Regeling vervallen per 21-09-2017

Verordening commissie bezwaarschriften gemeente Wierden

Geldend van 24-02-2009 t/m 20-09-2017

Intitulé

Verordening commissie bezwaarschriften gemeente Wierden

Verordening commissie bezwaarschriften gemeente Wierden

HOOFDSTUK I Begripsbepalingen

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    verwerend orgaan: bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen;

  • b.

    commissie: commissie bezwaarschriften gemeente Wierden;

  • c.

    wet: Algemene wet bestuursrecht;

  • d.

    College: het college van burgemeester en wethouders.

HOOFDSTUK II Behandeling van de bezwaarschriften

Paragraaf 1 De commissie

Artikel 2 Inleidende bepalingen

  • 1. Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op gemaakte bezwaren tegen besluiten van de raad, college en de burgemeester.

  • 2. De commissie is niet bevoegd ten aanzien van bezwaarschriften:

    • a.

      op grond van de regelingen betreffende de rechtspositie van ambtenaren;

    • b.

      op grond van de belastingwetgeving;

    • c.

      op grond van de Wet waardering onroerende zaken.

Artikel 3 Samenstelling van de commissie

  • 1. De commissie bestaat uit twee voorzitters en ten minste vier leden, verdeeld over kamer I en kamer II, die worden benoemd, geschorst en ontslagen door het college van burgemeester en wethouders.

  • 2. Het college benoemt overeenkomstig het eerste lid een genoegzaam aantal plaatsvervangende leden.

  • 3. De voorzitters en de leden mogen geen deel uitmaken van of werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van een gemeentelijk bestuursorgaan en wonen in deze gemeente.

  • 4. De commissie regelt de vervanging van de voorzitter.

Artikel 4 Instelling van kamers

  • 1.

    De commissie bestaat uit twee kamers, te weten kamer I en kamer II, die belast worden met de behandeling van bezwaarschriften.

  • 2.

    In kamer I worden bezwaarschriften behandeld betrekking hebbende op de gebieden RO, bouwzaken, milieu, verkeer, subsidies en algemeen juridische zaken.

In kamer II worden bezwaarschriften behandeld betrekking hebbende op de gebieden sociale zaken, WVG, onderwijs en subsidies.

  • 3.

    Elke kamer bestaat uit ten minste vier leden, te weten:

    • a.

      een voorzitter;

    • b.

      ten minste twee leden;

    • c.

      een plaatsvervangend lid.

  • 4.

    Bij afwezigheid van de voorzitter wordt de vervanging per kamer geregeld.

  • 5.

    Bij afwezigheid van een lid wordt in vervanging voorzien door het plaatsvervangend lid of anders door een lid uit de andere kamer.

  • 6.

    Met betrekking tot de werkwijze van de Kamers is het bepaalde in deze verordening zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 5 Secretaris

  • 1. De secretaris van de commissie en haar kamers is een door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaar.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen een plaatsvervangend secretaris van de commissie en haar kamers aanwijzen.

  • 3. Bevoegdheden van de voorzitter kunnen namens de voorzitter door de secretaris worden uitgeoefend.

Artikel 6 Zittingsduur

  • 1. De voorzitters en de leden van de commissie treden vier jaar na benoeming af en kunnen dan voor een nieuwe periode van maximaal vier jaar worden herbenoemd.

  • 2. De voorzitters en de leden van de commissie kunnen op ieder moment ontslag nemen.

  • 3. De voorzitters en/of de leden van de commissie kunnen door het college worden ontslagen wanneer zij naar het oordeel van het college niet meer geschikt zijn voor de uitoefening van hun functie.

  • 4. De aftredende voorzitters en de aftredende leden van de commissie blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.

Paragraaf II Procedure

Artikel 7 Ingediend bezwaarschrift

  • 1. Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

  • 2. Het bezwaarschrift wordt met de relevante stukken en een door de betreffende afdeling geproduceerd verweerschrift binnen twee weken na datum van ontvangst van het bezwaarschrift in handen van de commissie gesteld.

  • 3. Bij het bericht van ontvangst, als bedoeld in het eerste lid, wordt vermeld dat een commissie over het bezwaar zal adviseren.

  • 4. Indien de afhandeling van een onjuist geadresseerd bezwaarschrift geschiedt door een gemeentelijk bestuursorgaan, wordt de datum van ontvangst bij een onbevoegd gemeentelijk bestuursorgaan beschouwd als de datum van ontvangst bij het bevoegde orgaan.

Artikel 8 Overdracht bevoegdheden

De bevoegdheden ingevolge de artikelen

  • -

    2:1, tweede lid,

  • -

    6:6, voor wat betreft het de indiener stellen van een termijn waarbinnen het verzuim in de zin van het niet voldoen aan de vereisten als gesteld in artikel 6:5 van de wet, kan worden hersteld,

  • -

    6:17, voor zover het betreft de verzending van stukken tijdens de behandeling door de commissie,

  • -

    7:4, tweede lid,

  • -

    7:6, vierde lid,

van de wet worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de voorzitter van de commissie.

Artikel 9 Vooronderzoek

  • 1. De voorzitter van de commissie is in verband met de voorbereiding van de behandeling van het bezwaarschrift bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te doen inwinnen.

  • 2. De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en dezen zo nodig uitnodigen daartoe ter zitting te verschijnen.

Artikel 10 Hoorzitting

  • 1. De voorzitter van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin de belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te doen horen.

  • 2. De voorzitter beslist over de toepassing van de artikelen 7:3 en 7:17 van de wet.

  • 3. Indien de voorzitter op grond van de in het tweede lid genoemde artikelen besluit van het horen af te zien doet hij daarvan mededeling aan:

    • a.

      de belanghebbenden;

    • b.

      het verwerend orgaan;

Artikel 11 Uitnodiging zitting

  • 1. De voorzitter deelt de belanghebbenden en het verwerend orgaan ten minste 2 weken voor de zitting schriftelijk mee, dat zij in de gelegenheid worden gesteld zich te doen horen tijdens de zitting.

  • 2. Binnen drie dagen na dagtekening van de in het eerste lid bedoelde mededeling kunnen de belanghebbenden of het verwerend orgaan, onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen of de behandeling van de zaak een maand uit te stellen.

  • 3. De beslissing van de voorzitter op een verzoek als bedoeld in het tweede lid wordt zo spoedig mogelijk, doch in ieder geval een week voor het tijdstip van de zitting aan de belanghebbenden, het verwerend orgaan meegedeeld.

  • 4. De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen als genoemd in het eerste, tweede en derde lid.

Artikel 12 Quorum

  • 1. Voor het houden van een zitting en voor het uitbrengen van een advies is vereist, dat de voorzitter dan wel zijn plaatsvervanger en minimaal twee leden aanwezig zijn.

  • 2. Het bepaalde in het eerste lid laat onverlet dat het horen kan geschieden door de voorzitter of een lid dat geen deel uitmaakt van en niet werkzaam is onder verantwoordelijkheid van het verwerende orgaan.

Artikel 13 Niet deelneming aan de behandeling

De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift, indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.

Artikel 14 Openbaarheid zitting

  • 1. De zitting van de commissie is openbaar.

  • 2. De deuren worden gesloten indien de voorzitter van de commissie of een van de aanwezige leden het nodig oordeelt of indien een belanghebbende daartoe een verzoek doet.

  • 3. Indien de commissie vervolgens beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten, vindt de zitting plaats met gesloten deuren.

Artikel 15 Schriftelijke verslaglegging

  • 1. Het verslag als bedoeld in de artikelen 7:7 van de wet, vermeldt de namen van de aanwezigen, met daarbij een vermelding van hun hoedanigheid.

  • 2. Het verslag houdt een korte vermelding in van hetgeen over en weer is gezegd en overigens ter zitting is voorgevallen.

  • 3. Indien de zitting geheel of gedeeltelijk met gesloten deuren plaatsvond, of indien belanghebbenden respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.

  • 4. Het verslag verwijst naar de op de zitting overlegde bescheiden, die aan het verslag worden gehecht.

  • 5. Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de commissie.

Artikel 16 Nader onderzoek

  • 1. Indien na afloop van de zitting maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de commissie dit onderzoek houden.

  • 2. De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden toegezonden.

  • 3. De leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de in het eerste lid bedoelde nadere informatie aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist omtrent een dergelijk verzoek.

  • 4. Op een nieuwe hoorzitting, als bedoeld in het derde lid, zijn de bepalingen in deze verordening, die betrekking hebben op de hoorzitting zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 17 Raadkamer en advies

  • 1. De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

  • 2. a. De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.

    • b.

      Indien bij een stemming de stemmen staken dan beslist de stem van de voorzitter.

    • c.

      Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt, indien die

      minderheid dat verlangt.

  • 3. Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.

  • 4. Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie ondertekend.

Artikel 18 Uitbrengen advies en verdaging

  • 1. Het advies wordt, onder medezending van het verslag als bedoeld in artikel 14, en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie, tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift dient te beslissen.

  • 2. Indien naar het oordeel van de voorzitter van de commissie de termijn van tien weken, als bedoeld in artikel 7:10, eerste lid, van de wet, ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies door de commissie en het nemen van een beslissing door het betreffende bestuursorgaan verzoekt hij het in het eerste lid bedoelde bestuursorgaan tijdig de beslissing te verdagen.

  • 3. Van een besluit tot verdaging ontvangen de commissie en de belanghebbenden een afschrift.

HOOFDSTUK III Slotbepalingen

Artikel 19 Onvoorziene gevallen

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslissen burgemeester en wethouders en, als de zaak tijdens een vergadering geen uitstel toelaat, beslist de voorzitter.

Artikel 20 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na het verstrijken van een termijn van vier weken na de datum van haar bekendmaking.

Artikel 21 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening commissie bezwaarschriften gemeente Wierden.

Gemeente Wierden, 2009