Verordening Burgerplatform Sociaal Domein

1 Het Burgerplatform behartigt de collectieve belangen van inwoners van/cliënten in de gemeente Weststellingwerf.

2 Het Burgerplatform adviseert gevraagd en ongevraagd aan het college over alle onderwerpen op het gebied van wonen, welzijn, zorg en participatie betreffende het vormen, uitvoeren, controleren en evalueren van het gemeentelijke beleid in het Sociaal Domein.

3 Tot in het tweede lid genoemde onderwerpen horen niet klachten, bezwaarschriften en andere zaken die op individuele cliënten betrekking hebben.

1 Bij de instelling van het Burgerplatform worden de leden door het college benoemd uit de kandidaten die zich na een openbare oproep hebben aangemeld. Kandidaten dienen ingezetene van de gemeente Weststellingwerf te zijn.

2 De leden bekleden geen vertegenwoordigende functie namens een politieke partij in de gemeente Weststellingwerf, zijn geen lid van het college of de gemeenteraad en zijn geen ambtenaar van de gemeente Weststellingwerf. De leden hebben geen zakelijke binding met de gemeente Weststellingwerf, voor zover een dergelijke binding van invloed kan zijn op de onafhankelijkheid van de leden.

3 Het Burgerplatform kiest uit zijn midden een voorzitter, een plaatsvervangend voorzitter, een secretaris en een penningmeester.

4 Nieuwe of vervangende leden van het Burgerplatform worden benoemd door het college op voordracht van het platform. Het Burgerplatform is verantwoordelijk voor de werving en selectie van kandidaten.

1 De zittingsduur van de leden is maximaal zes jaar.

2 De leden kunnen tussentijds aftreden.

3 Het Burgerplatform kan besluiten het college voor te stellen in uitzonderlijke gevallen af te wijken van de zittingsduur van een individueel lid zoals onder lid 1. aangegeven.

1 Het Burgerplatform vergadert ten minste achtmaal per kalenderjaar en voorts zo vaak als het platform nodig oordeelt.

2 De bijeenroeping geschiedt door de secretaris door middel van een schriftelijke uitnodiging aan de leden.

3 De vergaderingen van het Burgerplatform zijn openbaar. Indien het belang van een onderwerp zich tegen openbaarheid verzet kan het Burgerplatform besluiten met gesloten deuren te vergaderen.

4 Het college kan op grond van belang, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, zowel omtrent het in besloten vergadering behandelde als omtrent de inhoud van de stukken die aan het Burgerplatform worden overgelegd, geheimhouding opleggen. Geheimhouding omtrent het in een besloten vergadering behandelde wordt tijdens die vergadering opgelegd. De geheimhouding wordt door hen die bij de behandeling aanwezig waren en allen die van het behandelde of de stukken kennis dragen, in acht genomen tot het college haar opheft.

5 Op grond van belang, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, kan de geheimhouding eveneens worden opgelegd door het college ten aanzien van stukken die zij aan het Burgerplatform overlegt. Daarvan wordt op de stukken melding gemaakt. De opgelegde verplichtingen tot geheimhouding met betrekking tot aan het Burgerplatform overgelegde de stukken vervalt, indien het college haar opheft.

6 Het college stelt op verzoek vergaderfaciliteiten beschikbaar voor de vergaderingen van het Burgerplatform.

7 Op verzoek van het Burgerplatform kunnen ambtenaren of andere deskundigen met het oog op de behandeling van een bepaald onderwerp worden uitgenodigd een vergadering bij te wonen.

8 De kosten van het raadplegen van andere deskundigen dan ambtenaren moeten worden voldaan uit het beschikbare budget.

1 Het Burgerplatform baseert de adviezen aan het college op de opvatting van de meerderheid.

2 Desgewenst kan het minderheidsstandpunt in een advies worden opgenomen.

3 De wijze van stemmen wordt geregeld in het huishoudelijke reglement.

1 Het college zal het Burgerplatform tijdig alle inlichtingen en gegevens verstrekken die redelijkerwijs nodig zijn voor een goede taakvervulling van het Burgerplatform.

2 Indien het college een beslissing neemt die afwijkt van het advies van het Burgerplatform brengt zij hen hiervan binnen redelijke termijn op de hoogte, of, wanneer behandeling van de gemeenteraad benodigd is ruim voor de behandeling van het betreffende onderwerp in de vergadering van de gemeenteraad.

1. Voor de ondersteuning van het Burgerplatform wordt door het college een ambtenaar van de afdeling Sociaal Domein aangewezen;

2. Deze ambtenaar woont op uitnodiging van het Burgerplatform haar vergaderingen bij maar is daarvan geen lid.

3. Tot de taken van de ambtelijke ondersteuning behoren:

• a.

  Het verzorgen van informatie aan het Burgerplatform, zelf of door uitnodigen van relevante spelers (in of buiten de gemeentelijke organisatie).

• b.

  Toezien op de uitvoering van de adviesfunctie van het Burgerplatform ten aanzien van beleidsdocumenten of andere adviesplichtige voorstellen.

• c.

  Het coördineren van relevante informatie ten aanzien van het Burgerplatform intern in het gemeentehuis, zowel ambtelijk als bestuurlijk.

1. Het gemeentebestuur stelt jaarlijks een bijdrage van maximaal €5.500,- beschikbaar voor noodzakelijkerwijs te maken onkosten van het Burgerplatform, waarbij te denken valt aan onder meer: beschikbaar stelling van vergaderruimte, het bieden van (administratieve) ondersteuning, deskundigheidsbevordering en informatieverstrekking aan de leden.

2. Het Burgerplatform legt jaarlijks, doch uiterlijk twee maanden na aanvang van het nieuwe kalenderjaar, aan het college verantwoording af over de besteding van de bijdrage in het voorafgaande jaar.

3. Op basis van de verantwoording zoals in lid 2 benoemd en de balans van 31 december van het voorafgaand jaar wordt in het eerste kwartaal van het nieuwe kalenderjaar het budget van het burgerplatform aangevuld tot het in lid 1 beschikbaar gestelde bedrag.

1 Het Burgerplatform stelt een huishoudelijk reglement vast rekening houdend met de bepalingen in deze verordening.

2 In het reglement worden in ieder geval opgenomen;

• a.

  de taken van de voorzitter, plaatsvervangend voorzitter, penningmeester en secretaris;

• b.

  de wijze van stemmen als bedoeld in artikel 8, derde lid.

3 Het concept huishoudelijk reglement wordt ter kennisname aan het college voorgelegd.