Regeling vervallen per 08-02-2019

Markt- en standplaatsverordening Westvoorne 2012

Geldend van 22-11-2012 t/m 07-02-2019

Intitulé

Markt- en standplaatsverordening Westvoorne 2012

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

Markt- en standplaatsverordening Westvoorne 2012

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    college; het college van Burgemeester en Wethouders;

  • b.

    markt: de door het college ingestelde warenmarkt;

  • c.

    marktstandplaats: de ruimte die voor de duur van de markt is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel;

  • d.

    standplaats: een vaste, door het college aangewezen, plaats op een openbare en in de buitenlucht gelegen plaats waar goederen dan wel diensten te koop worden aangeboden, verkocht of afgeleverd, gebruikmakend van fysieke middelen, zoals een kraam, een wagen of een tafel;

  • e.

    vaste standplaats: de standplaats die voor onbepaalde tijd ter beschikking is gesteld aan een vergunninghouder;

  • f.

    dagplaats en tijdelijke standplaats: de standplaats die per (markt)dag ter beschikking wordt gesteld aan een vergunninghouder, omdat deze niet als vaste standplaats is toegewezen dan wel ingenomen;

  • g.

    standwerken: de activiteit waarbij de vergunninghouder publiek om zich heen verzamelt en dat publiek door een aansprekende uiteenzetting probeert over te halen tot de aankoop van een artikel;

  • h.

    standwerkerplaats: de standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld om te standwerken;

  • i.

    vergunninghouder: degene aan wie door het college vergunning is verleend voor het innemen van een (markt)standplaats;

  • j.

    wachtlijst: de lijst van gegadigden voor een vaste standplaats;

  • k.

    marktmeester: de persoon die als zodanig is aangewezen door het college;

  • l.

    toezichthouder: een natuurlijk persoon, die bij of krachtens een wettelijk voorschrift is belast met het houden van toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens enig wettelijk voorschrift.

Artikel 2. Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de marktmeester, toezichthouders zoals omschreven in artikel 1 en de bij besluit van het college aangewezen personen.

Artikel 3. Afwijkingsbevoegdheid

Het college is bevoegd op grond van bijzondere omstandigheden af te wijken van deze verordening en de krachtens deze verordening vastgestelde nadere regels.

Artikel 4. Nadere regels

Het college is bevoegd nadere regels te stellen betreffende het bepaalde in deze verordening.

Artikel 5. Voorschriften en beperkingen

  • 1. Het college kan voorschriften en beperkingen verbinden aan een krachtens deze verordening verleende vergunning of ontheffing, ter bescherming van de belangen in verband waarmee de vergunning of ontheffing is vereist.

  • 2. Degene aan wie krachtens deze verordening een vergunning of ontheffing is verleend, is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen in acht te nemen.

HOOFDSTUK 2. BEPALINGEN OVER VERGUNNINGEN

Artikel 6. Standplaatsvergunning

Het is verboden een (markt)standplaats in te nemen of te hebben zonder vergunning van het college.

Artikel 7. Vereisten

  • 1. Voor toewijzing van een (markt)standplaats komt uitsluitend in aanmerking een handelingsbekwaam, natuurlijk persoon die de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt en een aanvraag voor een vergunning heeft ingediend bij het college. Bij de vergunningaanvraag dient een kopie van een geldig legitimatiebewijs gevoegd te zijn. Voor een marktstandplaats moet de aanvrager aantonen dat hij/zij persoonlijk, of de rechtspersoon waarbij hij/zij in loondienst is, staat ingeschreven bij:

    • a.

      het Handelsregister, door middel van een recent bewijs (kvk nummer);

    • b.

      het Hoofdbedrijfschap voor de Detailhandel (HBD), door middel van een geldig inschrijvingsbewijs (de Marktpas).

  • 2. Bij toewijzing van een (markt)standplaats dient de vergunninghouder persoonlijk, of de rechtspersoon waarbij hij/zij in loondienst is, bij voortduring te voldoen aan de eisen genoemd in het eerste lid van dit artikel.

Artikel 8. In- en uitschrijven wachtlijst

  • 1. Een aanvrager wordt op de wachtlijst ingeschreven indien geen (markt)standplaats kan worden toegewezen en hij schriftelijk te kennen heeft gegeven op de wachtlijst geplaatst te willen worden.

  • 2. De aanvrager wordt van de wachtlijst gehaald indien:

    • a.

      de ingeschrevene niet jaarlijks vóór 1 januari schriftelijk om verlenging van de inschrijving heeft verzocht;

    • b.

      de ingeschrevene een aangeboden vaste plaats zonder dringende redenen weigert, of niet binnen een redelijke termijn reageert op de uitnodiging om een vaste plaats in te nemen.

Artikel 9. Overschrijven (markt)standplaatsvergunning

  • 1. In geval van overlijden dan wel blijvende arbeidsongeschiktheid van de (markt)standplaatshouder kan de vergunning voor de vaste plaats worden overgeschreven op de achterblijvende echtgenoot, de geregistreerde partner of de levenspartner van de vergunninghouder mits deze voldoet aan de in artikel 7 genoemde vereisten.

  • 2. Indien de vergunning niet kan worden overgeschreven op grond van het eerste lid, kan een kind van de vergunninghouder vergunning voor de vaste plaats krijgen mits deze ouder is dan 18 jaar en voldoet aan de in artikel 7 genoemde vereisten.

  • 3. De vergunning voor een (markt)standplaats kan, in afwijking van lid 1 en 2, ook worden overgeschreven op een medewerker of een mede-eigenaar onder de volgende voorwaarden:

    • a.

      de medewerker of mede-eigenaar dient minimaal twee jaar onafgebroken in het bedrijf van de vergunninghouder te hebben gefunctioneerd;

    • b.

      de medewerker of mede-eigenaar dient ingeschreven te staan op de wachtlijst.

  • 4. Indien de persoon op wie de vergunning voor de vaste plaats wordt overgeschreven rechthebbende is op een andere vaste plaats, verliest deze het recht op die vaste standplaats.

  • 5. Een aanvraag tot overschrijving wordt ingediend binnen een maand na de in lid 1 genoemde gebeurtenissen.

  • 6. Het college is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken van het bepaalde in dit artikel.

Artikel 10. Intrekking vergunning

  • 1. Het college trekt een (markt)standplaatsvergunning in:

    • a.

      op schriftelijk verzoek van de vergunninghouder;

    • b.

      bij overlijden van de vergunninghouder, tenzij op grond van artikel 9 de vergunning wordt overgeschreven.

  • 2. Het college kan een (markt)standplaatsvergunning intrekken:

    • a.

      indien ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt;

    • b.

      indien de vergunninghouder niet meer voldoet aan de in artikel 7 genoemde vereisten;

    • c.

      indien de vergunninghouder niet tenminste eenmaal per twee weken en tenminste tien maal per dertien weken zijn plaats op de markt inneemt, zulks met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 15, 16 en 22 ;

    • d.

      indien de vergunninghouder wegens ziekte of bijzondere omstandigheden langer dan 12 maanden afwezig is.

  • 3. Indien degene op wie een vergunning ingevolge artikel 9 is overgeschreven, reeds een vergunning heeft voor een andere vaste standplaats op dezelfde markt, wordt laatstgenoemde vergunning ingetrokken.

Artikel 11. Innemen (markt)standplaats

  • 1. De (markt)standplaats moet door de houder ervan persoonlijk worden ingenomen; hij mag deze derhalve niet aan een ander afstaan of in gebruik geven.

  • 2. De vergunninghouder mag zich op de (markt)standplaats laten bijstaan door één of meerdere handelingsbekwame, natuurlijke personen van 18 jaar of ouder.

  • 3. In bijzondere gevallen kan het college tijdelijke ontheffing verlenen van het in lid 1 bepaalde.

HOOFDSTUK 3. SPECIFIEKE BEPALINGEN WEEKMARKT

Artikel 12. Tijdelijke verandering locatie of dag

  • 1. Het college kan, indien dringende redenen hiertoe noodzaken, tijdelijk een andere locatie of dag aanwijzen voor het houden van de markt.

  • 2. Het college brengt dit besluit tijdig onder de aandacht van de belanghebbenden; bovendien wordt dit besluit openbaar gemaakt via de gebruikelijke wijze.

Artikel 13. Inrichting van de markt; branche-indeling

  • 1. Het college bepaalt ten aanzien van de markt:

    • a.

      het aantal standplaatsen;

    • b.

      de afmetingen van de standplaatsen;

    • c.

      de opstelling en indeling van de markt;

    • d.

      welke standplaatsen worden toegewezen als vaste standplaats en als standwerkersplaats;

    • e.

      de wijze waarop de toewijzing, bezetting en gebruik van standplaatsen plaatsvindt.

  • 2. Het college kan voor de markt vaststellen:

    • a.

      een lijst met artikelengroepen of branches;

    • b.

      een maximum aantal standplaatsen per branche.

Artikel 14. Marktcommissie

Het college is bevoegd om een adviescommissie ten behoeve van marktaangelegenheden in te stellen.

Artikel 15. Afwezigheid

  • 1. De vergunninghouder van een vaste standplaats die wegens ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden verhinderd is zijn vaste standplaats in te nemen, deelt dit de dag voor de markt mede aan de marktmeester.

  • 2. Bij afwezigheid wegens ziekte meldt de vergunninghouder zich per marktdag af bij de marktmeester.

  • 3. Bij afwezigheid wegens vakantie of bijzondere omstandigheden geeft de vergunninghouder de duur van zijn afwezigheid door aan de marktmeester.

  • 4. Het is toegestaan om in verband met vakantie voor twee periodes van maximaal drie marktdagen aaneengesloten per kalenderjaar afwezig te zijn, mits dit tijdig aan de marktmeester kenbaar is gemaakt.

Artikel 16. Ongeoorloofde afwezigheid

Indien de vergunninghouder niet voldoet aan de eisen genoemd in artikel 15, dan wordt hij geacht ongeoorloofd afwezig te zijn. Is de vergunninghouder per 12 maanden, na waarschuwing door of namens het college, meer dan twee keer ongeoorloofd afwezig geweest dan kan het college zijn vergunning intrekken.

Artikel 17. Aanwezigheid

  • 1. De vergunninghouder is verplicht zijn standplaats tot de sluitingstijd van de markt te blijven innemen. De marktmeester kan hiervan, in verband met bijzondere omstandigheden, tijdelijk ontheffing verlenen.

  • 2. Indien de vergunninghouder zijn vaste standplaats niet uiterlijk een half uur na het begin van de markt heeft ingenomen, wordt de desbetreffende standplaats voor die dag als standwerkerplaats of dagplaats aangemerkt. Tenzij de marktmeester de standplaats op tijdig verzoek van de vergunninghouder voor hem beschikbaar houdt.

Artikel 18. Parkeren voertuigen

  • 1. Het is verboden voertuigen, waarmee marktgoederen worden of zijn aangevoerd, op de markt te parkeren.

  • 2. Van het in lid 1 bepaalde verbod kan om bijzondere omstandigheden of bedrijfsmatige redenen worden afgeweken, zulks ter beoordeling van de marktmeester.

HOOFDSTUK 4. SPECIFIEKE BEPALINGEN STANDPLAATSEN

Artikel 19. Vergunning voor het plaatsen van verkoopinrichtingen

  • 1. Het is verboden zonder vergunning van het college op een openbare in de openlucht gelegen plaats met een voertuig, een kraam, een tafel of andersoortige verkoop- inrichtingen een standplaats in te nemen teneinde goederen te koop aan te bieden, te verkopen of te verstrekken, dan wel diensten aan te bieden.

  • 2. Verkoopinrichtingen als bedoeld in lid 1 waarvoor geen vergunning is verleend, dienen onmiddellijk te worden verwijderd.

  • 3. Het is verboden een standplaats in te nemen op een andere plaats dan is toegewezen door het college.

  • 4. Het is verboden een standplaats in te nemen op een andere dag dan is toegewezen door het college.

  • 5. Het is de rechthebbende op een perceel verboden toe te staan dat daarop zonder vergunning van het college standplaats wordt of is ingenomen of goederen worden of zijn uitgestald als bedoeld in lid 1.

Artikel 20. Aanwijzen standplaatsen

  • 1. Het college kan voor de gemeente, of voor een gedeelte van de gemeente, een maximum stellen aan het aantal uit te geven standplaatsen en/of aan het aantal uit te geven standplaatsen per branche.

  • 2. Het college kan een standplaats toewijzen voor een door hen aan te wijzen dag of een aantal dagen per week.

  • 3. Het college kan, indien dringende omstandigheden daartoe noodzaken, aan een standplaatshouder tijdelijk een andere standplaats toewijzen.

  • 4. Een vergunning als bedoeld in artikel 19, eerste lid kan worden geweigerd:

    • a.

      in het belang van de openbare orde;

    • b.

      in het belang van het voorkomen of beperken van overlast;

    • c.

      in het belang van de bescherming van het uiterlijk aanzien van de omgeving;

    • d.

      in het belang van de verkeersvrijheid of -veiligheid;

    • e.

      wanneer als gevolg van bijzondere omstandigheden in de gemeente of in een deel van de gemeente redelijkerwijs te verwachten is dat door het verlenen van de vergunning een redelijk verzorgingsniveau voor de consument ter plaatse in gevaar komt;

    • f.

      vanwege strijdigheid met een geldend bestemmingsplan;

    • g.

      in het belang van een doelmatig beheer van de openbare ruimte.

Artikel 21. Toewijzing van standplaatsen

  • 1. Voor de toewijzing van vaste standplaatsen, binnen acht weken na de vaststelling van de standplaatsen krachtens artikel 20 lid 1, komen allereerst in aanmerking de houders van vaste standplaatsen, die aan het college de wens te kennen hebben gegeven van standplaats te willen veranderen.

  • 2. Daarna komen in aanmerking degenen die zich op de wachtlijst hebben laten inschrijven, zulks in volgorde van inschrijving op deze lijst.

  • 3. Bij de toewijzing van tijdelijke plaatsen komen allereerst in aanmerking degenen die in voorafgaande jaren vergunning hebben gekregen die standplaats in te nemen.

  • 4. Een tijdelijke standplaats wordt voor maximaal een jaar toegewezen, doch met dien verstande dat de standplaats na een jaar verlengd kan worden.

Artikel 22. Vakantie en ziekte

  • 1. Zij, die wegens vakantie de standplaats niet kunnen bezetten, dienen daarvan tijdig onder opgave van de duur van de vakantie met inachtneming van het hierna in lid 2 bepaalde, schriftelijk mededeling te doen aan het college.

  • 2. De vergunninghouder heeft een verplichting om een regelmatige bezetting op een toegewezen vaste plaats te waarborgen teneinde de verkregen rechten op de vaste plaats te behouden. Deze verplichting blijft per kalenderjaar ten hoogste zes weken buiten werking, indien de rechthebbende, na te hebben voldaan aan het in lid 1 genoemde voorschrift, wegens vakantie afwezig is.

  • 3. Zij, die wegens ziekte de standplaats niet kunnen bezetten, dienen zo spoedig mogelijk het college daarvan in kennis te stellen.

Artikel 23. Verkoopgelegenheden

  • 1. Een standplaatshouder mag een standplaats uitsluitend innemen met een verplaatsbare tafel, kraam en dergelijke of een verrijdbaar voertuig, die vooraf is goedgekeurd door het college.

  • 2. Aan de in lid 1 genoemde goedkeuring kunnen voorschriften en beperkingen met betrekking tot het uiterlijk, de veiligheid en de inrichting worden verbonden.

  • 3. Het is verboden gebruik te maken van luidsprekers, versterkers en andere middelen ter versterking van het geluid.

  • 4. Het is verboden voorwerpen op de standplaats aanwezig te hebben, eerder dan een uur voordat ter plaatse de handel wordt uitgeoefend en langer dan een uur daarna.

  • 5. De standplaatshouder is verplicht de verkoopgelegenheid binnen een door het college te bepalen termijn aan te passen aan door hen te stellen eisen van uiterlijk, veiligheid en constructie.

Artikel 24. Te verkopen artikelen

1 Het is de standplaatshouder verboden op de standplaats andere artikelen dan waarvan de verkoop is toegestaan in voorraad te houden, uit te stallen, ten verkoop aan te bieden, te verkopen en/ of af te leveren.

2 Het verbod, gesteld in lid 1, geldt niet voor het openbaren van gedachten of gevoelens als bedoeld in artikel 7, leden 1 en 3, van de Grondwet, tenzij dit openbaar maken geschiedt op een wijze waardoor de openbare orde verstoord wordt of dreigt te worden of die in strijd is met de openbare zedelijkheid.

Artikel 25. Schoonhouden standplaats en omgeving

  • 1. De standplaatshouder is verplicht zorg te dragen dat etensresten en/ of verpakkingsmaterialen, welke zich op de grond bevinden binnen een afstand van 50 meter van de standplaats, tijdens het innemen van de standplaats en uiterlijk een half uur na de beëindiging van de verkoop worden opgeruimd.

  • 2. Standplaatshouders, wie het is toegestaan op hun standplaats eet- en drinkwaren voor consumptie gereed te maken, dienen aan de voorzijde van hun kraam of verkoopgelegenheid een tweetal afvalkorven of -bakken van voldoende grootte te plaatsen.

HOOFDSTUK 5. STRAFBEPALINGEN

Artikel 26. Intrekking en schorsing vaste standplaatsvergunning

Onverminderd het bepaalde in artikel 10 kan het college een vergunning voor een (markt)standplaats, al dan niet voorwaardelijk, intrekken dan wel telkens voor ten hoogste vier achtereenvolgende marktdagen schorsen, indien de vergunninghouder of een persoon die hem bijstaat:

  • a.

    het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning overtreedt;

  • b.

    zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

  • c.

    niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet, dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet;

  • d.

    niet meer voldoet aan de in artikel 7 genoemde eisen;

  • e.

    onjuiste of onvolledige informatie heeft verstrekt bij verkrijging van de vergunning;

  • f.

    de marktmeester en toezichthouders belemmert in het uitoefenen van hun functie of de door hen gegeven aanwijzingen niet opvolgt;

Artikel 27. Uitsluiting dagplaatshouder of standwerker

Het college kan een vergunninghouder van een dagplaats of een standwerkerplaats van de toewijzing van een dagplaats of een standwerkersplaats uitsluiten voor ten hoogste vier marktdagen, indien deze:

  • a.

    het bepaalde bij of krachtens deze verordening overtreedt;

  • b.

    zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

  • c.

    niet als standwerker actief is op een hem toegewezen standwerkerplaats;

  • d.

    niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet, dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet;

  • e.

    onjuiste of onvolledige informatie heeft verstrekt bij verkrijging van de vergunning;

  • f.

    de marktmeester en toezichthouders belemmert in het uitoefenen van hun functie of de door hen gegeven aanwijzingen niet opvolgt.

Artikel 28. Onmiddellijke verwijdering

Onverminderd het bepaalde in artikel 125 van de Gemeentewet kan het college een vergunninghouder gelasten zich onmiddellijk van de markt te verwijderen indien hij:

  • a.

    het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning overtreedt;

  • b.

    zich op de markt schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

  • c.

    als standwerker niet actief is op de aan hem toegewezen standwerkerplaats;

  • d.

    de marktmeester en toezichthouders belemmert in het uitoefenen van hun functie of de door hen gegeven aanwijzingen niet opvolgt.

Artikel 29. Wanbetaling

Ieder, die wegens wanbetaling het recht op een (markt)standplaats heeft verloren, wordt niet opnieuw als gegadigde voor een (markt)standplaats ingeschreven zolang het verschuldigde recht niet is voldaan.

Artikel 30. Strafbepaling

Overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie of hechtenis van ten hoogste drie maanden en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

HOOFDSTUK 6. OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 31. Intrekking oude regeling

De Marktverordening Westvoorne 1994 en Standplaatsverordening Westvoorne 1994, beide vastgesteld op 29 maart 1994, worden ingetrokken.

Artikel 32. Overgangsbepalingen

  • 1. Besluiten van het college die genomen zijn krachtens de in artikel 31 genoemde verordeningen gelden als besluiten genomen krachtens deze verordeningen.

  • 2. Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om een vergunning op grond van de in artikel 31 genoemde verordeningen is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet definitief op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

Artikel 33. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na die waarop zij is bekendgemaakt.

Artikel 34. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Markt- en standplaatsverordening Westvoorne 2012.