Verordening op het Reglement van Orde (RvO) voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad en van de raadscommissies 2019

Geldend van 29-10-2019 t/m heden

Intitulé

Verordening op het Reglement van Orde (RvO) voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad en van de raadscommissies 2019

Registratienummer: 009862617

De raad van de gemeente Weststellingwerf;

gelezen het voorstel van het presidium;

b e s l u i t

De verordening op het Reglement van Orde (RvO) voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad en van de raadscommissies 2019’ vast te stellen.

Titel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • -

    agendacommissie: de commissie als bedoeld in Titel V van de verordening;

  • -

    amendement: voorstel van een raadslid tot wijziging van een ontwerpverordening of  ontwerpbeslissing;

  • -

    commissie: de algemene commissie, bestaande uit alle raadsleden, als bedoeld in Titel III  van de verordening;

  • -

    duo-commissieleden; niet-zijnde raadsleden, welke uitsluitend plaats kunnen nemen in de algemene commissie ter vervanging van een raadslid

  • -

    controlecommissie: commissie als bedoeld in Titel VI van de verordening; - fractie: de groep van leden van de raad, die door het centraal stembureau op  dezelfde kandidatenlijst verkozen zijn verklaard; - fractievoorzitter; voorzitter van een fractie;

  • -

    griffier: griffier van de raad of diens plaatsvervanger;

  • -

    initiatiefvoorstel: voorstel van een raadslid voor een verordening of ander voorstel;

  • -

    interpellatie: door een raadslid ingediend verzoek om inlichtingen aan het college of  de burgemeester;

  • -

    lijst of groep: een raadslid of een groep raadsleden, niet zijnde een fractie;

  • -

    motie: verklaring waarmee een oordeel, wens of verzoek wordt uitgesproken;

  • -

    presidium: orgaan van de gemeente, bestaande uit de voorzitters van de fracties die  in de gemeenteraad vertegenwoordigd zijn, als bedoeld in Titel IV van de verordening; - schriftelijk: zowel schriftelijk als elektronisch;

  • -

    voorzitter: voorzitter van de raad of diens waarnemer;

  • -

    werkgeverscommissie: de commissie als bedoeld in titel VII van de verordening.

Titel II Reglement van orde voor de raad

Artikel 1. De griffier

  • 1. De griffier is aanwezig in de raadsvergaderingen.

  • 2. Bij verhindering of afwezigheid wordt de griffier vervangen door een door de raad aangewezen plaatsvervanger.

  • 3. De griffier kan op uitnodiging van de voorzitter aan beraadslagingen in raadsvergaderingen deelnemen.

Artikel 2. Onderzoek geloofsbrieven en beëdiging raadsleden

  • 1. Bij de benoeming van nieuwe raadsleden stelt de raad een commissie in bestaande uit drie raadsleden.

  • 2. Deze onderzoekt de geloofsbrieven en de daarop betrekking hebbende stukken van de nieuw benoemde raadsleden en brengt vervolgens advies uit aan de raad over de toelating van de nieuw benoemde raadsleden tot de raad. Indien van toepassing, wordt van een minderheidsstandpunt melding gemaakt in dit advies.

  • 3. Het onderzoek van het proces-verbaal van het centraal stembureau gebeurt in de laatste raadsvergadering in oude samenstelling na de raadsverkiezingen.

  • 4. Na een raadsverkiezing roept de voorzitter de toegelaten raadsleden op om in de eerste raadsvergadering in nieuwe samenstelling, bedoeld in artikel 18 van de Gemeentewet, de voorgeschreven eed of verklaring en belofte af te leggen.

  • 5. In geval van een tussentijdse vacaturevervulling roept de voorzitter in afwijking van het voorgaande een nieuw benoemd raadslid op voor de raadsvergadering waarin over diens toelating wordt beslist om de voorgeschreven eed of verklaring en belofte af te leggen.

Artikel 3. Benoeming wethouders

Bij de benoeming van een wethouder stelt de raad een commissie in bestaande uit drie raadsleden. De commissie onderzoekt of benoeming van de kandidaat voldoet aan de vereisten van de artikelen 36a, 36b, 41b, eerste, derde en vierde lid, en 41c, eerste lid, van de Gemeentewet en brengt vervolgens advies uit aan de raad over de benoeming tot wethouder.

Artikel 4. Fracties

  • 1. Raadsleden die door het centraal stembureau op dezelfde kandidatenlijst verkozen zijn verklaard, worden bij de aanvang van de zitting als één fractie beschouwd.

  • 2. Als boven de kandidatenlijst een aanduiding was geplaatst, voert de fractie in de raad deze aanduiding als naam. Als daar geen aanduiding was geplaatst, deelt de fractie in de eerste raadsvergadering aan de voorzitter mee welke naam deze fractie in de raad zal voeren.

  • 3. De namen van de fractievoorzitter en diens plaatsvervanger worden zo spoedig mogelijk doorgegeven aan de voorzitter.

  • 4. Een tussentijdse naamswijziging van een fractie voldoet aan de eisen uit artikel G 3 van de Kieswet en wordt gebruikt met ingang van de eerstvolgende raadsvergadering na naamswijziging.

  • 5. Het afsplitsen van één of meer raadsleden van één of meer fracties, leidt niet tot de vorming van één of meer nieuwe fracties.

  • 6. Als één of meer raadsleden van een fractie zich aansluiten bij een andere fractie, wordt hiervan zo spoedig mogelijk schriftelijk mededeling gedaan aan de voorzitter.

Hoofdstuk 2. Raadsvergaderingen

Paragraaf 1. Voorbereiding

Artikel 5. Oproep en voorlopige agenda

  • 1. Direct na de vergadering van de commissie doch uiterlijk tien dagen voor de raadsvergadering, stuurt de griffier, namens de voorzitter, de in de commissie besproken concept-agenda met de daarbij behorende stukken, met uitzondering van de in artikel 25, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken, naar de raadsleden.

  • 2. Als een aanvullende agenda als bedoeld in artikel 6, eerste lid, wordt vastgesteld, wordt deze met de daarbij behorende stukken zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk48 uur voor aanvang van de raadsvergadering aan de leden gezonden.

Artikel 6. Aanvullende agenda; vaststellen agenda

  • 1. In spoedeisende gevallen kan de voorzitter na het verzenden van een schriftelijke oproep een aanvullende voorlopige agenda opstellen. De daarbij behorende stukken worden openbaar gemaakt.

  • 2. Als omtrent de inhoud van stukken op grond van artikel 25, eerste of tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste lid onder berusting van de griffier en verleent deze de raadsleden op verzoek inzage.

  • 3. De definitieve agenda wordt bij aanvang van een raadsvergadering door de raad vastgesteld.

Artikel 7. Ter inzage leggen van stukken

  • 1. Stukken die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op een voorlopige agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de schriftelijke oproep op het gemeentehuis voor raadsleden ter inzage gelegd. Als na het verzenden van de schriftelijke oproep stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden van de raad en zo mogelijk door middel van openbare kennisgeving.

  • 2. Stukken die digitaal beschikbaar zijn worden op de website van de gemeente geplaatst.

  • 3. Als omtrent stukken op grond van artikel 25, eerste of tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste en tweede lid onder berusting van de griffier en verleent deze de raadsleden op verzoek inzage.

Artikel 8. Openbare kennisgeving

De vergaderingen van de raad worden ter openbare kennis gebracht door aankondiging in een of meer nieuws- of huis-aan-huisbladen en op de gemeentelijke website.

Paragraaf 2. Ter vergadering

Artikel 9. Presentielijst

  • 1. De griffier draagt zorg voor het bijhouden van presentielijsten van raadsvergaderingen.

  • 2. Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekenen raadsleden de presentielijst. Aan het einde van elke raadsvergadering wordt die lijst door de voorzitter en de griffier door ondertekening vastgesteld.

Artikel 10. Aantal spreektermijnen

  • 1. Beraadslaging over onderwerpen of voorstellen geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de raad anders beslist.

  • 2. Spreektermijnen worden door de voorzitter afgesloten.

  • 3. Raadsleden mogen in een termijn niet meer dan éénmaal het woord voeren over hetzelfde onderwerp of voorstel.

  • 4. Het derde lid is niet van toepassing op een raadslid dat een amendement, een motie of een initiatiefvoorstel heeft ingediend, ten aanzien van de beraadslaging over het door dat raadslid ingediende.

  • 5. Bij de bepaling hoeveel malen een raadslid over hetzelfde onderwerp of voorstel het woord heeft gevoerd, wordt niet meegerekend het spreken over een voorstel van orde.

  • 6. Interrupties vinden uitsluitend plaats via de interruptiemicrofoons.

Artikel 11. Deelname aan de beraadslaging door anderen

Onverminderd artikel 21 van de Gemeentewet kan de raad op enig moment besluiten dat anderen mogen deelnemen aan de beraadslaging.

Artikel 12. Spreekrecht burgers

  • 1. Burgers kunnen in een vergadering het woord voeren (spreekrecht) over onderwerpen die al dan niet op de agenda staan, met uitzondering van de agendapunten betreffende het doen van keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen, opening, vaststellen agenda en besluitenlijsten vorige vergaderingen.

  • 2. Degene die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit uiterlijk om 12.00 uur op de dag van de vergadering bij de griffie, onder vermelding van zijn naam, adres en telefoonnummer en het onderwerp waarover het woord gevoerd wenst te worden.

  • 3. Direct na opening van de vergadering kunnen insprekers gedurende ten hoogste tien minuten het woord voeren over een onderwerp dat niet is geagendeerd. De raad kan direct reageren. Een onderwerp kan op deze wijze maximaal twee maal per jaar aan de orde komen.

  • 4. Insprekers die het woord willen voeren over een voorstel op de agenda, krijgen hiervoor een eerste termijn van maximaal vijf minuten voorafgaande aan de behandeling van het betreffende agendapunt. Na het inspreken is er gelegenheid voor de leden van de raad om ter verduidelijking korte, verhelderende vragen te stellen aan de inspreker.

  • 5. De voorzitter geeft het woord op volgorde van aanmelding. De voorzitter kan van de volgorde afwijken, als dit in het belang is van de orde van de vergadering.

  • 6. Er vindt geen discussie plaats tussen een inspreker en deelnemers van de vergadering.

  • 7. De voorzitter of een raadslid kan een voorstel doen voor de behandeling van de inbreng van de burger.

Artikel 13. Voorstellen van orde

Raadsleden kunnen tijdens een raadsvergadering mondeling een voorstel van orde betreffende de vergadering doen. De raad beslist hier terstond over.

Paragraaf 3. Stemmingen

Artikel 14. Stemverklaring

Na het sluiten van de beraadslaging en voordat de raad tot stemming overgaat, kunnen raadsleden hun voorgenomen stemgedrag toelichten.

Artikel 15. Beslissing

  • 1. De voorzitter sluit de beraadslaging als hij vaststelt dat een onderwerp of voorstel voldoende is toegelicht, tenzij de raad anders beslist.

  • 2. Voordat de stemming over het voorstel in zijn geheel plaatsvindt, formuleert de voorzitter het voorstel voor de te nemen beslissing.

Artikel 16. Stemming; procedure hoofdelijke stemming

  • 1. De voorzitter vraagt de raadsleden of zij stemming verlangen. Is dit niet het geval dan stelt de voorzitter vast dat het voorstel zonder stemming is aangenomen.

  • 2. Als een voorstel zonder stemming wordt aangenomen kunnen de in de raadsvergadering aanwezige raadsleden aantekening in het verslag vragen, dat zij geacht willen worden te hebben tegengestemd of overeenkomstig artikel 28 van de Gemeentewet niet aan de stemming te hebben deelgenomen.

  • 3. Als een raadslid om stemming of hoofdelijke stemming vraagt, doet de voorzitter daarvan mededeling aan de raad.

  • 4. Bij hoofdelijke stemming roept de griffier de raadsleden bij naam op hun stem uit te brengen. De stemming begint bij het daarvoor bij loting aangewezen raadslid. Vervolgens geschiedt de oproeping op alfabetische volgorde.

  • 5. Bij hoofdelijke stemming brengen ter vergadering aanwezig raadsleden, tenzij zij overeenkomstig artikel 28 van de Gemeentewet niet aan de stemming deel behoren te nemen, hun stem uit door 'voor' of 'tegen' uit te spreken, zonder enige toevoeging.

  • 6. Een raadslid dat zich bij het uitbrengen van zijn stem vergist, kan deze vergissing herstellen totdat het volgende raadslid heeft gestemd. Bemerkt het raadslid zijn vergissing pas later, dan kan deze nadat de voorzitter de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt aantekening vragen van zijn vergissing. Dit brengt geen verandering in de uitslag van de stemming.

  • 7. De voorzitter deelt de uitslag na afloop van de stemming mee. Deze doet daarbij tevens mededeling van het genomen besluit.

Artikel 17. Volgorde stemming over amendementen en moties

  • 1. Als een amendement op een aanhangig voorstel is ingediend, wordt eerst over dat amendement gestemd en vervolgens over het voorstel zoals het dan luidt in zijn geheel.

  • 2. Als meerdere amendementen op een aanhangig voorstel zijn ingediend, wordt, onverminderd het eerste lid, eerst over het meest verstrekkende amendement gestemd.

  • 3. Als aangaande een aanhangig voorstel een motie is ingediend, wordt eerst over het voorstel gestemd en vervolgens over de motie, tenzij toepassing wordt gegeven aan de uitzondering genoemd in artikel 27, lid 3.

Artikel 18. Stemming over personen

  • 1. Bij stemming over personen voor voordrachten of het opstellen van voordrachten of aanbevelingen, benoemt de voorzitter drie raadsleden tot stembureau.

  • 2. Aanwezige raadsleden zijn verplicht een door het stembureau verstrekt stembriefje in te leveren, tenzij zij overeenkomstig artikel 28 van de Gemeentewet niet aan de stemming deel behoren te nemen.

  • 3. Er hebben zoveel stemmingen plaats als er personen zijn te benoemen, voor te dragen of aan te bevelen. De raad kan op voorstel van het stembureau beslissen dat bepaalde stemmingen worden samengevat op één briefje.

  • 4. In geval van twijfel over de inhoud van een stembriefje beslist de raad op voorstel van het stembureau.

Paragraaf 4. Verslaglegging; ingekomen stukken

Artikel 19. Besluitenlijst

  • 1. De griffier draagt zorg voor besluitenlijsten van raadsvergaderingen.

  • 2. Een besluitenlijst bevat in ieder geval:

    • a.

      de namen van de voorzitter, de griffier, de wethouders en de raadsleden, allen voor zover aanwezig, alsmede van de overige personen die het woord gevoerd hebben;

    • b.

      een aantekening van welke raadsleden afwezig waren;

    • c.

      een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest;

    • d.

      een overzicht van het verloop van elke stemming, met vermelding bij hoofdelijke stemming van de namen van de raadsleden die voor of tegen stemden, onder aantekening van de namen van de raadsleden die zich overeenkomstig de Gemeentewet van stemming hebben onthouden of zich bij het uitbrengen van hun stem hebben vergist;

    • e.

      de tekst van de ter vergadering ingediende initiatiefvoorstellen, voorstellen van orde, moties en amendementen;

    • f.

      de vragen gesteld tijdens het vragenkwartier met vermelding van de vragensteller;

    • g.

      de gedane toezeggingen;

    • h.

      bij het desbetreffende agendapunt, de naam en de hoedanigheid van die personen aan wie het op grond van het bepaalde in artikel 11 door de raad is toegestaan deel te nemen aan de beraadslagingen.

  • 3. Bij het begin van de vergadering wordt de besluitenlijst van de vorige vergadering, inclusief de presentielijst, vastgesteld. Wijzigingen worden vermeld op de besluitenlijst van de volgende vergadering. Vastgestelde besluitenlijsten worden ondertekend door de voorzitter en de griffier.

  • 4. Voor zover de aard en de inhoud van de besluitvorming zich daartegen niet verzet, wordt de besluitenlijst zo spoedig mogelijk na de raadsvergadering openbaar gemaakt op de in de gemeente gebruikelijke wijze.

Artikel 20. Ingekomen stukken

  • 1. Bij de raad ingekomen stukken worden op een lijst geplaatst.

  • 2. De raad stelt op voorstel van de griffier de wijze van afdoening van de ingekomen stukken vast.

Paragraaf 5. Besloten raadsvergaderingen

Artikel 21. Toepassing reglement op besloten vergaderingen

Op besloten raadsvergaderingen is dit reglement van overeenkomstige toepassing voor zover dat niet strijdig is met het besloten karakter van de vergadering.

Artikel 22. Verslag besloten vergadering

  • 1. Concept -besluitenlijsten van besloten raadsvergaderingen worden niet verspreid, maar uitsluitend voor de raadsleden ter inzage gelegd bij de griffier.

  • 2. Deze besluitenlijsten worden zo spoedig mogelijk in een besloten raadsvergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de raad een besluit over het al dan niet openbaar maken van de besluitenlijst.

  • 3. De vastgestelde besluitenlijsten worden door de voorzitter en de griffier ondertekend.

Artikel 23. Opheffing geheimhouding

Als de raad op grond van de artikelen 25, derde en vierde lid, 55, tweede en derde lid, of 86, tweede en derde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen, wordt, als het orgaan dat geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, daarover in een besloten raadsvergadering met het desbetreffende orgaan overleg gevoerd.

Paragraaf 6. Toehoorders en pers

Artikel 24. Toehoorders en pers

  • 1. Toehoorders en vertegenwoordigers van de pers wonen openbare raadsvergaderingen uitsluitend bij op de voor hen bestemde plaatsen.

  • 2. Het blijkgeven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is hen verboden.

Artikel 25. Geluid- en beeldregistraties

Degenen die van een openbare raadsvergadering geluid- of beeldregistraties willen maken, doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar diens aanwijzingen.

Hoofdstuk 3. Bevoegdheden, instrumenten raadsleden

Artikel 26. Amendementen

  • 1. Raadsleden dienen amendementen in de eerste of tweede termijn voor het sluiten van de beraadslaging van het voorstel waarop deze betrekking hebben in bij de voorzitter. Dit gebeurt schriftelijk.

  • 2. Er wordt alleen beraadslaagd over amendementen die ingediend zijn door raadsleden die de presentielijst getekend hebben.

  • 3. Intrekking door de indiener van een amendement is mogelijk totdat de besluitvorming daarover door de raad is afgerond.

Artikel 27. Moties

  • 1. Raadsleden dienen moties schriftelijk in bij de voorzitter in de eerste of tweede termijn.

  • 2. De behandeling van een motie vindt gelijktijdig plaats met de beraadslaging over het onderwerp of voorstel waarop het betrekking heeft.

  • 3. Besluitvorming over moties vindt plaats na besluitvorming over het onderwerp of voorstel waarop deze betrekking hebben, tenzij de motie naar het oordeel van de raad verstrekkende gevolgen heeft voor het onderhavige onderwerp of voorstel. In dat geval vindt eerst besluitvorming over de motie plaats.

  • 4. De behandeling van een motie over een niet op de agenda opgenomen onderwerp vindt plaats nadat alle op de agenda opgenomen onderwerpen zijn behandeld.

  • 5. Intrekking door de indiener van een motie is mogelijk totdat de besluitvorming daarover door de raad is afgerond.

Artikel 28. Initiatiefvoorstel

  • 1. Raadsleden dienen initiatiefvoorstellen schriftelijk in bij de agendacommissie.

  • 2. De griffier draagt er zorg voor dat het initiatiefvoorstel zo spoedig mogelijk ter kennis wordt gebracht van de overige leden en het college.

  • 3. De agendacommissie stelt het college in de gelegenheid om binnen vier weken na verzending als bedoeld in lid 2, schriftelijk zijn wensen en bedenkingen op het initiatiefvoorstel ter kennis van de raad te brengen.

  • 4. Het initiatiefvoorstel wordt in de eerstvolgende raad na afloop van de termijn genoemd in het derde lid behandeld, tenzij de raad oordeelt (1) dat het voorstel eerst dient te worden behandeld in een raadscommissie dan wel (2) dat de voorbereidingstijd te kort is. In deze gevallen wordt het voorstel in de daarop volgende raad behandeld.

  • 5. Indien de indiener het initiatiefvoorstel – al dan niet naar aanleiding van de reactie van het college of het advies van een raadscommissie – wijzigt, doet hij/zij daarvan schriftelijke mededeling aan de agendacommissie. Deze stelt vervolgens de raad en het college in kennis van de wijzigingen.

  • 6. De raad kan voorwaarden stellen aan de indiening en behandeling van een initiatiefvoorstel, niet zijnde een voorstel voor een verordening.

Artikel 29. Collegevoorstel

  • 1. Een voorstel van het college aan de raad dat vermeld staat op de concept-agenda van de raadsvergadering, kan niet worden ingetrokken zonder toestemming van de raad.

  • 2. Als de raad van oordeel is dat een voorstel als bedoeld in het eerste lid voor advies terug aan het college dient te worden gezonden, bepaalt de raad binnen welke termijn het voorstel opnieuw geagendeerd wordt.

Artikel 30. Interpellatie

  • 1. Raadsleden dienen verzoeken tot het houden van een interpellatie schriftelijk in bij de voorzitter. Het verzoek bevat in ieder geval de te stellen vragen.

  • 2. De voorzitter brengt de inhoud van het verzoek zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige raadsleden en de wethouders.

  • 3. Als het verzoek ten minste 48 uur voor aanvang van een raadsvergadering is ingediend of in naar het oordeel van de voorzitter spoedeisende gevallen, wordt over het verzoek tijdens de eerstvolgende raadsvergadering gestemd. In andere gevallen tijdens de daaropvolgende raadsvergadering.

  • 4. De interpellant voert niet vaker dan tweemaal het woord. De overige raadsleden, de burgemeester en de wethouders niet vaker dan eenmaal, tenzij de raad hen hiertoe verlof geeft.

Artikel 31. Schriftelijke vragen

  • 1. Raadsleden dienen schriftelijke vragen aan het college of de burgemeester in bij de griffier.

  • 2. De griffier brengt de vragen zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige raadsleden en het college of de burgemeester.

  • 3. De beantwoording vindt schriftelijk plaats, zo spoedig mogelijk doch in ieder geval binnen vier weken nadat de vragen zijn ingediend. Indien beantwoording niet binnen deze termijnen kan plaatsvinden, krijgt de vragensteller daarvan gemotiveerd bericht, waarbij de termijn wordt vermeld waarbinnen beantwoording alsnog zal plaatsvinden. Op dit bericht zijn de leden 4. en 5. van dit artikel van overeenkomstige toepassing.

  • 4. De antwoorden van het college of de burgemeester worden door tussenkomst van de griffier aan de raadsleden toegezonden.

  • 5. De vragensteller kan in de eerstvolgende raadsvergadering nadere inlichtingen vragen over het door de burgemeester of door het college gegeven antwoord, tenzij de raad anders beslist.

Artikel 32. Inlichtingen

  • 1.

    Raadsleden dienen verzoeken tot inlichtingen als bedoeld in de artikelen 169, derde lid, en 180, derde lid, van de Gemeentewet schriftelijk in bij de griffier .

  • 2.

    De griffier brengt de inhoud van het verzoek zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige raadsleden en het college of de burgemeester.

  • 3.

    De verlangde inlichtingen worden zo spoedig mogelijk aan de raad verschaft, in ieder geval binnen tien dagen nadat het verzoek is ingediend.

Titel III Reglement van orde voor de commissie

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Instelling en samenstelling commissie; zittingsduur

  • 1. Er is een algemene commissie ter ondersteuning van het functioneren van de raad.

  • 2. Zowel raadsleden als niet-raadsleden, genaamd duo-commissielid, kunnen lid zijn. Een duo-commissielid neemt uitsluitend plaats in de commissie ter vervanging van een raadslid.

  • 3. De raad benoemt op voordracht van de fracties, per fractie één duo-commissielid.

  • 4. De artikelen 10, 11, 12, 13, 14 en 15 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing op duo-commissieleden.

  • 5. De zittingsduur van de leden is gelijk aan de zittingsduur van de raad en valt daarmee samen.

  • 6. Schorsing en verlies van het lidmaatschap van de raad brengt ter stond verlies van het lidmaatschap van de commissie mee.

Artikel 2. Voorzitter

  • 1. De raad benoemt drie raadsleden als commissievoorzitter.

  • 2. Het voorzitterschap wordt bij toerbeurt uitgeoefend door de raadsleden als bedoeld in lid 1. Zij bepalen onderling wie welke vergadering leidt, waarbij als uitgangspunt geldt dat een raadslid geen voorzitter is tijdens een commissie waarin hij/zij tevens als fractiewoordvoerder optreedt.

  • 3. Indien met inachtneming van het tweede lid geen van de drie benoemde commissievoorzitters beschikbaar is, wijst de commissie zelf een voorzitter aan.

Artikel 3. Taken

De raadscommissie:

  • a.

    bespreekt de raadsvoorstellen en adviseert de raad over de wijze van behandeling daarvan;

  • b.

    kan advies uitbrengen aan de raad over andere onderwerpen dan bedoeld onder a;

  • c.

    voert overleg met het college of de burgemeester over in ieder geval de door hen verstrekte inlichtingen en het gevoerde bestuur ten aanzien van de onderwerpen bedoeld onder a en b..

Artikel 4. De commissiegriffier

  • 1. Ter ondersteuning van de raadscommissie treedt de griffier van de raad op als commissiegriffier.

  • 2. Daarnaast kan de griffier een op de griffie werkzame ambtenaar of, in samenspraak met de secretaris, een niet op de griffie werkzame ambtenaar, als commissiegriffier benoemen.

  • 3. De commissiegriffier is aanwezig in vergaderingen of wordt vervangen door een daartoe door de griffier van de raad aangewezen op de griffie werkzame ambtenaar of, in samenspraak met de secretaris, een niet op de griffie werkzame ambtenaar.

  • 4. Een commissiegriffier kan op uitnodiging van de commissievoorzitter aan beraadslagingen in vergaderingen deelnemen.

Hoofdstuk 2. Vergaderingen

Paragraaf 1. Voorbereidingen

Artikel 5. Oproep en voorlopige agenda

  • 1. De agendacommissie stelt de voorlopige agenda van de commissie vast.

  • 2. Ten minste tien dagen voor een vergadering ontvangen de commissieleden een schriftelijke oproep en de voorlopige agenda met de daarbij behorende stukken, met uitzondering van de in artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken.

  • 3. Als een aanvullende agenda als bedoeld in artikel 6, eerste lid, wordt vastgesteld, wordt deze met de daarbij behorende stukken zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 48 uur voor aanvang van de vergadering aan de leden gezonden.

  • 4. In spoedeisende gevallen kan de commissievoorzitter een extra vergadering uitschrijven in afwijking van de gestelde termijn in artikel 5 eerste lid.

Artikel 6. Aanvullende agenda; vaststellen agenda

  • 1. In spoedeisende gevallen kan de commissievoorzitter na het verzenden van een schriftelijke oproep een aanvullende voorlopige agenda opstellen. De daarbij behorende stukken worden openbaar gemaakt.

  • 2. Als omtrent de inhoud van stukken op grond van artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste lid onder berusting van de griffier en verleent deze de commissieleden op verzoek inzage.

  • 3. De agenda wordt bij aanvang van een vergadering door de raadscommissie vastgesteld.

Artikel 7. Ter inzage leggen van stukken

  • 1. Stukken die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de voorlopige agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de schriftelijke oproep op het gemeentehuis ter inzage gelegd. Als na het verzenden van de schriftelijke oproep stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden van de raadscommissie en zo mogelijk door middel van openbare kennisgeving.

  • 2. Stukken die digitaal beschikbaar zijn worden op de website van de gemeente geplaatst..

  • 3. Als omtrent stukken op grond van artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste en tweede lid onder berusting van de griffier en verleent deze de commissieleden op verzoek inzage.

Artikel 8. Openbare kennisgeving

Commissievergaderingen worden ten openbare kennis gebracht door aankondiging in een of meer nieuws- of huis- aan huisbladen en op de gemeentelijke website.

Paragraaf 2. Ter vergadering

Artikel 9. Presentielijst

  • 1. De commissiegriffier draagt zorg voor het bijhouden van presentielijsten van vergaderingen.

  • 2. Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekenen commissieleden de presentielijst. Aan het einde van elke vergadering wordt die lijst door de commissievoorzitter en de commissiegriffier door ondertekening vastgesteld.

Artikel 10. Opening vergadering en quorum

  • 1. Een vergadering wordt niet geopend voordat blijkens de presentielijst meer dan de helft van de commissieleden tegenwoordig is.

  • 2. Als ingevolge het eerste lid de vergadering niet kan worden geopend, belegt de commissievoorzitter opnieuw een vergadering tegen een tijdstip dat ten minste vierentwintig uur na het bezorgen van de oproeping is gelegen.

  • 3. Op een vergadering als bedoeld in het tweede lid is het eerste lid niet van toepassing. Een raadscommissie kan echter over andere aangelegenheden dan die waarvoor de ingevolge het eerste lid niet geopende vergadering was belegd, alleen beraadslagen of besluiten, als blijkens de presentielijst meer dan de helft van de commissieleden tegenwoordig is.

Artikel 11. Besluitenlijst

  • 1. De commissiegriffier draagt zorg voor besluitenlijsten van vergaderingen.

  • 2. Een besluitenlijst bevat in ieder geval:

    • a.

      de namen van de commissievoorzitter, de commissiegriffier, de burgemeester, de wethouders en de commissieleden, allen voor zover aanwezig, alsmede van de overige personen die het woord gevoerd hebben;

    • b.

      een aantekening van welke commissieleden afwezig waren;

    • c.

      een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest;

    • d.

      een samenvatting van het advies aan de raad;

    • e.

      bij het desbetreffende agendapunt de naam en de hoedanigheid van die personen aan wie het op grond van het bepaalde in artikel 14 door de raadscommissie is toegestaan deel te nemen aan de beraadslagingen.

  • 3. Bij het begin van de vergadering wordt de besluitenlijst van de vorige vergadering, inclusief de presentielijst, vastgesteld. Wijzigingen worden vermeld op de besluitenlijst van de volgende vergadering. Vastgestelde besluitenlijsten worden ondertekend door de commissievoorzitter en de commissiegriffier.

  • 4. Voor zover de aard en de inhoud van de besluitvorming zich daartegen niet verzet, wordt de besluitenlijst zo spoedig mogelijk na de commissievergadering openbaar gemaakt op de in de gemeente gebruikelijke wijze.

Artikel 12. Advies; geen stemmingen

  • 1. Als een raadscommissie een advies aan de raad uitbrengt, beslissen de leden op voorstel van de commissievoorzitter over de inhoud van het advies.

  • 2. In het advies worden de standpunten van de fracties opgenomen.

  • 3. In de vergadering vinden geen stemmingen plaats, met uitzondering over geheimhouding en met betrekking tot de orde.

Artikel 13. Aantal spreektermijnen

  • 1. Beraadslaging over onderwerpen of voorstellen geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de raadscommissie anders beslist.

  • 2. Spreektermijnen worden door de commissievoorzitter afgesloten.

  • 3. Commissieleden mogen in een termijn niet meer dan éénmaal het woord voeren over hetzelfde onderwerp of voorstel.

  • 4. Bij de bepaling hoeveel malen een commissielid over hetzelfde onderwerp of voorstel het woord heeft gevoerd, wordt niet meegerekend het spreken over een voorstel van orde.

Artikel 14. Deelname aan de beraadslaging door anderen

Een raadscommissie kan op enig moment besluiten dat anderen mogen deelnemen aan de beraadslaging.

Artikel 15. Spreekrecht burgers

  • 1. Burgers kunnen in een vergadering het woord voeren (spreekrecht) over onderwerpen die op de agenda staan, met uitzondering van de agendapunten betreffende het doen van keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen, opening, vaststellen agenda en besluitenlijsten vorige vergaderingen.

  • 2. Degene die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit uiterlijk om 12.00 uur op de dag van de vergadering bij de griffie, onder vermelding van zijn naam, adres en telefoonnummer en het onderwerp waarover het woord gevoerd wenst te worden.

  • 3. Insprekers die het woord willen voeren, krijgen hiervoor een eerste termijn van maximaal vijf minuten voorafgaande aan de behandeling van het betreffende agendapunt. Na het inspreken is er gelegenheid voor de leden van de commissie om ter verduidelijking korte, verhelderende vragen te stellen aan de inspreker. De inspreker kan in tweede termijn reageren op het besprokene in de commissie.

  • 4. De commissievoorzitter geeft het woord op volgorde van aanmelding. De commissievoorzitter kan van de volgorde afwijken, als dit in het belang is van de orde van de vergadering.

  • 5. Er vindt geen discussie plaats tussen een inspreker en deelnemers van de vergadering.

  • 6. De commissievoorzitter of een commissielid kan een voorstel doen voor de behandeling van de inbreng van de burger.

Artikel 16. Handhaving orde en schorsing

  • 1. De commissievoorzitter zorgt voor de handhaving van de orde in de vergadering.

  • 2. Hij kan de raadscommissie voorstellen aan een commissielid dat door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert, het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen. Over het voorstel wordt niet beraadslaagd. Na aanneming daarvan verlaat het commissielid de vergadering onmiddellijk. Zo nodig doet de commissievoorzitter hem verwijderen. Bij herhaling van zijn gedrag kan het commissielid bovendien voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering worden ontzegd.

  • 3. Hij kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en, als na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord, de vergadering sluiten.

  • 4. Hij roept sprekers tot de orde als deze zich in beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen uitlaten, afwijken van het in behandeling zijnde onderwerp, andere sprekers herhaaldelijk interrumperen, dan wel anderszins de orde verstoren. Sprekers die hieraan geen gevolg geven, kunnen door hem het woord ontnomen worden over het aanhangige onderwerp.

Artikel 17. Voorstellen van orde

Commissieleden kunnen tijdens een vergadering mondeling een voorstel van orde betreffende de vergadering doen. De raadscommissie beslist hier terstond over.

Paragraaf 3. Besloten vergaderingen

Artikel 18. Toepassing verordening op besloten vergaderingen

Op besloten vergaderingen is deze verordening van overeenkomstige toepassing voor zover dat niet strijdig is met het besloten karakter van de vergadering.

Artikel 19. Besluitenlijst besloten vergadering

  • 1. Concept-besluitenlijsten van besloten vergaderingen worden niet verspreid, maar uitsluitend voor de commissieleden ter inzage gelegd bij de commissiegriffier.

  • 2. Deze besluitenlijsten worden zo spoedig mogelijk in een besloten vergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de raadscommissie een besluit over het al dan niet openbaar maken van de besluitenlijst.

  • 3. De vastgestelde besluitenlijsten worden door de commissievoorzitter en de commissiegriffier ondertekend.

Paragraaf 4. Toehoorders en pers

Artikel 20. Toehoorders en pers

  • 1. Toehoorders en vertegenwoordigers van de pers wonen openbare vergaderingen uitsluitend bij op de voor hen bestemde plaatsen.

  • 2. Het blijkgeven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is hen verboden.

  • 3. De commissievoorzitter is bevoegd, wanneer de orde in de vergadering op enigerlei wijze door toehoorders wordt verstoord, deze en zo nodig andere toehoorders te doen vertrekken.

  • 4. Hij is bevoegd toehoorders die bij herhaling de orde in de vergadering verstoren voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering te ontzeggen.

Artikel 21. Geluid- en beeldregistraties

Degenen die van een openbare vergadering geluid- of beeldregistraties willen maken, doen hiervan mededeling aan de commissievoorzitter en gedragen zich naar diens aanwijzingen.

Titel IV Reglement van orde voor het presidium

Artikel 1. Naam en taken

  • 1. Er is een presidium ter ondersteuning van het functioneren van de raad.

  • 2. Het presidium verzorgt de voorbereiding van de agenda van de vergaderingen van de commissie en de gemeenteraad en toetst globaal de ingediende raadsvoorstellen.

  • 3. Het college van burgemeester en wethouders zendt alle voorstellen waarover zij besluitvorming wenst van de gemeenteraad aan het presidium.

  • 4. Het presidium stelt de vergadercyclus van de raad en de commissie vast.

  • 5. Het presidium adviseert de bestuursorganen van de gemeente gevraagd en ongevraagd over alle zaken die zij binnen haar taakomschrijving nuttig en nodig acht, daarbij inbegrepen de onderlinge samenwerking en taakverdeling tussen de bestuursorganen.

  • 6. Het presidium behartigt namens de raad het werkgeverschap van de burgemeester.

  • 7. Het presidium verkrijgt van de bestuursorganen van de gemeente gevraagd en ongevraagd informatie over zaken die uit hun aard en in het belang van de gemeente vertrouwelijk zijn.

  • 8. Het presidium bespreekt procedurele en organisatorische zaken aangaande de raad / raadsleden.

  • 9. Het presidium voert het integriteitsbeleid voor bestuurders en raadsleden uit.

  • 10. Het presidium kan voorstellen doen aan de raad.

Artikel 2. Samenstelling

  • 1. Het presidium bestaat uit de voorzitters van de fracties die in de gemeenteraad vertegenwoordigd zijn.

  • 2. De gemeenteraad kan besluiten in bijzondere gevallen een voorzitter van een niet democratisch functionerende partij/fractie niet toe te laten tot deze commissie dan wel deze tussentijds ontslag te verlenen als lid van de commissie.

  • 3. Een lid mag zich voor de duur van een vergadering laten vervangen door een raadslid van dezelfde fractie.

  • 4. Van een vervanging als bedoeld in het derde lid wordt voor de aanvang van de vergadering mededeling gedaan aan de voorzitter.

  • 5. Op de plaatsvervangers zijn de bepalingen van deze verordening van overeenkomstige toepassing.

Artikel 3. Voorzitter

  • 1. Voorzitter is de fractievoorzitter van de grootste in het presidium aanwezige fractie.

  • 2. Onder grootste fractie wordt verstaan de fractie van de partij waarop bij de laatst gehouden raadsverkiezing, de meeste geldige stemmen zijn uitgebracht.

  • 3. Het secretariaat van het presidium wordt vervuld door de griffie(r).

Artikel 4. Deelname aan de vergadering door anderen dan de leden

  • 1.Als adviseurs van het presidium zijn uit hoofde van hun functie aanwezig:

  • - de burgemeester in zijn hoedanigheid als voorzitter van de gemeenteraad en van het college;

  • - de griffier;

  • - de gemeentesecretaris.

    • 2.

      De adviseurs genoemd in lid 1 worden bij verhindering vervangen door hun plaatsvervangers. Op de plaatsvervangers zijn de bepalingen van deze verordening van overeenkomstige toepassing.

    • 3.

      Op degene die op grond van dit artikel is toegelaten om deel te nemen aan de beraadslaging zijn de bepalingen van deze verordening van overeenkomstige toepassing.

    • 4.

      De adviseurs als bedoeld in het eerste lid kunnen het presidium verzoeken een onderwerp voor bespreking te agenderen.

Artikel 5. Benoeming, ontslag en zittingsduur

  • 1. De zittingsduur van de leden is gelijk aan de zittingsduur van de raad en valt daarmee samen. Schorsing en verlies van het lidmaatschap van de raad brengt terstond verlies van het lidmaatschap van het presidium mee.

  • 2. Een lid kan te allen tijde ontslag nemen.

  • 3. De raad is bevoegd een lid tussentijds te ontslaan, indien dit lid het vertrouwen van de raad niet meer bezit.

  • 4. In een vacature wordt zo spoedig mogelijk voorzien.

Artikel 6. Vergaderingen

  • 1. Het presidium vergadert zo dikwijls als haar voorzitter het nodig oordeelt.

  • 2. De voorzitter bepaalt in samenspraak met de griffier plaats, datum, uur en agenda van de vergadering.

  • 3. De voorzitter roept de vergadering bijeen wanneer ten minste twee leden dan wel de burgemeester hem met opgave van redenen daarom hebben verzocht. Deze vergadering vindt plaats binnen twee weken na ontvangst van dat verzoek.

  • 4. De vergaderingen van het presidium zijn niet openbaar.

  • 5. De griffier maakt van het verhandelde in de vergaderingen een kort, vertrouwelijk verslag en zendt dit toe aan de leden van de raad en de adviseurs.

Artikel 7 Geheimhouding

  • 1. Het presidium kan besluiten over het in de vergadering behandelde en over de inhoud van stukken, die aan het presidium worden overgelegd, geheimhouding op te leggen aan de leden van het presidium en de adviseurs als bedoeld in artikel 4.

  • 2. De voorzitter van het presidium kan over de inhoud van stukken als bedoeld in het eerste lid voorlopige geheimhouding opleggen. Hij geeft hiervan terstond kennis aan het presidium. De voorlopige geheimhouding vervalt indien zij niet aan het presidium in haar eerstvolgende vergadering ter bekrachtiging wordt aangeboden.

  • 3. Iedereen die betrokken is bij de uitvoering van deze regeling en daarbij de beschikking krijgt over gegevens, waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, en voor wie niet reeds uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift terzake van die gegevens een geheimhoudingsplicht geldt, is verplicht tot geheimhouding daarvan, behoudens voorzover enig wettelijk voorschrift hem tot bekendmaking verplicht of uit zijn taak bij de uitvoering van deze verordening de noodzaak tot bekendmaking voortvloeit.

Artikel 8 Quorum

  • 1.

    Het presidium mag alleen beraadslagen of besluiten als de helft van het aantal leden plus één, aanwezig zijn.

  • 2.

    Kan op grond van het bepaalde in het eerste lid een vergadering niet doorgaan, dan wordt zonodig, met een tussentijd van ten minste vierentwintig uur, een nieuwe vergadering belegd, waarin de aanwezige leden beraadslagen en besluiten over de op de oproepingen voor beide vergaderingen vermelde onderwerpen.

  • 3.

    Het presidium kan digitaal beraadslagen of besluiten.

Titel V Reglement van orde voor de controlecommissie

Artikel 1. Naam, taken en verantwoordelijkheden

  • 1. Er is een controlecommissie die de raad adviseert over de uitoefening van zijn controlerende taken.

  • 2. De controlecommissie treedt op als vertegenwoordiger van de raad en draagt zorg voor het mogelijk maken van een open communicatie tussen de onafhankelijk accountant, de raad, het college van burgemeester en wethouders en het management.

  • 3. De controlecommissie heeft de volgende taken:

  • - - de vaststelling van het programma van eisen op basis waarvan de onafhankelijke accountant het controleplan inricht;

  • - - het bespreken van het verslag van bevindingen dat de accountant uitbrengt naar aanleiding van de controle van de jaarrekening, alsmede de advisering daarover aan de raad;

  • - - het (mede) voorbereiden van de aanbestedingsprocedure inzake de accountantscontrole.

Artikel 2. Samenstelling

  • 1. De controlecommissie is samengesteld uit één lid per fractie, groep of lijst.

  • 2. De controlecommissie benoemt de voorzitter en de eerste en tweede plaatsvervangend voorzitter.

Artikel 3. Deelname aan de vergadering door anderen dan de leden

  • 1. De volgende personen nemen als adviseur deel aan de beraadslagingen van de controlecommissie:

  • - de functionaris interne controle;

  • - de portefeuillehouder Financiën;

  • - de griffier;

  • - de gemeentesecretaris;

  • - de teamleider planning en control.

  • 2. De adviseurs genoemd in lid 1 worden bij verhindering vervangen door hun plaatsvervangers. Op de plaatsvervangers zijn de bepalingen van deze verordening van overeenkomstige toepassing.

  • 3. Op degene die op grond van dit artikel is toegelaten om deel te nemen aan de beraadslaging zijn de bepalingen van deze verordening van overeenkomstige toepassing.

  • 4. De adviseurs als bedoeld in het eerste lid kunnen de controlecommissie verzoeken een onderwerp voor bespreking te agenderen.

Artikel 4. Benoeming, ontslag en zittingsduur

  • 1. De zittingsduur van de leden is gelijk aan de zittingsduur van de raad en valt daarmee samen. Schorsing en tussentijds verlies van het lidmaatschap van de raad brengt terstond verlies van het lidmaatschap van de controlecommissie mee.

  • 2. Een lid kan te allen tijde ontslag nemen. Hij doet daarvan schriftelijk mededeling aan de raad.

  • 3. De raad is bevoegd een lid tussentijds te ontslaan indien dit lid het vertrouwen van de raad niet meer bezit. Het betreffende lid wordt vooraf in de gelegenheid gesteld schriftelijk zijn zienswijze aan de raad mede te delen.

  • 4. In een vacature wordt zo spoedig mogelijk voorzien, met dien verstande dat, indien een vacature is ontstaan die gepaard gaat met een vacature in de raad, in die vacature eerst wordt voorzien nadat het nieuw benoemde raadslid is toegelaten tot de raad.

Artikel 5. Vergaderingen

  • 1. De controlecommissie vergadert zo dikwijls als haar voorzitter het nodig oordeelt.

  • 2. De voorzitter bepaalt in samenspraak met de griffier plaats, datum, uur en agenda van de vergadering.

  • 3. De voorzitter roept de leden schriftelijk op. Onder schriftelijk wordt mede verstaan verkeer langs de elektronische weg.

  • 4. De oproepingen worden, spoedeisende gevallen uitgezonderd, ten minste één week voor de aanvang van de vergadering bezorgd.

  • 5. De vergaderingen van de controlecommissie zijn niet openbaar.

Artikel 6.

  • 1. De controlecommissie beraadslaagt alleen bij aanwezigheid van tenminste vier leden.

  • 2. Kan op grond van het bepaalde in het eerste lid een vergadering niet doorgaan, dan wordt zonodig, met een tussentijd van ten minste achtenveertig uur, een nieuwe vergadering belegd, waarin de aanwezige leden beraadslagen en besluiten over de op de oproepingen voor beide vergaderingen vermelde onderwerpen.

Artikel 7. Ondersteuning

  • 1. Het secretariaat van de controlecommissie wordt vervuld door de griffier. Deze heeft in de vergaderingen een adviserende stem.

  • 2. De griffier maakt van het verhandelde in de vergaderingen een kort verslag en zendt dit toe aan de leden van de controlecommissie en de overige adviseurs als genoemd in artikel 3.

Artikel 8. Advisering raad

De controlecommissie adviseert de raad gevraagd en ongevraagd over alle onderwerpen die zij binnen haar taakomschrijving nuttig en nodig acht.

Titel VI Reglement van orde voor de werkgeverscommissie

Artikel 1. Taken en bevoegdheden commissie

  • 1. Er is een commissie werkgeverschap raadsgriffie Weststellingwerf die namens de raad het werkgeverschap van de griffier en de medewerkers van de griffie als bedoeld in artikel 107e lid 2 van de Gemeentewet behartigt.

  • 2. De commissie heeft tot taak:

  • a. het nemen van besluiten over de individuele rechtspositie van de griffier en de medewerkers van de griffie;

  • b. bij besluiten van rechtspositionele aard de regelingen toe te passen die gelden voor medewerkers werkzaam onder verantwoordelijkheid van het college van burgemeester en wethouders.

  • c. het doen van voorstellen aan de raad omtrent door de raad te nemen besluiten inzake benoeming, schorsing en ontslag van de griffier zoals bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet;

  • d. het benoemen, schorsen en ontslaan van de medewerkers van de griffie als bedoeld in artikel 107 e, lid 2 van de Gemeentewet.

  • e. het doen van voorstellen aan de raad over uitbreiding of inkrimping van de griffie;

  • f. het voeren van functionerings- en beoordelingsgesprekken met de griffier;

  • g. het voeren van overleg met de griffier over voortgang van de werkzaamheden;

  • h. overige tot het werkgeverschap behorende taken.

  • 3. Functionerings- en beoordelingsgesprekken met medewerkers van de griffie worden uitgevoerd door de griffier. De leden van de werkgeverscommissie hebben inzagerecht in de verslagen van deze gesprekken.

Artikel 2. Samenstelling

  • 1. De commissie bestaat uit drie leden waarvan tenminste één lid tevens lid is van het raadspresidium.

  • 2. De raad benoemt de voorzitter en de twee overige leden.

  • 3. De voorzitter van de raad kan worden uitgenodigd aan de beraadslagingen deel te nemen en eventueel optreden als informant van de commissie.

  • 4. De zittingsduur van de leden is gelijk aan de zittingsperiode van de raad.

Artikel 3. Beslotenheid van vergaderingen

  • 1. De vergaderingen van de commissie worden in het belang als bedoeld in artikel 10 lid 2 sub e van de Wet openbaarheid van bestuur in beslotenheid gehouden.

  • 2. Op de agenda, de stukken, het behandelde ter vergadering en het verslag wordt aan de leden en de voorzitter en de overige aanwezigen geheimhouding opgelegd.

  • 3. Indien een raadslid de stukken als bedoeld in het tweede lid wil inzien, kan hij dat verzoek indienen bij de voorzitter van de commissie. De voorzitter weigert een dergelijk verzoek slechts als de inzage in strijd is met het openbaar belang.

Artikel 4. Werkwijze commissie

  • 1. Besluiten worden genomen bij meerderheid van stemmen, uitgebracht door de leden zoals bedoeld in artikel 2.

  • 2. Besluiten worden alleen genomen indien in de vergadering meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is.

  • 3. De voorzitter vraagt bij eventuele verhindering een commissielid als zijn vervanger.

  • 4. De voorzitter fungeert als eerstverantwoordelijke voor de personele en organisatorische zaken van de griffie.

  • 5. De voorzitter is belast met de leiding van vergadering, het doen naleven van deze verordening en hetgeen deze verordening hem verder opdraagt.

  • 6. De voorzitter is belast met de uitvoering van de besluiten van de commissie en ondertekent de stukken die van de commissie uitgaan.

  • 7. De werkgeverscommissie draagt zorg voor het opstellen van een concept verslag van elke vergadering. De besluitenlijst alsmede het concept verslag wordt in de eerstvolgende vergadering definitief vastgesteld.

  • 8. Voor ambtelijke ondersteuning kan een beroep worden gedaan op de onder verantwoordelijkheid van het college vallende afdeling(en) waarin personele aangelegenheden zijn ondergebracht.

Artikel 5. Schriftelijke raadpleging

  • 1. In bijzondere gevallen – ter beoordeling van de voorzitter – kan de commissie schriftelijk worden geraadpleegd.

  • 2. Indien schriftelijk afdoening bij één of meer leden op bezwaar stuit, geschiedt de behandeling van het desbetreffende stuk in de eerstvolgende vergadering.

Artikel 6. Vergaderfrequentie

De commissie vergadert tenminste tweemaal per jaar en voorts zo vaak als door de voorzitter of één van beide leden nodig wordt geacht.

Artikel 7. Deelname aan de beraadslaging door derden

  • 1. De commissie kan derden uitnodigen in de vergadering het woord te voeren.

  • 2. Een beslissing daartoe wordt op voorstel van de voorzitter of een lid genomen alvorens met de beraadslaging van het aan de orde zijnde agendapunt een aanvang wordt genomen.

Artikel 8. Verantwoording en toezicht

De commissie brengt jaarlijks verslag uit aan de raad van de werkzaamheden en bevindingen van de commissie.

Titel VII Slotbepalingen

Artikel 1. Uitleg verordening

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet of bij twijfel omtrent de toepassing daarvan, beslist de raad op voorstel van de voorzitter.

Artikel 2. Intrekken oude regeling

De Verordening op het Reglement van Orde voor de raad en de raadscommissies 2018, vastgesteld op 31 mei 2018 wordt ingetrokken.

Artikel 3. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening op het Reglement van Orde voor de raad en de raadscommissies 2019.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 30 september 2019,

de griffier, de voorzitter,

KAMPINGA VAN DE NADORT