Regeling vervallen per 26-03-2015

Verordening op de heffing en invordering van leges 2011a

Geldend van 23-12-2011 t/m 25-03-2015

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van leges 2011a

Registratienummer: 2011-000720/r/I

De raad van de gemeente Weststellingwerf;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en artikel 1 van de Wet van 13 oktober 2011, houdende regeling van een grondslag voor de heffing van rechten voor de Nederlandse identiteitskaart (Stb. 2011, 440);

b e s l u i t

vast te stellen de “Verordening op de heffing en invordering van leges 2011a”.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    ’dag’: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b.

    ’week’: een aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • c.

    ’maand’: het tijdvak dat loopt van 1e dag in een kalendermaand tot de 1e dag in de volgende kalendermaand;

  • d.

    ’jaar’: het tijdvak dat loopt van de 1e dag in een kalenderjaar tot de 1e dag in het volgende kalenderjaar;

  • e.

    'kalenderjaar': de periode van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor

  • a.

    het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;

  • b.

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Paspoortwet;

  • c.

    een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst of van de Nederlandse identiteitskaart, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;

  • b.

    diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening of gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, voor zover die aanvraag betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overigens in dit artikel bepaalde.

  • 2. Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.

  • 3. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen acht dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 2. In afwijking in zoverre van het eerste lid moeten de leges, indien zij worden geheven voor de afgifte van een stuk of het verstrekken van inlichtingen, worden betaald bij de afgifte van dat stuk of het verstrekken van inlichtingen.

  • 3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

  • 1. Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend op een aanvraag als bedoeld in artikel 242 van de Gemeentewet en overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in de bij deze verordening behorende tarieventabel opgenomen bepaling.

  • 2. Voor de toepassing van artikel 28, vierde lid van de Invorderingswet 1990 wordt de teruggaaf van leges, bedoeld in het eerste lid, aangemerkt als een vermindering van de belastingaanslag.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie

    maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de

    Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel

    betreft:

    • 1.

      onderdeel 1.1.6 (akten burgerlijke stand);

    • 2.

      hoofdstuk 2 (reisdocumenten);

    • 3.

      hoofdstuk 3 (rijbewijzen);

    • 4.

      onderdeel 1.4.4 (papieren verstrekking uit gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens);

    • 5.

      hoofdstuk 6 (verstrekkingen op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens);

    • 6.

      onderdeel 1.9 (verklaring omtrent het gedrag);

    • 7.

      hoofdstuk 16 (kansspelen);

      een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.

Artikel 12 Overgangsrecht

  • 1. De artikelen en tarieventabel van de ‘Verordening op de heffing en invordering van leges 2011 vastgesteld bij raadsbesluit 2011-000676/r van 9 mei 2011, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 13, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2012.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Legesverordening 2011a

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 12 december 2011,

de griffier, de voorzitter,

Registratienummer: 2011-000720/r/I

De raad van de gemeente Weststellingwerf;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders;

b e s l u i t

vast te stellen de “Tarieventabel behorende bij de Verordening op de heffing en invordering van leges 2011a”.

Titel 1 Algemene dienstverlening

Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand

Hoofdstuk 2 Reisdocumenten

Hoofdstuk 3 Rijbewijzen

Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de Gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens

Hoofdstuk 5 Verstrekkingen uit het Kiezersregister

Hoofdstuk 6 Verstrekkingen op grond van Wet bescherming persoonsgegevens

Hoofdstuk 7 Bestuursstukken

Hoofdstuk 8 Vastgoedinformatie

Hoofdstuk 9 Overige publiekszaken

Hoofdstuk 10 Gemeentearchief

Hoofdstuk 11 Huisvestingswet

Hoofdstuk 12 Leegstandwet

Hoofdstuk 13 Gemeentegarantie

Hoofdstuk 14 Marktstandplaatsen

Hoofdstuk 15 Winkeltijdenwet

Hoofdstuk 16 Kansspelen

Hoofdstuk 17 Kinderopvang

Hoofdstuk 18 Telecommunicatie

Hoofdstuk 19 Verkeer en vervoer

Hoofdstuk 20 Diversen

Hoofdstuk 21 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordelen conceptaanvraag

Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning

Hoofdstuk 4 Vermindering

Hoofdstuk 5 Teruggaaf

Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning

Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project

Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten

Hoofdstuk 9 Sloopmelding

Hoofdstuk 10 Diversen

Hoofdstuk 11 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn

Hoofdstuk 0 Algemeen

Hoofdstuk 1 Horeca

Hoofdstuk 2 Vergunningen/ontheffing op grond van APV

Hoofdstuk 3 Prostitutiebedrijven

Hoofdstuk 4 Splitsingsvergunning woonruimte

Hoofdstuk 5 Leefmilieuverordening

Hoofdstuk 6 Brandbeveiligingsverordening

Hoofdstuk 7 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

Titel 1 Algemene dienstverlening

2012

Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand

1.1.1

Voor het voltrekken van een huwelijk of het laten registreren van een partnerschap in het gemeentehuis op een andere tijd dan voor kosteloze huwelijken bepaald:

1.1.1.1

op werkdagen in de locatie Griffioenpark 1/ Van Harenstraat 37;

€ 240,00

1.1.1.2

op werkdagen in de locatie Mandehof 7;

€ 350,00

1.1.1.3

op zaterdagen in de locatie Griffioen- park 1 / Van Harenstraat 37;

€ 475,00

1.1.1.4

op zaterdagen in de locatie Mandehof 7

€ 695,00

1.1.2

Voor het voltrekken van een huwelijk of het laten registreren van een partnerschap in een andere dan de genoemde locaties:

1.1.2.1

op werkdagen

€ 350,00

1.1.2.2

op zaterdagen

€ 695,00

1.1.3

De onder artikel 1.1.1 en 1.1.2 genoemde bedragen worden eveneens geheven voor een omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk indien de omzetting plaatsvindt in een andere ruimte dan in een spreekkamer in het Publiekscentrum

1.1.4

Voor het in behandeling nemen van een verzoek om eenmalig te worden benoemd als buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand

€ 54,00

1.1.5

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van:

1.1.5.1

een trouwboekje of partnerschapboekje;

€ 20,00

1.1.5.2

het door de gemeente beschikbaar stellen van een getuige bij een huwelijk, per getuige;

€ 32,00

1.1.5.3

Kalligraferen trouwboekje/partnerschapboekje;

€ 12,50

1.1.5.4

Kalligraferen kind in trouwboekje/partnerschapboekje;

€ 8,50

1.1.6

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het legesbesluit akten burgerlijke stand

Hoofdstuk 2 Reisdocumenten

1.2.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.2.1.1

tot het verstrekken van een nationaal paspoort, een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen

€ 48,70

1.2.1.2

tot het verstrekken van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in 1.2.1.1 (zakenpaspoort)

€ 48,70

1.2.1.3

tot het bijschrijven van een kind in een reisdocument als bedoeld in 1.2.1.1 en 1.2.1.2 direct bij de aanvraag van dit nieuwe reisdocument

€ 9,35

1.2.1.4

tot het bijschrijven van een kind door middel van een bijschrijvingsticker in een al uitgegeven reisdocument als bedoeld in 1.2.1.1 en 1.2.1.2

€ 21,85

1.2.2

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart als bedoeld in artikel 2, tweede lid van de Paspoortwet:

1.2.2.1

Voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 14 jaar nog niet heeft

€ 30,00

1.2.2.2

in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel 1.2.2.1

€ 40,00

1.2.3

De tarieven genoemd in de onderdelen 1.2.1.1 en 1.2.1.2 alsmede in 1.2.2.2 worden bij een spoedlevering vermeerderd met een bedrag van

€ 45,90

1.2.4

Het tarief als genoemd onder 1.2.1.4 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met een bedrag per bijschrijvingsticker van

€ 21,80

1.2.5

Het tarief genoemd in 1.2.4 wordt bij een gecombineerde spoedlevering van een nieuw reisdocument als bedoeld in 1.2.1.1 en 1.2.1.2 en het bijschrijven van één of meer kinderen als bedoeld in 1.2.1.3, slechts één keer per reisdocument berekend.

1.2.6

Tot het afgeven van een reisdocument, indien aan de aanvrager reeds eerder een reisdocument werd verstrekt, welk document bij de aanvraag niet kan worden overlegd, worden wegens extra administratieve handelingen de terzake verschuldigde leges verhoogd met:

€ 20,00

Hoofdstuk 3 Rijbewijzen

1.3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs

€ 37,75

1.3.2

Het tarief genoemd in onderdeel 1.3.1 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met

€ 30,75

1.3.3

Voor het uitgeven van een zogenaamde Eigen Verklaring worden de door het Centraal Bureau Rijvaardigheid in rekening gebrachte kosten die zijn voorgedrukt op de Eigen Verklaring, verhoogd per uit te geven Eigen Verklaring met

€ 25,00

1.3.4

Tot het afgeven van een rijbewijs, indien aan de aanvrager reeds eerder een rijbewijs werd verstrekt, welk document bij de aanvraag niet kan worden overlegd, worden wegens extra administratieve handelingen de terzake verschuldigde leges verhoogd met

€ 15,00

Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de Gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens

1.4.1

Voor de toepassing van dit hoofdstuk, met uitzondering van de onderdelen 1.4.3 en 1.4.4, wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens moet worden geraadpleegd.

1.4.2

Het tarief bedraagt voor van het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.4.2.1

tot het verstrekken van gegevens

€ 7,00

1.4.2.2

tot het verstrekken van een afschrift van een persoonslijst

€ 7,00

1.4.2.3

Indien de gegevens worden gevraagd door een instelling met een wetenschappelijk, sociaal of filantropisch doel, per verstrekking

€ 0,75

1.4.3

Voor de toepassing van onderdeel 1.4.4 wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon die niet zijn opgenomen in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens.

1.4.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens

€ 7,00

1.4.5

Indien op verzoek, ten gevolge van de aard van de aanvraag tot het verstrekken van gegevens een of meer kaartverzamelingen of registers geheel of gedeeltelijk handmatig moeten worden doorlopen, bedraagt het tarief naast het gevorderde ingevolge de voorgaande onderdelen, voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 20,50

1.4.6

Voor het schriftelijk verstrekken van informatie aan een afnemer of bijzondere derde als bedoeld in artikel 6, lid 7 van het Besluit gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens

Tarief wordt op rijksniveau bepaald; de gemeente volgt dat

Hoofdstuk 5 Verstrekkingen uit het Kiezersregister

1.5

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een inlichting betreffende de registratie van de aanvrager als kiezer bedoeld in artikel D4 van de Kieswet

n.v.t.

Hoofdstuk 6 Verstrekkingen op grond van Wet bescherming persoonsgegevens

1.6.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een bericht als bedoeld in artikel 35 van de Wet bescherming persoonsgegevens:

€ 7,00

Hoofdstuk 7 Bestuursstukken

1.7

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

1.7.1

een afschrift van de gemeentebegroting

€ 15,00

1.7.2

een afschrift van de gemeenterekening

€ 15,00

1.7.3

een afschrift van de kadernota

€ 7,50

Hoofdstuk 8 Vastgoedinformatie

1.8

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.8.1

Voor een overzicht van Gemeentelijk Publiekrechtelijke Beperkingen, Verklaring van Afwezigheid Publiekrechtelijke Beperkingen, Vervallen Verklaring van de Publiekrechtelijke Beperkingen

€ 8,00

1.8.1.1.

tot het verstrekken van een fotokopie van een (bouw)plan, zoals bestemmingsplan, voorbereidingsbesluit, streekplan, wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in artikel 27 van de Wegenwet, structuurplan

1.8.1.1.2.

In formaat A4 of kleiner , per bladzijde

€ 0,55

1.8.1.1.3.

In formaat A3 ,per bladzijde

€ 1,05

1.8.1.2.

tot het verstrekken van een lichtdruk van een plan, zoals bestemmingsplan, voorbereidingsbesluit, streekplan, wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in artikel 27 van de Wegenwet, structuurplan

€ 7,60

1.8.2

Voor een kopie van brondocument Gemeentelijke Publiekrechtelijke Beperkingen

Zie nr.1.20.6

1.8.3

Voor een kadastraal uittreksel: uittreksel uit het kadaster, per inlichting: verkoopprijzen, woningwaarde, eigendom, ligging

€ 10,30

1.8.4

Voor het gemeentelijke adrescoördinatenbestand of delen daarvan, per adrescoördinaat

€ 8,00

Hoofdstuk 9 Overige publiekszaken

1.9

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven van een verklaring omtrent het gedrag

Tarief wordt op rijksniveau bepaald; de gemeente volgt dat

Hoofdstuk 10 Gemeentearchief

1.10

Voor het door of vanwege de gemeente doen van een nasporing in, eventueel gevolgd door het geven van één of meer inlichtingen uit het oud of nieuw archief of het statistisch documentatiemateriaal van de gemeente, ongeacht het resultaat van die nasporing, een en ander voor zover deze diensten niet met name in andere artikelen van deze verordening of in een andere belastingverordening van deze gemeente, dan wel in andere rechtsregels zijn genoemd, voor elk daaraan te besteden menskwartier of gedeelte daarvan

€ 20,50

Hoofdstuk 11 Huisvestingswet

1.11

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.11.1

tot het verkrijgen van een huisvestingsvergunning als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Huisvestingswet

n.v.t.

1.11.2

tot het inschrijven in een register van woningzoekenden als bedoeld in artikel 14 van de Huisvestingswet

n.v.t.

1.11.3

tot het verstrekken van gegevens uit het register van woningzoekenden als bedoeld in artikel 14 van de Huisvestingswet, voor elke in dat register vermelde woningzoekende

n.v.t.

1.11.4

tot het verkrijgen van een vergunning tot gehele of gedeeltelijke onttrekking van woonruimte aan de bestemming tot bewoning als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel a, van de Huisvestingswet

n.v.t.

1.11.5

tot het verkrijgen van een vergunning tot samenvoeging van woonruimte met andere woonruimte als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel b, van de Huisvestingswet

n.v.t.

1.11.6

tot het verkrijgen van een vergunning tot omzetting van zelfstandige woonruimte in onzelfstandige woonruimte als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel c, van de Huisvestingswet

n.v.t.

Hoofdstuk 12 Leegstandwet

1.12

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.12.1

tot het verkrijgen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet

€ 225,00

1.12.2

tot verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, vierde lid, van de Leegstandwet

€ 112,50

Hoofdstuk 13 Gemeentegarantie

N.v.t.

Hoofdstuk 14 Marktstandplaatsen

1.14.1

Een recht wordt geheven voor het innemen van een standplaats voor het uitstallen, aanbieden of verkopen van goederen onder de benaming van marktgeld (op locaties die zijn aangewezen voor het houden van een warenmarkt)

1.14.2

Een recht wordt geheven voor het innemen van een standplaats voor het uitstallen, aanbieden of verkopen van goederen onder de benaming van staangeld (op locaties als bedoeld in artikel 5:17, van de Algemene plaatselijke verordening

1.14.3

Het marktgeld wordt geheven van de standplaatshouder genoemd in artikel 1, aanhef, sub g van de Warenmarktverordening 2009.

Het staangeld wordt geheven van de vergunninghouder krachtens artikel 5:18 Algemene plaatselijke verordening.

1.14.3.1

Tarief voor het innemen van een standplaats of een mobiele verkoopinrichting op de wekelijkse warenmarkt, de voorjaarsmarkt of de najaarsmarkt wordt per dag per strekkende meter frontbreedte een bedrag geheven van

€ 1,00

1.14.3.2

Daarbij geldt per dag een minimum van

€ 5,00

1.14.3.3

De kosten van elektriciteit uit de gemeentelijke stroomkasten worden op privaatrechtelijke basis afzonderlijk en tegen kostprijs in rekening gebracht

1.14.3.4

Het tarief voor innemen van een standplaats met een mobiele verkoopinrichting op of aan de openbare weg bedraagt per jaar (of gedeelte daarvan)

€ 225,00

1.14.3.5

Het tarief voor het innemen van een standplaats met een mobiele verkoopinrichting dooreen vereniging of stichting, waarbij blijkens de statuten of handelingen in het maatschappelijk verkeer sprake is van een niet-commerciële activiteit en/of realisering van een ideële doelstelling zonder winstoogmerk, bedraagt per jaar

€ 37,50

1.14.6

Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van marktgelden en staangelden

1.14.7

Indien een periode niet volledig wordt uitgediend, zal geen restitutie plaatsvinden

Hoofdstuk 15 Winkeltijdenwet

1.15

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.15.1.

voor een ontheffing op basis van artikel 6 van de Verordening Winkeltijden 2010

€ 900,00

1.15.2.

tot het verlenen van toestemming om een in onderdeel 1.15.1 bedoelde ontheffing over te dragen aan een ander

€ 112,50

1.15.3.

tot het intrekken of wijzigen van een in onderdeel 1.15.1 bedoelde ontheffing

€ 112,50

Hoofdstuk 16 Kansspelen

1.16.1

Bij de indiening van de aanvraag van een aanwezigheidsvergunning die geldt voor een tijdvak van twaalf maanden is de aanvrager een vergoeding als bedoeld in artikel 30d, derde lid van de Wet op de kansspelen verschuldigd, ten bedrage van:

1.16.1.1

indien de vergunning voor één speelautomaat geldt ten hoogste

Tarief wordt op rijksniveau bepaald; de gemeente volgt dat

1.16.1.2

indien de vergunning voor twee of meer speelautomaten geldt ten hoogste

Tarief wordt op rijksniveau bepaald; de gemeente volgt dat

1.16.2

Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing, indien de vergunning geldt voor een tijdvak korter dan 12 maanden, met dien verstande dat de in het eerste lid bedoelde maximumbedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd worden

1.16.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning)

€ 225,00

1.16.3.1

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een loterijvergunning door een vereniging of stichting. waarbij blijkens de statuten of handelingen in het maatschappelijk verkeer sprake is van een niet-commerciële activiteit en/of realisering van een ideële doelstelling zonder winstoogmerk, bedraagt

€ 37,50

Hoofdstuk 17 Kinderopvang

N.v.t.

Hoofdstuk 18 Telecommunicatie

N.v.t.

Hoofdstuk 19 Verkeer en vervoer

1.19

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW)

€ 37,50

Hoofdstuk 20 Diversen

1.20.1

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van een duplicaat van de WOZ-beschikking

€ 7,00

1.20.2

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van een exemplaar van de Algemene plaatselijke verordening

€ 41,00

1.20.3

Het tarief bedraagt voor het waarmerken van kopieën van origineel getoonde documenten

€ 7,00

1.20.4

Voor het legaliseren van een handtekening, een foto op een stuk of het ter legalisatie opzenden van één stuk

€ 7,00

1.20.5

Voor het verstrekken van schriftelijke inlichtingen uit processen verbaal en rapporten, betreffende plaats gehad hebbende verkeersongevallen voor elke opgaaf of inlichting

€ 8,50

1.20.6

Voor zover in de verordening of in een andere belastingverordening van deze gemeente, dan wel in andere rechtsregels niet afzonderlijk genoemd voor:

1.20.6.1

geschreven of gedrukte stukken of kopieën daarvan uit registers van de burgerlijke stand en het bevolkingsregister die zich bevinden in de gemeentelijke archieven:

Voor elke bladzijde of een gedeelte daarvan

€ 0,50

1.20.6.2

voor alle andere geschreven of gedrukte stukken of kopieën daarvan:

Voor elke bladzijde of een gedeelte daarvan

€ 0,20

Hoofdstuk 21 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

1.21.1

Voor het afgeven van een vergunning op grond van artikel 2 van de Wet op de dierenbescherming

€ 225,00

1.21.2

Het tarief bedraagt voor elk andere vergunning/ontheffing niet uitdrukkelijk in deze titel genoemd stuk, per stuk

€ 225,00

Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

2.1.1

Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:

2.1.1.1

aanlegkosten:

De aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft.

2.1.1.2

bouwkosten:

De aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV 1989), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd (zie bijlage 1). Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft.

2.1.1.3

sloopkosten:

De aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de sloopkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien het slopen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder sloopkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het slopen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft.

2.1.1.4

Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

2.1.2

In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.

2.1.3

In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.

Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag

2.2.1

Het tarief voor het vooroverleg tot beoordeling van een projectplan met betrekking tot de vraag of op een, op basis van projectplan, uitgewerkt (bouw)plan in het kader van de Wabo vergunbaar is

€ 400,00

2.2.1.1.

Indien een aanvraag tot het verkrijgen van een omgevingsvergunning voor een op basis van het projectplan en/of een principeverzoek uitgewerkt (bouw)plan binnen een termijn van 4 maanden na indiening van het project en/of een principeverzoek in behandeling wordt genomen en niet afwijkt van het goedgekeurde projectplan, wordt van de geheven leges van het projectplan en/of een principeverzoek in mindering gebracht op de omgevingsvergunning

50%

2.2.2

Het tarief voor het beoordelen van een principeverzoek om planologische medewerking (verzoek dat strijdig is met het geldende bestemmingsplan en waarvoor een planologisch advies noodzakelijk is) bedraagt

€ 525,00

Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning

2.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

2.3.1

Bouwactiviteiten

2.3.1.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief minimaal :

€ 275,00

2.3.1.1.1

indien de bouwkosten € 5.000 tot € 200.000 bedragen:

€ 275,00 te vermeerderen met per € 1.000 aan bouwkosten of gedeelte daarvan

€ 28,00

2.3.1.1.2

indien de bouwkosten € 200.001 tot € 400.000 bedragen:

€ 5.735,00 te vermeerderen met per € 1.000 aan bouwkosten of een gedeelte daarvan

€ 20,00

2.3.1.1.3

indien de bouwkosten € 400.001 tot € 600.000 bedragen :

€ 9.735,00 te vermeerderen met per € 1.000 aan bouwkosten of een gedeelte daarvan

€ 17,50

2.3.1.1.4

Indien de bouwkosten meer bedragen dan € 600.001 :

€ 13.235,00 te vermeerderen met per € 1.000 aan bouwkosten of een gedeelte daarvan

€ 15,00

Welstandstoets

2.3.1.2

De kosten voor de welstandsadvisering zijn opgenomen in de leges voor de omgevingsvergunning

2.3.1.2.1.

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1. bedraagt het tarief, indien zich tijdens de beoordeling van de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wijzigingen voordoen in het bouwplan en daarvoor een nieuwe welstandstoets noodzakelijk is

€ 40,00

Bouwkosten

2.3.1.3

Als richtlijn voor het vaststellen van de bouwkosten wordt de Richtlijn bouwkosten en legeskosten gehanteerd, die als bijlage 1 in deze verordening is opgenomen.

Verplicht advies agrarische commissie

2.3.1.4

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1. bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld:

€ 75,00

Achteraf ingediende aanvraag

2.3.1.5

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit:

50%

van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges.

Dit met een minimumbedrag van € 200,- en een maximumbedrag van € 2.000,00.

Beoordeling aanvullende gegevens

2.3.1.6

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de in dat onderdeel bedoelde aanvraag al in behandeling is genomen:

€ 112,50

2.3.2

Aanlegactiviteiten

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief 2,00% van de aanlegkosten met een minimum van € 225,00 en een maximum van € 25.000,00

2,00%

2.3.3

Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1:

2.3.3.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):

€ 225,00

2.3.3.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking):

€ 225,00

2.3.3.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):

€ 3.000,00

2.3.3.4

indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking):

€ 525,00

2.3.3.5

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan)

€ 525,00

2.3.3.6

indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):

n.v.t.

2.3.3.7

indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):

n.v.t.

2.3.3.8

indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):

€ 525,00

2.3.4

Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:

2.3.4.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):

€ 225,00

2.3.4.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking):

€ 225,00

2.3.4.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):

€ 3.000,00

2.3.4.4

indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking)

€ 525,00

2.3.4.5

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):

€ 525,00

2.3.4.6

indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):

n.v.t.

2.3.4.7

indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):

n.v.t.

2.3.4.8

indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):

€ 525,00

2.3.5

In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid

2.3.5.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning of gebruiksvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo of de brandbeveiligingsverordening, bedraagt het basis tarief:

€ 225,00

Het basis tarief wordt vermeerderd met een toeslag voor bouwwerken danwel inrichtingen met een bebouwd oppervlakte van

a.minder dan 100 m

€ 140,00

b.100 m tot 500 m

€ 1,50 per m2

c.500 m tot 2.000 m

€ 965,00

te vermeerderen met

€ 0,57 per m2

d. 2.000 m tot 5.000 m

€ 1.820,00

te vermeerderen met

€ 0,23 per m2

e. 5.000 m tot 50.000 m

€ 2.510,00

te vermeerderen met

€ 0,02 per m2

f.50.000 m of meer

€ 3.410,00

te vermeerderen met

€ 0,01 per m2

2.3.5.2

Voor het in behandeling nemen van een verzoek tot wijziging van tenaamstelling van een bestaande vergunning

€ 75,00

2.3.5.3

Voor het afgeven van een duplicaat van een geldige vergunning

€ 75,00

2.3.5.4

Voor het in behandeling nemen van een verzoek tot het wijzigen, aanvullen of intrekken van voorschriften of beperkingen die aan een vergunning zijn verbonden dan wel het alsnog verbinden van voorschriften of beperkingen aan een vergunning wordt aan leges een bedrag geheven met inachtneming van het gestelde onder 2.3.5.1, 2.3.5.2 en 2.3.5.3.

2.3.5.5

Indien een aanvraag wordt geweigerd dan wel van een verleende vergunning geen gebruik wordt gemaakt, is de helft van de berekende legeskosten verschuldigd. Op een daartoe strekkend verzoek van de aanvrager is restitutie van betaalde leges mogelijk, mits even bedoeld verzoek om restitutie plaatsvindt uiterlijk binnen twee jaar na datum van afgifte van de vergunning.

2.3.6

Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten

2.3.6.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, bedraagt het tarief:

2.3.6.1.1

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument:

€ 225,00

2.3.6.1.2

voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 225,00

2.3.6.2

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, van de Wabo, op het slopen van een bouwwerk in een krachtens provinciale verordening of de gemeentelijke monumentenverordening aangewezen stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder c, van de Wabo, waarvoor op grond van die provinciale verordening of die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:

n.v.t.

2.3.7

Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht

2.3.7.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk bedraagt het tarief minimaal :

€ 225,00

2.3.7.2.

Indien de sloopkosten meer bedragen dan € 10.000,00 wordt het bedrag onder 2.3.7.1. verhoogd met 2,00% per € 1.000,00 sloopkosten of een gedeelte daarvan met een maximum van € 25.000,00

2,00%

2.3.7.3

Voor het legaliseren van illegale sloop (slopen zonder vergunning) wordt het bedrag vermeld onder de leden 2.3.7.1 en 2.3.7.2 (met of zonder asbestinventarisatieonderzoek) verhoogd met:

€ 225,00

2.3.7.4.

Het verschuldigde bedrag op grond van 2.3.7.1 t/m 2.3.7.2 wordt, indien de aanvraag van een omgevingsvergunning betreffende een sloopactiviteit welke

krachtens wettelijk voorschrift slechts kan worden afgehandeld wanneer een archeologisch bodemrapport wordt beoordeeld, verhoogd met

€ 225,00

2.3.8

Aanleggen of veranderen weg

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 225,00

2.3.9

Kappen

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in artikel 4:11 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 75,00

2.3.10

Opslag van roerende zaken

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de gemeente, waarvoor op grond van een bepaling artikel 4:13 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:

2.3.10.1

indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j, van de Wabo;

€ 225,00

2.3.10.2

indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder k, van de Wabo.

€ 225,00

2.3.11

Projecten of handelingen in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998

2.3.11.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelingen in een beschermd natuurgebied die schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, de natuurwetenschappelijke betekenis of voor de dieren of planten, als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief:

€ 675,00

2.3.11.2

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitat en soorten in een door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aangewezen gebied als bedoeld in artikel 19d, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998

€ 675,00

2.3.12

Handelingen in het kader van de Flora- en Faunawet

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een handeling waarvoor op grond van artikel 75, derde lid, van de Flora- en Faunawet ontheffing nodig is, bedraagt het tarief

€ 675,00

2.3.13

Handelingen in het kader van de Wet geluidhinder

Indien de aanvraag omgevingsvergunning betrekking heeft op een project waarvoor ook een hogere grenswaarde moet worden toegekend als bedoeld in de Wet geluidhinder bedraagt het tarief voor het toekennen van de hogere waarde

€ 525,00

2.3.14

Andere activiteiten

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:

2.3.14.1

behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 225,00

2.3.14.2

behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

2.3.14.2.1

als het een gemeentelijke verordening betreft: het bedrag dat op grond van deze tarieventabel voor de betreffende vergunning of ontheffing verschuldigd is als de activiteit zou worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning. Als de activiteit in geen enkel geval kan worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning bedraagt het tarief:

€ 225,00

2.3.14.2.2

als het een provinciale of waterschapsverordening betreft: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

2.3.15

Omgevingsvergunning in twee fasen

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

2.3.15.1

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft.

2.3.15.2

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.

2.3.16

Beoordeling rapporten

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een rapport wordt beoordeeld:

2.3.16.1

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport

€ 150,00

2.3.16.2

voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport

€ 225,00

2.3.16.3

voor de beoordeling van een akoestisch rapport

€ 225,00

2.3.17

Advies

2.3.17.1

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

2.3.17.2

Indien een begroting als bedoeld in 2.3.17.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

2.3.18

Verklaring van geen bedenkingen

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:

€ 675,00

2.3.18.1

indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

2.3.18.2

Indien een begroting als bedoeld in 2.3.18.1. is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

Hoofdstuk 4 Vermindering

2.4.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op meer dan vijf activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van het legesdeel in verband met adviezen of verklaringen van geen bedenkingen als bedoeld in de onderdelen 2.3.17 en 2.3.18. De vermindering bedraagt:

5%

Hoofdstuk 5 Teruggaaf

2.5.1

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, schriftelijk intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

De leges berekend overeenkomstig lid 2.3.3 blijft volledig verschuldigd

50%

2.5.1.1

indien de aanvrager schriftelijk verzoekt om tot het buiten verdere behandeling laten van de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten voordat met de bouwtechnische toetsing is begonnen zijn geen leges verschuldigd. Wel is de overeenkomstig lid 2.3.3 berekende leges verschuldigd.

2.5.2

Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 12 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:

25%

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. De leges berekend overeenkomstig lid 2.3.3 blijft volledig verschuldigd.

2.5.3

Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

2.5.3.1

Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 of 2.3.7 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

25%

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. De leges berekend overeenkomstig lid 2.3.3 blijft volledig verschuldigd.

2.5.3.2

Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

2.5.4

Teruggave van leges wordt niet gegeven voor een bedrag lager dan

€ 137,50

2.5.5

Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen

Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.18 en 2.3.19 wordt geen teruggaaf verleend.

Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning n.v.t.

Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project

2.7

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project:

€ 150,00

Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten

2.8.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening

€ 3.000,00

2.8.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening

€ 2.250,00

2.8.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder b, van de Wet ruimtelijke ordening

€ 2.250,00

Hoofdstuk 9 Sloopmelding

2.9

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een sloopmelding als bedoeld in artikel 8.2.1 van de Bouwverordening

€ 75,00

Hoofdstuk 10 Diversen

2.10.

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het overschrijven van een verleende bouwvergunning als bedoeld in de bouwverordening

€ 150,00

Hoofdstuk 11 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

2.11.1

Het tarief bedraagt voor vergunningen voor het aansluiten van gebouwde eigendommen op de gemeentelijke rioleringswerken voor elk aan te sluiten eigendom

€ 75,00

Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn

2012

Hoofdstuk 0 Algemeen

3.0.1

Indien een aanvraag voor een vergunning of ontheffing wordt ingediend minder dan vier weken vóór het tijdstip waarop de aanvrager de vergunning of ontheffing nodig heeft wordt het standaard tarief verhoogd met 50%

3.0.2.

Indien een aanvraag voor een vergunning of ontheffing wordt ingediend nadat reeds de activiteit heeft plaatsgevonden of nog plaatsvindt (legalisatie) wordt het standaard tarief verhoogd met 100%

3.0.3.

Het tarief voor het wijzigen van een vergunning bedraagt

€ 37,50

3.0.4.

Indien de vergunninghouder de vergunning intrekt wordt 50% van de in rekening gebrachte leges geretourneerd

3.0.5.

Indien de aanvrager de vergunningaanvraag intrekt voordat de vergunning is verleend worden geen leges in rekening gebracht.

3.0.6.

Bij weigering van de vergunning worden geen leges gerestitueerd

3.0.7.

Leges worden niet kwijtgescholden

Hoofdstuk 1 Horeca

3.1.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning op grond van artikel 3 van de Drank- en Horecawet

€ 225,00

3.1.2.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding als bedoeld in artikel 30 van de Drank- en Horecawet.

€ 225,00

3.1.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Drank- en Horecawet.

€ 225,00

Hoofdstuk 2 Vergunningen/ontheffing op grond van APV

3.2.1.

Samenscholing en ongeregeldheden (artikel 2:1 Apv)

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om ontheffing van het verbod als bedoeld in artikel 2:1 Apv bedraagt

€ 225,00

3.2.2.

Beperking aanbieden e.d van geschreven of gedrukte stukken of afbeeldingen (artikel 2:6 Apv)

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een ontheffing vanhet verbod als bedoeld in artikel 2:6 Apv bedraagt

€ 225,00

3.2.3.

Het plaatsen van voorwerpen op of aan de weg in strijd met de publieke functie ervan (artikel 2:10 Apv)

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een ontheffing van het verbod als bedoeld in artikel 2:10 Apv bedraagt

€ 225,00

3.2.3.1.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een ontheffing

voor een terras of uitstalling bedraagt

€ 225,00

3.2.4.

Uitweg (artikel 2:12 Apv)

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning als bedoeld in artikel 2:12 Apv bedraagt

€ 225,00

3.2.5.

Evenementen (artikel 2:25 Apv)

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een evenementenvergunning

€ 225,00

3.2.5.1.

Indien bij de aanvraag advies wordt opgevraagd bij GHOR wordt het tarief verhoogd met

€ 150,00

3.2.5.2.

Het tarief voor een evenementenvergunning gecombineerd met andere leges-

plichtige activiteiten bedraagt in zijn totaliteit

€ 450,00

3.2.5.3.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een evenementenvergunning voor een vereniging of stichting, waarbij blijkens de statuten of handelingen in het maatschappelijk verkeer sprake is van een niet-commerciële activiteit en/of realisering van een ideële doelstelling zonder winstoogmerk, bedraagt

€ 37,50

3.2.5.4.

Het tarief voor een evenementenvergunning gecombineerd met andere legesplichtige activiteiten, genoemd in deze titel, bedraagt in zijn totaliteit voor een vereniging of stichting, waarbij blijkens de statuten of handelingen in het maatschappelijkverkeer sprake is van een niet-commerciële activiteit of realisering van een ideële doelstelling zonder winstoogmerk

€ 75,00

3.2.6.

Exploitatie openbare inrichting (artikel 2:28 Apv)

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om vergunning als bedoeld in artikel 2:28 Apv bedraagt

€ 225,00

3.2.7.

Sluitingstijd (artikel 2:29 Apv)

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om ontheffing van het

verbod als bedoeld in artikel 2:29 Apv bedraagt

€ 225,00

3.2.8.

Speelgelegenheden (artikel 2:39 Apv)

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om vergunning als bedoeld in artikel 2:39 Apv bedraagt

€ 225,00

3.2.9.

Bezitten en bezigen van carbid (artikel 2:73a Apv)

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een ontheffing als bedoeld in artikel 2:73a Apv bedraagt

€ 37,50

3.2.10.

Overige) geluidhinder (artikel 4:6 Apv)

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om ontheffing als bedoeld in artikel 4:6 Apv bedraagt

€ 225,00

3.2.11.

Recreatief nachtverblijf buiten kampeerterreinen (artikel 4:18 Apv)

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om ontheffing als bedoeld in artikel 4:18 Apv bedraagt

€ 225,00

3.2.12

Parkeren van voertuigen van autobedrijf en dergelijke (artikel 5:2 Apv)

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om ontheffing als bedoeld in artikel 5:2 Apv bedraagt

€ 225,00

3.2.13.

Kampeermiddelen en dergelijke (artikel 5:6 Apv)

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om ontheffing van het verbod als bedoeld in artikel 5:6 Apv bedraagt

€ 225,00

3.2.14.

Parkeren van grote voertuigen (artikel 5:8 Apv )

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om ontheffing van het verbod genoemd in artikel 5.8 lid 1 en 2 Apv bedraagt

€ 225,00

3.2.15.

Aantasting groenvoorzieningen door voertuigen (artikel 5:11 Apv)

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om ontheffing van het verbod als bedoeld in artikel 5:11 Apv bedraagt

€ 225,00

3.2.16.1.

Inzameling van geld of goed (artikel 5:13 Apv)

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor vergunning als bedoeld in artikel 5.13 Apv bedraagt

€ 225,00

3.2.16.2.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om vergunning als bedoeld in artikel 5.13 Apv voor een vereniging of stichting, waarbij blijkens de statuten of handelingen in het maatschappelijk verkeer sprake is van een niet-commerciële activiteit en/of realisering van een ideële doelstelling zonder winstoogmerk, bedraagt

€ 37,50

3.2.17.

Ventverbod (artikel 5:15 Apv)

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om ontheffing als bedoeld in artikel 5.15 lid 2 Apv bedraagt

€ 37,50

3.2.18.

Vrijheid van meningsuiting (artikel 5:16 Apv)

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om ontheffing van het verbod in artikel 5.16 lid 2 Apv bedraagt

€ 225,00

3.2.19.1.

Standplaatsen (artikel 5:18 Apv)

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om vergunning als bedoeld in artikel 5:18 Apv bedraagt

€ 225,00

3.2.19.2.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 5:18 Apv vooreen vereniging of stichting, waarbij blijkens de statuten of handelingen in het maatschappelijk verkeer sprake is van een niet- commerciële activiteit en/of realisering van een ideële doelstelling zonder winstoogmerk, bedraagt

€ 37,50

3.2.20.

Ligplaats woonschepen en overige vaartuigen (artikel 5:25 Apv)

Het tarief voor het geven van aanwijzingen met betrekking tot het innemen, veranderen of gebruik van een ligplaats als bedoeld in artikel 5:26 Apv bedraagt per jaar

€ 225,00

3.2.21.

Beperking verkeer natuurgebieden (artikel 5.33 Apv)

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om ontheffing als bedoeld in artikel 5.33 Apv bedraagt

€ 225,00

3.2.22.1.

Verbod afvalstoffen te verbranden buiten inrichtingen of anderszins vuur te stoken (artikel 5:34 Apv)

Het tarief voor het in behandeling nemen van een verzoek tot ontheffing als bedoeld in artikel 5:34 Apv bedraagt

€ 225,00

3.2.22.2.

Het tarief voor het in behandeling nemen voor een ontheffing voor het ontsteken

van een paasvuur bedraagt

€ 37,50

3.2.23.

Verboden plaatsen (artikel 5:36 Apv)

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om ontheffing als bedoeld in artikel 5.36 Apv bedraagt

€ 225,00

3.2.24.1.

Aanstellingsbesluit verkeersregelaars

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een aanstellingsbesluit verkeersregelaars als bedoeld in artikel 56 Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer en artikel 9 van de Regeling verkeersregelaars bedraagt

€ 75,00

3.2.24.2.

Het tarief als bedoeld onder 3.2.24.1. bedraagt vooreen vereniging of stichting, waarbij blijkens de statuten of handelingen in het maatschappelijk verkeer sprake is van een niet-commerciële activiteit en/of realisering van een ideële doelstelling zonder winstoogmerk

€ 37,50

3.2.25.

Het tarief voor elk ander niet uitdrukkelijk in deze titel genoemd stuk

per stuk

€ 225,00

Hoofdstuk 3 Prostitutiebedrijven

3.3.1

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een exploitatievergunning in verband met het exploiteren van een seksinrichting, als bedoeld in artikel 3.4 Algemene plaatselijke verordening

€ 1.125,00

3.3.2

Voor het in behandeling nemen van een verzoek tot wijziging, aanvulling of intrekking van voorschriften of beperkingen die aan een exploitatievergunning zijn verbonden dan wel het verbinden van nieuwe voorschriften of beperkingen aan een reeds verleende exploitatievergunning

€ 750,00

Hoofdstuk 4 Splitsingsvergunning woonruimte

3.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een splitsingsvergunning als bedoeld in artikel 33 van de Huisvestingswet

€ 225,00

Hoofdstuk 5 Leefmilieuverordening

3.5

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een ontheffing of vergunning als bedoeld in de Leefmilieuverordening:

n.v.t.

Hoofdstuk 6 Brandbeveiligingsverordening

3.6.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning met betrekking tot het brandveilig gebruik van een inrichting, als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Brandbeveiligingsverordening

€ 225,00

Hoofdstuk 7 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

3.7

Het tarief bedraagt voor elk ander niet uitdrukkelijk in deze titel genoemd stuk, per stuk

€ 225,00

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 12 december 2011,

de griffier, de voorzitter,