Regeling vervallen per 01-01-2013

Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2010

Geldend van 10-12-2009 t/m 31-12-2012

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2010

Registratienummer: 2010-000632/r/EDe raad van de gemeente Weststellingwerf;gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 9 november 2010 met nr. 2010-003536/c;gelet op artikel 228a van de Gemeentewet;b e s l u i t:vast te stellen de “Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2010”.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    perceel: een roerende of onroerende zaak of een zelfstandig gedeelte daarvan;

  • b.

    onroerende zaak: de onroerende zaak als bedoeld in hoofdstuk III van de Wet Waardering Onroerende Zaken;

  • c.

    roerende zaak:1. een object, niet zijnde onroerend, dat direct, indirect of niet is aangesloten op de gemeentelijke riolering;2. een gedeelte van een onder 1. bedoeld object dat blijkens zijn indeling bestemd is om als een afzonderlijk geheel te worden gebruikt;3. een samenstel van twee of meer onder 1. bedoelde objecten of onder 2. bedoelde gedeelten daarvan, die bij dezelfde belastingplichtige in eigendom zijn en die, naar de omstandigheden beoordeeld, bij elkaar horen

  • d.

    gemeentelijke riolering: een voorziening of combinatie van voorzieningen voor inzameling, verwerking, zuivering of transport van afvalwater, hemelwater of grondwater, in eigendom, in beheer of in onderhoud bij de gemeente;

  • e.

    water: huishoudelijk afvalwater, bedrijfsafvalwater, hemelwater of grondwater.

Artikel 2 Aard van de belasting

Onder de naam rioolheffing worden twee directe belastingen geheven ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan:

  • a.

    de inzameling en het transport van huishoudelijk afvalwater en bedrijfsafvalwater, alsmede de zuivering van huishoudelijk afvalwater, verder te noemen: rioolheffing afvalwater; en

  • b.

    de inzameling van afvloeiend hemelwater en de verwerking van het ingezamelde hemelwater, alsmede het treffen van maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken, verder te noemen: rioolheffing hemel- en grondwater.

Artikel 3 Belastbaar feit en belastingplicht

  • 1. De belastingen worden geheven van degene die bij het begin van het belastingjaar het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van een perceel dat direct of indirect is aangesloten op de gemeentelijke riolering.

  • 2. Met betrekking tot het eigenarendeel van de belastingen wordt, ingeval het perceel een onroerende zaak is, als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij het begin van het belastingjaar als zodanig in de kadastrale registratie is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.

  • 3. De belasting voor hemelwater en grondwater wordt geheven van degene die bij het begin van het belastingjaar het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van een bebouwd perceel dat direct of indirect is aangesloten op de gemeentelijke riolering.

Artikel 4 Zelfstandige gedeelten

Indien gedeelten van een in artikel 3 bedoeld perceel blijkens hun indeling bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, worden de belastingen geheven ter zake van elk als zodanig bestemd gedeelte, met dien verstande dat indien twee of meer van die gedeelten tezamen als één geheel worden gebruikt, deze als één perceel worden aangemerkt.

Artikel 5 Maatstaf van heffing rioolheffing afvalwater

De rioolheffing afvalwater wordt geheven naar een vast bedrag per perceel.

Artikel 6 Maatstaf van heffing rioolheffing hemel- en grondwater

De rioolheffing hemel- en grondwater wordt geheven naar een vast bedrag per perceel.

Artikel 7 Belastingtarieven

  • 1. Het tarief van het eigenarendeel van de rioolheffing afvalwater bedraagt: € 106,00

  • 2. Het tarief van het eigenarendeel van de rioolheffing hemel- en grondwater bedraagt: € 43,00

Artikel 8 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 9 Wijze van heffing

De belastingen worden bij wege van aanslag geheven.

Artikel 10 Ontstaan van de belastingschuld

De belastingen zijn verschuldigd bij het begin van het belastingjaar.

Artikel 11 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in één termijn, vervallende op de laatste dag van de maand volgende op die welke in de dagtekening is vermeld.

  • 2. In afwijking van het eerste lid geldt dat, ingeval het totaalbedrag van de rioolheffing of van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen rioolheffing en andere heffingen meer dan € 50,00 doch minder is dan € 2.500,00, moet worden betaald in twee termijnen, waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgende op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de volgende termijn op de laatste dag van de maand drie maanden na de dagtekening.

  • 3. Indien voor de betaling van de verschuldigde heffingen een machtiging voor automatische incasso is afgegeven, dienen voor de in lid 2 genoemde twee termijnen acht maandelijkse termijnen te worden gelezen.

  • 4. Indien tot tweemaal toe geen afschrijvingen kunnen plaats vinden op de betaalrekening van de belastingschuldige waarvan door middel van automatische incasso geld wordt afgeschreven, wordt er een nieuwe termijn vastgesteld en komt de afgegeven machtiging tot automatische incasso te vervallen.

  • 5. Indien het te betalen bedrag na een vermindering of ontheffing lager is dan € 50,00 wordt het resterende bedrag in 1 termijn geïncasseerd.

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rioolheffing.

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De “Verordening rioolheffing” van 7 december 2009, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011.

  • 4. Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening rioolheffing 2010”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 6 december 2010,de griffier,                                      de voorzitter,