Subsidieregeling opruimen vaste afrasteringen

Toelichting op bijzondere subsidieverordening opruimen vaste afrasteringen boezemkaden.

Algemene toelichting

In 2005 heeft het algemeen bestuur van Wetterskip Fryslan de Beheersvisie oevers en kaden vastgesteld. Als vervolg hierop werd in 2006 een notie opgesteld aangaande het invoeringstraject van de beheersvisie. Ook die notitie werd door het algemeen bestuur vastgesteld. In de genoemde notitie wordt uitgesproken dat er een stimuleringsregeling moet komen waarmee bevorderd wordt dat vaste afrasteringen op boezemkaden worden opgeruimd. Vaste afrasteringen belemmeren namelijk het beheer door het waterschap van de kaden en dan met name de inspectie en het onderhoud. Met deze bijzondere subsidieverordening wordt bevorderd dat verwijdering plaatsvindt van de vaste afrasteringen die het waterschap belemmeren bij het beheer, inspectie en het onderhoud van de kaden.

Artikelsgewijze toelichting

In artikel 1 worden enkele begrippen gedefinieerd.

In artikel 2 wordt de doelstelling van de onderhavige verordening geformuleerd. Afrasteringen belemmeren het beheer van de kaden en dan vooral het onderhoud en de inspectie. Vandaar dat het waterschap graag ziet dat de vaste afrasteringen verdwijnen en –in geval van beweiding- worden vervangen door flexibele afrasteringen.

In artikel 3 is de te subsidiëren activiteit omschreven. Onder opruimen wordt tevens verstaan het volledig afvoeren van de materialen waarvan de afrastering is vervaardigd.

In artikel 4 vindt voor wat betreft de te volgen procedure voor het aanvragen van subsidie een verwijzing plaats naar de Algemene Subsidieverordening.

Ten behoeve van een doelmatige werking van de verordening is er voor gekozen om geen afzonderlijk subsidieverleningsbesluit te nemen. Op basis van de algemene wet bestuursrecht (Awb) en de algemene subsidieverordening is dit namelijk het uitgangspunt. De reden om af te wijken op dit punt van de Awb en de algemene subsidieverordening is dat deze bijzondere subsidieverordening en die hierbij samenhangende voorwaarden niet zodanig ingewikkeld zijn dat een apart subsidie verleningsbesluit noodzakelijk is. Uiteraard vindt er wel controle plaats in hoeverre de afrasteringen daadwerkelijk zijn verwijderd, alvorens de subsidie wordt verstrekt aan de aanvrager.

In lid 3 wordt geregeld dat de in art. 5.1 van de algemene subsidieverordening vermelde stukken niet vergezeld ingezonden hoeven te worden met de aanvraag. De aard van de verordening maakt dit ook niet nodig.

In lid 4 wordt geregeld dat er bij het besluit tot vaststelling van de subsidie tegelijkertijd een keurontheffing wordt verstrekt. Voor het verwijderen van een afrastering van een kering is namelijk, conform artikel 11 lid 1 b. Keur Wetterskip Fryslân, een keurontheffing vereist.

Omdat er geen leges geheven worden bij de verstrekking van de keurontheffing wordt er in de tarieventabel van de legesverordening een uitzondering gemaakt voor de onderhavige keurontheffingen.

In artikel 5 wordt de eigenlijke hoogte van de subsidie vastgelegd. Het gaat om een bedrag van € 1 de strekkende meter afrastering. Expliciet wordt hier genoemd dat een subsidietoekenning alleen ten goede kan komen aan de eigenaar van een perceel waarop de te verwijderen afrasteringen zich bevinden. Dit om eventueel misbruik om in aanmerking te komen voor een subsidie te voorkomen. In verband met bewijstechnische redenen wordt hier dan ook de eigenaar genoemd. Eventueel kan de rechthebbende gebruiker (bijvoorbeeld de pachter) de eigenaar aanspreken op de bijdrage.

Artikel 6

behoeft geen nader toelichting.

Via artikel 7 wordt het dagelijks bestuur in de gelegenheid gesteld nadere regels te geven ten einde een praktische uitvoering van deze verordening mogelijk te maken. Een en ander zal geschieden in de vorm van onder meer standaardformulieren voor aan- en afmelding. Tevens biedt artikel 7 de basis voor mandatering aan de ambtelijke dienst.

Artikel 8

Een periode van vijf jaar wordt voldoende geacht om ten aanzien van het opruimen van afrasteringen de gewenste toestand te bewerkstelligen. 

De artikelen 9 en 10 behoeven geen nadere toelichting.