Regeling Stage(s)

1. Een stage, met uitzondering van een snuffelstage, dient te voldoen aan onderstaande voorwaarden.

• a.

  Een stage dient (ook) een zeker rendement te hebben voor de gemeente Westland,

  • -

    hetzij in de vorm van (aanvullend/zijdelings) te verrichten arbeid;

  • -

    in het leveren van een bijdrage aan de oplossing van een probleem;

  • -

    door de inbreng van nieuwe inzichten in de organisatie,

    waarbij het leerdoel echter centraal blijft.

• b.

  Een stage dient gestructureerd te zijn:

  De stage moet plaatsvinden op grond van het leerplan van de onderwijsinstelling, met als doelstelling beroepskennis en beroepsvaardigheden te vergroten. De stage zelf dient te verlopen volgens een stageplan. Vanwege de kennis van de mogelijkheden en onmogelijkheden binnen de gemeente Westland dient de stagegever de opzet en de formulering van de stageplannen mede te kunnen bepalen;

• c.

  De stagenemer dient, naar het oordeel van de stagegever, in beginsel te beschikken over voldoende kennis, inzicht en vaardigheden in relatie tot de te verrichten activiteiten;

2. De afspraken, verantwoordelijkheden, rechten en plichten van partijen (stagenemer, stagegever en onderwijsinstelling) worden vastgelegd in de door stagegever voorgeschreven (standaard) overeenkomst.

3. De stage(nemer/-overeenkomst) is uitgesloten van de werkingssfeer van de CAR/UWO. Onder “overige bepalingen” zijn overigens wél CAR/UWO-artikelen opgenomen die van toepassing worden verklaard.

1. Voor de duur van de stage wordt tussen de stagegever, de onderwijsinstelling en de stagenemer een stageovereenkomst (conform artikel 2, lid 2) gesloten.

2. In de stageovereenkomst worden in ieder geval opgenomen:

• a)

  de aard/doelstelling van de stage;

• b)

  het tijdstip van aanvang en einde van de stage en het aantal stage-uren per week;

• c)

  het voldoen aan voorschriften en aanwijzingen én het vermijden van onveilige handelingen door de stagenemer;

• d)

  de wettelijke risico-aansprakelijkheid van de stagegever voor fouten van ondergeschikten/stagiairs, tenzij er sprake is van opzet en/of bewuste roekeloosheid van de stagenemer;

• e)

  de voorziening door de onderwijsinstelling c.q. stagenemer in afdoende verzekering tegen wettelijke aansprakelijkheid bij opzet/roekeloosheid van de stagiair;

• f)

  wie namens de stagegever en de onderwijsinstelling belast zijn met de begeleiding van de stagenemer;

• g)

  de wijze waarop de stage kan worden afgebroken c.q. verlengd;

• h)

  de gekozen verlofvariant.

1. De stagenemer ontvangt maandelijks een stagevergoeding indien de stage 3 maanden of langer duurt.

2. Uitgaande van een 36-urige werkweek bedraagt de stagevergoeding:

• -

  voor een stage op LBO/VMBO-niveau een brutobedrag ter grootte van 20% van het minimumsalaris van schaal 1 (nieuwe structuur) naar boven afgerond op € 5,- (€ 275,- peil 1-6-2008);

• -

  voor een stage op MBO-niveau een brutobedrag ter grootte van 27,5% van het minimumsalaris van schaal 1 (nieuwe structuur) naar boven afgerond op € 5,- (€ 375,- peil 1-6-2008);

• -

  voor een stage op HBO-niveau een brutobedrag ter grootte van 35% van het minimumsalaris van schaal 1 (nieuwe structuur) naar boven afgerond op € 5,- (€ 475,- peil 1-6-2008);

• -

  voor een stage op Academisch-niveau een brutobedrag ter grootte van 42,5% van het minimumsalaris van schaal 1 (nieuwe structuur) naar boven afgerond op € 5,- (€ 575,- peil 1-6-2008);

3. Van de stagevergoeding kan, op verzoek van de onderwijsinstelling, maximaal 50% in een zogenaamd stagefonds (van de onderwijsinstelling) worden gestort.

4. Bij stages korter dan 3 maanden kan, ter afsluiting van de stage, een bloemetje/cadeautje t.w.v. max. € 30,- worden gegeven ten laste van het afdelingsbudget voor representatie.

1. De stagenemer heeft vrijaf op de erkend (kerkelijke) feestdagen genoemd in artikel 4:2:1 CAR/UWO (als ook op Goede Vrijdag en Bevrijdingsdag).

2. Met verwijzing naar artikel 6:2:2 CAR/UWO wordt de stagenemer in de gelegenheid gesteld vrijaf te vragen op officiële feestdagen samenhangend met geloof en/of culturele achtergrond (bijv. Suikerfeest), bij huwelijk of geregistreerd partnerschap van bloed- en/of aanverwanten in eerste en tweede graad en bij verhuizing.

3. De stagenemer heeft de keuze uit de onderstaande 2 (aanvullende) verlofvarianten:

• a)

  vakantieverlof overeenkomstig de schoolvakanties (hierbij dienen de schoolvakantieperiodes vóóraf, bij ondertekening van de stage-overeenkomst, te worden aangemeld), de verlofperiodes worden bij deze variant in mindering gebracht op de stagevergoeding;

• b)

  vakantieverlof overeenkomstig de “Regeling arbeidsduur & vakantieverlof 2007” van de gemeente Westland, bij deze variant vindt géén vermindering van de stagevergoeding plaats bij opname van verlof.

1. Iedere stagenemer dient, vóór aanvang van de stageperiode, een “verklaring omtrent gedrag” te overleggen.

2. De kosten voor deze verklaring worden, na overlegging van een betaalbewijs, door de stagegever vergoed.

1. Op de stagegever rust, in aanvulling op het gestelde in artikel 4, een risico-aansprakelijkheid voor fouten van ondergeschikten op grond van artikel 6:170 BW, tenzij de fout te wijten is aan opzet en/of bewuste

roekeloosheid van de stagenemer in welk geval op grond van artikel 15:1:12 CAR/UWO de schade zal worden verhaald op de stagenemer annex de onderwijsinstelling.

2. Mocht de stagenemer tijdens de stageperiode schade lijden buiten zijn schuld of nalatigheid dan kan, met toepassing van artikel 15:1:23 CAR/UWO, de stagegever om (gedeeltelijke) vergoeding van die schade

worden verzocht.

1. Buiten de in de regeling opgenomen vergoedingen heeft de stagenemer geen recht op andere vergoedingen.

2. De artikelen 15:1 (o.a. over de wijze van vervullen betrekking, het persoonlijk gebruik van gemeentelijke goederen of diensten, het aannemen van geschenken en gelden, de gedragingen en verhinderingen en het verrichten van nevenwerkzaamheden), 15:1:12 (schade vergoeden aan werkgever), 15:1:16 (dragen van uniform of dienstkleding), 15:1:19 (verbod betreden arbeidsterrein), 15:1:20 (infectieziekten) en 15:1:23 (vergoeden van schade aan de ambtenaar) van de CAR/UWO zijn van overeenkomstige toepassing op de stagenemer.

3. De stagenemer is verplicht de eed of belofte af te leggen op de wijze zoals bij de stagegever is voorgeschreven doch in ieder geval door kennisname en ondertekening van de betreffende “Verklaring Eed/Gelofte” die wordt uitgereikt.

4. Bij het gebruik van dienstkleding (of uitrusting) dient de stagenemer de richtlijnen e.d. overeenkomstig deregeling voor uniformkleding alsmede overige voorschriften in acht te nemen.

5. In gevallen waarin deze regeling niet, of niet in redelijkheid voorziet, nemen burgemeester en wethouders een nadere beslissing.