Verordening benoeming dijkgraaf Wetterskip Fryslân 2019

Het algemeen bestuur van Wetterskip Fryslân,

gelezen het voorstel van de fractievoorzitters van het algemeen bestuur d.d. 24 juni 2019;

gelet op het bepaalde in artikel 46 van de Waterschapswet en in artikel 15 van het Reglement van Wetterskip Fryslân;

voorts gelet op de circulaire van de minister van Infrastructuur en Waterstaat d.d. 23 februari 2018, kenmerk IENW/BSK-2018/45134;

BESLUIT:

Vast te stellen de navolgende ‘Verordening benoeming dijkgraaf Wetterskip Fryslân 2019’.

Artikel 1 Instelling

Het algemeen bestuur stelt ter voorbereiding van de besluitvorming inzake de benoeming van de dijkgraaf een vertrouwenscommissie in.

Artikel 2 Taak

• 1.

  De vertrouwenscommissie heeft tot taak het algemeen bestuur te adviseren over de op te stellen aanbeveling inzake de benoeming van de dijkgraaf.

• 2.

  Na raadpleging van het algemeen bestuur stelt de vertrouwenscommissie daartoe onder meer de profielschets voor de dijkgraaf op en legt deze ter vaststelling voor aan het algemeen bestuur. De vertrouwenscommissie voert de gesprekken met de kandidaten.

Artikel 3 Samenstelling

• 1.

  De vertrouwenscommissie bestaat uit vier leden en is als volgt samengesteld:

  • a.

    twee leden uit het algemeen bestuur, namens de coalitie.

  • b.

    twee leden uit het algemeen bestuur, namens de oppositie.

• 2.

  Het algemeen bestuur benoemt de leden van de vertrouwenscommissie.

• 3.

  De vertrouwenscommissie kiest uit haar midden een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter.

• 4.

  Het dagelijks bestuur vaardigt uit haar midden een adviseur af voor de vertrouwenscommissie

Artikel 4 Bijstand

• 1.

  De vertrouwenscommissie wordt in haar werkzaamheden bijgestaan door de secretaris-directeur als secretaris en mede-adviseur van de vertrouwenscommissie. De secretaris-directeur wijst een ambtenaar aan als ondersteuner/procescoördinator.

• 2.

  In de gevallen waarin de ondersteuner/procescoördinator is verhinderd, voorziet de secretaris-directeur in zijn vervanging.

Artikel 5 Vergaderingen

• 1.

  De vergaderingen van de vertrouwenscommissie zijn besloten.

• 2.

  De vertrouwenscommissie vergadert zo dikwijls als de voorzitter of ten minste twee leden dit noodzakelijk achten.

• 3.

  Van iedere vergadering wordt door secretaris ten minste vier dagen te voren aankondiging gedaan aan de leden van de vertrouwenscommissie.

• 4.

  De vertrouwenscommissie vergadert niet als niet ten minste de helft plus één van het aantal leden, alsmede de secretaris, aanwezig is

• 5.

  De vertrouwenscommissie besluit bij de voorbereiding van een aanbeveling bij meerderheid van uitgebrachte stemmen, waarbij elk lid één stem heeft. De vertrouwenscommissie streeft naar unanimiteit. Het gevoelen van de minderheid wordt in het verslag tot uitdrukking gebracht. Bij het staken van de stemmen over de uit te brengen bevindingen, wordt het nemen van een beslissing uitgesteld tot de volgende vergadering. Is uitstel van de beslissing niet mogelijk of staken de stemmen ook in die volgende vergadering, dan worden geen bevindingen van de vertrouwenscommissie, maar de verschillende meningen in het verslag opgenomen.

Artikel 6 Geheimhouding

• 1.

  De leden van de vertrouwenscommissie hebben geheimhoudingsplicht.

• 2.

  De vertrouwenscommissie legt in elke vergadering, met toepassing van artikel 37 van de Waterschapswet, geheimhouding op over de inhoud van de stukken en het verhandelde ter vergadering.

• 3.

  De vertrouwenscommissie en haar leden verstrekken geen inzage in de stukken en geen informatie over de stukken en over het verhandelde in haar vergadering, noch aan de leden van het algemeen bestuur die geen zitting hebben in de vertrouwenscommissie, noch aan anderen, behoudens ten tijde van de besloten vergadering van het algemeen bestuur waarin de besluitvorming over een aanbeveling tot benoeming aan de orde is.

• 4.

  In de besloten vergadering van het algemeen bestuur, waarin de besluitvorming over een aanbeveling tot benoeming aan de orde is, kan de voorzitter van de vertrouwenscommissie het advies van de vertrouwenscommissie desgewenst toelichten.

• 5.

  De geheimhouding geldt zowel tijdens het bestaan van de vertrouwenscommissie als na haar ontbinding. De leden 1 tot en met 5 zijn van overeenkomstige toepassing op de adviseurs van de vertrouwenscommissie, zijnde een lid van het dagelijks bestuur , de secretaris-directeur en alle andere betrokkenen.

Artikel 7 Verslag

• 1.

  De vertrouwenscommissie brengt over haar werkzaamheden ter zake van de voorbereiding van de aanbeveling tot benoeming verslag uit aan het algemeen bestuur door middel van een verslag van bevindingen. Dit schriftelijke en geheime verslag bevat tenminste:

  • a.

    een weergave van de wijze waarop de vertrouwenscommissie haar werkzaamheden heeft verricht;

  • b.

    een gemotiveerde weergave van de bevindingen van de vertrouwenscommissie;

  • c.

    de vermelding of er sprake is van unanimiteit binnen de vertrouwenscommissie.

• En heeft in ieder geval de volgende bijlage:

• de concept-aanbeveling van de kandidaat;

• 2.

  Indien de vertrouwenscommissie niet tot een unaniem oordeel kan komen, worden de bevindingen die aan het algemeen bestuur aangeboden, vastgesteld bij meerderheid van de uitgebrachte stemmen.

• 3.

  Het gevoelen van de minderheid wordt in het verslag vermeld.

Artikel 8 Ontbinding vertrouwenscommissie

De vertrouwenscommissie wordt geacht te zijn ontbonden met ingang van de dag volgend op die waarop een Koninklijk Besluit tot benoeming is genomen.

Artikel 9 Archivering

• 1.

  De voorzitter van de vertrouwenscommissie en de ondersteuner/procescoördinator dragen er zorg voor dat op het tijdstip bedoeld in artikel 7 alle archiefbescheiden onverwijld in een verzegelde envelop en gerubriceerd als “geheim” worden overgebracht naar de op grond van artikel 36 van de Archiefwet door het algemeen bestuur aangewezen archiefbewaarplaats.

• 2.

  De voorzitter van de vertrouwenscommissie en de ondersteuner/procescoördinator dragen er zorg voor dat van de in het eerste lid bedoelde overbrenging een verklaring van overbrenging als bedoeld in artikel 9 van het Archiefbesluit 1995 wordt opgemaakt. In deze verklaring wordt melding gemaakt van de met toepassing van artikel 15, lid 1 sub a en c, van de Archiefwet 1995 gestelde beperkingen aan de openbaarheid, geldende voor een periode van 75 jaar.

• 3.

  De voorzitter van de vertrouwenscommissie en de ondersteuner/procescoördinator dragen er zorg voor dat alle overige bescheiden en alle kopieën van de in dit artikel bedoelde bescheiden onmiddellijk worden vernietigd.

• 4.

  De overgelegde stukken van de kandidaten worden aangetekend aan hen geretourneerd.

Slotbepalingen

Artikel 10

In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslist de vertrouwenscommissie.

Artikel 11

Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van haar vaststelling.

Artikel 12

Dit besluit kan worden aangehaald als ‘Verordening benoeming dijkgraaf Wetterskip Fryslân 2019’.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van Wetterskip Fryslân van 9 juli 2019,