Verordening ambtelijke bijstand 2010

Geldend van 07-06-2010 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2010

Intitulé

Verordening ambtelijke bijstand 2010

Verordening ambtelijke bijstand 2010

Artikel 1. Een verzoek om informatie

  • 1. Als een raadslid informatie wil hebben kan hij dat vragen via de griffie. De griffie vraagt een ambtenaar om de informatie. Het raadslid kan ook rechtstreeks contact opnemen met een ambtenaar. Bij een verzoek om informatie moet het gaan om:

    • a.

      eenvoudige informatie over feiten;

    • b.

      lezen van een openbaar document of het krijgen van een kopie daarvan

  • 2. Als de ambtenaar twijfelt of het verzoek echt eenvoudig van aard is, neemt hij contact op met de gemeentesecretaris. De secretaris beslist.

  • 3. Hulp bij het opstellen van een voorstel, amendement, motie of andere bijstand gebeurt door de griffie.

  • 4. Het kan zijn dat de griffie de gevraagde bijstand niet kan verlenen. In dat geval wordt via de secretaris ambtelijke bijstand gevraagd. De secretaris beslist.

Artikel 2. Het verlenen van ambtelijke bijstand

  • 1. De secretaris beoordeelt of ambtelijke bijstand wordt verleend.

  • 2. Hij kan bijstand weigeren als:

    • a.

      het gaat om zaken die niets met het raadswerk te maken hebben;

    • b.

      het belang van de gemeente geschaad kan worden.

    • c.

      het raadslid in dat jaar al vijf keer ambtelijke bijstand heeft gehad. In artikel 5 is dat geregeld.

  • 3. Als de secretaris bijstand weigert, deelt hij dat mee aan het raadslid dat erom heeft gevraagd. Ook stelt hij de griffie op de hoogte. In beide gevallen geeft hij ook de reden van de weigering op.

  • 4. Een ambtenaar verleent bijstand als de secretaris hem dat vraagt.

  • 5. Als de burgemeester of een wethouder daarom vraagt, geeft de secretaris hem een kopie van het verzoek.

  • 6. Als het college of een lid meer wil weten over het verzoek of over het advies dat de ambtenaar heeft gegeven, moet men dat vragen aan het betrokken raadslid en niet aan de ambtenaar.

Artikel 3 Als de secretaris een verzoek om bijstand weigert

Als de secretaris een verzoek om bijstand weigert, kan de griffie of het betrokken raadslid de zaak voorleggen aan de burgemeester. De burgemeester beslist zo spoedig mogelijk.

Artikel 4. Als het raadslid ontevreden is over het resultaat

  • 1. Als een raadslid ontevreden is over de bijstand van een ambtenaar, geeft hij dat door aan de gemeentesecretaris. De secretaris beslist.

  • 2. Als het raadslid het niet eens is met de beslissing van de secretaris, kan hij de zaak voorleggen aan de burgemeester. De burgemeester beslist zo spoedig mogelijk.

Artikel 5. Regeling van het aantal verzoeken

1.Elk raadslid heeft vijf keer per jaar recht op ambtelijke bijstand.

De secretaris houdt per raadslid bij hoeveel keer ambtelijke bijstand is verleend.