Reglement Advies Commissie Naamgeving

1. De Commissie bestaat uit:

• a.

  twee leden van de gemeentelijke organisatie;

• b.

  drie aan de materie verwante burgerleden, waar onder een geschiedkundige en een neerlandicus.

2. De leden en plaatsvervangende leden worden door het college benoemd.

3. De zittingsperiode van de leden van de Commissie uit de gemeentelijke organisatie eindigt in ieder geval aan het einde van de zittingsperiode van de raad en zijn door het nieuwe college herbenoembaar.

4. De zittingsperiode van de burgerleden van de Commissie en de tijdelijke burgerleden door invulling van een vacature, eindigt in ieder geval aan het einde van de zittingsperiode van de raad.

5. De burgerleden zijn herbenoembaar doch mogen maximaal twee termijnen deel uitmaken van de Commissie.

6. Het lid dat de hoedanigheid verliest op grond aarvan hij lid van de Commissie is, treedt op dat moment af als commissielid.

7. De leden kunnen tussentijds ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan de voorzitter van de Commissie, die maatregelen treft om in de vacature te voorzien.

1. De Commissie benoemt uit haar midden een voorzitter en een plaatsvervangende voorzitter.

2. Bij ontstentenis van de voorzitter en diens plaatsvervanger wijzen de aanwezige leden van de Commissie uit hun midden een voorzitter aan.

1. De gemeente secretaris wijst de secretaris en de plaatsvervangende secretaris van de Commissie aan.

2. De secretaris is geen lid van de Commissie.

3. De secretaris dient de Commissie desgevraagd van advies.

4. De taken van de secretaris zijn o.a. :

· algemeen aanspreekpunt namens Commissie en het voeren van correspondentie;

· voorbereiden en bijwonen van de vergaderingen;

· opstellen van de agenda, het jaarverslag en de notulen van de vergaderingen;

· het opstellen van het advies voor de Commissie en het college;

· het uitwerken na de vaststelling door het college.

1. De stukken die van de Commissie uitgaan, worden ondertekend door de voorzitter en de secretaris.

2. De voorzitter kan de secretaris machtigen bepaalde stukken als enige te ondertekenen.

1. De Commissie kan bepalen dat anderen mogen deelnemen aan de beraadslaging.

2. Een beslissing daartoe wordt op voorstel van de voorzitter of een lid genomen alvorens met de beraadslaging ten aanzien van het aan de orde zijnde agendapunt een aanvang wordt genomen.

1. De voorzitter is bevoegd ambtenaren en andere deskundigen uit te nodigen tot deelnemen aan de vergadering van de Commissie.

2. Deze deskundigen hebben geen stemrecht.

1. Het gemeentelijk "Handboek naamgeving en nummering " zal bij de besluitvorming van de Commissie als leidraad voor een uniforme werkwijze worden gebruikt.

2. De Commissie vergadert minimaal één keer per maand of meer als haar voorzitter dit nodig oordeelt of twee leden schriftelijk, onder opgave van redenen, daartoe de wens te kennen geven.

3. De vergaderingen worden door de voorzitter belegd. Hij zorgt dat elk lid, spoedeisende gevallen uitgezonderd, ten minste tien dagen vóór de aanvang van de vergadering wordt opgeroepen. De te behandelen zaken worden bij de oproep vermeld.

4. De Commissie kan niet beraadslagen of besluiten als niet meer dan de helft van het aantal leden aanwezig is.

5. Indien het vereiste aantal leden niet is opgekomen, kan door de voorzitter met een tussentijd van ten minste vierentwintig uur een nieuwe vergadering worden belegd. Deze laatste vergadering wordt gehouden ongeacht het aantal leden dat is opgekomen.

6. De Commissie besluit bij volstrekte meerderheid van het aantal door de aanwezige leden uitgebrachte stemmen.

7. Bij staking van stemmen is het voorstel niet aangenomen.

8. Een stemming is slechts geldig als daaraan meer dan de helft van het aantal aanwezige leden heeft deelgenomen.

1. Tegelijkertijd met de uitnodiging voor de vergadering brengt de voorzitter de dag, tijdstip en plaats van de vergadering ter openbare kennis.

2. De voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken worden met de uitnodiging en op een bij de openbare kennisgeving aan te geven wijze ter inzage gelegd.

3. Indien na het verzenden van de stukken nieuwe of aanvullende stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de commissieleden en in een openbare kennisgeving.

4. Indien betreffende stukken geheimhouding is opgelegd, blijven deze in afwijking van het tweede lid onder berusting van de secretaris.

1. De voorzitter nodigt degene die zich schriftelijk tot de Commissie heeft gewend uit om zich persoonlijk of bij gemachtigde te doen horen in de vergadering van de raadscommissie waarin de brief wordt behandeld.

2. De voorzitter ziet toe op een adequate beantwoording van ingekomen brieven.