Regeling vervallen per 28-12-2007

Verordening garantievoorwaarden Westland 2005 tav voetbalaccommodaties

Geldend van 28-12-2007 t/m 27-12-2007

Intitulé

Verordening garantievoorwaarden Voetbalaccommodaties

De raad van de gemeente Westland;

overwegende, dat het gewenst is voorwaarden te stellen aan het verstrekken van garantstellingen ten behoeve van de oprichting en instandhouding van voetbalaccommodaties;

gelezen de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 6 januari 2006, nr. 3.1.1;

besluit:

vast te stellen de

Verordening garantievoorwaarden Westland 2005 ten aanzien van Voetbalaccommodaties

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • a.

    aanvraag: de aanvraag tot het nemen van een besluit zoals bedoeld in Afdeling 4.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • b.

    besluit: het besluit op een aanvraag zoals bedoeld in artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • c.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Westland;

  • d.

    raad: de raad van de gemeente Westland;

  • e.

    garantie: een borgstelling van de gemeente Westland op aanvraag van een organisatie die bij een bank een geldlening wenst aan te gaan ter financiering van de oprichting of het behoud van een voetbalaccommodatie;

  • f.

    voetbalaccommodatie: een bouwwerk of een werk dat verband houdt met de beoefening van voetbalactiviteiten.

Artikel 2 Reikwijdte van de verordening

Deze verordening voorziet in de verstrekking van garanties door de gemeente Westland aan niet-natuurlijke rechtspersonen die werkzaam zijn zonder winstoogmerk en die zijn gericht op de uitoefening van sportactiviteiten, dan wel zijn gericht op de exploitatie van een voetbalaccommodatie in de gemeente Westland.

Artikel 3 De procedure

Op de procedure voor het indienen van de aanvraag tot garantieverstrekking en voor het afhandelen van de aanvraag, het nemen van een beslissing op de aanvraag daarbij inbegrepen, is de Algemene wet bestuursrecht van toepassing, voorzover daarvan in deze verordening niet wordt afgeweken.

Artikel 4 De aanvraag tot garantieverstrekking

  • 1. Een aanvraag voor de verstrekking van een garantie wordt schriftelijk bij het college ingediend.

  • 2. De aanvraag bevat, naast de in de Algemene wet bestuursrecht voorgeschreven gegevens, in ieder geval:

    • a.

      een afschrift van de statuten van de rechtspersoon bedoeld in artikel 2 van deze verordening en een opgave van de bestuurssamenstelling;

    • b.

      een afschrift van de voorwaarden van de te sluiten geldlening en het ontwerp van de overeenkomst van geldlening;

    • c.

      een afschrift van de begrotingen en de jaarrekeningen (balans, winst-en verliesrekening, toelichting) van de voorafgaande drie jaren, alsmede een afschrift van de begroting voor het aankomende jaar.

  • 3. Het college is bevoegd andere gegevens te vragen die zij noodzakelijk acht om op de aanvraag te kunnen besluiten.

Artikel 5 De beslissing op de aanvraag tot garantieverstrekking

  • 1. Het college is bevoegd om met inachtneming van het bepaalde in deze verordening een besluit te nemen op een aanvraag tot garantieverstrekking.

  • 2. Het besluit om een garantie te verstrekken wordt genomen onder de ontbindende voorwaarde dat aanvrager binnen een redelijke termijn na ontvangst van het besluit de door de gemeente aangeboden overeenkomst tot garantieverstrekking ondertekent.

  • 3. Het besluit op de aanvraag tot garantieverstrekking wordt gegeven binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag.

Artikel 6 De garantievoorwaarden

  • 1. De gevraagde garantieverstrekking is noodzakelijk voor de totstandkoming van een overeenkomst tot geldlening die aanvrager wenst aan te gaan met een Bank.

  • 2. De gevraagde garantieverstrekking dient te voldoen aan de Wet financiering decentrale overheden en het Treasurystatuut van de gemeente Westland.

  • 3. Het college is bevoegd nadere regels te stellen aan de garantieverstrekking.

Artikel 7 Besluiten in afwijking van de verordening

Besluiten op aanvragen tot garantieverstrekking in afwijking van deze verordening dienen ter goedkeuring aan de raad te worden voorgelegd.

Artikel 8 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 december 2005.

Artikel 9 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als "Verordening garantievoorwaarden Voetbalaccommodaties".

Ondertekening

Aldus besloten door de raad in zijn openbare vergadering van 31 januari 2006.
de griffier - N. Broekema
de voorzitter - J. van der Tak

Toelichting op de Verordening garantievoorwaarden Westland 2005 ten aanzien van Voetbalaccomodaties

Algemeen

Met een garantstelling of een gemeentegarantie wordt hier bedoeld een overeenkomst die wordt gesloten tussen de gemeente Westland en een aanvrager, en waarin enerzijds de gemeente zich borg stelt ten aanzien van een door de aanvrager aan te trekken geldlening ter financiering van een object, en waarin anderzijds een aanvrager zich verklaart akkoord te gaan met de door de gemeente gestelde voorwaarden.

De gemeentegaranties zoals in de Verordening bedoeld, moeten worden onderscheiden van de gemeentegaranties die in het kader van de volkshuisvesting en/of de CAR/UWO dan wel op grond van andere regelingen aan natuurlijke personen zijn of worden verstrekt. De Verordening heeft geen betrekking op de verstrekking van gemeentegaranties aan natuurlijke personen.

Voorts is de Verordening alleen van toepassing op gemeentegaranties die worden verstrekt ten behoeve van de oprichting en instandhouding van voetbalaccommodaties.

Voorop staat dat het verlenen van een garantie ten behoeve van een lening van een niet-gemeentelijke organisatie op zich geen kerntaak is van de gemeente. Het garantiebeleid is om die reden aanvullend op ander beleid dat wel tot de kerntaken van de gemeente behoort, maar waarvoor een particuliere uitvoeringsvorm is gekozen. Met de mogelijkheid om garanties te verstrekken ten behoeve van geldleningen die door particuliere organisaties binnen de gemeente worden aangegaan om in de huisvesting te kunnen voorzien, heeft de gemeente een belangrijk instrument in handen om bepaalde activiteiten die het gemeentelijke belang dienen, te stimuleren.

Daartegenover staat dat aan het verstrekken van een garantie een financieel risico kleeft. Indien de geldlener tekort schiet in zijn betalingsverplichting aan de geldverstrekker, zal de gemeente daar immers op worden aangesproken. Om de financiële risico's voor de gemeente zoveel mogelijk te beperken en om misbruik te voorkomen is het wenselijk dat aan het verlenen van garanties voorwaarden worden gesteld. Daarnaast is het wenselijk dat de gemeente aanvragen om garantstellingen op uniforme wijze en conform de geldende regelgeving afhandelt.

In de Parlementaire Geschiedenis van de totstandkoming van de Subsidietitel in de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb), is het verstrekken van een garantstelling beschouwd als het verstrekken van een subsidie in de zin van de Awb (Kamerstukken II 23 700, nr.3 Memorie van Toelichting, p.31 en 32). Het aanmerken van een verzoek om een gemeentegarantie als een aanvraag om een subsidie heeft enkele belangrijke consequenties. Ten eerste geldt dat op de aanvraag om een garantstelling de Algemene wet bestuursrecht - in het bijzonder de Subsidietitel - van toepassing is. Op de aanvraag om een gemeentegarantie volgt derhalve een voor bezwaar en beroep vatbaar besluit[1].

Vervolgens volgt uit artikel 4:23, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht dat subsidies - dus ook garantstellingen - slechts dienen te worden verleend indien een wettelijke grondslag daarin voorziet. Hoewel de gemeente beschikt over een Subsidieverordening, voorziet de Subsidieverordening niet in het verstrekken van garanties. De Subsidieverordening biedt derhalve geen wettelijke grondslag om een gemeentegarantie te kunnen verstrekken. Om een ingrijpende wijziging in de Subsidieverordening te voorkomen waarbij het risico ontstaat dat de helderheid en leesbaarheid van de Subsidieverordening verloren gaan, is er voor gekozen een aparte wettelijke grondslag te maken voor het verstrekken van garanties[2].

In de Garantieverordening wordt het college de bevoegdheid toegekend om gemeentegaranties te verstrekken. Indien het college van mening is dat een garantie dient te worden verstrekt ondanks dat sprake is van strijd met een bepaling uit de Verordening, dient het college daarvoor toestemming te vragen aan de raad.

Daarnaast wordt in de Verordening de procedure vastgelegd voor de afhandeling van aanvragen om een garantie te verstrekken. Beschreven wordt wie een aanvraag kan indienen, en aan wie de aanvraag moet worden gericht, wat de bij de aanvraag in te leveren stukken zijn, en wat de beslissingstermijn is. Kortom het gehele traject dat doorlopen moet worden vanaf het moment dat een aanvraag om een garantie te verstrekken wordt ontvangen tot en met het moment dat op de aanvraag besloten wordt. In de procedure wordt zoveel mogelijk aansluiting gezocht bij de procedure zoals die geldt op grond van de Algemene wet bestuursrecht.

Tot slot wordt in de Verordening het toetsingskader vastgelegd op grond waarvan aanvragen kunnen worden ingewilligd, dan wel worden geweigerd. Het toetsingskader bestaat uit de van toepassing zijnde bepalingen uit de Algemene wet bestuursrecht, het Treasurystatuut, de Garantievoorwaardenverordening en het garantievoorwaardenbeleid. Indien een aanvraag strijdig is met de Algemene wet bestuursrecht, het Treasurystatuut of met de Garantievoorwaarden-verordening, zal dat in beginsel steeds leiden tot afwijzing van de aanvraag. Slechts in uitzonderlijke gevallen en voorzover de gemeente beleidsvrijheid heeft kan de gemeenteraad op verzoek van het college anders besluiten.

Voorzover een aanvrager wenst af te wijken van de door het college nader vastgestelde voorwaarden kan het college slechts met gebruikmaking van haar inherente afwijkingsbevoegdheid anders besluiten. Het college zal zeer terughoudend te werk gaan bij het hanteren van haar inherente afwijkingsbevoegdheid. Conform het gestelde in artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht zal het college overeenkomstig haar beleidsregels handelen, tenzij dat voor een of meer belanghebbenden gevolgen heeft die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen.

Artikelgewijs

Artikel 1 Begripsbepalingen In dit artikel wordt een korte beschrijving gegeven van enkele kernbegrippen uit de Verordening.

Bij de beschrijving van de verschillende accommodaties onder f, g en h, wordt het begrip "bouwwerk" gehanteerd, dat hier dezelfde betekenis heeft als in de Woningwet en aanverwante regelgeving. Voorbeelden van wat bedoeld wordt met het begrip "werk", zoals gehanteerd onder f, zijn (kunst)grasvelden.

Artikel 2 Reikwijdte van de Verordening In dit artikel wordt het toepassingsbereik van de Verordening geregeld. De Verordening voorziet in de verstrekking van garanties aan niet-natuurlijke personen die werkzaam zijn zonder winstoogmerk. Commerciële organisaties worden geacht zelfstandig geldleningen aan te kunnen gaan, zonder daarbij afhankelijk te zijn van een gemeentegarantie. De garanties kunnen voorts alleen worden verstrekt aan organisaties die zijn gericht op de uitoefening van voetbalactiviteiten, dan wel gericht zijn op de exploitatie van een voetbalaccommodatie. Tot slot kan alleen aan organisaties die in de gemeente Westland zijn gevestigd of in de gemeente Westland activiteiten ontplooien een gemeentegarantie worden verstrekt.

Artikel 3 De procedure Op de procedure is de Algemene wet bestuursrecht van toepassing, met name de Subsidietitel.

Artikel 4 De aanvraag tot garantieverstrekking De aanvraag dient bij het college te worden ingediend. Verder bevat deze bepaling de gegevens die door de aanvrager bij de aanvraag dienen te worden aangeleverd. Op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht kan de aanvraag die niet voldoet aan de indieningsvereisten vereenvoudigd worden afgedaan, hetgeen betekent dat besloten kan worden de aanvraag niet te behandelen, mits de aanvrager de gelegenheid heeft gehad binnen een daartoe gestelde termijn de aanvraag aan te vullen met de ontbrekende gegevens.

Artikel 5 De beslissing op de aanvraag tot de garantieverstrekking

Het college is bevoegd op de aanvraag te beslissen. Deze beslissing is een besluit in de zin van artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht. Tegen deze beslissing kan een bezwaarschrift worden ingediend. Indien de aanvraag voldoet aan de Algemene wet bestuursrecht, de Garantievoorwaardenverordening en het Treasurystatuut zal het college een begunstigend besluit kunnen nemen. Het besluit wordt verleend onder de ontbindende voorwaarde dat binnen een redelijke termijn een overeenkomst tussen de gemeente en de aanvrager tot stand komt waarin de aanvrager verklaart akkoord te gaan met, en te zullen handelen conform, de door het college gestelde nadere voorwaarden. Eerst na ondertekening van deze overeenkomst komt de garantieverstrekking daadwerkelijk tot stand. Deze overeenkomst moet worden beschouwd als een uitvoeringsovereenkomst in de zin van artikel 4:36 van de Algemene wet bestuursrecht. Geschillen naar aanleiding van de uitvoering van de overeenkomst staan, vanwege de privaatrechtelijke inhoud van de overeenkomst, ter beoordeling aan de burgerlijke rechter.

Artikel 6 De garantievoorwaarden

In beginsel biedt de gemeente de laatste mogelijkheid voor een organisatie om een garantie bij een bank af te sluiten. Dat betekent derhalve dat een sportorganisatie zich eerst tot de Stichting Waarborgfonds Sport zal hebben moeten wenden met een verzoek een garantie te verlenen.

De voorwaarde dat de gevraagde garantieverstrekking voldoet aan de Wet financiering decentrale overheden en aan het Treasurystatuut houdt verband met de verplichting voor de gemeente om een deugdelijk financieel beleid te voeren.

Het college is bevoegd nadere regels te stellen. Deze nadere regels zullen onderdeel uitmaken van de uitvoeringsovereenkomst, bedoeld in artikel 5, tweede lid van de Verordening. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan regels op grond waarvan de gemeente toezicht kan houden op de financiële huishouding van een organisatie die een gemeentegarantie heeft ontvangen of regels op grond waarvan de gemeente de waarde van het object waarvoor de garantie is verstrekt zoveel mogelijk kan veiligstellen.

Artikel 7 (Besluiten in afwijking van de verordening), artikel 8 (Inwerkingtreding) en artikel 9 (Citeertitel), behoeven, gelet op hun vanzelfsprekendheid en gelet op de algemene toelichting, hier geen nadere toelichting.

[1]Terzijde wordt opgemerkt dat op de overeenkomst die ter uitvoering van het besluit tot garantstelling wordt gesloten, de bepalingen uit Titel 14, Boek 7, van het Burgerlijk Wetboek van toepassing zijn (Borgtocht). Het is de burgerlijke rechter die bevoegd is te oordelen over geschillen die ontstaan naar aanleiding van de uitvoering van deze overeenkomst.

[2]Gebleken is dat in ieder geval ook de gemeente Delft en de gemeente Rotterdam over een eigen Garantieverordening beschikken.