Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Westvoorne houdende regels omtrent het huishoudelijke afval

Geldend van 24-11-2015 t/m heden

Intitulé

Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Westvoorne houdende regels omtrent het huishoudelijke afval

Onderwerpen

  • 1.

    Inleiding

  • 2.

    De inzameling en verwerking tot en met 2014

  • 3.

    Ontwikkelingen

  • 4.

    De koers vanaf 2015

  • 5.

    Natuur- en milieueducatie / Communicatie

  • 6.

    Financieel

  • 7.

    Samenvatting

BIJLAGEN:

  • A.

    Overzicht van contracten

  • B.

    Overzicht van inzamelresultaten 2010-2014 - Algemeen

  • C.

    Overzicht van inzamelresultaten 2010-2014 - Specifiek

  • D.

    Afvalscheiding 2014 in percentage en naar inwoner

1. Inleiding

De inzameling en verwerking van het huishoudelijk afval in de gemeente Westvoorne is niet eerder beschreven in een beleidsdocument. Wel heeft de gemeente regels gesteld in de Afvalstoffenverordening (de laatst vastgestelde versie betreft de Afvalstoffenverordening Westvoorne 2014) en in de Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing.

Deze laatste wordt -vanwege wijziging van het tarief- jaarlijks vastgesteld. Op basis van de Afvalstoffenverordening stelt het college van burgemeester en wethouders jaarlijks het Uitvoeringsbesluit huishoudelijk afval vast.

De wettelijke verplichting voor de gemeente tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen vloeit voort uit de Wet milieubeheer. Die verplichting geldt ook om op ten minste één plaats in voldoende mate gelegenheid te bieden om grove huishoudelijke afvalstoffen achter te laten.

De gemeente is niet verantwoordelijk voor (de inzameling en verwerking van) bedrijfsafval.

Deze beleidsnotitie is bedoeld om op hoofdlijnen de kaders voor de inzameling en verwerking van het huishoudelijk afval vast te stellen. Dit met het oog op de toekomstige invulling van de taken die de gemeente op dit terrein heeft.

2. De inzameling en verwerking tot en met 2014

Algemeen

afbeelding binnen de regeling

Nederland hanteert doelstellingen om afval zoveel mogelijk te beperken. Deze doelstellingen zijn in het algemeen verbonden aan Europese doelstellingen. Het ideaal beeld is voorkomen dat afval ontstaat. Dit vanuit het besef dat grondstoffen eindig zijn.

De ‘Ladder van Lansink’ is een standaard op het gebied van afvalbeheer. Deze standaard, ver-noemd naar de Nederlandse politicus Ad Lansink, betreft een werkwijze voor het verwerken van afval. De meest milieuvriendelijke verwerkingswijzen staan bovenaan de ladder. Het beleid van de overheid moet erop gericht zijn zo veel mogelijk afval deze ladder te laten ‘beklimmen’.

Om daartoe te komen moet afval zo veel mogelijk worden gescheiden. In het landelijk afvalbe-heerplan (LAP) is 60% hergebruik van huishoudelijk afval voor 2015 tot doel gesteld. In augustus 2011 is door de toenmalig staatssecretaris deze doelstelling aangescherpt tot 65% hergebruik in 2015. Dit mede ingegeven door een afnemende beschikbaarheid van grondstoffen. De rijksover-heid wil dit percentage hergebruik inmiddels verhogen tot 75% in 2020.

Het percentage gescheiden afval in Westvoorne toont vanaf 2011 een stijging. Van 51,85% in 2011, naar 53,18% in 2012 en 57,91% in 2013. Voor 2014 is sprake van een geringe afname: 57,69%. De methode om dit scheidingspercentage vast te stellen is vanaf 2013 verder verbeterd. Dit is één verklaring voor de stijging daarvan. Ook het gebruik van meer actuele gegevens (BAG; Burgerzaken) is een verklaring.

Het is verder niet aantoonbaar of deze stijging het gevolg is van een verbetering in het inzamelge-drag, van economische ontwikkelingen, een combinatie van beide of van andere factoren. Er zijn voor verschillende afvalstromen wel signalen dat de hoeveelheid gescheiden afval nagenoeg ge-lijk blijft dan wel nog iets toeneemt. Met name het inzamelresultaat van het kunststof verpakkings-afval is voor het 5e opeenvolgende jaar verbeterd (met een groei van 113,7 ton in 2010 tot 138,8 ton in 2014).

Duidelijk is wel dat aan de landelijke doelstellingen niet wordt voldaan. Let wel, die doelstellingen gaan uit van een gemiddeld scheidingspercentage. Voor enkele afvalstromen (zoals glas en tex-tiel) worden wel de oorspronkelijk beoogde inzamelresultaten behaald. Om het gemeentelijk afval-scheidingspercentage te bepalen, wordt uitgegaan van de eigen registraties. Deze zijn specifiek, nauwkeurig en actueel.

Evenzo is duidelijk dat er iets moet veranderen om tot een beter scheidingsresultaat in het huis-houdelijk afval te komen. Dat kan bijvoorbeeld door nog meer of anders aan te sturen op een ver-betering in het gedrag van onze inwoners. Blijkt dat niet toereikend, dan zal wellicht moeten wor-den overgegaan op een andere manier van inzamelen.

Samenwerking

Elf gemeenten uit de regio werken inmiddels sinds een aantal jaren samen op het gebied van het inzamelen en het verwerken van huishoudelijk afval. Het gaat dan om het gezamenlijk doorlopen van (Europese) aanbestedingsprocedures. De ervaringen zijn positief. Markttechnisch gezien leidt deze samenwerking veelal tot gunstige tarieven.

De groep van gemeenten overlegt enkele keren per jaar op ambtelijk niveau. Doel daarvan is on-derlinge afstemming van zaken en uitwisseling van informatie. Waar mogelijk worden afspraken gemaakt om gezamenlijk een bepaald proces te doorlopen. Het overleg heeft geen formele status en is vrijblijvend. Dit betekent dat elke gemeente steeds zelf intern (bestuurlijk) terugkoppelt en waar nodig individueel voorstellen aan het college ter besluitvorming voorlegt.

Inzameling

Naast de huis-aan-huis inzameling zijn er voor enkele afvalstromen brengvoorzieningen binnen de kernen en via de milieustraat.

GFT-afval, grof huishoudelijk afval (waaronder snoeiafval), kunststof verpakkingsafval in combi-natie met metalen verpakkingen en drankenkartons en restafval worden huis-aan-huis ingeza-meld. Daarvoor wordt gebruik gemaakt van minicontainers (GFT- en restafval), ondergrondse collectors (restafval) en zgn. Plastic Heroes-zakken (PMD). Voor het aanbieden van grofvuil gel-den aanbiedregels (volume, lengte, gewicht en bundeling).

Daarnaast is tot en met 2014 op basis van de Algemene Plaatselijke Verordening maximaal 1x per kwartaal vergunning verleend voor het huis-aan-huis inzamelen van textiel. De betrokken organisatie stelt daarvoor inzamelmiddelen beschikbaar. Vanaf 2015 wordt deze inzameling integraal uitgevoerd door de partij waarmee de gemeente een overeenkomst heeft gesloten.

Binnen de kernen zijn brengvoorzieningen geplaatst voor glas, oud papier/karton en textiel.

Bij de milieustraat kunnen de volgende afvalstoffen worden achtergelaten: asbest, A- en B-hout, (printer)cartridges, destructiemateriaal (kadavers van dode dieren), frituurvet/-olie, glas, klein chemisch afval (KCA), kunststof verpakkingsafval, metalen, olie, oud papier en karton, puin, textiel, wit- en bruingoed en grof huishoudelijk restafval.

Voor de inrichting en exploitatie van de milieustraat is door gedeputeerde staten van Zuid-Holland vergunning verleend d.d. 2 september 2008. De vergunning geldt tien jaar.

Voor de inzameling huis-aan-huis zijn contracten gesloten. Deze zijn tot stand gekomen via een Europese aanbestedingsprocedure. In alle gevallen is deze procedure gezamenlijk gevoerd met verschillende gemeenten uit de regio (Voorne-Putten en/of behorend tot de stadsregio Rotterdam). Een uitzondering hierop vormt de inzameling van textiel. Dit contract is onderhands aanbesteed.

Een overzicht van deze contracten is opgenomen in Bijlage A. In deze bijlage zijn ook de overige contracten (verwerking en milieustraat) opgenomen.

Verwerking

Via Europese aanbestedingsprocedures zijn contracten afgesloten voor de verwerking van het restafval, grofvuil, GFT- en snoeiafval en oud papier en karton (OPK). Alle procedures zijn gezamenlijk doorlopen met verschillende regiogemeenten (zoals onder ‘Inzameling’ ook vermeld).

Milieustraat

Voor de afvalstromen die via de milieustraat worden aangeboden en afgevoerd zijn verschillende contracten gesloten. Deze betreffen zowel de afvoer (inclusief verwerking) van het afval als de huur van inzamelmiddelen.

Het merendeel van de contracten vloeit voort uit afspraken die geruime tijd geleden zijn gemaakt en die steeds voor een termijn van maximaal vijf jaar worden voortgezet. Voor nieuwe contracten wordt de gemeentelijke Regeling Inkoop & Aanbesteding gevolgd.

3. Ontwikkelingen

Afval is van alledag. In toenemende mate wordt het accent voor de verwerking daarvan verlegd op het voorkomen van afval (preventie). Internationaal en nationaal beleid wordt steeds explicieter door hogere eisen te stellen aan producten en producenten en hogere doelstellingen te hanteren om nog meer grondstoffen te (be)sparen en daarmee de hoeveelheid restafval terug te dringen.

De rijksoverheid heeft daarvoor in 2013 het programma ‘Van Afval Naar Grondstof’ (VANG) vastgesteld. Gelijktijdig is het begrip ‘circulaire economie’ steeds nadrukkelijker genoemd. Daarmee is een doorgaande omslag in het denken over afval en het voorkomen daarvan opnieuw bevestigd.

afbeelding binnen de regeling

Onder circulaire economie wordt verstaan: een economisch systeem dat bedoeld is om herbruikbaarheid van producten en grondstoffen te maximaliseren en waardevernietiging te minimaliseren.

Dit is anders dan in het huidige lineaire systeem. Daarin worden grondstoffen omgezet in producten die na verbruik worden vernietigd.

De aandacht die afval in toenemende mate krijgt en dan met name in de sfeer van het maatschappelijk verantwoord omgaan met grondstoffen, is ook duidelijk af te leiden uit de doelstellingen die in de afgelopen jaren zijn aangescherpt. Van eerder 50% afvalscheiding naar 60% (LAP1; 2007), 65% (rijk; 2011) tot 75% in 2020 (rijksprogramma VANG; januari 2014).

Doelstellingen zijn op zich vrijblijvend. Het grondstoffenvraagstuk is echter van een dermate elementair belang dat ook de lokale overheden zich daaraan niet kunnen onttrekken. Er zal dus meer moeten worden ingezet op nog meer afvalscheiding en afvalpreventie.

Vanaf 2015 is de gemeente verantwoordelijk voor de sortering van het kunststof verpakkingsafval. Zij is dan ook vrij om het voor hergebruik gesorteerde afval te vermarkten. Tot 2015 was de gemeente alleen verantwoordelijk voor de inzameling van dit afval. Sortering en vermarkting (inclusief transport en eventueel op- en overslag) was tot 2015 de taak van het producerend bedrijfsleven. Deze wijziging is een gevolg van het tussen producenten, rijk en gemeenten gesloten Verpakkingenakkoord 2013-2022.

Alhoewel soortgelijke taken eerder door de gemeente(n) zijn uitgevoerd (glas, oud papier e.d.), geeft het kunststof verpakkingsafvaldossier nog veel onzekerheid. Deze markt is in Nederland heel beperkt. Omstandigheden die Nederland voor buitenlandse marktpartijen (met name Duitsland) aantrekkelijk maken. Voor 2015 en 2016 wordt de sortering voor Westvoorne echter nog ongewijzigd voortgezet. Ditmaal dus onder verantwoordelijkheid van de gemeente.

Ook de financiering van dit afval wijzigt. Tot 2015 ontvangt de gemeente een vergoeding op basis van de ingezamelde hoeveelheid kunststof verpakkingsafval. Vanaf 2015 ontvangt de gemeente een vergoeding op basis van het feitelijk voor hergebruik aangeleverde materiaal.

Volume is voor dit product belangrijk. Westvoorne heeft te weinig volume om interessant te zijn voor de markt. Om deze reden is besloten voor deze afvalstroom aan te haken bij Midwaste. Dit is een organisatie (ontstaan vanuit het publieke domein) die door samenwerking het meest gunstige resultaat nastreeft voor haar leden en daarmee het publieke belang het beste dient.

Vanzelfsprekend groeit daardoor het volume dat zij op de markt kan aanbieden. Het voor het kunststof verpakkingsafval opgestelde bestek anticipeert ook op de sortering van metalen verpakkingen en drankenkartons. Westvoorne zamelt deze afvalstromen, samengevat onder de noemer PMD, sinds september 2015 in.

Gemeenten zoeken in toenemende mate naar mogelijkheden om meer huishoudelijk afval te scheiden. De gemeente is daarin sturend. Zij kan bijvoorbeeld besluiten tot een wijziging van in-zamelsystemen of inwoners financieel te prikkelen. Bij een wijziging van het inzamelsysteem kan bijvoorbeeld gedacht worden aan de toepassing van een ander type minicontainer (een duobak voor twee verschillende afvalstromen), gescheiden inzameling via meer minicontainers dan alleen rest- en GFT-afval, overschakelen naar meer brengsystemen in de plaats van huis-aan-huis inzameling en dergelijke.

Een financiële prikkel kan bijvoorbeeld op twee manieren worden ingevuld. Gekozen kan worden voor een systeem waarin betaald moet worden voor iedere lediging van de restafvalcontainer (dit systeem is bekend onder de naam Diftar). Een andere optie is om voor bepaalde aangeleverde afvalstromen een vergoeding aan de aanbieder uit te keren.

Landelijk zijn enkele pilots gestart om tot meer afvalscheiding te komen. De opvallendste daarvan zijn:

  • a.

    Omgekeerd inzamelen. In dit systeem zamelt de gemeente bepaalde gescheiden afvalstromen huis-aan-huis in. Het overblijvende restafval moet de bewoner zelf wegbrengen naar een inzamelvoorziening in de wijk.

  • b.

    Inzamelen van drankenkartons. De voornaamste afvalstroom hiervan bestaat uit papier met daarnaast een kunststof (binnen)laag. Deze afvalstroom is geschikt voor hergebruik via nascheiding. Deze afvalstroom is zeer geschikt voor een gecombineerde inzameling met blik (metalen verpakkingen) en kunststof verpakkingsafval, die via nascheiding herbruikbare materialen oplevert.

  • c.

    Een extra minicontainer. Naast de gebruikelijke restafval- en GFT-container wordt een andere afvalstroom aangewezen voor gescheiden inzameling via een extra minicontainer. Dat kunnen bijvoorbeeld zijn kunststof verpakkingsafval, papier, drankenkartons of mogelijk een combinatie daarvan.

  • d.

    Afvalzakken in plaats van minicontainer. Dit systeem is een vorm van Diftar. De afvalzakken voor restafval zijn tegen betaling verkrijgbaar. Door meer/optimaal het afval te scheiden, zal er minder restafval worden aangeboden. Omdat de burger betaalt voor de hoeveelheid aangeboden afval/zakken, kan deze de kosten daarvoor zelf beïnvloeden.

Er zijn meerdere systemen en varianten daarop denkbaar. Het is niet de bedoeling om in deze notitie in te gaan op de voor- of nadelen daarvan. Feit is dat de bestaande contracten bij een wijziging in de inzameling en/of de verwerking moeten worden aangepast. Soms kan dat door aanvullende afspraken. Wellicht kan daarvoor een nieuwe aanbestedingsprocedure nodig zijn.

Afvalstoffenbelasting

In het kader van bezuinigingen heeft de Rijksoverheid besloten om ingaande 2015 een afvalstoffenbelasting in te voeren. Deze belasting wordt geheven op het storten en op het verbranden van huishoudelijk afval. Het lokale streven van Westvoorne om de lokale lasten voor de burgers op een gelijk niveau te houden dan wel indexmatig aan te passen, wordt door deze maatregel van de Rijksoverheid sterk onder druk gezet. De scheiding van huishoudelijk afval in Westvoorne is op een redelijk niveau (2014 circa 57%). Mede door mindere economische omstandigheden vertaalt die zich in minder restafval en meer gescheiden afvalstromen. Hierdoor dalen kosten en stijgen opbrengsten, met als gevolg een lagere afvalstoffenheffing. De afvalstoffenbelasting vertaalt zich voor Westvoorne in een extra toeslag per huisaansluiting van bijna € 9,00. Daar waar het lokale inzamelgedrag beloond kan worden, maakt een landelijke belastingmaatregel die ongedaan. Hoe kun je hiermee je inwoners stimuleren?

4. De koers vanaf 2015

Doelstellingen en wet- en regelgeving bepalen ook de koers voor de inzameling en de verwerking van het Westvoornse afval. Daaraan kan niet worden voorbij gegaan. Daarbij spelen lokale factoren wel een rol.

Het resultaat is bepalend, niet de manier waarop dat resultaat wordt behaald. Volgens het duale stelsel zorgt het college van burgemeester en wethouders voor de invulling. De raad stelt daarvoor de kaders. Vooralsnog zijn die beperkt tot de vastgestelde budgetten in de Kadernota en de Programmabegroting. Met de vaststelling van deze beleidsnotitie wordt nu ook de doelstelling voor de scheiding van het huishoudelijk afval aan die kaders toegevoegd.

Daarbij moeten de volgende uitgangspunten als richtinggevend voor het college van burgemeester en wethouders worden gezien.

  • A.

    Westvoorne richt zich voor de inzameling en verwerking van huishoudelijk afval op 75% afvalscheiding in 2020. Dit is gelijk aan de doelstellingen die de Rijksoverheid hanteert. Uit de sorteeranalyse 2014 blijkt dat er gemiddeld meer GFT, herbruikbaar papier/karton en glas in het restafval is gemeten. Het grootste afvalscheidingsrendement is te behalen op de fracties herbruikbaar papier/karton (bijna 6%) en GFT (ruim 12,5%). Door in te zetten op deze fracties en daarvoor de inzamelmethodiek aan te passen, is een eerste grote stap in de verbetering van het afvalscheidingspercentage realiseerbaar. Binnen het kader van het te realiseren doel kan het uiteindelijk noodzakelijk zijn om te kiezen voor andere inzamelmethodieken dan de huidige. Bijvoorbeeld een zogenaamd Diftar-systeem of Omgekeerd inzamelen.

  • B.

    Onderzoek moet worden gedaan naar maatregelen, voorzieningen en alternatieven die leiden tot een hoger afvalscheidingsresultaat.

  • C.

    Bij de inzameling van huishoudelijk afval moet rekening worden gehouden met de wensen die daarvoor in het algemeen leven onder de inwoners van Westvoorne. Dit vanuit het idee dat draagvlak voor de gekozen oplossingen de kans op het realiseren van de doelstellingen vergroot. Draagvlak moet voortkomen uit het besef van de noodzaak om grondstoffen te besparen door het huishoudelijk afval gescheiden in te zamelen.

  • D.

    De kosten voor inzameling en verwerking inclusief de beoogde maatregelen, voorzieningen en alternatieven mogen de opbrengst uit de jaarlijkse afvalstoffenheffing niet overschrijden. Als de vastgestelde budgetten ontoereikend zijn om de doelstellingen te behalen, dan moet de raad zich uitspreken over het al dan niet toekennen van extra budget in relatie tot de voorgestane inzamelmethodiek en doelstellingen.

  • E.

    Onderzoek moet worden gedaan naar de inzet van de milieustraat. De openstelling wordt regelmatig als beperkt aangemerkt. De vraag is of een ruimere openstelling ook daadwerkelijk resulteert in een beter afvalscheidingsresultaat. Belangrijkste aspecten daarbij zijn afvalrendement en kostenefficiënt. Kiezen voor een ruimere openstelling heeft uitsluitend als doel de verbetering van het afvalscheidingsresultaat.

  • Ook verdient het Activiteitenbesluit, gebaseerd op de Wet Milieubeheer, aandacht. Daarin zijn achttien afvalfracties genoemd, waarvoor de gemeente een inzamelvoorziening moet bieden. De milieustraat in Westvoorne voorziet niet in al deze fracties. Voor enkele daarvan (autobanden, snoeihout) zijn buiten de milieustraat voorzieningen getroffen. Dat moet nog gebeuren voor C-hout, grond, dakafval, piepschuim, matrassen, gips en harde kunststoffen.

  • F.

    Onderzoek moet worden gedaan naar de effectiviteit van de grofvuilinzameling. Westvoorne is met de huidige manier van inzamelen (huis-aan-huis en gratis) in vergelijking met andere gemeenten redelijk uniek te noemen. Zal een andere voorziening dan deze huis-aan-huis inzameling tot betere resultaten leiden?

  • De huidige grofvuilinzameling kent duidelijke voordelen (men biedt gescheiden afvalstromen aan, serviceverlening) maar zeker ook nadelen (bij circa 70% van alle grofvuilmeldingen voor onbrandbaar afval komt het inzamelvoertuig voor niets).

Contractvorming

Voor het merendeel van de activiteiten zijn openbare aanbestedingsprocedures gevolgd met een (in grootte variërende) groep van gemeenten uit de regio. Ook lokaal zijn enkele procedures doorlopen voor afvalstromen die uitsluitend voor Westvoorne aan de orde waren. Wijzigingen in de door Westvoorne vast te stellen afvalkoers, worden bij voorkeur afgestemd op de eindtermijnen van de lopende contracten. Daar waar dat niet mogelijk of wenselijk is, moet met de huidige contractpartij in overleg worden getreden voor aanvullende afspraken.

Samenwerking

Afval is een restproduct afkomstig uit (in dit geval) huishoudens. Maatschappelijk neemt de noodzaak toe om afval te voorkomen. De organisatie daarvoor is wettelijk in handen gesteld van de gemeente(n). Het gaat om het resultaat en niet hoe dat resultaat wordt behaald. Vanuit deze gedachte zoekt de gemeente bij voorkeur samenwerking met andere partijen. Dat kunnen bedrijven zijn maar ook maatschappelijke organisaties.

Om te bepalen of en in welke mate de gemeente voldoet aan (haar) doelstellingen, is inzicht in inzamelresultaten noodzakelijk. De gemeente voert, vanuit haar wettelijke plicht, de regie over alle inzamelactiviteiten voor huishoudelijk afval. Waar andere partijen daaraan een bijdrage leveren, zal de gemeente inzicht verlangen in de inzamelresultaten. Daardoor ontstaat er een vollediger en betrouwbaarder beeld van het scheidingsgedrag van onze inwoners.

De met andere partijen te maken afspraken, zijn afhankelijk van de vraag of die maatschappelijk verantwoord zijn. Afval inzamelen en verwerken kost geld. De kosten daarvan worden via de afvalstoffenheffing doorbelast aan de inwoners. Verschillende afvalstromen brengen ook geld op. Deze opbrengsten komen ten goede aan de afvalstoffenheffing, die daardoor lager wordt. In de optiek van de gemeente kan het niet zo zijn dat andere partijen ‘de krenten uit de pap pikken’ en de gemeente respectievelijk haar inwoners daarvan de gevolgen ondervinden in de vorm van een hogere afvalstoffenheffing.

Onder hoofdstuk 2 is de gemeentelijke samenwerking genoemd. Tot 2010 hebben verschillende gemeenten in onze regio (Rijnmond) incidenteel de samenwerking gezocht bij de aanbesteding van bepaalde afvalstromen (zowel inzameling als verwerking). Vanaf 2010 komen deze gemeenten structureel en vrijblijvend bijeen om voordelen uit samenwerking te behalen. Naast deze gezamenlijke regionale activiteiten, zal ook de samenwerking met de directe buurgemeenten waar mogelijk worden versterkt.

5. Natuur- en milieueducatie / Communicatie

Omgaan met huishoudelijk afval is ook een kwestie van opvoeding. Vanuit de basisschool kan die opvoeding worden ondersteund en gestuurd. Het gemeentelijk budget voor natuur- en milieueducatie is ontoereikend om ieder jaar alle basisscholen een activiteit te bieden. De lessen die uit dit budget worden bekostigd, bestrijken een breder terrein dan afval. De ervaring uit de gegeven afvallessen leert dat de leerlingen van deze scholen zeer enthousiast op dit onderwerp reageren en enthousiast met de leerstof aan de slag gaan. Om deze reden zet de gemeente zich ervoor in dat ten laste van het budget voor huishoudelijk afval op iedere basisschool minimaal één afvalles per schooljaar wordt verzorgd. Dit budget is aanvullend op het budget voor natuur- en milieueducatie.

Huishoudelijk afval is van alledag. In de dagelijkse omgang daarmee weten de burgers hun weg te vinden. Het besef dat we daar anders mee moeten omgaan, plaatst de gemeentelijke activiteiten inmiddels in een ander perspectief. Het wordt minder vrijblijvend. In zekere zin is er sprake van een missie.

Nieuwe ontwikkelingen, andere inzamelmethodes en het waarmaken van doelstellingen vragen om een continue berichtgeving en informatievoorziening en gerichte acties. “Westvoorne schoon, heel gewoon” is de boodschap die steeds wordt uitgedragen. Ook landelijke acties (waaronder bijvoorbeeld van Wecycle, de Landelijke Compostdag en Nederland Schoon) krijgen structureel lokaal aandacht.

Bij de feitelijke invulling van de Westvoornse inzamelkoers en de evaluatie daarvan zullen burgers nadrukkelijk betrokken worden. Daarvoor worden specifieke acties uitgewerkt. Primair via een burgerraadpleging. Daarna door een terugkoppeling via publicaties met daarop vervolgacties, als dat nodig blijkt. Dit alles om de burger mee te krijgen in het traject dat we moeten aangaan.

6. Financieel

De gemeente mag de kosten voor inzameling en verwerking van het huishoudelijk afval doorberekenen aan de burgers. Dat doet zij via de afvalstoffenheffing. Zij mag daarop geen winst maken. Vanaf 2011 doet zich de situatie voor dat gemeente Westvoorne overhoudt aan de afvalstoffenheffing. Dat is met name het gevolg van financieel voordeel uit marktomstandigheden (gunstige aanbesteding van verschillende afvalstromen) en het verbeterde afvalscheidingsgedrag van de burgers.

De volgende grafiek geeft het verloop van de kosten voor inzameling en verwerking, de opbrengst uit de afvalstoffenheffing en de ontwikkeling van de Egalisatievoorziening afvalstoffenheffing weer.

afbeelding binnen de regeling

De grafiek toont duidelijk aan dat vanaf 2011 de kosten aanzienlijk zijn gedaald, de opbrengst uit de afvalstoffenheffing iets lager is geworden en de egalisatievoorziening aanzienlijk is gestegen.

Ten laste van de afvalstoffenheffing komen ook kosten wegens kwijtschelding van de afvalstoffenheffing, de BTW-verrekening (omdat deze niet geheel compensabel is) en vanaf 2013 de doorberekening van een deel van de kosten voor straatreiniging en straatmeubilair (afvalbakken e.d.).

De egalisatiereserve is een instrument om sterke schommelingen in de afvalstoffenheffing te voorkomen. Dankzij marktomstandigheden is deze reserve vanaf 2011 weer kunnen groeien tot een gewenst niveau. Overigens is dat gewenste niveau nooit bestuurlijk vastgelegd. Deze notitie is bedoeld om nu daarover een bestuurlijk besluit te nemen.

Het totaal van de kosten, uit de afvalstoffenheffing te dekken, bedraagt tot 2017 circa 1,5 miljoen euro per jaar. In de drie daarop volgende jaren lopen die kosten op tot circa 1,6 miljoen euro per jaar. Voorgesteld wordt om op basis van het huidige beleid als richtlijn voor het niveau van de egalisatievoorziening 1,5 miljoen euro aan te houden. Daardoor blijft deze voorziening voldoen als instrument voor het doel waarvoor deze oorspronkelijk is ingesteld, te weten een gelijkmatig verloop van de afvalstoffenheffing.

De egalisatievoorziening is tevens geschikt voor investeringen voor de afvalinzameling. Geld voor dit doel onttrekken aan de voorziening, levert financiële voordelen op boven de door de gemeente gebruikelijk toegepaste systematiek van kapitaallasten. Daardoor zal er in voorkomende gevallen sprake zijn van een lagere doorrekening van lasten aan de burgers via de afvalstoffenheffing.

7. Samenvatting

Naar maatschappelijke en duurzaamheidsmaatstaven zal de gemeente zich inzetten voor een optimale scheiding van het huishoudelijk afval. De gemeente richt zich op een afvalscheidingspercentage in 2020 van 75%. Nadrukkelijk zullen inwoners betrokken worden bij de keuzes die daarvoor noodzakelijk zijn.

De door de raad beschikbaar gestelde (afval)budgetten zijn daarbij taakstellend. Als blijkt dat deze budgetten niet toereikend zijn, dan zal de raad zich via een hem voorgelegd voorstel moeten uitspreken over het al dan niet toekennen van extra budget in relatie tot de voorgestane inzamel-methodiek en doelstellingen.

Het college wordt opgedragen onderzoek te doen naar de inzet van de milieustraat en de effectiviteit van de grofvuilinzameling. Onderwerpen die ook ter beoordeling aan de inwoners worden voorgelegd.

De gemeente zet zich er vooralsnog voor in dat per bassischool jaarlijks minimaal één afvalles wordt verzorgd. Van belang daarbij is te kijken naar de effectiviteit van de les(sen). Deze moet niet alleen als ‘een prettig intermezzo’ van het reguliere schoolprogramma worden gezien.

Als richtlijn voor het gewenste niveau van de egalisatievoorziening afvalstoffenheffing wordt aangehouden het totaal van het netto kostenresultaat voor de inzameling en verwerking per jaar, ofwel € 1.500.000,--..

Als de voorziening tot onder dit niveau daalt, dan wordt bezien of aanvulling via de afvalstoffenheffing dan wel andere maatregelen nodig zijn. Toekomstige investeringen worden ook ten laste van deze voorziening gefinancierd. De systematiek van kapitaallasten wordt daarvoor niet toegepast.

Ondertekening

Bijlage A

Overzicht van contracten

De contracten betreffen de volgende afvalstromen. Het overzicht vermeldt de eerste termijn waarop het contract eindigt en de laatste termijn tot waarop dat contract optioneel kan worden verlengd.

Inzameling huis-aan-huis:

Afvalstroom

Contract eindigt per:

Laatste termijn eindigt per:

  • 1.

    Restafval, GFT-afval, grofvuil, kunststof verpakkingsafval en glas

31-12-2017

31-12-2020

  • 2.

    Oudpapier en karton

31-12-2016

31-12-2018

Voor textiel zijn in de kernen bovengrondse containers geplaatst. Het contract daarvoor eindigt per 31 december 2019. Onderdeel van dit contract is dat ook 2x per jaar huis-aan-huis wordt ingezameld.

Nabij het woonzorgcomplex Leemgaarde in Oostvoorne staat een magazijncontainer voor oud papier en karton. Het huurcontract daarvoor eindigt per 9 september 2019.

Verwerking:

Afvalstroom

Contract eindigt per:

Laatste termijn eindigt per:

  • 1.

    Restafval

31-12-2015

31-12-2019

  • 2.

    Grofvuil

31-12-2015

31-12-2019

  • 3.

    GFT-afval

31-12-2011

31-12-2015

  • 4.

    Oudpapier en karton

31-12-2016

31-12-2018

Vanaf 2015 is de gemeente verantwoordelijk voor de sortering van het kunststof verpakkingsafval. Landelijk zijn daarmee nog geen ervaringen opgedaan. Onder andere om deze reden en de verwachting dat ook in de markt zich nieuwe ontwikkelingen zullen voordoen, is besloten een kortdurend contract te sluiten. Het contract heeft, ingaande 2015, een looptijd tot en met 2016.

Milieustraat:

Omschrijving

Contract eindigt per:

Laatste termijn eindigt per:

  • 1.

    asbest: container + afvoer

28-02-2015

jaarlijks stilzwijgend verlengen

  • 2.

    grof afval (grofvuil)

    idem: perscontainer

28-02-2015

jaarlijks stilzwijgend verlengen

  • 3.

    destructiemateriaal

31-12-2014

jaarlijks opzegbaar

  • 4.

    (flessen)glas

    idem: bovengrondse container

31-12-2017

onbepaald

31-12-2020

n.v.t.

  • 5.

    frituurvet/-olie

31-12-2014

jaarlijks opzegbaar

  • 6.

    Hout-B

28-02-2015

jaarlijks stilzwijgend verlengen

  • 7.

    klein chemisch afval

31-12-2014

jaarlijks opzegbaar

  • 8.

    kunststof verpakkingsafval: perscontainer

onbepaald

n.v.t.

  • 9.

    metalen

31-12-2017

31-12-2017

  • 10.

    olie

31-12-2014

jaarlijks opzegbaar

  • 11.

    oudpapier en karton: perscontainer

31-08-2015

niet bepaald

  • 12.

    puin

28-02-2015

jaarlijks stilzwijgend verlengen

  • 13.

    textiel: bovengrondse container

31-12-2014

contract is opgezegd

  • 14.

    vlakglas

31-12-2014

jaarlijks opzegbaar

  • 15.

    wit- en bruingoed

31-12-2015

31-12-2017

Bijlage B

Overzicht van inzamelresultaten algemeen

Afvalscheiding huis-aan-huis inzameling en wijkvoorzieningen

 
 
 

Tonnage per jaar

 

2010

2011

2012

2013

2014

GFT

2.291,78

2.386,14

2.359,42

2.196,10

2.224,93

Composteerbaar tuinafval

382,67

373,32

365,46

321,94

317,33

Glas

383,46

374,84

377,91

372,70

318,18

Grofvuil

959,66

545,88

500,02

360,32

345,36

Kunststof verpakkingsafval

97,04

112,24

115,26

121,82

131,64

Oud papier en karton

904,99

884,11

814,37

755,90

744,36

Textiel

51,84

48,86

42,83

43,66

49,31

Totaal >

5.071,44

4.725,39

4.575,27

4.172,44

4.131,11

 
 
 
 
 
 

Restafval

3.422,20

3.749,16

3.711,12

3.558,32

3.561,26

 
 
 
 
 
 

Scheidingspercentage >

59,71%

55,76%

55,21%

53,97%

53,70%

Afvalscheiding milieustraat

 
 
 
 
 
 

Tonnage per jaar

 

2010

2011

2012

2013

2014

Asbest

15,26

13,50

13,42

16,02

21,48

B-hout

0,00

0,00

176,20

295,78

318,72

Destructiemateriaal

0,26

0,68

0,83

1,55

1,46

Frituurvet

1,08

1,46

1,55

1,68

1,84

Klein Chemisch Afval

15,05

16,11

21,09

19,89

19,12

Metalen

30,84

49,98

46,46

59,68

65,85

Kunststof verpakkingsafval

0,00

2,12

8,70

10,18

7,24

Olie (afgewerkt)

4,17

4,54

2,83

3,30

2,78

Oud papier en karton

0,00

27,43

29,35

37,93

39,27

Puin

756,00

870,00

817,36

794,20

794,50

Textiel

0,34

1,66

1,93

2,61

1,90

Wit- en bruingoed

62,92

92,02

85,80

92,22

95,19

Totaal >

885,92

1.079,50

1.205,52

1.335,04

1.369,35

 
 
 
 
 
 

Grofvuil

564,96

577,14

458,72

441,00

487,28

 
 
 
 
 
 

Scheidingspercentage >

61,06%

65,16%

72,44%

75,17%

73,75%

Bijlage C

Overzicht van inzamelresultaten specifiek

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

Vanaf 2013 is de inzameling door een andere contractpartij uitgevoerd. Deze heeft vastgesteld dat er onder de noemer ‘grofvuil’ veel afval werd aangeboden dat niet tot grofvuil te rekenen is. Door stringenter het criterium voor grofvuil te hanteren, is de ingezamelde hoeveelheid sindsdien aan-zienlijk afgenomen.

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

Met name als gevolg van economische ontwikkelingen is de hoeveelheid papier en karton vanaf 2009 afgenomen.

afbeelding binnen de regeling

Met uitzondering van 2014 is de ingezamelde hoeveelheid glas nagenoeg steeds op een zelfde niveau gebleven. Er is geen verklaring voor de sterke daling in 2014.

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

In 2012 zijn (door interne omstandigheden) geen vergunningen verstrekt voor de huis-aan-huis inzameling van textiel.

afbeelding binnen de regeling

De gescheiden inzameling van kunststof verpakkingsafval is gestart eind 2009. Sindsdien is het inzamelresultaat jaarlijks verbeterd.

afbeelding binnen de regeling

De hoeveelheid ingezamelde metalen is in de jaren 2013 en 2014 sterk gestegen. Daarvoor is geen aanwijsbare verklaring.

afbeelding binnen de regeling

De gescheiden inzameling van A- en B-hout op de milieustraat is in het 1e kwartaal 2012 gestart.

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

Tot 2014 konden uitsluitend kleine hoeveelheden (maximal 25 kilo) met asbesthoudende materialen worden aangeboden bij de milieustraat. Omdat de wetgeving toestaat dat particulieren tot 35 m² asbesthoudende materialen zonder sloopvergunning kunnen verwijderen, is in 2013 besloten dat ook grotere hoeveelheden voortaan bij de milieustraat worden geaccepteerd. Voor het aanbieden daarvan is echter wel een afzonderlijk protocol vastgesteld.

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

Bijlage D

Afvalscheiding in percentage en naar inwoner

De gemeente houdt een kwartaalrapportage bij van de ingezamelde hoeveelheden restafval. Daarin zijn alle afvalstromen geregistreerd en herleid tot een inzamelresultaat in kilo per inwoner. Via deze rapportage ontstaat het afvalscheidingspercentage voor Westvoorne.

Deze manier van rapporteren is nauwkeurig. Van belang daarvoor is dat daadwerkelijk alle inzamelresultaten worden geregistreerd. Het ontbreken van één of meerdere resultaten, leidt tot een vertekend resultaat.

Dit verklaart in zekere zin ook het verschil met het door het CBS vastgestelde afvalscheidingspercentage. Het CBS verkrijgt de cijfers voor haar statistieken van de gemeente. Dat zijn dezelfde cijfers die de gemeente gebruikt. Desondanks ontstaat een verschillende uitkomst. Voor een deel zijn die te verklaren, doordat aan het CBS ook cijfers (op verzoek) worden verstrekt voor afvalstromen, zoals rioolslib en slootvegetatie. Deze laatstgenoemde afvalstromen worden niet binnen het huishoudelijk afval geregistreerd. Daarnaast hanteert de gemeente de meest recente woning-cijfers van de BAG (aantal woningen geschikt voor bewoning). Het CBS hanteert waarschijnlijk een andere rubriek woningen.

Voor de bepaling van het gemeentelijk afvalscheidingspercentage wordt uitgegaan van de gemeentelijke registratie.

De kwartaalrapportage 2014 is hieronder afgedrukt.

afbeelding binnen de regeling