Verordening op de heffing en invordering van liggeld voor pleziervaartuigen in de gemeentelijke havens 2021

Geldend van 18-12-2020 t/m heden

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van liggeld voor pleziervaartuigen in de gemeentelijke havens 2021

De raad van de gemeente Weststellingwerf;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a, van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en invordering van liggeld voor pleziervaartuigen in de gemeentelijke havens 2021 (Verordening liggeld pleziervaartuigen 2021)

Artikel 1 - Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Gemeentelijke haven:

    de passantenhaven en het eiland Driewegsluis te Nijetrijne;

  • b.

    Oostelijk eiland:

    het eiland wat ten oosten is gelegen ten opzichte van de passantenhaven Driewegsluis

  • c.

    Vaartuigen:

    alle lichamen, die zijn vervaardigd dan wel bestemd of geschikt om als gevolg van hun drijfvermogen te water te worden gebruikt of bewaard;

  • d.

    Pleziervaartuigen:

    vaartuigen, die hoofdzakelijk worden gebruikt voor de recreatie, niet zijnde passagiersschepen noch zeilende bedrijfsvaartuigen;

  • e.

    Havenmeester:

    de havenmeester van de gemeente of diens plaatsvervanger;

  • f.

    Dag:

    een aaneengesloten tijdvak van 24 uren beginnende te 18.00 uur;

  • g.

    Week:

    een aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • h.

    Maand:

    een kalendermaand;

  • i.

    Jaar:

    Kalenderjaar;

Artikel 2 - Belastbaar feit

Voor het innemen van een ligplaats met een pleziervaartuig in een gemeentelijke haven wordt onder de naam van liggeld een recht geheven overeenkomstig de navolgende bepalingen.

Artikel 3 - Aard van de belasting

  • 1.

    Het liggeld zal worden geheven voor alle pleziervaartuigen welke van een gemeentelijke haven als bedoeld in artikel 1 onder a en b gebruik maken, voor zover daarvoor niet ingevolge artikel 8 vrijstelling wordt verleend.

  • 2.

    Het bepaalde in het vorige lid is niet van toepassing ten aanzien van die ligplaatsen die bij afzonderlijk besluit worden verhuurd.

Artikel 4 - Belastingplicht

Het liggeld wordt geheven van de eigenaar of de gebruiker van het pleziervaartuig.

Artikel 5 - Maatstaf van heffing en belastingtarief

Het liggeld bedraagt voor pleziervaartuigen, welke in de haven of aan het oostelijk eiland verblijven, per dag of een gedeelte daarvan:

  • a.

    € 1,20 per lengte meter van het vaartuig in de passantenhaven;

  • b.

    € 0,60 per lengte meter van het vaartuig aan het oostelijk eiland.

Artikel 6 - Tarieftoepassing

Voor de toepassing van dit tarief:

  • a.

    wordt de lengte van een vaartuig gesteld op de lengte over alles, zoals die blijkt uit de bij het vaartuig behorende meetbrief;

  • b.

    wordt, in afwijking van het onder a bepaalde, de lengte over alles ambtshalve vastgesteld indien de in de onderdelen a bedoelde meetbrief niet kan worden overgelegd of indien deze de vereiste gegevens niet vermeldt;

  • c.

    wordt een gedeelte van een eenheid van lengte voor een volle eenheid gerekend;

Artikel 7

De verschuldigde tarieven genoemd in artikel 5 zijn inclusief de ingevolge de Wet op de omzetbelasting 1968 verschuldigde omzetbelasting.

Artikel 8 - Vrijstellingen

Het liggeld wordt niet geheven ter zake van:

  • a.

    zogenaamde bijboten, behorende bij pleziervaartuigen;

  • b.

    pleziervaartuigen, welke gedurende de dag van de haven gebruikmaken en slechts gedurende korte tijd ligplaats innemen, zulks voor het doen van inkopen, het nuttigen van maaltijden en dergelijke, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt voor de tijd, welke voor genoemde doeleinden nodig is, zulks ter beoordeling van de havenmeester.

Artikel 9 - Wijze van heffing

Het liggeld bedoeld in artikel 5 wordt geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. De in artikel 231, tweede lid, onderdeel b van de Gemeentewet bedoelde gemeente ambtenaar stelt het model van de in het vorige lid bedoelde kennisgeving vast.

Artikel 10 - Verschuldigdheid

Het liggeld is verschuldigd zodra het gebruik van de haven begint.

Artikel 11 - Termijnen van betaling

  • 1.

    Het gevorderde bedrag aan liggeld dient bij de aanbieding van de kennisgeving als bedoeld in artikel 9 te worden betaald.

  • 2.

    De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in het vorige lid gestelde termijn.

Artikel 12 - Kwijtschelding

Bij de invordering van het liggeld wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 13 - Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de liggelden.

Artikel 14 - Overdracht van bevoegdheden

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het tussentijds wijzigen van de in deze verordening opgenomen tarieven, een en ander voor zover met deze wijzigingen niet bij latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 15 Overgangsrecht

De “Verordening liggeld 2018”, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 5 maart 2018, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 16, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 16 - Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2021.

Artikel 17 - Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening liggeld pleziervaartuigen 2021.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 7 december 2020.

De griffier, de voorzitter,