Regeling vervallen per 01-01-2010

Regeling Woon-werkverkeer (2009)

Geldend van 01-01-2010 t/m 31-12-2009

Intitulé

Regeling Woon-werkverkeer (2009)

De gemeente stelt de Regeling Woon-werkverkeer (2009) vast.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

-ambtenaar:

  • a)

    de ambtenaar als bedoeld in artikel 1:1 van de CAR op wie geen verplichting* tot verhuizing (meer) rust;

  • b)

    de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijk stand;

  • c)

    degene op wie de "Regeling Stage, de Regeling LAP of de Regeling Vakantiewerk" (van de gemeente Westland) van toepassing is en via de Informatie Beheer Groep geen studenten-OV-jaarkaart ontvangt;

-woon-werkverkeer:

het dagelijks reizen tussen het woonhuis van de ambtenaar en de standplaats;

-woonhuis:

de woning waar de ambtenaar ingevolge de burgerlijke stand woonachtig is;

-standplaats:

(ingevolge artikel 18:1:1 CAR/UWO) de gemeente of het met name genoemde deel daarvan (het gebouw, gebouwencomplex of terrein) waar de ambtenaar gewoonlijk zijn werkzaamheden verricht.

Artikel 2 Reiskosten openbaar vervoer

  • 1. Aan de ambtenaar die ten behoeve van het woon-werkverkeer gebruik maakt van openbare middelen van vervoer worden de maandelijkse reiskosten (maximaal vervoer 2e klasse) volledig vergoed. Voor wat betreft het treintraject geldt ten hoogste de maximumprijs van een NS-jaartrajektkaart (zie het "Informatieblad Vergoedingen").

  • 2. De maandelijkse kosten voor het reizen tussen het woonhuis van de ambtenaar en de standplaats, heen en terug, worden op jaarbasis omgerekend en gecorrigeerd met een factor 11/12 teneinde rekening te houden met een (gemiddeld) aaneengesloten vakantieperiode van één maand.

  • 3. Bij gebruik van jaarabonnementen voor het woon-werktraject wordt, gezien de gereduceerde prijs à 10 maandabonnementen, géén correctie overeenkomstig lid 2 (11/12) toegepast.

  • 4. De zogenaamde N(et)-abonnementen, voor reizen door geheel Nederland, worden alleen in aanmerking genomen indien een dergelijk abonnement voor het woon-werktraject nodig is.

  • 5. Maandelijks/jaarlijks dienen de verstreken annex vervallen vervoersbewijzen aan de werkgever te worden overgedragen (belastingvoorschrift).

  • 6. Declareren van de (aanvullende) vergoeding, eventueel ook bóven de ingevolge artikel 3 maandelijks via het salarisuitbetaalde "forensen"vergoeding, geschiedt door middel van het declaratieformulier "(aanvullende) OV-vergoeding Woon-Werkverkeer" (zie JOOST).

  • 7. Declareren dient bij voorkeur in de (1e) maand volgend op de maand waarop de declaratie betrekking heeft plaats te vinden. Declaraties ingediend na de 3e maand volgend op de maand waarop de declaratie betrekking heeft worden niet meer in behandeling genomen.

  • 8. Het team P&O (salarisadministratie) zal de de vergoeding, bij ontvangst van de declaratie vóór de 20e van de maand, uitbetalen via de salarisverwerking van de daaropvolgende maand.

  • 9. Voor een toelichting op de berekeningswijze wordt verwezen naar het "Informatieblad Vergoedingen".

Artikel 3 Reiskosten eigen vervoer

  • 1. Aan de ambtenaar die ten behoeve van het woon-werkverkeer gebruik maakt van eigen middelen van vervoer wordt,rekening houdend met de hierna volgende bepalingen, maandelijks een tegemoetkoming toegekend.

  • 2. De tegemoetkoming wordt toegekend indien de enkele reisafstand tussen het woonhuis van de ambtenaar en de standplaats méér bedraagt dan 10 kilometer*.

    De tegemoetkoming wordt echter maximaal berekend over een enkele reisafstand van 37 kilometer, hetgeen overeenkomt met de reisafstand die de begrenzing vormt van het door burgemeester en wethouders aangewezen woongebied (als vermeld in artikel 1 van de “Regeling aanvulling verplaatsingskosten”).

  • 3. De enkele reisafstand, overeenkomstig de leden 1 en 2, wordt vermenigvuldigd met 2 (de afstand heen en terug) en het aantal werkdagen dat de ambtenaar gewoonlijk reist evenals met een factor 13/3 (aantal weken per kwartaal gedeeld door aantal maanden per kwartaal) waardoor het gemiddelde aantal woon-werkkilometers per maand ontstaat.

    Het berekende gemiddeld aantal kilometers per maand wordt gecorrigeerd met een factor 11/12 teneinde rekening te houden met een (gemiddeld) aaneengesloten vakantieperiode van één maand.

  • 4. Voor het ingevolge lid 3 berekende aantal kilometers wordt een vergoeding per kilometer toegekend als vermeld in het "Informatieblad Vergoedingen".

  • 5. Het ingevolge de leden 2, 3 en 4 berekende bedrag wordt maandelijks als tegemoetkoming in de reiskosten via het salaris uitgekeerd.

  • 6. Wanneer de ambtenaar, als gevolg van roosterinvulling, structureel wisselend (bijvoorbeeld 4 en 5 dagen) per week werkt wordt bij de berekening van de tegemoetkoming uitgegaan van het gemiddeld aantal werkdagen per week (in het voorbeeld derhalve 4 + 5 : 2 = 4½dag).

    *NB Voor fusiepersoneel (in dienst op 31-12-2003) geldt een overgangsbepaling, zie artikel 6.

Artikel 4 Stopzetten/wijzigen van de vergoeding

  • 1. De reiskostenvergoeding (uitgezonderd de ingevolge artikel 2, lid 3 toegekende vergoeding voor jaarabonnementen die niet kunnen worden stopgezet) wordt, al naar gelang het aantal dagen waarop wegens ziekte niet gewerkt wordt, geheel dan wel gedeeltelijk stopgezet als de ambtenaar gedurende een periode van meer dan 4 weken aaneengesloten zijn werkzaamheden –behoudens vakantie c.q. verlof- niet (geheel dan wel gedeeltelijk) verricht.

  • 2. Indien de ambtenaar gebruik maakt van ouderschapsverlof dan wordt bij aanvang hiervan de vergoeding aangepast indien er sprake is van een verminderd aantal reisdagen.

  • 3. Bij wijziging van criteria die in de regeling annex berekening zijn opgenomen, zijnde standplaats, woonhuis, km- vergoeding, fiscale regelgeving, aantal werkdagen e.d., zal herziening van de berekening annex vergoeding per ingangsdatum van die wijziging plaatsvinden.

Artikel 5 Bepalen reisafstand

  • 1. Voor het bepalen van de reisafstand in kilometers wordt gebruik gemaakt van de ANWB-routeplanner met als uitgangspunt de afstand volgens de kortste reisroute tussen de postcode van het woonhuis en de postcode van de standplaats.

  • 2. Of de ambtenaar deze route zélf ook reist (respectievelijk kan reizen) en op welke wijze (auto, motor, bromfiets of fiets) is daarbij niet relevant.

Artikel 6 Overgangsbepaling (1 januari 2004)

Ambtenaren die op 31 december 2003 aangesteld waren in de gemeente(n) De Lier, Monster, Naaldwijk/Milieubureau Westland, ’s-Gravenzande of Wateringen komen, in het kader van de fusie, ook in aanmerking voor een vergoeding als de enkele reisafstand tussen het woonhuis en de standplaats 10 kilometer of minder bedraagt.

Artikel 7 Reiskosten bij verhuisplicht

Hiervoor wordt verwezen naar het gestelde in hoofdstuk 18 (CAR/UWO) respectievelijk de "Regeling Aanvulling Verplaatsingskosten" en het "Informatieblad Vergoedingen".

Artikel 8 Overige bepalingen

  • 1. Burgemeester en wethouders verwijzen voor wat betreft de uitvoering van deze regeling naar de richtlijnen en bedragen zoals vastgelegd in het "Informatieblad Vergoedingen".

  • 2. In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet nemen burgemeester en wethouders een afzonderlijke beslissing.

Artikel 9 Slotbepaling

Deze regeling treedt in werking op de dag na publicatie en kan worden aangehaald als "Regeling Woon-/werkverkeer (2009)".

Per gelijke datum worden:

  • a)

    de bestaande "Regeling Reiskostenvergoeding Woon-werkverkeer” zoals vastgesteld op 24 februari 2004 (en nadien gewijzigd op 5 juli 2005) en

  • b)

    de "Uitvoeringsvoorschriften (Openbaar Vervoer) m.b.t. de Regeling Woon-Werkverkeer" ingetrokken.

Ondertekening

Vastgesteld door burgemeester en wethou­ders van de gemeente Westland dd. 13 januari 2009.
de secretaris, de burgemeester,
M. van Beek J. van der Tak