005 door de gemeenteraad vastgesteld. Op 11 november 2008 is het Milieu-uitvoeringsprogramma (MUP) 2009 vastgesteld.

Thans ligt voor u het Milieu-uitvoeringsprogramma (MUP) 2010. De invulling van dit MUP is, zoals gebruikelijk, zoveel mogelijk conform de opzet van het Milieubeleidsplan (MBP) met als uitgangspunt de milieustrategieën, die per thema zijn uitgewerkt. Het overkoepelende hoofduitgangspunt van gebiedssgericht werken komt, voorzover van toepassing op het betreffende beleidsterrein, in ieder thema weer terug.

Het MUP is een instrument om de uitvoering van de milieuambities uit het Milieubeleidsplan te kunnen sturen. Dit is wenselijk om gericht te kunnen werken aan de realisering van de milieuambities en overigens is het ook op grond van artikel 4.20 van de Wet milieubeheer verplicht om jaarlijks een Milieu-uitvoeringsprogramma op te stellen.

Overigens wordt door de afdeling Veiligheid, Handhaving en Brandweerzorg een afzonderlijk handhavingsprogramma opgesteld, zodat het onderdeel handhaving in dit programma verder geen specifieke aandacht zal krijgen. Overigens is er uiteraard wel periodieke afstemming over elkaars beleidsintenties.

Gebiedsgericht

Het MBP is, zoals bekend, “gebiedsgericht” opgesteld. Dat wil zeggen dat de doelen en de activiteiten van het milieubeleid zo veel mogelijk zijn gespecificeerd voor verschillende typen gebieden. Voor elk gebiedstype zijn doelen geformuleerd voor gewenste inrichting en kwaliteiten, voor die onderwerpen, waarop winst voor het milieu of de leefomgeving kan worden geboekt.

Er zijn zeven gebiedstypen onderscheiden, die in de gemeente Westland zijn te vinden.

  • 1.

    Centrumgebied

  • 2.

    Bedrijventerrein

  • 3.

    Glastuinbouw

  • 4.

    Woongebied

  • 5.

    Villawijk

  • 6.

    Recreatief groen

  • 7.

    Natuurgebied

Ook het Strategisch milieu-uitvoeringsprogramma en de Milieu-uitvoeringsprogramma’s gaan zoveel mogelijk van deze opzet uit. Het zwaartepunt van gebiedsgericht werken ligt vooral in de milieu-inbreng in ruimtelijke ontwikkelingsprojecten, alsmede in het gebiedsgericht uitwerken van specifiek milieubeleid, zoals beleid voor geluid-, lucht- en bodemkwaliteit.

De voordelen van een gebiedsgericht milieubeleid en een gebiedsgerichte aanpak in de uitvoering zijn:

  • 1.

    1.De gewenste kwaliteiten op het gebied van groen-, water- en bodemkwaliteit of geluidbelasting hoeven niet overal dezelfde te zijn.

  • 2.

    Het gebiedsgericht milieubeleid maakt duidelijk aan andere beleidsterreinen, zoals ruimtelijke ordening of economische zaken, welke milieukwaliteiten op een locatie moeten worden bereikt.

  • 3.

    Het signaleert wanneer de bestaande kwaliteit op een locatie onder de maat is.

Duurzame ontwikkeling

Het milieubeleid is met name gericht op het op gang brengen en faciliteren van een proces van duurzame ontwikkeling. Bij het maken van duurzame keuzes wordt aangesloten bij gemeentelijke (beleids)nota’s (o.a. Greenportvisie, leefbaarheidsonderzoek, concernplan) maar ook bij nota’s van VROM (Toekomstagenda Milieu) en de provincie (Beleidsplan Groen, Water en Milieu 2006 –2010).

Wanneer wordt gesproken over milieu binnen het krachtenveld van ontwikkeling in de meest brede zin staat “duurzame ontwikkeling” voor het Rijk, de provincie en ook de gemeente Westland centraal. Hieronder wordt verstaan dat sociaal-culturele, ecologische en economische waarden (People, Planet, Profit) zich in balans en onderlinge samenhang verder ontwikkelen. Voor ons feitelijk handelen betekent het principe van duurzame ontwikkeling, dat we zoveel mogelijk voorkomen dat we de negatieve effecten van ons handelen in het hier en nu afwentelen naar elders en naar toekomstige generaties.

Bij feitelijke keuzes wordt dan ook een integrale afweging tussen sociaal-culturele, economische en ecologische aspecten gemaakt.

De evaluatie van het uitgevoerde milieubeleid vindt jaarlijks plaats in het milieujaarverslag. Tevens is er een monitoringsprogramma in ontwikkeling, zodat de vorderingen en resultaten in het milieubeleid kunnen worden gevolgd en er tijdig bijsturing kan plaatsvinden. Het jaar 2007 is eerder gekozen als startjaar voor de milieumonitor. In de eerste helft van 2010 zullen de resulaten van de jaren 2007, 2008 en 2009 worden gepresenteerd.

Het milieu-uitvoeringsprogramma 2010 is als volgt ingedeeld:

  • -

    Hoofdstuk 1 geeft een algemene inleiding.

  • -

    Hoofdstuk 2 geeft een overzicht van de voorgenomen activiteiten in het programmajaar.

  • -

    Hoofdstuk 3 gaat in op de evaluatie van het uitgevoerde milieubeleid.

Hoofdstuk 2 Uit te voeren activiteiten in het programmajaar ruimtegebrek

Waterplan

Met inachtneming van de uitgangspunten van het waterplan "Westlands water, nu en later" zullen de activiteiten uit het uitvoeringskader in uitvoering worden genomen.

Doordat in september 2008 het beleidsdeel is vastgesteld door de gemeenteraad zonder de financiële paragraaf is men in 2009 vooral bezig geweest om een verdeelsleutel voor de kosten neer te zetten. Hiervoor is een procesorganisatie opgezet nadat de heer Braks een advies over de mogelijkheden van financiering van de uitvoering van het waterplan had uitgebracht in maart 2009. In 2010 wordt verwacht dat tenminste één pilot project wordt uitgevoerd, te weten de Hooghe Beer. Deze pilot dient als vliegwiel om de ontwikkeling van een waterfonds vlot te trekken. Dit waterfonds is nodig omdat in het Westland meerdere partijen een bijdrage dienen te leveren aan het oplossen van de waterbergingopgave. Het uitgangspunt dat de wateropgave tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten moet worden gerealiseerd, dient altijd in de gaten te worden gehouden.

Verder zullen per jaar een uitvoeringsprogramma van de te verwachten uit te voeren maatregelen worden opgesteld door de Gemeente Westland en het Hoogheemraadschap van Delfland. Deze laatste zal tevens het project monitoring trekken waardoor de inspanningen, kosten en bereikte effecten duidelijk worden bijgehouden. Hiervoor is ook inzet van de Gemeente Westland nodig.

Riolering buitengebied

De laatste fase van het project “riolering buitengebied” zal worden voorbereid en uitgevoerd.

In 2010 zullen m.b.v. het telemetriesysteem de geloosde hoeveelheden e.d. gemonitoord worden.

Medio 2010 zijn de laatste inloopbijeenkomsten van de uitvoeringseenheden gepland voor de "uit-namegebieden" Boomawatering en Waalblok, Lange Stucken en Raaphorst Tiend (dan 100% gereed );

Begin 2010 is volgens de recentste planning het civiele werk van de laatste Lierse uitvoeringseenheden ( de "uitnames" uitgezonderd: zie hierboven en onder opmerkingen) aanbesteed (dan 87% gereed, eind 2009 is 75% gereed);

Begin 2010 is c.q. wordt volgens de recentste planning binnen de laatste uitvoeringseenheden (zie opmerkingen) gestart met de civiele werken van de laatste Lierse uitvoeringseenheden;

De ambelijke inzet voor 2010 wordt geraamd op 4300 uur uitvoeringseenheden ( zie opmerkingen);

Ook in 2010 zal in een 2-tal gebieden het monitoren van de invloed van het rioleren van de glastuinbouw op het oppervlakte water worden voortgezet;

Groen/ecologie

Ongereguleerd gebruik gemeentegrond

De uitvoering van het project verloopt volgens planning. De inhoudelijke behandeling van Fase 1 (Naaldwijk en Maasdijk) en Fase 2 (Honselersdijk, Monster, Poeldijk, Ter Heijde) zijn in 2009 opgestart. Eind 2009 volgt Fase 3 (Wateringen, Kwintsheul, 's-Gravenzande, Heenweg) en in 2010 Fase 4 (De Lier). Geconcludeerd kan worden dat de aangeschrevenen een welwillende/medewerkende instelling tonen. Dat is voornamelijk te danken aan de tijdige en uitgebreide communicatie rond het project. De afhandeling van de grondaankoopverzoeken, die uit uit de aanschrijvingen voortkomen, vindt naar verwachting eind 2009 maar voornamelijk in 2010 plaats. Het getoonde animo voor de aankoop van grondsnippers is conform de aannames die bij de start van het project werden gedaan.

Nationale Databank Flora en Fauna (NDFF)

Vanaf juni 2007 is er met alle Haaglanden gemeenten een samenwerking met het ministerie van LNV gestart. Deze samenwerking houdt in dat het Stadsgewest Haaglanden als pilot fungeert om het gebruik van de in ontwikkeling zijnde Nationale Databank Flora en Fauna te testen. Met de resultaten uit de pilot wordt de NDFF verder ontwikkeld. De ontwikkeling van de NDFF valt onder de verantwoordelijkheid van de Gegevensautoriteit Natuur (momenteel nog onderdeel van het ministerie van LNV). De pilot wordt in 2009 afgerond. De samenwerking vindt enerzijds een vervolg in een abonnement op de NDFF. Daarnaast wordt binnen Haaglanden het project 'Werken met de NDFF' opgestart. Hierin werken de 9 gemeenten samen met de regionale waterschappen, de provincie en Dunea (voorheen DZH). Om de biodiversiteit te verhogen en migratie van soorten mogelijk te maken wordt bij plannen gelegen in de ecologische verbindingen gekeken hoe deze verbindingen gerealiseerd danwel versterkt kunnen worden.

Groene daken

In het kader van het klimaatplan wordt het project 'Groene Daken' in 2010 verder uitgewerkt.

Natuurvriendelijke oevers

Om de waterkwaliteit te verbeteren en flora en fauna meer kansen te geven wordt getracht in gemeentelijke projecten zoveel mogelijk natuurvriendelijke oevers aan te leggen en te beheren. Ook particulieren wordt geadviseerd dit te doen.

Klimaat en energie

Klimaatplan

Het Klimaatplan 2008-2012 wordt verder uitgevoerd.

Duurzaam inkopen

Het plan van aanpak duurzaam inkopen wordt verder uitgevoerd. De doelstelling is om in 2010 voor 75% duurzaam in te kopen. Dit houdt in dat in 2010 bij het overgrote deel van alle aanbestedingen duurzaamheidscriteria worden opgenomen.

Warmte-/energieweb

Binnen de regio is afgesproken dat de nadruk ligt op het ontwikkelen van lokale initiatieven die, als het even kan, zodanig worden ingericht dat koppeling van deze initiatieven mogelijk is. Daadwerkelijke koppeling wordt uiteraard pas doorgevoerd als dit voor zowel het individuele project als het te realiseren web, positieve effecten heeft.

Duurzaamheidslening

De mogelijkheden zullen worden onderzocht om de duurzaamheidslening in de gemeente Westland aan te bieden.

Duurzaam bouwen

De inspanningen om duurzaam bouwen een regulier onderdeel van de bedrijfsvoering te laten zijn, zullen onverminderd worden voortgezet. Tevens zal er in het kader van het klimaatbeleid 2008-2012 een evaluatie van het duurzaam bouwenbeleid plaatsvinden.

Gemeentelijke Interne Milieuzorg (GIM)

Voortzetting van de uitvoering van maatregelen in de energiebesparingssfeer en advisering over de implementatie van mogelijke overige GIM-maatregelen voortkomend uit de inventarisatie van de huidige bedrijfsvoering, danwel de toekomstige bedrijfsvoering van het nieuwe gemeentehuis (zie verder ook onder 4.1 duurzaam inkopen)

Verkeer

Implementeren van het Westlands Verkeers- en Vervoersplan. In dit kader vinden de volgende acties plaats: - Uitvoeren van de verkeersplannen voor de 5 grote kernen.

-Verspreiden kennis mobiliteitsplannen voor bedrijven - Uitvoering van het beleid zoals in WVVP is opgenomen mbt fietspaden, parkeren, goederenvervoer.

Leefbaarheid

Het vigerende milieubeleidsplan "Westland, glashart voor het milieu" heeft een looptijd

2005-2010. Dit betekent, dat vanaf eind 2009 een opvolger voor dit plan zal worden voorbereid.

Het Milieu-uitvoeringsprogramma 2011 zal in de begrotingsraad worden behandeld. Het Milieujaarverslag 2009 wordt tegelijk met de jaarrekening aan de gemeenteraad aangeboden.

De gemeente zal waar nodig inbreng leveren bij de voorbereiding van de uitvoering van de ambities uit het Regionaal Milieuplan van het stadsgewest Haaglanden.

Geluid

De geluidbeheermodellen van vrijwillig gezoneerde bedrijventerreinen zullen worden opgesteld, respectievelijk geactualiseerd.

Projecten om bestaande geluidsknelpunten (49 wegenlijst/A-lijst) te saneren worden in 2010 voortgezet.

Lucht

Voortgegaan wordt met de uitvoering van het vastgestelde beleids- en uitvoeringsplan "Naar een betere luchtkwaliteit in het Westland 2006-2010".

Bodem

Hergebruik grond

Implementatie van het Besluit bodemkwaliteit in het gemeentelijke beleid m.b.t. het hergebruik van grond.

Bodemsaneringsbeleid

Op- en vaststellen van nieuw bodemsaneringsbeleid. Het huidige gemeentelijke bodemsaneringsbeleid is maatschappelijk achterhaald.

Afval

Verwerking huishoudelijk afval

Het huidige contract voor afvalverwerking van het huishoudelijk GFT- en restafval loopt op 31 december 2009 af. Met haar besluit van 4 november 2008 heeft het college van B&W de intentie uitgesproken om een aandeelhouderschap te verkrijgen in een organisatie van samenwerkende overheden op het gebied van het afvalbeheer die primair is gericht op het maatschappelijke belang.

Inzameling kunststof

Vanaf 1 januari 2010 zijn gemeenten wettelijk verplicht om kunststofverpakkingsmateriaal te verwijderen uit het restafval. De inzameling van kunststof verpakkingsmateriaal is nieuw en past binnen het streven om afval steeds meer te gaan hergebruiken.

Externe veiligheid

Het afronden van het in 2006 gestarte traject tot het toetsen van EV relevante bedrijven aan de betreffende regelgeving en indien nodig aanpassen van de vergunning. Tevens wordt van de gelegenheid gebruik gemaakt, indien nodig, andere vergunningsvoorschriften te actualiseren. Het streven is de vergunningen van EV-relevante bedrijven in de eerste helft van 2010 op orde te hebben.

Externe veiligheidsaspecten tijdig meenemen bij ruimtelijk relevante ontwikkelingen.

Vergunningverlening

Het doornemen van de vergunningen van bedrijven die voorheen vergunningplichtig waren en nu onder het activiteitenbesluit zijn gaan vallen. De vergunningvoorschriften blijven nog 3 jaar van toepassing, daarna vervallen die en dan dienen (misschien) maatwerkvoorschriften (extra voorschriften bij de melding) te worden opgelegd.

Op 1 januari 2010 is de gemeentelijke organisatie gereed voor de omgevings-

vergunning. Per 1 januari 2010 treedt de Wabo in werking. Implementatie van Wabo en training van medewerkers zal in 2010 worden voortgezet en afgerond.

De projecten tot het actualiseren van milieuvergunningen, het opstellen en uitvoeren van kwaliteitsborgingsprogramma's en het digitaliseren van de milieudossiers zullen in 2010 worden voortgezet en afgerond.

Monitoring

In de eerste helft van 2010 zullen resultaten van het milieubeleid kunnen worden voorgelegd over de jaren 2007, 2008 en 2009. Een en ander volgens de alsdan vastgestelde monitoringsystematiek.

In regionaal verband wordt een CO2 monitor opgesteld.

Milieucommunicatie en –educatie

In de nadere uitwerking van de ambitie uit het Milieubeleidsplan is aangegeven dat de huidige stand van zaken wordt geïnventariseerd en dat er beleid wordt ontwikkeld waarin wordt vastgelegd op welke wijze de gemeente vorm geeft aan natuur- en milieueducatie. De inmiddels ambtelijk opgestelde startnotitie, c.q. het concept-uitvoeringsprogramma Natuur- en Milieueducatie zijn een uitwerking van deze ambitie. Het uitvoeringsprogramma zal in 2010 worden geïmplementeerd.

Hoofdstuk 3 Evaluatie van het milieubeleid

Het milieubeleid zal ook worden geëvalueerd om te kunnen beoordelen of het vastgestelde beleid ook adequaat en effectief wordt uitgevoerd. Hiervoor zal in het programmajaar een monitoringsverslag worden aangeboden. Het jaar 2007 is eerder gekozen als het eerste monitoringsjaar. Het eerste monitoringsverslag zal gaan over de jaren 2007, 2008 en 2009, zodat er voor verschillende indicatoren resultaten kunnen worden getoond. Overigens wordt met de jaarlijks op te stellen milieujaarverslagen ook verantwoording afgelegd van het gevoerde milieubeleid. In een monitoring wordt echter getracht meer de nadruk te leggen op een cijfermatige onderbouwing van de resultaten van het gevoerde beleid en zo mogelijk het milieurendement.

Monitoring is daarmee een vorm van informatievoorziening, waarmee gedurende langere tijd op een gestructureerde en systematische wijze gegevens worden verzameld, bewerkt en gepresenteerd. Door structureel gegevens te verzamelen en te bewerken ontstaat de mogelijkheid om ontwikkelingen (trends) te onderscheiden, waarmee een uitspraak kan worden gedaan over het gevoerde gemeentelijk milieubeleid. Aan de hand hiervan kan het beleid zonodig worden aangepast of bijgesteld.

Een monitoringsrapportage vervult daarmee verschillende functies:

  • -

    een signaleringsfunctie, waardoor de actuele milieusituatie in de gemeente is te overzien;

  • -

    een communicatiefunctie in de richting van het gemeentebestuur en de doelgroepen;

  • -

    een evaluatiefunctie voor het ambtelijk management, waarmee kan worden getoond op welke wijze inhoud is gegeven aan het gemeentelijk milieubeleid;

  • -

    een sturingsfunctie, waarmee de geschikte bouwstenen worden geleverd om het beleid bij te sturen.

Bij de opzet van het monitoringssysteem is gekozen voor een zogenaamd groeimodel. Een reden hiervoor is, dat niet alle onderwerpen en daarvan afgeleide indicatoren (meetbare eenheid, die representatief is voor een bepaalde ontwikkeling) al direct kunnen worden gemeten. In sommige gevallen moe(s)t de registratie nog worden opgezet. Dit heeft in de praktijk nadat de indicatoren waren gekozen ook geleid tot onverwachte moeilijkheden en vertraging in het genereren en achterhalen van de benodigde gegevens. Aan een oplossing daarvoor is en wordt momenteel nog hard gewerkt.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad in zijn openbare
vergadering van 10 november 2009,
de griffier, de voorzitter,
N. Broekema J. van der Tak

Bijlage 1 Tabel met actiepunten en toelichting

Inleiding

De tabel met actiepunten, die u op de volgende pagina’s aantreft geeft een weergave van de activiteiten, die in het jaar 2010 worden voorgenomen om nader invulling aan het milieubeleidsplan “Westland, glashart voor het milieu” te geven. De opzet van de tabel is wederom vergelijkbaar met de tabel uit het Strategisch milieu-uitvoeringsprogramma.

Werking van de tabel

De achterliggende tabel geeft zo concreet mogelijk de activiteiten weer, die ter uitvoering van het milieubeleidsplan in 2010 zullen worden opgepakt.

De volgorde van de thema’s uit de tabel “Milieukwaliteiten en –ambities per gebiedstype” uit het milieubeleidsplan en het Strategisch milieu-uitvoeringsprogramma is ook in het Milieu-uitvoeringsprogramma 2010 weer gehanteerd.

Per milieuthema wordt de milieustrategie genoemd en de activiteiten, die daaruit voortvloeien voor het betreffende jaar. Daarnaast worden: de primaathouder (verantwoordelijke afdeling), de deelnemers, de verantwoordelijk bestuurder en de inzet c.q. beschikbare middelen aangegeven. De cijfers tussen haakjes geven de begrotingspost aan, waarop het punt betrekking heeft.

De genoemde projecten worden, zoals nu voorzien, in 2010 in uitvoering genomen.

Sommige projecten, zoals de milieu-inbreng in de verschillende ruimtelijke ontwikkelingsprojecten, het uitvoeren van het project tot het beëindigen van het oneigenlijke gebruik van gemeentegrond door particulieren en het implementeren van het Westlands Verkeer- en Vervoerplan zijn reeds enige tijd geleden in gang gezet en onderdelen daarvan zijn soms al afgerond.

Kritische succesfactoren

Voor een effectieve en adequate uitvoering van de projecten uit het programma is en blijft het van essentieel belang, dat de milieu-inbreng in ruimtelijke processen voldoende kan worden gewaarborgd. Binnen de projecten dient daartoe sprake te zijn van een voldoende integrale werkwijze, waar alle betrokken disciplines in voldoende mate inbreng kunnen hebben.

De relatie tussen de thema’s en prioriteiten en de gebiedstypen dient voldoende tot uitdrukking te kunnen komen. Het blijkt steeds weer, dat "milieu" er vanaf het eerste begin bij moet zijn om tijdig te kunnen meesturen op ontwikkelingen.

In de bijlage vindt u een overzicht van de ruimtelijke ontwikkelingsprojecten, waarin milieu-inbreng volgens planning aan de orde zal zijn in 2010.

Nr.

Thema’s/prioriteiten

Akties

Primaathouder/ deelnmers

Verantwoordelijk bestuurder

Inzet/Middelen

Opmerkingen

1.

(A20)

Milieubeleid/

Programma

Ruimtegebruik

Milieustrategie: Functiemenging waar het kan en functiescheiding waar het moet.

Deze en alle andere relevante milieuambities en uitgangspunten worden structureel ingebracht in de ruimtelijke ontwikkelingsprojecten, die in bijlage 1 worden genoemd.

RBM/RO

A.Weverling

Inzet van milieu wordt gedekt binnen de projectbegrotingen PO. Inclusief ONW en Westlandse Zoom projecten bedraagt deze circa 2100 uren)

2.1

(E20)

Waterwegen

Water

Milieustrategie: vergroten van het oppervlak water, vasthouden, vervolgens bergen, dan pas afvoeren; voorkomen verontreiniging door lozing, gescheiden houden van water van verschillende (ecologische)kwaliteit, stroming van schoon naar vuil.

Met inachtneming van de uitgangspunten van het waterplan "Westlands water, nu en later" zullen de activiteiten uit het uitvoeringskader in uitvoering worden genomen.

BOR/RO

A.Weverling

2.2

(E30)

Riolering

Water

De laatste fase van het project “riolering buitengebied” zal worden voorbereid en uitgevoerd.

-In 2010 zullen m.b.v. het telemetriesysteem de geloosde hoeveelheden e.d. gemonitoord worden.

-Medio 2010 zijn de laatste inloopbijeenkomsten van de uitvoeringseenheden gepland voor de "uit-namegebieden" Boomawatering en Waalblok, Lange Stucken en Raaphorst Tiend (dan 100% gereed );

-Begin 2010 is volgens de recentste planning het civiele werk van de laatste Lierse uitvoeringseenheden ( de "uitnames" uitgezonderd: zie hierboven en onder opmerkingen) aanbesteed (dan 87% gereed, eind 2009 is 75% gereed);

-Begin 2010 is c.q. wordt volgens de recentste planning binnen de laatste uitvoeringseenheden (zie opmerkingen) gestart met de civiele werken van de laatste Lierse uitvoeringseenheden;

-De ambelijke inzet voor 2010 wordt geraamd op 4300 uur uitvoeringseenheden ( zie opmerkingen);

Ook in 2010 zal in een 2-tal gebieden het monitoren van de invloed van het rioleren van de glastuinbouw op het oppervlakte water worden voortgezet;

BOR/IOR

A.Weverling

Voor de jaren 2005, 2006 en 2007, 2008 en 2009 zijn kredieten beschikbaar gesteld.

De Formatieve inzet in 2010 was geraamd op 2850 uren voor de nazorg. I.v.m. uitloop van het werk wordt de inzet voor 2010 nu geraamd op 4300 uur.

De provincie heeft eind 2007 een algehele vrijstelling voor aansluiting van het buitengebied op de riolering verleend tot 1 januari 2010 (= het einde van de projectperiode). De afgesproken deadline (31/12-2009) verschuift voor de gebieden Boomawatering, Waalblok, Lange Stucken, Raaphorst Tiend en een aantal Lierse polders , naar 31 december 2010. De provincie zal hiervoor de tijdelijke vrijstelling verlengen.

De 1e testfase van het telemetriesysteem is eind 2008 afgerond. Behoudens bovengenoemde gebieden is de riolering in alle andere gebieden per 1 januari 2010 aangelegd en op strengniveau operationeel. Naar ver-wachting zal eind 2009 ook de 2e testfase van het telemetriesysteem afgerond en daarmee operationeel zijn.

Ivm gebiedsontwikkeling in gebied Boomawatering (FES-subsidie) zal dat gebied pas medio 2011 gerioleerd zijn. De voorbereiding, aanbesteding en start uitvoering van dit gebied is qua planning losgekoppeld van de deadline voor de overige projectwerkzaamheden.

I.v.m. de ontwikkeling van het zgn. gesloten waterkringloopconcept "4B" FES-subsidie) zullen de gebieden Waalblok, Lange Stucken en Raaphorst Tiend pas eind 2012 gerioleerd zijn. De voorbereiding, aanbesteding en start uitvoering van dit gebied is qua planning losgekoppeld van de deadline voor de overige projectwerkzaamheden.

3.

(E25)

Openbaar

groen etc.

Groen/ecologie

Milieustrategie: Vergroting van het groenareaal en koppeling aan wegen- en waterstructuren, aanbrengen van samenhang en differentiatie en opheffen van snipper-groen. Milieustrategie: Benut potenties van de ondergrond, vorm kerngebieden en verbind die onderling.

Aanpak ongereguleerd gebruik gemeentegrond

De uitvoering van het project verloopt volgens planning. De inhoudelijke behandeling van Fase 1 (Naaldwijk en Maasdijk) en Fase 2 (Honselersdijk, Monster, Poeldijk, Ter Heijde) zijn in 2009 opgestart. Eind 2009 volgt Fase 3 (Wateringen, Kwintsheul, 's-Gravenzande, Heenweg) en in 2010 Fase 4 (De Lier). Geconcludeerd kan worden dat de aangeschrevenen een welwillende/medewerkende instelling tonen. Dat is voornamelijk te danken aan de tijdige en uitgebreide communicatie rond het project. De afhandeling van de grondaankoopverzoeken, die uit uit de aanschrijvingen voortkomen, vindt naar verwachting eind 2009 maar voornamelijk in 2010 plaats. Het getoonde animo voor de aankoop van grondsnippers is conform de aannames die bij de start van het project werden gedaan.

Nationale Databank Flora en Fauna (NDFF)

Vanaf juni 2007 is er met alle Haaglanden gemeenten een samenwerking met het ministerie van LNV gestart. Deze samenwerking houdt in dat het Stadsgewest Haaglanden als pilot fungeert om het gebruik van de in ontwikkeling zijnde Nationale Databank Flora en Fauna te testen. Met de resultaten uit de pilot wordt de NDFF verder ontwikkeld. De ontwikkeling van de NDFF valt onder de verantwoordelijkheid van de Gegevensautoriteit Natuur (momenteel nog onderdeel van het ministerie van LNV). De pilot wordt in 2009 afgerond. De samenwerking vindt enerzijds een vervolg in een abonnement op de NDFF. Daarnaast wordt binnen Haaglanden het project 'Werken met de NDFF' opgestart. Hierin werken de 9 gemeenten samen met de regionale waterschappen, de provincie en Dunea (voorheen DZH). Om de biodiversiteit te verhogen en migratie van soorten mogelijk te maken wordt bij plannen gelegen in de ecologische verbindingen gekeken hoe deze verbindingen gerealiseerd danwel versterkt kunnen worden.

Groene daken

In het kader van het klimaatplan wordt het project 'Groene Daken' in 2010 verder uitgewerkt.

Natuurvriendelijke oevers

Om de waterkwaliteit te verbeteren en flora en fauna meer kansen te geven wordt getracht in gemeentelijke projecten zoveel mogelijk natuurvriendelijke oevers aan te leggen en te beheren. Ook particulieren wordt geadviseerd dit te doen.

BOR

A.Weverling

A.Weverling

Formatieve uren zijn in de (meerjaren)begroting opgenomen + een budget van € 200.000,--

Formatieve uren zijn in de (meerjaren) begroting opgenomen en/of worden uit de SLOK-regeling gedekt.

Idem

Idem

4.1

(A20)

Klimaat/ energie

Klimaat/energie

Milieustrategie: Energiebehoefte beperken, duurzame bronnen gebruiken, eindige bronnen efficiënt gebruiken.

Het Klimaatplan 2008-2012 wordt verder uitgevoerd.

Duurzaam inkopen

Het plan van aanpak duurzaam inkopen wordt verder uitgevoerd. De doelstelling is om in 2010 voor 75% duurzaam in te kopen. Dit houdt in dat in 2010 bij het overgrote deel van alle aanbestedingen duurzaamheidscriteria worden opgenomen. Conform klimaatplan wordt extra aandacht aan openbare verlichting en energiezuinige apparatuur besteed.

Warmtebenutting

Binnen de regio is afgesproken dat de nadruk ligt op het ontwikkelen van lokale initiatieven die, als het even kan, zodanig worden ingericht dat koppeling van deze initiatieven mogelijk is. Daadwerkelijke koppeling wordt uiteraard pas doorgevoerd als dit voor zowel het individuele project als het te realiseren web, positieve effecten heeft.

Duurzaamheidslening

De mogelijkheden zullen worden onderzocht om de duurzaamheidslening in de gemeente Westland aan te bieden

RBM/Milieu

RBM/Milieu

RBM/Milieu

RBM/Milieu

A.Weverling

B.P.M. van der Stee

A.Weverling

A.Weverling

De middelen worden via de SLOK-regeling (50-50 co-financiering) gedekt.

Formatieve uren zijn in de (meerjaren)-begroting opgenomen. (300 uren). Project valt ook binnen de SLOK-regeling

Formatieve uren zijn in de (meerjaren)- begroting opgenomen. (150 uren.

Formatieve uren zijn in de (meerjaren)- begroting opgenomen.

4.2

(A20)

Milieubeleid/ programma

Duurzaam bouwen

Milieustrategie: duurzaam bouwen promoten en initiëren.

De inspanningen om duurzaam bouwen een regulier onderdeel van de bedrijfsvoering te laten zijn worden onverminderd voortgezet door promotie (intern en extern), waardoor adequater kan worden ingespeeld op zich aandienende mogelijkheden. Interne promotie vindt plaats in het kader van de "implementatiefase duurzaam bouwen". Tevens zal er in het kader van het nieuwe klimaatbeleid een evaluatie van het duurzaam bouwenbeleid plaatsvinden.

RBM/Milieu

A.W. Meijer

Formatieve uren zijn in de (meerjaren)begro-ting opgenomen (200 uren). Idem SLOK-regeling.

4.3

(A20)

idem

Gemeentelijke Interne milieuzorg (GIM)

Milieustrategie: interne milieuzorg voor toekomstige gemeentelijke nieuwbouw voorbereiden en implementeren en voor de huidige bedrijfsvoering waar mogelijk verbeteringen aanbrengen.

Voortzetting van de uitvoering van maatregelen in de energiebesparingssfeer en advisering over de implementatie van mogelijke overige GIM-maatregelen voortkomend uit de inventarisatie van de huidige bedrijfsvoering, danwel de toekomstige bedrijfsvoering van het nieuwe gemeentehuis (zie verder ook onder 4.1 duurzaam inkopen)

Interne dienstverlening

RBM/Milieu

B.P.M. van der Stee

Formatieve uren zijn in de (meerjaren)begro-ting opgenomen (50 uren).

+ eventueel investeringsbudget (is afhankelijk van te nemen maatregelen.

5.

(A05)

Beleid verkeer en vervoer

Verkeer

Milieustrategie: beperken vermijdbaar autogebruik, beperken negatieve effecten in de leef-omgeving, efficiënt afwikkelen goederenvervoer en stimuleren openbaar vervoer/ fietsgebruik.

Implementeren van het Westlands Verkeers- en Vervoersplan. In dit kader vinden de volgende acties plaats: - Uitvoeren van de verkeersplannen voor de 5 grote kernen.

-Verspreiden kennis mobiliteitsplan- nen voor bedrijven - Uitvoering van het beleid zoals in WVVP is opgenomen mbt fietspaden, parkeren, goederenvervoer

RBM/RO

BOR

A.W. Meijer

A.Weverling

T.Duijvestijn

Formatieve uren zijn in de (meerjaren)begro-ting opgenomen.

Zie ook luchtkwaliteit.

6.1

(A20)

Milieubeleid/ programma

Leefbaarheid

Milieustrategie: vergroten leefbaarheid door het realiseren/toestaan van passende functies per gebied.

Doelstelling wordt permanent toegepast in ruimtelijke ontwikkelingsprocessen.

RBM/PO

A.Weverling

Inzet van milieu wordt gedekt binnen de projectbegrotingen PO.

Uitgangspunt is, dat strategieën worden ingebracht met behulp van de Mirup-methode.

6.2

(A20)

Milieubeleid/ programma

Milieubeleidsplan 2010-2015

Ter vaststelling voorbereiden van een milieubeleidsplan 2010-2015

RBM/Milieu

A.Weverling

Formatieve uren zijn in de (meerjaren) begroting opgenomen (350 uren); input van verschillende teams/afde-lingen.

6.3

(A20)

Milieubeleid/ programma

Milieu-uitvoeringspro-gramma 2011

Het MUP 2011 wordt tegelijk met de begroting 2011 ter vaststelling voorgelegd aan de raad.

RBM/Milieu

A.Weverling

Formatieve uren zijn in de (meerjaren) begroting opgenomen (250 uren); input van verschillende teams/afde-lingen.

6.4

(A20)

Milieubeleid/ programma

Milieujaarverslag 2009

Tegelijk met de jaarrekening wordt het

milieujaarverslag 2009 aan de raad

aangeboden.

RBM/Milieu

A.Weverling

Formatieve uren zijn in de (meerjaren) begro-ting opgenomen (250 uren); input van ver- schillende teams/ afdelingen.

6.5

(A20)

Milieubeleid/ programma

Regionaal milieuplan

Haaglanden 2008 – 2012

De gemeente zal waar nodig inbreng leveren bij de voorbereiding van de uitvoering van de ambities uit het Regionaal Milieuplan van het stadsgewest Haaglanden.

RBM/Milieu

A.Weverling

Wordt vormgegeven door Haaglanden, bijdrage van de gemeente valt binnen de formatieve uren in de (meerjaren)begroting (150 uren).

7.1

(A20)

Geluidshinder

Geluid

Actualisering en opstellen van geluidbeheermodellen van vrijwillig gezoneerde bedrijventerreinen: t.w.

-Honderdland

-Coldenhove

-TPW Mars

-TPW Jupiter en Venus

-Bedrijventerrein (ALC) The

Greenery.

RBM/Milieu

A.Weverling

Formatieve uren zijn in de (meerjaren)begro-ting opgenomen.

(100 uren).

7.2

(A20)

idem

Geluid (sanering)

Projecten om bestaande geluidsknelpunten (49 wegenlijst/A-lijst) te saneren worden in 2010 voortgezet. Deze projecten worden gefinancierd met ISV II (en III) geluidsaneringsgelden

De akties zoals hier bedoeld komen o.a. terug in het EU-geluidsactieplan, dat in 2009 is vastgesteld.

De projecten worden gecombineerd met andere projecten van PO/BOR/IOR, hetgeen wordt afgestemd in het gemeentelijk Geluid Sanerings Overleg (GSO).

RBM/Milieu

PO/BOR/

IOR

A.Weverling

Formatieve uren zijn in de (meerjaren)-begroting opgenomen. (400 uren).Inkoop van 600 uren IOR ikv GSO.

Ten aanzien van de specifieke inzet van middelen uit het ISV II budget wordt binnenkort nog afzonderlijk geadviseerd.

8

(A20)

Luchtkwaliteit

Lucht

Milieustrategie: de luchtkwaliteit voldoet tijdig aan de normering, zoals opgenomen in het Besluit luchtkwaliteit. (thans Wet luchtkwaliteit)

In 2009 wordt voortg e gaan met de uitvoering van het door de raad op 1 april 2007 vastgestelde beleids- en uitvoeringsplan “Naar een betere Luch t kwaliteit in het Westland 2006 - 2010” e.e.a. door het:

-uitvoeren van onderzoeken naar luchtkwaliteit bij ruimtelijke ontwikkelingen;

-bevorderen van het fietsverkeer, incl. het realiseren van fietsinfrastructuur;

-het stimuleren van milieuvriendelijke brandstoffen.

RBM/Milieu

A.Weverling

Formatieve uren zijn in de (meerjaren)begro-ting opgenomen (200 uren); samenwerking met het team Ruimtelijke Ontwikkeling, de afdeling Planontwik-keling en de afdeling Beheer Openbare Ruimte.

9.

(A20)

Bodembe-

scherming

Bodem

Milieustrategie: de bodemproblematiek is beheersbaar in 2023 en de omvang van de ernstige bodemverontreiniging is per 2005 (2010) in kaart gebracht.

Hergebruik grond

Implementatie van het Besluit bodemkwaliteit in het gemeentelijke beleid m.b.t. het hergebruik van grond

Bodemsaneringsbeleid

Op- en vaststellen van nieuw bodemsaneringsbeleid. Het huidige gemeentelijke bodemsaneringsbeleid is maatschappelijk achterhaald.

RBM/Milieu

A.Weverling

Formatieve uren zijn in de (meerjaren)begro-ting opgenomen

Voor (externe) ondersteuning is € 25.000,= benodigd. Dit komt t.l.v. de begrotingspost A20.

Voor een economisch en milieutechnisch verantwoorde ontwikkeling van (bedrijfs)activiteiten in de gemeente is herziening gewenst.

10.

(A20) (F20)

Beleid afval-inzameling en verwerking/ Inzameling huishoudelijk afval

Afval

Milieustrategie: er vindt maximaal hergebruik van huishoudelijk en bedrijfsafval plaats, de scheiding van huishoudelijk afval wordt gestimuleerd en er worden doelstellingen geformuleerd om zwerfafval te voorkomen, danwel te beperken.

Verwerking huishoudelijk afval

Het huidige contract voor afvalverwerking van het huishoudelijk GFT- en restafval loopt op 31 december 2009 af. Met haar besluit van 4 november 2008 heeft het college van B&W de intentie uitgesproken om een aandeelhouderschap te verkrijgen in een organisatie van samenwerkende overheden op het gebied van het afvalbeheer die primair is gericht op het maatschappelijke belang. De uiteindelijke doelstelling is om, nadat de Afvalstoffenverordening daartoe is aangepast, te komen tot een nieuwe contractsituatie per 1-1-2010 voor de verwerking van het huishoudelijk GFT- en restafval.

Inzet ten aanzien van de uitvoering van het Afvalbeleidsplan wordt afgestemd op uitkomst van scheidingsproeven die 2 maal per jaar plaatsvinden.

Inzameling kunststof

Vanaf 1 januari 2010 zijn gemeenten wettelijk verplicht om kunststofverpakkingsmateriaal te verwijderen uit het restafval. De inzameling van kunststof verpakkingsmateriaal is nieuw en past binnen het streven om afval steeds meer te gaan hergebruiken.

Om aanspraak te kunnen maken op de vergoedingen die door Nedvang beschikbaar worden gesteld, is het streven om eind 2009 te starten met de tijdelijke plaatsing van bovengrondse inzamelcontainers op diverse locaties binnen de gemeente. Deze containers voor de inzameling van kunststof kunnen op termijn - gelijktijdig met de vervanging van de inzamelcontainers voor glas, papier en textiel – vervangen worden door ondergrondse containers.

Met ondersteuning van Nedvang wordt eind 2009 een communicatietraject opgestart. Ook wordt aangesloten bij de landelijke campagne 'Plastic Heroes'. Op die manier wordt aandacht gevraagd voor de wettelijke plicht om binnen de gemeente kunststof afval in te gaan zamelen, zoals dat ook bij glas en papier het geval is.

BOR

RBM/Milieu

A.Weverling

Formatieve uren zijn in de (meerjaren)begro-ting opgenomen.

In de MIP(investeringslijst) is jaarlijks een bedrag opgenomen voor de vervanging van ondergrondse containers.

11.

(E45)

Vergunning-verlening

Externe veiligheid

Milieustrategie: de risico's voor de omgeving bij de productie, de verwerking, de opslag en het transport van gevaarlijke stoffen zijn zo minimaal mogelijk en beheersbaar

Het afronden van het in 2006 g e starte traject tot het toetsen van EV releva n te bedrijven aan de betreffende rege l geving en indien nodig aanpassen van de vergu n ning. Tevens wordt van de gelegenheid gebruik g e maakt, indien nodig, andere vergunningsvoorschri f ten te actualiseren. Het str e ven is de vergunningen van EV-relevante bedri j ven in de eerste helft van 2010 op orde te he b ben.

Externe veiligheidsaspecten tijdig meenemen bij ruimtelijk relevante ontwikkelingen.

RBM/Milieu

A.Weverling

Inspanningen m.b.t. bedrijven worden gedekt vanuit produktnummer A20.

De advisering vanuit bureau EV van Haaglanden komt ten laste van de regionale Haaglanden budgetten.

12.1

(E45)

Vergunning-verlening

Vergunningverlening

Milieustrategie: vergunningverlening en handhaving dragen bij aan de verbetering van de milieukwaliteit en de optimalisatie van het milieurendement.

Vergunningverlening verdient continu aandacht. Voor dit jaar worden de speerpunten 12.1 t/m 12.4 gecontinueerd.

RBM/Milieu

A.Weverling

Formatieve uren zijn in de (meerjaren)begro-ting opgenomen

(11365 uren).

De raming voor 2010 met de eigen formatie luidt als volgt:

70 x vergunningen Wet milieubeheer;

290 x meldingen 8.40 Wet milieubeheer;

250 x coördinatie-aanvragen Wet milieubeheer/Woningwet.

De handhavingsin-spanningen staan in het handhavingsuit-voeringsprogramma 2010.

12.2

(E45)

idem

Vergunningverlening

Het doornemen van de vergunningen van bedrijven die voorheen vergunningplichtig waren en nu onder het activiteitenbesluit zijn gaan vallen. De vergunningvoorschriften blijven nog 3 jaar van toepassing, daarna vervallen die en dan dienen (misschien) maatwerkvoorschriften (extra voorschriften bij de melding) te worden opgelegd.

RBM/Milieu

A.Weverling

Financiële consequenties zijn in de begroting 2010 meegenomen.

12.3

(E45)

idem

Vergunningverlening

Op 1 januari 2010 is de gemeentelijke organisatie gereed voor de omgevings-

vergunning. In vergunning. Per 1 januari 2010 treedt de Wabo in werking. Implementatie van Wabo en training van medewerkers zal in 2010 worden voortgezet en afgerond.

RBM/

Bouwen

A.Weverling

Financiële consequenties zijn in de begroting 2010 meegenomen.

12.4

(E45)

idem

Vergunningverlening

De projecten tot het actualiseren van milieuvergunningen, het opstellen en uitvoeren van kwaliteitsborgingsprogramma's en het digitaliseren van de milieudossiers zullen in 2010 worden voortgezet en afgerond.

RBM/Milieu

A.Weverling

Financiële consequenties zijn in de begroting 2010 meegenomen.

13

(A20)

Milieubeleid/-programma

Monitoring

Milieustrategie: er dient een juist inzicht te bestaan in de resultaten van de gemeentelijke milieu-inspanningen.

In de eerste helft van 2010 zullen resultaten van het milieubeleid kunnen worden voorgelegd over de jaren 2007, 2008 en 2009. Een en ander volgens de alsdan vastgestelde monitoringsystematiek.

In regionaal verband wordt een CO2 monitor opgesteld.

RBM/Milieu

A.Weverling

Formatieve uren zijn in de (meerjaren)begro-ting opgenomen (200 uren); input van verschillende teams/afdelingen. Verder €5.000,= inkoopbudget voor begeleiding/communi-catie (incl. grafische vormgeving) monitoringrapportage te financieren uit produkt A20.

14

(A20)

Milieuvoorlichting

Milieucommunicatie en

–educatie

In de nadere uitwerking van de ambitie uit het Milieubeleidsplan is aangegeven dat de huidige stand van zaken wordt geïnventariseerd en dat er beleid wordt ontwikkeld waarin wordt vastgelegd op welke wijze de gemeente vorm geeft aan natuur- en milieueducatie. De inmiddels ambtelijk opgestelde startnotitie, c.q. het concept-uitvoeringsprogramma Natuur- en Mi-

lieu-educatie zijn een uitwerking van deze ambitie. Het uitvoeringsprogramma zal in 2010 worden geïmplementeerd.

RBM/Milieu

A.Weverling

Formatieve uren voor opstellen beleid en uitvoeringprogramma zijn in de (meerjaren(begroting opgenomen. Over eventuele kosten voor de implementatie van het uitvoeringsprogramma zal t.z.t. nadere besluitvorming plaatsvinden.

Bijlage 2

Ruimtelijke ontwikkelingsprojecten, waarin (naar verwachting) milieu-inbreng op basis van het milieubeleidsplan “Westland, glashart voor het milieu” zal worden geleverd. Over de daadwerkelijke milieu-inbreng worden eerst later afspraken gemaakt.:

  • 1.

    Tradepark Westland III te Naaldwijk

  • 2.

    Honderdland fase 2 te Naaldwijk;

  • 3.

    Hoogeland te Naaldwijk

  • 4.

    WarmteKrachtKoppeling

  • 5.

    3-in-1-project: Zuidelijke Randweg Naaldwijk (incl. procedure verlengde veilingroute)

  • 6.

    Centrumplan ’s-Gravenzande;

  • 7.

    3-in-1-project

  • 8.

    IRG-project Wateringveldsepolder te Wateringen

  • 9.

    Centrumplan Monster

  • 10.

    Juliahof te Wateringen

  • 11.

    Poelzone (woningbouw)

  • 12.

    Poelzone (groene schakels)

  • 13.

    Westlandse Zoom;

  • 14.

    Structuurvisie Verdilaan/gemeentehuis te Naaldwijk

  • 15.

    Molensloot-Noord te De Lier

  • 16.

    Woerdblok te Naaldwijk

  • 17.

    Zwethzone te Wateringen

  • 18.

    Booma Watering te Monster

  • 19.

    Waalblok te 's-Gravenzande

  • 20.

    Monstersevaart te Monster

  • 21.

    Centrumplan Naaldwijk

  • 22.

    Centrumplan de Lier

  • 23.

    Burgemeesterswijk te Honselersdijk

  • 24.

    Poelzone (herstructurering FESII)

  • 25.

    Zwembad "De Waterman"

  • 26.

    Centrumplan Kwintsheul

  • 27.

    Oosterbuurt te 's-Gravenzande

  • 28.

    Poeldijk Noord-Oost

  • 29.

    Lithos te Wateringen

Bijlage 3 Projecten die in het kader van het gemeentelijk klimaatplan 2008-2012 worden uitgevoerd

  • 1.

    Duurzaam gemeentehuis doel: -Realiseren van een nieuw gemeentehuis met een 50% verscherpte EPC;

  • -

    Opnemen van extra ambities aangaande energie en binnenmilieu.

  • 2.

    Groen geld als water doel: -Versterking van de ontwikkeling van natuur en landschap van de gemeente Westland. -Groen en water dat verdwijnt als gevolg van onder andere herstructureringsprojecten

    elders in de gemeente, waar dat de structuur ten goede komt, compenseren.

  • 3.

    Duurzaam inkopen van energiezuinige apparatuur en openbare verlichting: doel: -Energiebesparing 3 % per jaar en 70% opwekking en/of inkoop duurzame energie.

  • -

    Doorvoeren van verlichtingsconcepten met een voor desbetreffende verkeers- of verblijfssituatie optimale prijs/kwaliteitverhouding (incl. energetische kwaliteit).

  • -

    Aanschaffing van energiezuinige apparatuur. Integratie van energiezorg met het gemeen telijk beleid voor duurzaam inkopen.

  • 4.

    Het nieuwe rijden voor medewerkers doel: - 10 – 15 % minder CO2 uitstoot;

  • -

    Minder slijtage en onderhoud; -Lagere brandstofkosten; -Veiligere rijstijl; -Verbetering luchtkwaliteit; -Minder ongelukken en schade (gunstige invloed op verzekeringspremie).

  • 5.

    Opzet EPC monitoring (incl cursus EPC-berekening) doel: inzicht in naleving van de energieprestatienorm

  • 6.

    Duurzame woonwijk doel: -een energiezuinige comfortabele woonwijk

  • -

    - Bewerkstelligen van een Energie Prestatie op Locatie (EPL) van minimaal 8 in woningbouwprojecten:

  • -

    -Energievisie opgesteld en opgenomen in bestemmingsplan voor woningbouwprojecten van meer dan 200 woningen.

  • -

    -Bereiken van een zo gunstig mogelijke energieprestatie bij woonwijken van minder dan 200 woningen.

  • 7.

    Wijkgerichte aanpak woningvoorraad doel: -verbeteren van de energieprestatie van bestaande woningen in particulier eigendom.

  • -

    Verbeteren van het binnenhuis klimaat in de particuliere woningvoorraad.

  • -

    Realiseren van concrete meetbare reductie van CO2-uitstoot.

  • -

    Verlagen van woonlasten van particuliere woningeigenaren.

  • -

    Stimuleren van investeringen in bestaande woningvoorraad.

  • 8.

    Samenwerking met aanbieders van eenvoudige besparingsopties doel:

    -stimuleren energiebesparing door particulieren in samenwerking met lokale aanbieders.

  • 9.

    Groene daken

  • -

    doel: -het verbeteren van de luchtkwaliteit en besparing van energie, door het aanbrengen van groene daken.

  • 10.

    Actief duurzaam bouwen: doel: -bekendheid met het gemeentelijk dubo beleid en daadwerkelijke uitvoering daarvan.

  • 11.

    Energievisie bedrijventerreinen doel: -Bedrijven en bedrijventerreinen op een zo duurzaam mogelijke wijze inrichten zodat een hoge energieprestatie op locatie wordt gehaald.

  • -

    Verbeteren van de energetische kwaliteit van utiliteitsgebouwen door prestatieafspraken te maken met bouwpartijen.

  • 12.

    Handhaving dagafdekking koel- en vriesmeubelen bij supermarkten. doel: -terugdringen van het energiegebruik door supermarkten.

  • 13.

    Energietransitie glastuinbouw doel: -Terugdringen gebruik van fossiele brandstoffen;

  • -

    Structureel meenemen van duurzame energieopties bij herstructureringsprojecten;

  • -

    Binnen het gebied werkt de daar aanwezige glastuinbouw energieneutraal.

  • 14.

    Energiecongres glastuinbouw

  • -

    doel: -Het bij elkaar brengen van de glastuinbouw, energiegerelateerde toeleverende bedrijven, adviesbureaus en kennisinstellingen. Door kennis uit te wisselen op het gebied van duur zame energie (technieken) wordt een impuls gegeven aan de energietransitie.

  • 15.

    Duurzame inrichting Poelzone doel: -Bij de inrichting van de Poelzone wordt rekening gehouden met duurzaamheidscriteria en

    worden verschillende functies en technieken aan elkaar gekoppeld.

  • 16.

    Voorbereiding grootschalige toepassing warmte/koude-opslag en geothermie doel: -een effectief en efficiënt gebruik van de ondergrond voor duurzame energiebronnen.

  • -

    Het benutten van de binnen de gemeentegrenzen beschikbare duurzame warmte- en koudebronnen en geothermie.

  • -

    -Door collectieve DE-opties op te nemen in bestemmingsplannen creëert de gemeente de ruimtelijke randvoorwaarden voor collectieve DE-opties.

  • 17.

    Haalbaarheidsonderzoek biomassacentrale Haaglanden doel: -inzicht in de mogelijkheid van biomassa uit de glastuinbouw voor de opwekking van ener- gie in een regionale biomassa centrale

  • 18.

    coördinatie klimaatbeleid

  • -

    doel: -Bewaken van de uitvoering van klimaatbeleid

  • -

    Waarborgen afstemming tussen afdelingen

  • -

    Onderhouden contacten met externe partners

  • -

    Creëren van draagvlak voor klimaatbeleid

  • 19.

    Structureel overleg

  • -

    doel: -Structurele communicatie over de aanpak en resultaten van klimaatbeleid naar alle rele van te onderdelen en niveaus van de gemeentelijke organisatie 20.CO2 monitor.

  • -

    doel: -Kwalitatief en waar mogelijk kwantitatief inzicht in de resultaten van de uitvoering van klimaatbeleid;

  • -

    Creëren van draagvlak op basis van positieve resultaten;

  • -

    Bijstellen van de uitvoering op basis van negatieve resultaten.

Bijlage 4 Lijst met afkortingen

BOR: Afdeling Beheer Openbare Ruimte

CAD: Centraal Afvoer Drainagesysteem

DCMR: Dienst Centraal Milieubeheer Rijnmond

EPA: Energie Prestatie Advies

EPC: Energie Prestatie Coëfficiënt

EPL: Energie Prestatie op Lokatie

FES: Fonds Economische Structuurversterking

FSC: Forest Stewardship Council

GIM: Gemeentelijke Interne Milieuzorg

HHD: Hoogheemraadschap van Delfland

ISOR: Informatie Systeem Overige Rampen

ISV: Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing

LTO: Land- en Tuinbouw Organisatie

MBP: Milieubeleidsplan

Mirup: Milieu in ruimtelijke plannen

MUP: Milieu-uitvoeringsprogramma

NME: Natuur- en Milieu-educatie

RBM: Afdeling Ruimte, Bouwen en Milieu

RRGS: Register Risicosituaties Gevaarlijke Stoffen

SLOK: Stimuleringsregeling Lokale Klimaatinitiatieven

SMUP: Strategische milieu-uitvoeringsprogramma

VHB: Afdeling Veiligheid, Handhaving en Brandweerzorg