Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2021

Geldend van 18-12-2020 t/m heden

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2021

De raad van de gemeente Weststellingwerf;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders;

b e s l u i t:

Vast te stellen de “Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2021”, inclusief tarieventabel.

Artikel 1. Definities

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    begraafplaats: de gemeentelijke begraafplaats te Wolvega;

  • b.

    graf: een zandgraf of een keldergraf;

  • c.

    grafkelder: een betonnen of gemetselde constructie waarin een of meerdere lijken worden begraven of asbussen worden bijgezet; grafkelders kunnen onderdeel zijn van een bovengrondse muur of wand;

  • d.

    asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • e.

    urn: een voorwerp ter berging van een of meerdere asbussen;

  • f.

    particulier graf: een graf waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

  • het doen begraven en begraven houden van lijken;

  • het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • het doen verstrooien van as;

  • g.

    kindergraf: een particulier graf met een maximale afmeting van 0.80 x 1.50 meter waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon voor bepaalde of onbepaalde tijd het uitsluitend recht is verleend tot het doen begraven en begraven houden van een lijk van een kind beneden de leeftijd van twaalf jaar;

  • h.

    algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

  • i.

    particulier urnengraf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

  • het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • het doen verstrooien van as;

  • j.

    algemeen urnengraf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen;

  • k.

    particuliere urnennis: een nis waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • l.

    particuliere gedenkplaats: een plaats waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend om overledenen te gedenken;

  • m.

    verstrooiingsplaats: een plaats waarop as wordt verstrooid. dan wel een plaats waarvoor voor bepaalde of onbepaalde tijd het recht is verleend om as te doen verstrooien.

  • n.

    Grafbedekking: gedenkteken of grafbeplanting op een graf, gedenkplaats of verstrooiingsplaats.

Artikel 2. Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

Artikel 3. Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4. Vrijstellingen

De rechten worden niet geheven voor:

  • a.

    het lichten van lijken of asbus op rechterlijk gezag;

  • b.

    het begraven van doodgeboren kinderen of van zuigelingen die met de overleden moeder in een kist worden begraven.

Artikel 5. Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1.

    De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6. Belastingjaar

  • 1.

    Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

  • 2.

    Met betrekking tot de rechten genoemd in 6.2 van de tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.

Artikel 7. Wijze van heffing

  • 1.

    De onderhoudsrechten, bedoeld in onderdeel 6.1 van de tarieventabel, worden geheven bij wege van aanslag.

  • 2.

    Andere rechten, dan die bedoeld in onderdeel 6.1 van de tarieventabel, worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 8. Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten

De onderhoudsrechten, als bedoeld in onderdeel 6.1 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

Artikel 9. Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten

Andere rechten dan die bedoeld in onderdeel 6.1 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 10. Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald binnen 30 dagen na de dagtekening van het aanslagbiljet of de schriftelijke kennisgeving.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 11. Kwijtschelding

Bij de invordering en heffing van lijkbezorgingsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Overdracht van bevoegdheden

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het tussentijds wijzigen van de in deze verordening opgenomen tarieven, een en ander voor zover met deze wijzigingen niet bij latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 13. Overgangsrecht

  • 1.

    De ‘Verordening lijkbezorgingsrechten 2020-a’ inclusief Tarieventabel 2020-a vastgesteld bij raadsbesluit van 2 december 2019, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 14, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 14, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de rechten hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 14. Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2021.

Artikel 15. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening lijkbezorgingsrechten 2021.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 2 november 2020.

de griffier, de voorzitter,

Bijlage behorende bij de Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2021.

Tarieventabel 2021

2021

Hoofdstuk 1. Verlenen van rechten

1.1

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een graf (particulier graf) wordt geheven

1.1.1

Voor een periode van 20 jaar

€ 471,00

1.1.2

Voor een periode van 40 jaar

€ 882,00

1.2

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een dubbel graf wordt geheven

1.2.1

Voor een periode van 20 jaar

€ 882,00

1.2.2

Voor een periode van 40 jaar

€ 1762,00

1.3

Voor de aankoop van een kindergraf voor kinderen tot 12 jaar geldt een gereduceerd tarief van 50 % van het onder 1.1 of 1.2 genoemde tarief.

1.4

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een urnengraf (particulier urnengraf) wordt geheven

1.4.1

Voor een periode van 20 jaar

€ 237,00

1.4.2

Voor een periode van 40 jaar

€ 471,00

1.5

Voor het verlenen van het recht op een open of gesloten urnennis (particuliere urnennis) wordt geheven:

1.5.1

Voor een periode van 20 jaar

€ 237,00

1.5.2

Voor een periode van 40 jaar

€ 471,00

1.6

Voor het verlengen van het uitsluitend recht op een enkel graf wordt geheven:

1.6.1

Voor een periode van 10 jaar

€ 442,00

1.6.2

Voor een periode van 20 jaar

€ 882,00

1.7

Voor het verlengen van het uitsluitend recht op een dubbel graf wordt geheven

1.7.1

Voor een periode van 10 jaar

€ 882,00

1.7.2

Voor een periode van 20 jaar

€ 1762,00

1.8

Voor het verlengen van het uitsluitend recht op een kindergraf voor kinderen tot 12 jaar geldt een gereduceerd tarief van 50 % van het onder 1.6.1 of 1.6.2 genoemde tarief

1.9

Voor het verlengen van het uitsluitend recht op een urnengraf wordt geheven:

1.9.1

Voor een periode van 10 jaar

€ 383,00

1.9.2

Voor een periode van 20 jaar

€ 765,00

1.10

Voor het verlengen van het uitsluitend recht van een urnennis wordt geheven:

1.10.1

Voor een periode van 10 jaar

€ 383,00

1.10.2

Voor een periode van 20 jaar

€ 765,00

Hoofdstuk 2. Begraven

2.1

Voor het begraven van een lijk op maandag tot en met vrijdag tussen 09:00 uur en 16:00 uur wordt geheven

€ 647,00

2.2

Voor het begraven van een lijk op maandag tot en met vrijdag ná 16:00 uur en op zaterdag, zondag en op algemeen erkende feestdagen van 9:00 tot 16:00 wordt geheven

€ 825,00

Hoofdstuk 3. Bijzetten van asbussen en urnen

3.1

Voor het bijzetten van een asbus of urn in een urnennis of (particulier) graf op maandag tot en met vrijdag tussen 09:00 uur en 16:00 uur wordt geheven

€ 206,00

3.2

Voor het plaatsen van een asbus of urn in een urnennis of (particulier) graf op maandag tot en met vrijdag ná 16:00 uur en op zaterdag, zondag en op algemeen erkende feestdagen van 9.00-16.00 wordt geheven

€ 374,00

Hoofdstuk 4. Verstrooien van as

4.1

Voor het verstrooien van as wordt per asbus geheven

€ 120,00

Hoofdstuk 5. Grafbedekking en onderhoud

5.1

Voor de verplichte afkoop van het onderhoudsrecht voor een particulier graf wordt geheven

5.1.1

Voor een periode van 20 jaar

€ 882,00

5.1.2

Voor een periode van 40 jaar

€ 1762,00

5.2

Voor de verplichte afkoop van het onderhoudsrecht voor een dubbel graf wordt geheven

5.2.1

Voor een periode van 20 jaar

€ 1762,00

5.2.2

Voor een periode van 40 jaar

€ 3523,00

:

5.3

Voor de verplichte afkoop van het onderhoudsrecht van een kindergraf voor kinderen tot 12 jaar geldt een gereduceerd tarief van 50% van het onder 5.1.1 of 5.1.2 genoemde tarief

5.4

Voor de verplichte afkoop van het onderhoudsrecht voor een urnengraf en een (open/gesloten) urnennis wordt geheven

5.4.1

Voor een periode van 20 jaar

€ 412,00

5.4.2

Voor een periode van 40 jaar

€ 823,00

5.5

Voor de verplichte afkoop van het onderhoudsrecht voor de verlenging van een enkel graf wordt geheven

5.5.1

Voor een periode van 10 jaar

€ 442,00

5.5.2

Voor een periode van 20 jaar

€ 882,00

5.6

Voor de verplichte afkoop van het onderhoudsrecht voor de verlenging van een dubbel graf wordt geheven

5.6.1

Voor een periode van 10 jaar

€ 882,00

5.6.2

Voor een periode van 20 jaar

€ 1762,00

5.7

Voor de verplichte afkoop van het onderhoudsrecht van een kindergraf voor kinderen tot 12 jaar geldt een gereduceerd tarief van 50% van het onder 5.5.1 of 5.5.2 genoemde tarief

5.8

Voor de verplichte afkoop van het onderhoudsrecht voor de verlenging van een urnengraf en een (open/gesloten) urnennis wordt geheven

5.8.1

Voor een periode van 10 jaar

€ 206,00

5.8.2

Voor een periode van 20 jaar

€ 412,00

5.9

Voor een vergunning voor de plaatsing van een grafkelder wordt geheven

€ 295,00

5.10

Voor een vergunning voor de plaatsing van een grafmonument op een graf of op een urnengraf wordt geheven

€ 295,00

Hoofdstuk 6. Jaarlijkse betalingen voor het onderhouden van vóór 1 januari 1994 uitgegeven grafruimten

6.1

Voor het door of vanwege de gemeente onderhouden van voorwerpen en het door of vanwege de gemeente onderhouden van een grafruimte wordt voor een voor 1 januari 1994 uitgegeven grafruimte een jaarlijks recht geheven van:

6.1.1

Voor een particulier graf

€ 120,00

6.1.2

Voor een particulier urnengraf

€ 60,00

6.1.3

Voor een particulier urnennis

€ 60,00

6.2

De rechten als bedoeld in 6.1 kunnen worden afgekocht door betaling van een som ineens. Het bedrag van de afkoopsom wordt gekregen door vermenigvuldiging van het jaarlijks verschuldigd bedrag met een factor, die bedraagt:

6.2.1

Voor een voor 1 januari 1994 voor 15 jaar uitgegeven grafruimte

9

6.2.2

Voor een voor 1 januari 1994 voor 20 jaar uitgegeven grafruimte

11

6.2.3

Voor een voor 1 januari 1994 voor 25 jaar uitgegeven grafruimte

12

6.2.4

Voor een voor 1 januari 1994 voor 30 jaar uitgegeven grafruimte

14

6.2.5

Voor een voor 1 januari 1994 voor onbepaalde tijd uitgegeven grafruimte

25

Hoofdstuk 7. Opgraven of ruimen

7.1

Voor het opgraven van een lijk wordt geheven

€ 588,00

7.2

Voor het na opgraven weer opnieuw begraven in hetzelfde graf wordt geheven

€ 588,00

7.3

Voor het na opgraven weer begraven in een ander graf wordt geheven

€ 648,00

7.4

Voor het opgraven van een asbus uit een (particulier) graf, een (particuliere) urnen nis of een (particulier) urnengraf wordt geheven

€ 237,00

7.5

Bij het weer terugplaatsen van de asbus wordt geheven

€ 295,00

7.6

Voor het ruimen van een graf op verzoek van de belanghebbende wordt geheven

€ 295,00

Hoofdstuk 8. Overige diensten

8.1

Voor de aankoop van een kunststof- of betonbakje (voor een urnengraf) wordt geheven

€ 206,00

8.2

Voor de aankoop van een sierurn (voor een open nis) wordt geheven

€ 60,00

8.3

Voor de aankoop van een afsluitdeksel van een natuursteen (voor een gesloten nis) wordt geheven:

€ 177,00