Regeling vervallen per 01-01-2022

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Westvoorne houdende regels omtrent de heffing en invordering van een recht voor het afvoeren van bedrijfsafval in daartoe van gemeentewege verstrekte minicontainers (Verordening reinigingsrechten minicontainers bedrijven 2021)

Geldend van 23-12-2020 t/m 31-12-2021

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Westvoorne houdende regels omtrent de heffing en invordering van een recht voor het afvoeren van bedrijfsafval in daartoe van gemeentewege verstrekte minicontainers (Verordening reinigingsrechten minicontainers bedrijven 2021)

De raad van de gemeente Westvoorne;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 17-11-2020

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

B E S L U I T:

vast te stellen:

Verordening op de heffing en invordering van een recht voor het afvoeren van bedrijfsafval in daartoe van gemeentewege verstrekte minicontainers. (Verordening reinigingsrechten minicontainers bedrijven 2021).

Artikel 1 Belastbaar feit

Onder de naam “reinigingsrechten minicontainers bedrijven” worden rechten geheven voor het verwijderen van bedrijfsafval, aangeboden in door het gemeentebestuur daartoe verstrekte minicontainers.

Artikel 2 Belastingplicht

Belastingplichtig voor de reinigingsrechten is degene, die ter lediging aanbiedt een door de gemeente daartoe verstrekte minicontainer voor bedrijfsafval.

Artikel 3 Maatstaf van heffing en belastingtarief

Het recht bedraagt voor het ter lediging aanbieden van daartoe door de gemeente verstrekte containers, voor bedrijfsafval :

  • -

    voor het basispakket van één GFT + een HHA-container € 505,67 per belastingjaar

  • -

    voor het basispakket + één extra minicontainer € 990,09 per belastingjaar

  • -

    voor het basispakket + twee extra minicontainers € 1.661,16 per belastingjaar.

De tarieven zijn exclusief 21% BTW.

Artikel 4

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 5 Wijze van heffing

De rechten, bedoeld in artikel 3, worden geheven bij wege van aanslag.

Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld en de heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten

  • 1. De rechten bedoeld in artikel 3 zijn verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt zijn de rechten verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalender maanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 9,--.

  • 4. Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in gebruik neemt.

  • 5. Belastingbedragen van minder dan € 9,-- worden niet geheven.

  • 6. Voor de toepassing van de bepalingen in het derde en het vijfde lid, wordt het totaal van op één aanslagbiljet verenigde verschuldigde bedragen aangemerkt als één belastingbedrag.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet de aanslag worden betaald uiterlijk drie maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2. In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in lid 1 en 2 gestelde termijnen.

Artikel 8 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De “Verordening reinigingsrechten minicontainers bedrijven 2020" van 18 december 2019, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2021.

  • 4. Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening reinigingsrechten minicontainers bedrijven 2021".

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering

van 16-12-2020

De raad voornoemd,

de griffier,

de voorzitter,