Nadere regels Algemene Plaatselijke Verordening (APV) voor terrassen en uitstallingen

Geldend van 03-07-2014 t/m heden

Intitulé

Nadere regels Algemene Plaatselijke Verordening (APV) voor terrassen en uitstallingen

Nadere regels Algemene Plaatselijke Verordening (APV) voor terrassen en uitstallingen

Inleiding

De gemeentelijke verordening (APV) is een regeling die geldt voor iedereen binnen de gemeente en tot doel heeft de gemeente netjes en leefbaar te houden voor een ieder. Op grond van de gemeentewet mogen en moeten gemeenten verordeningen uitvaardigen en ook sanctioneren.

Afdeling 5, voorschrift 2:10, lid 2 van de gemeentelijke APV biedt het College van burgemeester en wethouders de mogelijkheid om nadere regels te stellen.

Artikel 2:10 Voorwerpen op of aan de weg

  • 1.

    Het is verboden de weg of een weggedeelte anders te gebruiken dan overeenkomstig de publieke functie daarvan, indien;

    • a.

      het gebruik schade toebrengt of kan toebrengen aan de weg, de bruikbaarheid van de weg belemmert of kan belemmeren, dan wel een belemmering vormt of kan vormen voor het beheer of onderhoud van de weg; of

    • b.

      het gebruik niet voldoet aan redelijke eisen van welstand

  • 2.

    Het college kan in het belang van de openbare orde of de woon- en leefomgeving nadere regels stellen ten aanzien van terrassen, uitstallingen en reclameborden.

  • 3.

    Het bevoegde bestuursorgaan kan ontheffing verlenen van het verbod in het eerste lid.

  • 4.

    Het bevoegde gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het in het eerste lid bedoelde gebruik, voor zover dit een activiteit betreft als bedoeld in artikel 2.2., eerste lid, onder j. of onder k. van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

  • 5.

    Het verbod in het eerste lid is niet van toepassing op;

    • a.

      evenementen zoals bedoeld in artikel 2:24;

    • b.

      standplaatsen als bedoeld in arikel 5:19; en

    • c.

      overige gevallen waarin krachtens een wettelijke regeling een vergunning voor het gebruik van de weg is verleend.

  • 6.

    Het verbod in het eerste lid is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door de Wet beheer rijkwaterstaatwerken, artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994 of de provinciale wegenverordening.

  • 7.

    Op de ontheffing bedoeld in het derder lid is paragraaf 4.1.3.3. van de Algmene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.

Het College van burgemeester en wethouders heeft besloten om nadere regels te stellen voor het uitbaten van terrassen en het plaatsen van uitstallingen. Dit om de verrommeling in de openbare ruimte tegen te gaan. Daarnaast bieden de nadere regels het kader dat een eenduidige handhaving mogelijk maakt.

Doelstelling nadere regels;

Deze nadere regels hebben betrekking op het bieden van een eenduidige set van (nadere) regels waaraan een ieder die een terras uitbaat en aan uitstallingen doet.

Er is dus geen sprake van een vergunningenstelsel.

Indeling nadere regels;

In hoofdstuk 1 worden nadere regels gesteld voor het gebruik en het uitbaten van terrassen. Hoofdstuk 2 richt zich op de uitstallingen. In hoofdstuk 3 wordt beschreven hoe het toezicht op de nadere regels is georganiseerd. Hoofdstuk 4 eindigt met het vaststellen van onderhavig beleid.

Daarnaast is een bijlage toegevoegd met de begrenzing van het Centrumplein te Wolvega.

Hoofdstuk 1 Terrassen

Inleiding:

In de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) wordt juridisch omschreven wat wordt verstaan onder begrippen als “openbare inrichting” en terras.

De mogelijkheid tot het daadwerkelijk uitbaten van terras wordt voorgeschreven in de Drank en Horecawet vergunning die door de gemeente wordt afgegeven. Hierin worden de vierkante meters terras in opgenomen.

Artikel 2:27 APV begripsomschrijvingen;

1.openbare inrichting: de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was logies wordt verstrekt of dranken worden geschonken of rookwaren of spijzen voor directe consumptie worden verstrekt of bereid. Onder een openbare inrichting wordt in ieder geval verstaan: een hotel, restaurant, pension, café, cafetaria, snackbar, discotheek, buurthuis of clubhuis. Onder openbare inrichting wordt tevens verstaan een bij deze inrichting behorend terras en andere aanhorigheden;

2.terras: een buiten de besloten ruimte van de openbare inrichting liggend deel daarvan waar sta- of zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken kunnen worden geschonken of spijzen voor directe consumptie kunnen worden bereid of verstrekt.

In 2011 is het Centrumplein te Wolvega opnieuw heringericht. Er is een terraseiland ingericht waarop het aanwezig terras moet worden uitgebaat. Hiervoor zijn in paragraaf 1.1.6 aanvullende regels opgenomen.

1.1 Nadere regels

1.1.0 ALGEMEEN

  • 1.

    een terras maakt deel uit van een horecagelegenheid. Een horecagelegenheid waar de handel in en het gebruik van softdrugs plaatsvindt (coffeeshop) mag geen terras exploiteren.

  • 2.

    de exploitatie van een terras is toegestaan gedurende het tijdvak tussen 1 maart en 1 oktober van het kalenderjaar (terrasseizoen). Buiten dit tijdvak moet de openbare ruimte vrij worden gehouden van terrasmeubilair.

  • 3.

    om overlast te voorkomen aan bewoners of gebruikers van percelen in de omgeving mag het terras alleen worden opengesteld tussen 09.00 en 23.00 uur. Dit met uitzondering van vergunde evenementen.

  • 4.

    de burgemeester kan aanwijzingen geven in het belang van de openbare orde of de zorg voor de woonomgeving, met het oog op een tijdelijke beperkte openstelling van een terras in verband met een bijzondere gebeurtenis of evenement (bijvoorbeeld een herdenkingsplechtigheid).

  • 5.

    het is verboden op terrassen mechanisch versterkte (live)muziek af te spelen. Dit met uitzondering van vergunde evenementen.

  • 6.

    het is niet toegestaan een (mobiel of permanent) tappunt op het terras te gebruiken. Bij een vergund evenement is dit verbod niet van toepassing.

    1.1.1 situering

    • 1.

      in de gebruikelijke situatie bevindt een terras zich aan de voorkant van de gevel van het horecabedrijf.

    • 2.

      een terras kan zich bevinden op een onbebouwde ruimte gelegen:

      • a.

        direct naast het horecabedrijf; of

      • b.

        op een locatie behorend bij een direct naast het horecabedrijf gelegen gebouw zijnde in de directe omgeving.

    • 3.

      een terras kan zich bevinden aan de rijbaanzijde van het trottoir of op een nader te markeren locatie in een plein waaraan het horecabedrijf is gevestigd (terras eiland).

    • 4.

      een terras aan de overzijde van de rijbaan is toelaatbaar, onder de voorwaarde dat de ruimte grenzend aan het terras onbebouwd is (terraseiland).

    1.1.2 Begrenzing en afmetingen

    • 1.

      de begrenzingen en afmetingen van een terras worden per situatie bepaald. Daarbij wordt gelet op de bereikbaarheid door brandweer en hulpdiensten, de diepte vanaf de gevel gemeten en de overblijvende vrije doorloopruimte.

    • 2.

      de situering en het gebruik van het terras mogen niet zodanig zijn dat daardoor de toegang wordt belemmerd tot in gebruik zijnde (gedeelten van) gebouwen, of openbare ruimten. . (Nood)uitgangen dienen altijd te worden vrijgehouden van obstakels.

    • 3.

      bij een trottoir met een breedte van 4 meter of minder moet ten minste 2 meter vrije doorloop ruimte overblijven.

    • 4.

      bij een trottoir met een breedte van meer dan 4 meter moet tenminste de helft van het trottoir overblijven voor vrije doorloopruimte.

    • 5.

      het terras mag geen grotere afmetingen hebben dan aangeduid op de tekening die bij de DHW-vergunning behoort.

    • 6.

      indien geen trottoir aanwezig, dan wordt de breedte van het te plaatsen terras vastgelegd op 2 meter. Dit gerekend vanaf de gevel van de inrichting.

    • 7.

      van gemeentewege kan een vaste markering in het wegdek worden aangebracht waarmee de grens van het terras wordt bepaald.

    1.1.3 Inrichting ;

    • 1.

      bij de inrichting van terrassen wordt een doelmatige en veilige doorgang gewaarborgd voor rolstoelgebruikers en voetgangers;

    • 2.

      de inrichting van het terras mag uitsluitend bestaan uit terrasmeubilair (banken, tafels en stoelen, parasolankers met parasols);

    • 3.

      het is niet toegestaan in de openbare weg parasolankers aan te brengen;

    • 4.

      parasols mogen in uitgeklapte toestand de grenzen van het terras niet overschrijden;

    • 5.

      het aanbrengen van (permanente) terrasschotten, schuttingen, bloembakken en dergelijke, al dan niet bevestigd aan de gevel, de muur van een perceel, aan straatmeubilair of bomen is verboden;

    • 6.

      het is niet toegestaan onder een terras vlonders te gebruiken.

    1.1.4 O P slag en onderhoud ;

    • 1.

      buiten het terrasseizoen (1 maart – 1 oktober) dient al het terrasmeubilair van de openbare weg te worden verwijderd;

    • 2.

      de exploitant dient het gedeelte van de weg waarop het terras zich bevindt na sluitingstijd schoon te (laten) maken. De kosten hiervan komen voor rekening van de exploitant.

    1.1.5 Gevelbanken ;

    • 1.

      het plaatsen van de bank direct aan de gevel van een horecabedrijf is toegestaan (gevelbank);

    • 2.

      het plaatsen van de bank aan de gevel van een (horeca)bedrijf op het Centrumplein is verboden;

    • 3.

      ter plaatse van de gevelbank mag het trottoir niet smaller zijn dan 2,50 meter;

    • 4.

      een gevelbank mag niet dieper zijn dan 0,50 meter;

    • 5.

      de gevelbank moet los op de grond staan;

    • 6.

      bij de gevelbank mogen geen tafeltjes worden bijgeplaatst, indien de overblijvende ruimte op het trottoir daardoor kleiner wordt dan 2.00 meter;

    1 .1.6 Centrumplein te Wolvega;

    • 1.

      het is verboden om op het Centrumplein te Wolvega in het kader van de verkeersveiligheid terrassen te situeren aan de gevel van de aanwezige panden;

    • 2.

      Op het terraseiland mogen uitsluitend door horeceondernemers terrassen worden geëxploiteerd.

    • 3.

      terrassen op het Centrumplein te Wolvega mogen uitstuitend worden gesitueerd op het aanwezige terraseiland;

    • 4.

      buiten het terrasseizoen dient al het terrasmeubilair van het terraseiland te worden verwijderd;

    • 5.

      bij de inrichting van het terraseiland wordt een doelmatige en veilige doorgang gewaarborgd voor rolstoelgebruikers en voetgangers.

    • 6.

      de inrichting van het terraseiland mag uitsluitend bestaan uit terrasmeubilair (banken, tafels en stoelen, parasolankers met parasols);

    • 7.

      parasols mogen in uitgeklapte toestand de grenzen van het terraseiland niet overschrijden;

    • 8.

      het is niet toegestaan om op het terraseiland (losse) vlonders te gebruiken;

    • 9.

      bijlage I geeft de grenzen weer waarbinnen bovengenoemde voorwaarden met betrekking tot het Centrumplein van toepassing zijn;

      Hoofdstuk 2 Uitstallingen

    2.1 Inleiding;

    De meeste winkeliers hebben in het verleden een uitstallingenvergunningen ontvangen. In het kader van de deregulering is de vergunningplicht komen te vervallen. Dit houdt dat er geen vergunning meer nodig is voor het plaatsen van goederen op de openbare weg en of het trottoir.

    Echter dit mag geen hinder opleveren voor verkeersdeelnemers. Om dit te bewerkstelligen zijn de onderstaande nadere regels opgesteld met betrekking tot de uitstallingen.

    Begripsbepaling uitstalling;

    “Onder een uitstalling wordt verstaan alles wat buiten panden met het uiterlijk van een onderneming ter bevordering van de verkoop en/of ter verstrekking aan het publiek aan zaken, diensten, goederen en/of stoffen op of aan de weg wordt uitgestald”.

    2.2 Nadere regels;

    2.2.1 een uitstalling mag alleen worden geplaatst aan de voorkant van de gevel van het bedrijf;

    2.2.3 de uitstalling beslaat maximaal de breedte van de gevel van het bedrijf van waaruit de bedrijfsactiviteiten plaatsvinden;

    2.2.4 de hoogte van de uitstalling bedraagt maximaal 1.80 meter;

    2.2.5 ter voorkoming van hinder van het voetgangersverkeer en het verkeer met invalidenvoertuigen, kinderwagens en dergelijk moet ten minste een strook van 1,20 meter vrij worden gehouden gerekend vanaf de winkelgevel waar de uitstalling is geplaatst;

    • 2.2.6

      de uitstalling(en) mag niet aan openbare voorzieningen zoals banken, paaltjes, fietsenrekken, lantaarnpalen en openbaar groen worden bevestigd;

    • 2.2.7

      er mag vanuit de uitstalling geen verkoop plaatsvinden;

    Hoofdstuk 3Toezicht en handhaving

    3.1 Inleiding

    Het team toezicht en handhaving van de afdeling Ruimte is belast met het toezicht op de Openbare ruimte (paarse kleurspoor). In het recent vastgestelde Uitvoeringsprogramma Fysieke Leefomgeving 2014. Hierin is opgenomen dat het zwaartepunt binnen het paarse kleurspoor ligt bij het toezicht in de vorm van surveillance op straat en in het veld. Tijdens deze surveillance is de toezichthouder attent op een diversiteit aan mogelijke overtredingen.

    Voor de rest wordt hier volstaan met het verwijzen naar het Uitvoeringsprogramma Fysieke Leefomgeving 2014 ev.

    Hoofdstuk 4 Citeertitel, inwerkingtreding en vaststelling

    • 4.

      1 Deze beleidsregel kan worden aangehaald als “Nadere regels Algemene Plaatselijke Verordening (APV) voor terrassen en uitstallingen”;

    • 4.

      2 Deze nadere regels treden in werking op de eerste dag na bekendmaking;

    • 4.

      3 Als gevolg van het vaststellen van de nadere regels APV, komen de terrassenregels 2012 te vervallen en worden ingetrokken;

    • 4.

      4 Deze nadere regels APV zullen maximaal twee jaar na het van kracht worden, worden geëvalueerd.

    Aldus vastgesteld te Wolvega op 22 april 2014,

    burgemeester en wethouders van Weststellingwerf,

    de secretaris, de burgemeester,

    afbeelding binnen de regeling .