Drank- en Horecaverordening

Geldend van 01-01-1995 t/m heden

Intitulé

Drank- en Horecaverordening

GEMEENTE WESTVOORNE

Raadsbesluit 198Z,

nr. 442a

De raad der gemeente Westvoorne;

Gelet op de artikelen 6,8, 18, 22 en 45 van de

Drank-en Horecawet, alsmede de artikelen 168, 199, 203, 205 en

206 der gemeentewet;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders,

d.d. 3 september 1981;

mede gezien de adviezen, uitgebracht door de Provinciale Raad voor de Volksgezondheid in Zuid-Holland, d.d.27 oktober 1981 en de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor de Beneden-Maas te Vlaardingen, d.d.31 december 1981;

BESLUIT:

vast te stellen de volgende verordening:

DRANK- EN HORECAVERORDENING

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1.1.

  • 1. Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      de wet: de Drank- en Horecawet;

    • b.

      horecabedrijf: een horecabedrijf, als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder a, van de wet;

    • c.

      horecawerkzaamheid: een werkzaamheid, als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder c, van de wet;

    • d.

      lokaliteit: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1, eerste lid, onder b, van het Besluit inrichtingseisen Dranken- en Horecawet.

  • 2. Artikel 1 van de Drank- en Horecawet is van overeenkomstige toepassing op de niet op die wet steunende bepalingen van deze verordening.

Artikel 1.2.

De artikelen 1 tot en met 4 van de Algemene termijnenwet zijn op deze verordening van overeenkomstige toepassing.

Hoofdstuk 2. Aanvullende inrichtingseisen

Artikel 2.1.

In een inrichting, waarin een horecabedrijf of een horecawerkzaamheid wordt uitgeoefend mag vóór de toiletten geen voorportaal aanwezig zijn, dat zowel voor mannen als voor vrouwen toegankelijk is.

Artikel 2.2.

  • 1. In een inrichting, waarin een horecabedrijf wordt uitgeoefend, moet één lokaliteit een oppervlakte hebben van tenminste 70 m2.

  • 2. Het eerste lid is niet van toepassing op inrichtingen:

    • a.

      waarin een tweede lokaliteit aanwezig is, welke een oppervlakte van minstens 40 m2 heeft en uitsluitend bestemd is tot en gebruikt wordt als restaurant;

    • b.

      waarin tevens recht- en beroepsmatig een hotel- of pensionbedrijf wordt uitgeoefend en de verkoop van alcoholhoudende dranken uitsluitend geschiedt aan in de inrichting logerende gasten.

    • c.

      Waarin het krachtens het bepaalde in artikel 3.1 deze verordening verboden is anders dan om niet sterke drank voor gebruik ter plaatse te verstrekken.

Artikel 2.3.

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van de eisen, gesteld in de artikelen 2.1 en 2.2., 1ste lid.

  • 2. Een aanvraag om ontheffing wordt ingediend. Het kan zijn vervat in een aanvraag om een vergunning.

  • 3. Burgemeester en wethouders beschikken binnen dertien weken nadat het aanvraag om ontheffing is ingekomen. Deze beslissing kan zijn vervat in hun beschikking op de aanvraag om de vergunning.

  • 4. Een ontheffing kan onder beperkingen worden verleend; aan een ontheffing kunnen voorwaarden worden verbonden; een ontheffing kan worden ingetrokken en gewijzigd.

  • 5. Een beschikking, waarbij een ontheffing is geweigerd, ingetrokken of gewijzigd, een ontheffing onder beperkingen is verleend of aan een ontheffing voorwaarden zijn verbonden.

Artikel 2.4.

  • 1.

    Tegen een beschikking als bedoeld in artikel 2.3, 5e lid, kan de betrokkene beroep instellen bij Gedeputeerde Staten.

  • 2.

    Het beroepschrift wordt binnen 6 weken na de dag, waarop het besluit is verzonden, ingediend bij burgemeester en wethouders. Dezen zenden het onverwijld door.

  • 3.

    Het beroep kan zijn vervat in een beroepschrift tegen het weigeren of intrekken van een vergunning.

Hoofdstuk 3 Beperking verstrekking van drank

Artikel 3.1.

Het is verboden anders dan om niet sterke drank voor gebruik ter plaatse te verstrekken in een inrichting:

  • a.

    waarin of in een onderdeel waarvan uitsluitend of in hoofdzaak geringe eetwaren, zoals belegde broodjes, patates frites en kroketten, worden verkocht;

  • b.

    waarin of in een onderdeel waarvan uitsluitend of in hoofdzaak onderwijs wordt gegeven of die binnenshuis gemeenschap heeft met een onderwijsgebouw, dan wel die is gelegen op een bij een onderwijsgebouw behorend terrein;

  • c.

    die of waarvan een onderdeel uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik is bij jeugdorganisaties of instellingen, dan wel die binnenshuis gemeenschap heeft met één of meer ruimten, die uitsluitend of in hoofdzaak bij deze organisaties of instellingen in gebruik zijn;

  • d.

    die of waarvan een onderdeel uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik is bij sportorganisaties of instellingen, dan wel die binnenshuis gemeenschap heeft met één of meer ruimten, die uitsluitend of in hoofdzaak bij deze organisaties of instellingen in gebruik zijn, met uitzondering van watersportverenigingen ten behoeve van leden en gasten, jaarlijks gedurende de periode van 15 april;

  • e.

    die of waarvan een onderdeel in gebruik is als wachtruimte voor passagiers van een openbaar vervoerbedrijf;

  • f.

    die gelegen zijn op terreinen, die uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik zijn bij organisaties of instellingen die zicht overwegend bezighouden met jeugdwerk of sportbeoefening.

Artikel 3.2.

Het is verboden, anders dan om niet, in inrichtingen sterkedrank voor gebruik ter plaatse te verstrekken gedurende de tijd, dat deze geheel of in hoofdzaak ten dienste staan van of gebruikt worden door personen beneden de leeftijd van 21 jaar.

Artikel 3.3.

Het is verboden bedrijfsmatig sterke drank voor gebruik elders dan ter plaatse te verstrekken in een inrichting als bedoeld in artikel 3.1 onder de letters a tot en met f.

Artikel 3.4.

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen op aanvraag ontheffing verlenen van de verboden, gesteld in de artikelen 3.1, 3.2 en 3.3. Zij beslissen binnen acht weken nadat het verzoek is ingekomen.

  • 2. Een ontheffing kan onder beperkingen worden verleend; aan een ontheffing kunnen voorwaarden worden verbonden; een ontheffing kan worden ingetrokken of gewijzigd.

Artikel 3.5.

  • 1. Tegen een beschikking, waarbij een ontheffing is geweigerd, een ontheffing onder beperkingen is verleend, aan een ontheffing voorwaarden zijn verbonden of een ontheffing is ingetrokken of gewijzigd, kan de betrokkene beroep instellen bij de gemeenteraad.

  • 2. Het beroepschrift wordt binnen zes weken na de dag, waarop het besluit is verzonden, ingediend.

Hoofdstuk 4 Drankverstrekking op terrassen

Artikel 4.1.

Het verstrekken van alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse is toegestaan op terrassen, gelegen in de onmiddellijke nabijheid van een inrichting, waarin een horecabedrijf wordt uitgeoefend.

Onder terras wordt verstaan een gedeelte van de openbare weg, waar voor een vergunning is verleend door burgemeester en wethouders tot het hebben van een terras.

Artikel 4.2

Het is verboden op het terras alcoholhoudende drank te verstrekken aan personen, die geen gebruik maken van de op het terras aanwezige zitplaatsen.

Artikel 4.3

Het terras moet tijdens het gebruik als zodanig voldoende verlicht zijn.

Hoofdstuk 5 Mededinging bij het verstrekken van alcoholhoudende drank

Artikel 5.1.

Het is aan een rechtspersoon verboden in de inrichting:

  • a.

    bijeenkomsten te houden van persoonlijke aard;

  • b.

    openlijk de mogelijkheid aan te prijzen tot het houden van bijeenkomsten van persoonlijke aard.

Artikel 5.2.

Het is aan een rechtspersoon verboden alcoholhoudende dranken te verstrekken buiten een uur voor tot een uur na de wedstrijd- en trainingsuren, clubavonden en clubvergaderingen, bijeenkomsten van sociaal-culturele, educatieve en levensbeschouwelijke of godsdienstige aard.

Artikel 5.3.

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen op verzoek ontheffing verlenen van het in artikel 5.1. en artikel 5.2. gestelde verbod.

  • 2. Aan een ontheffing kunnen voorwaarden worden verbonden. Zij kan te allen tijde worden ingetrokken.

Artikel 5.4.

Tegen een besluit als bedoeld in artikel 5.3. lid 3, kan de belanghebbende binnen 6 weken na de dag waarop besluit aan hem is verzonden, beroep instellen bij Gedeputeerde Staten.

Het beroepschrift wordt ingediend bij burgemeester en wethouders. Deze zenden het onmiddellijk door.

Hoofdstuk 6 Het verstrekken van alcoholvrije drank

Artikel 6.1.

Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt onder alcoholvrije drank mede verstaan de drank, die bij een temperatuur van 150 C voor minder dan 1,5 volumeprocent uit alcohol bestaat.

Artikel 6.2.

  • 1. Het is verboden zonder verlof van burgemeester en wethouders in een besloten ruimte bedrijfsmatig alcoholvrije drank voor gebruik ter plaatse te verstrekken.

  • 2. Dit verbod geldt niet:

    • a.

      indien wordt gehandeld krachtens een vergunning ingevolge de wet tot het uitoefenen van een horecabedrijf of een horeca werkzaamheid;

    • b.

      indien deze verstrekking geschiedt als dienstverlening van bijkomstige aard aan personen, die in die besloten ruimte vertoeven, anders dan voor het gebruik van consumpties;

    • c.

      voor legerplaatsen en aan het militair gezag onderworpen vertrekken;

    • d.

      voor middelen van vervoer tijdens hun gebruik als zodanig.

Artikel 6.3.

  • 1. Het verlof geldt uitsluitend voor een of meer in het verlof vermelde ruimten.

  • 2. Bij overlijden van een verlofhouder kan het verlofbedrijf door of namens één van zijn rechtsopvolgers worden voortgezet tot 4 weken na het overlijden of, indien binnen die termijn terzake een nieuw verlof is aangevraagd, tot het tijdstip, waarop op deze aanvraag onherroepelijk is beslist.

Artikel 6.4.

Voor het verkrijgen van een verlof moet een natuurlijk persoon de leeftijd van 18 jaar bereikt hebben en voldoen aan de eisen, die krachtens artikel 5, tweede lid, aanhef en letters a en b en derde lid, van de wet, worden gesteld aan de bedrijfsleiders en de beheerders.

Artikel 6.5.

  • 1. Het verlof wordt aangevraagd bij burgemeester en wethouders. Dezen beslissen binnen dertien weken nadat de aanvraag is ingekomen.

  • 2. Een verlof kan onder beperkingen worden verleend; aan een verlof kunnen voorschriften worden verbonden.

Artikel 6.6.

  • 1. Burgemeester en wethouders weigeren het verlof, indien niet wordt voldaan aan de in artikel 6.4 gestelde eisen.

  • 2. Zij trekken het verlof in, indien:

    • a.

      niet langer wordt voldaan aan de in artikel 6.4 gestelde eisen;

    • b.

      gedurende 52 weken anders dan wegens overmacht geen handelingen Lijn verricht met gebruikmaking van het verlof;

    • c.

      zich in het betrokken verlofbedrijf feiten hebben voorgedaan,die de vrees wettigen, dat het van kracht blijven van het verlof gevaar zou opleveren voor de openbare orde, veiligheid of zedelijkheid.

  • 3. Zij kunnen het verlof intrekken, indien niet langer wordt voldaan aan de krachtens artikel 6.5, tweede lid, gestelde beperkingen of voorschriften.

Artikel 6.7.

  • 1. Tegen een besluit als bedoeld in artikel 6.6., vierde lid, kan de betrokkene schriftelijk beroep instellen bij de gemeenteraad.

  • 2. Het beroepschrift wordt binnen zes weken na de dag, waarop het besluit is verzonden, ingediend bij burgemeester en wethouders.

Artikel 6.8.

Overtreding van het verbod, gesteld in artikel 6.2., of van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 6.5., tweede lid, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van ten hoogste de tweede categorie.

Artikel 70 van ·de wet is van overeenkomstige toepassing.

Hoofdstuk 7 Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 7.1.

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere regels te stellen in het belang van een goede uitvoering van de in deze verordening geregelde onderwerpen.

Artikel 7.2.

"Burgemeester en wethouders vervangen de bestaande vergunningen, verleend door de colleges van burgemeester en wethouders van de voormalige gemeenten Oostvoorne en Rockanje, binnen 3 maanden na de inwerkingtreding van deze verordening".

Artikel 7.3.

  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als Drank- en Horecaverordening.

  • 2.

    Zij treedt in werking op een door burgemeester en wethouders te bepalen tijdstip, dat voor de onderscheiden hoofdstukken en artikelen verschillend kan zijn.

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare vergadering van 23 februari 1982. De raad voornoemd, de secretaris, de voorzitter.