Regeling vervallen per 08-02-2023

Intern klachtrecht Westvoorne 2002

Geldend van 01-01-2000 t/m 07-02-2023

Intitulé

Intern klachtrecht Westvoorne 2002

Raadsbesluit 2001

Volgnr. 141b.

De raad van de gemeente Westvoorne;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 20 november 2001;

gelet op de instemming van de Ondernemingsraad d.d. 12 december 2001;

gelet op Hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 149 van de Gemeentewet.

B E S L U I T:

Vast te stellen de volgende verordening “Intern klachtrecht Westvoorne 2002”

Hoofdstuk I Begripsbepalingen

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    klager: degene die een mondelinge of schriftelijke klacht indient;

  • b.

    klacht: een uiting van ongenoegen over de wijze waarop een bestuursorgaan zich in een bepaalde aangelegenheid jegens klager of een ander heeft gedragen;

  • c.

    klaagschrift: een schriftelijk ingediende klacht;

  • d.

    het bestuursorgaan: de gemeenteraad, (een lid van) het college van burgemeester en wethouders of de burgemeester (tenzij handelend in zijn/haar hoedanigheid van hoofd van de politie);

  • e.

    Gemeentelijke ombudsman: de ombudsman die is aangesteld op grond van de Verordening Gemeentelijke ombudsman Westvoorne.

  • f.

    klachtencoördinator: de functionaris als bedoeld in art. 7.

  • g.

    gedraging: het in een bepaalde aangelegenheid jegens een natuurlijk persoon of rechtspersoon handelen of nalaten te handelen door:

  • -

    een bestuursorgaan;

  • -

    een ambtenaar of een daarmee op grond van diens werkzaamheden gelijk te stellen persoon in de uitoefening van zijn functie.

Hoofdstuk II Behandeling van de klachten

Artikel 2 Algemene bepaling

  • 1. Een ieder heeft het recht om over de wijze waarop een bestuursorgaan zich in een bepaalde aangelegenheid jegens hem of een ander heeft gedragen, een klacht in te dienen bij dat bestuursorgaan.

  • 2. Een gedraging van een ambtenaar, werkzaam onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan, wordt aangemerkt als een gedraging van dat bestuursorgaan.

  • 3. Een gedraging van een ambtenaar, werkzaam onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan, wordt aangemerkt als een gedraging van dat bestuursorgaan.

  • 4. Tegen een besluit inzake de behandeling van een klacht over een gedraging van een bestuursorgaan kan geen beroep worden ingesteld

Artikel 3 Mondelinge klacht

  • 1. Een mondelinge klacht kan worden ingediend bij het bestuursorgaan of bij een ambtenaar werkzaam onder de verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan.

  • 2. In het geval de mondelinge klacht is ingediend bij een ambtenaar en de klacht wordt niet naar tevredenheid van de klager opgelost, dan kan de klager mondeling klagen bij degene die leiding geeft aan de betrokken ambtenaar, onverlet het bepaalde in lid 3.

  • 3. Een klager kan steeds een schriftelijke klacht indienen bij het betrokken bestuursorgaan. De artikelen 4 e.v. zijn hierop dan van toepassing.

Artikel 4 Schriftelijk klacht/klaagschrift

  • 1. De schriftelijke klacht wordt ingediend bij het bestuursorgaan waarop de klacht betrekking heeft. Elk ingediend klaagschrift over een gedraging wordt na registratie van de ontvangst voorgelegd aan de klachtencoördinator. Indien de schriftelijke klacht betrekking heeft op een gedraging en voldoet aan de eisen van het tweede en het derde lid, zijn ten aanzien van de behandeling hiervan de artikelen 5 tot en met 14 van toepassing.

  • 2. Het klaagschrift wordt ondertekend en bevat tenminste:

    • a.

      de naam en het adres van de indiener;

    • b.

      de dagtekening;

    • c.

      een omschrijving van de gedraging waartegen de klacht is gericht;

  • 3. Indien het klaagschrift in een vreemde taal is gesteld en een vertaling voor een goede behandeling van het klaagschrift noodzakelijk is, dient de klager zorg te dragen voor een vertaling.

Artikel 5 Afhandeling naar tevredenheid

Zodra het bestuursorgaan of de klachtencoördinator naar tevredenheid van klager aan diens klacht tegemoet is gekomen, vervalt de verplichting tot het verder toepassen van dit hoofdstuk. De klachtencoördinator bevestigt dit schriftelijk aan klager en aan degenen over wie werd geklaagd.

Artikel 6 Ontvangstbevestiging

  • 1. Het bestuursorgaan bevestigt de ontvangst van het klaagschrift schriftelijk.

  • 2. In de bevestiging wordt medegedeeld wie het klaagschrift zal behandelen en hoe de verdere gang van zaken is.

  • 3. Degene op wiens gedraging het klaagschrift betrekking heeft krijgt het klaagschrift, de eventueel daarbij meegezonden stukken en de ontvangstbevestiging in afschrift toegezonden.

Artikel 7 Klachtencoördinator

  • 1. Burgemeester en wethouders stellen een klachtencoördinator en één of meer plaatsvervangende klachtencoördinatoren aan.

  • 2. De klachtencoördinator ziet er op toe dat de behandeling van een klaagschrift conform het bepaalde in deze verordening plaatsvindt.

  • 3. Indien de klager dit wenst, verleent de klachtencoördinator hem medewerking bij het op schrift stellen van een klacht.

  • 4. Burgemeester en wethouder stellen een reglement vast met betrekking tot de bevoegdheden van de klachtencoördinator.

Artikel 8 Geen verplichting tot behandeling

  • 1.

    • 1.

      Het bestuursorgaan is niet verplicht een klacht te behandelen indien zij betrekking heeft op een gedraging:

      • a.

        waarvoor reeds eerder een klacht is ingediend die met inachtneming van de artikelen 4 en volgende is afgehandeld;

      • b.

        die langer dan een jaar voor indiening van de klacht heeft plaatsgevonden;

      • c.

        waartegen door de klager bezwaar gemaakt had kunnen worden;

      • d.

        waartegen door de klager beroep kan of kon worden ingesteld;

      • e.

        die door het instellen van een procedure aan het oordeel van een andere rechterlijke instantie dan een administratieve rechter onderworpen is, dan wel onderworpen is geweest of,

      • f.

        zolang ter zake daarvan een opsporingsonderzoek op bevel van de officier van justitie of een vervolging gaande is, dan wel indien de gedraging deel uitmaakt van de opsporing of vervolging van een strafbaar feit en ter zake van dat feit een opsporingsonderzoek op bevel van de officier van justitie of een vervolging gaande is.

  • 2. Het bestuursorgaan is niet verplicht de klacht te behandelen indien het belang van de klager dan wel het gewicht van de gedraging kennelijk onvoldoende is.

  • 3. Van het niet in behandeling nemen van de klacht wordt de klager zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen vier weken na ontvangst van het klaagschrift schriftelijk in kennis gesteld.

  • 4. Bij de kennisgeving wordt melding gemaakt dat klager de beslissing omtrent het niet in behandeling nemen van de klacht kan voorleggen aan de Gemeentelijke ombudsman.

Artikel 9 Vooronderzoek

Bij de kennisgeving wordt melding gemaakt dat klager de beslissing omtrent het niet in behandeling nemen van de klacht kan voorleggen aan de Gemeentelijke ombudsman.

Artikel 10 Het horen

  • 1. Het bestuursorgaan stelt de klager en degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft in de gelegenheid om te worden gehoord.

  • 2. Het horen wordt opdragen aan de direct leidinggevende van degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft en de klachtencoördinator.

  • 3. Voordat het horen plaats vindt, worden klager en degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft, in de gelegenheid gesteld om de op de zaak betrekking hebbende stukken in te zien.

  • 4. Van het horen van de klager kan worden afgezien indien de klacht kennelijk ongegrond is, dan wel indien de klager heeft verklaard geen gebruik te willen maken van het recht te worden gehoord.

  • 5. Van het horen wordt een verslag gemaakt.

  • 6. De hoorzitting vindt plaats achter gesloten deuren, tenzij geen der partijen bezwaar heeft tegen een openbare zitting.

Artikel 11 Advies

  • 1. Na afloop van de hoorzitting wordt door de direct leidinggevende van degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft en de klachtencoördinator het door hen aan het bestuursorgaan uit te brengen advies opgesteld.

  • 2. Het advies wordt schriftelijk uitgebracht en het wordt ondertekend door de direct leidinggevende en de klachtencoördinator.

Artikel 12 Uitbrengen advies

Het advies wordt, inclusief alle op de zaak betrekking hebbende stukken zo spoedig mogelijk na ontvangst van het klaagschrift aan het bestuursorgaan gezonden.

Artikel 13 Afhandelingstermijn

  • 1. Het bestuursorgaan handelt de klacht binnen zes weken na ontvangst van de klacht af.

  • 2. Het bestuursorgaan kan de afhandeling met vier weken verdagen. Van de verdaging wordt schriftelijk mededeling gedaan aan de klager en aan degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft.

Artikel 14 Berichtgeving

  • 1. Het bestuursorgaan stelt de klager en degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft, schriftelijk en gemotiveerd in kennis van de bevindingen van het onderzoek naar de klacht alsmede van de eventuele conclusies die het daaraan verbindt.

  • 2. Indien de conclusies van het bestuursorgaan afwijken van het advies, wordt in de conclusies de reden voor die afwijking vermeld en wordt het advies meegezonden met de kennisgeving bedoeld in lid 1.

  • 3. Bij de kennisgeving wordt melding gemaakt, dat een klacht kan worden ingediend bij de Gemeentelijke ombudsman.

Hoofdstuk III Registratie

Artikel 15 Registratie

De klachtencoördinator brengt jaarlijks een rapportage uit, inhoudende een overzicht van de in het voorgaande jaar geregistreerde klaagschriften. Deze rapportage wordt zo nodig voorzien van beleidsmatige aanbevelingen.

Hoofdstuk IV Slotbepaling

Artikel 16

  • 1. Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2002.

  • 2. Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening intern klachtrecht Westvoorne 2002”.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van 18 december 2001.