Regeling vervallen per 31-12-2013

Beleidsregels subsidies Landelijk Gebied 2009 t/m 2013

Geldend van 01-12-2011 t/m 30-12-2013

Intitulé

Beleidsregels subsidies Landelijk Gebied 2009 t/m 2013

DEFINITIEF

1e wijziging

Burgemeester en wethouders van de gemeente Wierden hebben bij besluit van 22 juni 2010 de op 17 november 2009 vastgestelde Beleidsregels subsidies Landelijk Gebied 2009-2013 gewijzigd.

De wijziging betreft een verruiming van de subsidiemogelijkheden bij herstel van cultuurhistorische elementen (paragraaf 4.2).

De gewijzigde beleidsregels zijn na publicatie vanaf 1 juli 2010 in werking getreden.

2e wijziging

Burgemeester en wethouders van de gemeente Wierden hebben bij besluit van XXXXX de op 17 november 2009 vastgestelde Beleidsregels subsidies Landelijk Gebied 2009-2013 gewijzigd.

De wijziging betreft het verruimen van de mogelijkheden voor Groene Diensten. Omdat de Provincie Overijssel de bijdrage verhoogd heeft van 50% naar 75% ontstaan er meer (financiële-) mogelijkheden. Tot 1 januari 2013 is de regeling Groene Diensten opgengesteld voor het gehele buitengebied van de Gemeente Wierden

De gewijzigde beleidsregels treden na publicatie vanaf 1 december 2011 in werking.

Datum: 17 november 2011

Beleidsregels subsidies Landelijk gebied 2009 t/m 2013

Algemeen kader en uitwerking.

Verantwoording

Opdrachtgever Gemeente Wierden

Projectleider Jan ten Tije (Gem. Wierden)

Projectteam Adriaan Ballast (Gem. Wierden)

Gert-Jan Grievink (Gem. Wierden)

Projectnummer

Datum 17 november 2011

Status Definitief

INHOUD

1. Inleiding 4

1.1 Kader(s) 4

1.2 Leeswijzer 4

2. Systematiek van vergoedingen 5

2.1 De verordening landelijk gebied. 5

2.2 Gebiedsgerichte aanpak (Spakenplan plus) 5

2.2 Niet-gebiedsgerichte aanpak (Vangnet) 5

2.3 Vormen van subsidies. 6

2.4 Werkwijze. 7

2.5 Uitzonderingen. 10

2.6 Aanbestedingsregels. 10

3. Groene subsidies 12

3.1 Plansubsidie. 12

3.2 Aanleg- en/of herstelsubsidie. 15

3.3 Beheersubsidie. 17

4. Rode en gele subsidies. 19

4.1 Plansubsidie. 19

4.2 Herstelsubsidie. 21

5. Aandachtsgebieden. 25

6. Subsidieplafonds 2009 t/m 2013. 26

7. Bijlagen. 27

1. Inleiding

De Gemeente Wierden wil het landschapsbeheer op moderne leest schoeien en in lijn met het provinciaal beleid vormgeven. Daartoe is een systeem van subsidies voor het landelijk gebied uitgewerkt, waarbinnen sprake is van vergoedingen voor activiteiten door particulieren ten aanzien van aanleg, herstel en beheer van landschapselementen en erfbeplantingen.

Het beleid is er op gericht om naast de bestaande grote natuurgebieden en de (Provinciale) Ecologische Hoofdstructuur voldoende kleinschalig landschap te behouden.

In de beleidsregels is bepaald voor welke activiteiten en in welke gebieden subsidie kan worden verkregen voor aanleg, herstel en beheer van landschapselementen op basis van de subsidieverordening Landelijk Gebied.

1.1 Kader(s)

Het Landschapsontwikkelingsplan (LOP) kan worden gehanteerd als ruimtelijk kader. Ook kunnen Uitwerkingsplannen(Reconstructie) of Landinrichtingsplannen voldoende ruimtelijke onderbouwing geven. Alleen als het voorgestelde project afwijkt van de genoemde plannen moet afzonderlijk een ruimtelijke onderbouwing opgesteld worden.

1.2 Leeswijzer

In hoofdstuk 2 wordt nader ingegaan op het systeem van vergoedingen voor aanleg, herstel en beheer van landschapselementen. In hoofdstuk 3 wordt ingegaan op groene subsidies en in hoofdstuk 4 op rode en gele subsidies. In hoofdstuk 5 zijn de opengestelde aandachtsgebieden en de subsidieplafonds tot en met 2013 opgenomen.

2. Systematiek van vergoedingen

Het systeem bestaat uit een verordening, beleidsregels en contracten. De verordening bevat de algemene juridische basis. De beleidsregels vullen de systematiek inhoudelijk in (en aan).

Voorliggende notitie bevat de beleidsregels in het algemeen en de beschrijving van de beschikbare dienstenvergoedingen.

In het vergoedingssysteem bestaat onderscheid tussen aanleg, herstel en beheer. Om de kwaliteit van aanleg te waarborgen komen ook ontwerpkosten en herstelplannen voor vergoeding in aanmerking.

2.1 De verordening landelijk gebied.

De subsidieverordening Landelijk Gebied is de onderlegger en het juridische kader voor deze beleidsregels. De begrippen die in de verordening zijn gedefinieerd zijn ook van toepassing op deze beleidsregels. De beleidsregels zijn aanvullend op de verordening. Dit betekent dat bijvoorbeeld de weigeringsgronden niet zijn overgenomen in deze verordening maar wel van toepassing blijven. In deze beleidsregels zijn ook aanvullende eisen opgenomen waaraan bijvoorbeeld een plan moet voldoen.

2.2 Gebiedsgerichte aanpak (Spakenplan plus)

Niet overal hebben landschaps- en cultuurhistorische elementen dezelfde meerwaarde. Bovendien wil de gemeente alleen contracten afsluiten als zij kan garanderen dat zij de financiële middelen heeft om de subsidie te verlenen. Dit betekent dat de gemeente de subsidie voornamelijk gebiedsgericht wil invoeren: niet overal in de gemeente gaan dezelfde mogelijkheden gelden en niet overal is op hetzelfde moment een dienstenvergoeding verkrijgbaar.

Vanaf 1 december 2011 worden de mogelijkheden uitgebreid, en gelden de subsidievoorwaarden voor 1 jaar voor alle gebieden buiten de bebouwde kom.

De gebieden die vallen binnen de begrenzing van het Uitwerkingsplan Enter komen ook in 2013 aan bod. Dan is er meer duidelijkheid over de verkaveling.

2.2 Niet-gebiedsgerichte aanpak (Vangnet)

De Gemeente Wierden stimuleert de aanleg, het herstel en beheer van landschapselementen en cultuurhistorische objecten middels subsidies. Om te voorkomen dat goede initiatieven verloren gaan, was er een vangnet om naast een gebiedsgerichte aanpak ook mogelijkheden te bieden voor dergelijke initiatieven, die buiten de gebiedsgerichte aanpak vallen. Omdat in 2012 het gehele buitengebied van Wierden onder de opengestelde regelingen valt is het vangnet voorlopig niet relevant tot a januari 2013.

2.3 Vormen van subsidies.

Algemeen.

De gemeente kent twee vormen van subsidies:

1. groene subsidies – gericht op aanleg, herstel en beheer van erfbeplanting en landschapselementen.

2. rode en gele subsidies – gericht op herstel en restauratie van cultuurhistorische bouwkundige elementen.

Nadere omschrijving groene subsidies.

Groene subsidies zijn onder te verdelen in:

1. Groene Diensten: Dit zijn activiteiten op het gebied van landschap, cultuurhistorie en recreatie die de kwaliteit van het landelijk gebied verhogen. Het instrument Groene Diensten wordt in Wierden ingezet om zorg te dragen voor de duurzame beheer van kleinschalige landschapselementen zoals houtwallen, singels en poelen etc.. In individuele gevallen kan de regeling ook gebruikt worden om natuur en/of retentie te realiseren. De meerwaarde in Groene Diensten zit in de continuïteit die gewaarborgd kan worden door het afsluiten van meerjarencontracten.

2. Groene- erven subsidies: Dit zijn vergoedingen voor het aanplanten van streekeigen erfbeplantingen. Gecombineerd met voorlichting om streekeigen beplanting te stimuleren kan door het verlenen van subsidie op de kosten van plantmateriaal richting gegeven worden aan de landschappelijke inpassing van een erf.

De begrippen ‘erfbeplanting’ en ‘landschapselement’ zijn gedefinieerd als:

Erfbeplanting:

Hoogstamfruitbomen, een knip- of scheerheg, één of meerdere (lei-, laan- of solitaire) bo(o)m(en) en/of kleinschalige bosschages, binnen een afstand van 50 meter vanaf de bebouwing.

Landschapselement:

Een streekeigen element in het landschap met een landschappelijke en/of cultuurhistorische betekenis. (erf)Beplanting binnen een afstand van 50 meter vanaf de bebouwing valt niet onder het begrip, voor zover de beplanting niet deel uitmaakt van een element dat ook buiten de 50 meter valt (begint).

Landschapselementen bestaan uit bomen, struiken en/of kruidachtigevegetatie. Een wandelpad, wallichaam of steilrand (met of zonder greppel), en poel vallen eveneens onder het begrip landschapselementen. Rasters ter bescherming van landschapselementen hoort bij een landschapselement.

Het begrip ‘groensingel’ is als volgt gedefinieerd:

Groensingel:

Een aaneengesloten beplanting of een rij (knot)bomen bedoelt als visuele afscherming tussen een gebouw en het omliggende landschap. buiten een afstand van 2 meter vanaf de bebouwing. Een groensingel heeft minimale lengte van 50 meter en een minimale breedte van 4 meter. Raster ter bescherming van de groensingel hoort bij de singel.

Nadere omschrijving rode en gele subsidies.

Het Wierdense buitengebied heeft een groot aantal monumenten, karakteristieke panden en bijzondere (bouwkundige) elementen. Naast het geven van subsidie op aanplant van erven, wil de gemeente Wierden subsidies geven voor het herstellen van cultuurhistorische bouwwerken om het karakteristieke landschap te behouden.

Rode en gele subsidies zijn subsidies op het gebied van landschap en cultuurhistorie voor wat betreft bouwwerken die de kwaliteit van het landelijk gebied verhogen. Het instrument rode subsidies wordt in Wierden ingezet om zorg te dragen voor de beheer en restauratie van cultuurhistorische en karakteristieke gebouwen zoals boerderijen en schuren.

Het zal in geval van de rode component wel moeten gaan om beeldbepalende panden. Hieronder worden ondermeer verstaan karakteristieke/beeldbepalende en monumentale panden. Het is niet de bedoeling dat er subsidie wordt verstrekt voor het opknappen van “nieuwe” woningen enz.

Het instrument gele subsidies wordt in Wierden ingezet om zorg te dragen voor de beheer en restauratie van cultuurhistorische en karakteristieke bouwwerken zoals kookhuisjes en hooibergen etc..

De insteek is om de erven/panden in het Wierdense buitengebied te behouden en middels het verstrekken van subsidies de eigenaren te stimuleren om naast het groene ook de rode en gele elementen op het erf op te knappen. Het uitgangspunt is dan ook om erven/panden waarbij ook initiatieven ten aanzien van het groene component worden ondernomen de hoogste prioriteit te geven.

2.4 Werkwijze.

Algemeen.

De subsidies kunnen worden aangevraagd bij de gemeente. De eigenaar kan schriftelijk of via internet (website) bij de gemeente aangeven op een daartoe bestemd aanvraagformulier voor welk initiatief of initiatieven hij subsidie wil aanvragen. In het aanmeldingsformulier moeten duidelijk de uit te voeren werkzaamheden worden aangegeven en eventueel een schatting/raming van de totale kosten of een offerte van een aannemer worden gedaan.

Indien een initiatief voor subsidie in aanmerking komt, zal een afspraak met de eigenaar worden gemaakt om het initiatief door te spreken, te inspecteren en te beoordelen. Anders volgt een afwijzing.

Sluitingsdatum indiening

Jaarlijks kunnen eigenaren schriftelijk of via internet (website) bij de gemeente aangeven voor welk initiatief of initiatieven hij subsidie wil aanvragen. De sluitingsdatum voor het indienen van de initiatieven is vastgesteld voor elk jaar op 1 november. De aanvragen worden op volgorde van binnenkomst geregistreerd en verwerkt in een lijst. Aan de hand van de toegekende prioriteit en het subsidieplafond van het lopende en komende jaar wordt bepaald welke aanvragen voor subsidie voor het daaropvolgende jaar in aanmerking komen. Na de sluitingsdatum wordt het budget verdeeld. Als er budget over blijft en er goede verzoeken binnen komen na 1 november dan kan in incidentele gevallen toch worden besloten subsidie te verstrekken.

Prioriteitstelling.

Een volledig ingediende aanvraag wordt afzonderlijk geprioriteerd op volgorde van belangrijkheid en met inachtneming van de subsidieplafonds, namelijk:

Voor groene-, gele- en rode- subsidies:

1. Verzoeken voor combinaties van groene-, rode en/of gele- subsidies voor het (cultuurhistorisch) verbeteren van monumenten, geregistreerde karakteristieke panden en de directe omgeving.

2. Verzoeken voor rode en/of gele subsidies voor het (cultuurhistorisch) verbeteren van monumenten, geregistreerde karakteristieke panden en de directe omgeving.

3. Verzoeken voor combinaties van groene-, rode en/of gele- subsidies voor niet- geregistreerde panden ouder dan vijftig jaar, die binnen een aangewezen (Spakenplan-

)gebied voor groene Diensten liggen.

4. Verzoeken voor combinaties van groene-, rode en/of gele- subsidies voor niet- geregistreerde panden ouder dan vijftig jaar, die buiten een aangewezen (Spakenplan-

)gebied voor groene Diensten liggen.

Voor groene diensten:

1. Verzoeken voor subsidie van eigenaren die wandelommetjes realiseren buiten en binnen de aangewezen (Spakenplan-) gebieden voor het duurzaam in stand houden van paden en landschapselementen.

2. Verzoeken voor zeer waardevolle landschapselementen binnen de aangewezen (Spakenplan) gebieden.

3. Verzoeken voor waardevolle landschapselementen binnen de aangewezen (Spakenplan-) gebieden.

4. Verzoeken voor overige landschapselementen binnen de aangewezen (Spakenplan-) gebieden.

5. Verzoeken voor subsidie voor landschapselementen (groensingels) buiten de aangewezen (Spakenplan-) gebieden voor het duurzaam in stand houden van een verplicht gestelde, aangelegde, beplanting. De beplanting moet tot doel hebben het landschappelijk inpassen van een nieuwe agrarische schuur/loods. De schuur/loods mag niet ouder zijn dan 2 jaar.

6. Verzoeken voor subsidies voor landschapselementen buiten de aangewezen (Spakenplan-) gebieden die ingediend zijn of worden voor 1 januari 2013. Na 1 januari 2013 worden nieuwe verzoeken buiten het Spakenplan-gebied niet meer in behandeling genomen.

Aanvragen worden per seizoen beoordeeld. Het seizoen loopt van 1 oktober tot en met 1 mei van het daaropvolgende jaar. Naarmate het plafond in zicht komt, naar verwachting in 2013, kan de prioritering leiden tot afwijzingen.

Middels een geobjectiveerde methode wordt bepaald wat zeerwaardevolle, waardevolle en overige landschapselementen zijn.

Subsidieverlening, voorschot en vaststelling.

Als een initiatief geprioriteerd wordt dan moet er een plan worden opgesteld. Op basis van een ambtelijk goedgekeurd plan wordt subsidie verleend. Na subsidieverlening is een voorschot van maximaal 50% mogelijk. Voorschot is alleen mogelijk op basis van een offerte en na schriftelijke opdrachtverlening van de desbetreffende offerte.

Nadat de initiatiefnemer verantwoording heeft afgelegd wordt gecontroleerd of aan alle eisen is voldaan. De hoogte van de subsidie wordt vastgesteld aan de hand van de oorspronkelijke raming/begroting en de subsidieverlening. Mocht blijken dat de werkelijke kosten (die verantwoord zijn) lager liggen als het bedrag wat in de subsidieverlening staat vermeld dan wordt de subsidie navenant naar beneden bijgesteld. Als de kosten hoger uitvallen dan geldt als maximum het bedrag wat in de verlening staat vermeld, tenzij het een verrekening van BTW betreft of door/namens de gemeente goedgekeurd meerwerk.

Afdragen van verantwoordelijkheid van de aanvrager en Landschap Overijssel.

Landschap Overijssel zorgt voor de afhandeling van de aanvragen. De eigenaar verantwoord de besteding van het geld aan Landschap Overijssel. Dit gebeurt door de eigenaar schriftelijk te laten verklaren dat het werk is uitgevoerd. Voor zover de eigenaar de facturen ontvangt moet de eigenaar de kosten verantwoorden door een kopie van de factuur bij de verklaring mee te sturen. Voor zover Landschap Overijssel de factuur, voor bijvoorbeeld het plantmateriaal, ontvangt is een verklaring van de eigenaar voldoende. Alleen bij groene subsidies voor landschapselementen (Groene Diensten) kan de eigenaar ook een vergoeding krijgen voor het beheer wat door hem zelf uitgevoerd wordt. Bij beheer volstaat een verklaring zonder kopie van een factuur. Landschap Overijssel voert de controle uit op het uitgevoerde werk en rapporteert de resultaten aan de gemeente Wierden.

2.5 Uitzonderingen.

Relatie met andere regelingen.

Er zijn geen of beperkte subsidiemogelijkheden voor projecten die middels een andere overheidsregeling voordelen hebben, te denken valt aan ondermeer:

- Rood voor rood projecten;

- VAB projecten

- SNL of Programmabeheer subsidies

Hierbij geldt dat dergelijke projecten niet in aanmerking komen, tenzij….

Subsidies zijn wel mogelijk als het een uitbreiding van een dergelijk project betreft. In de praktijk zal bij Rood voor Rood en VAB wel subsidies verstrekt worden voor beheer van landschapselementen omdat er dan geen sprake is van stapeling van subsidies. Bij een eigenaar die meedoet aan SNL en/of Programmabeheer kunnen de landschapselementen die buiten die subsidies vallen wel vergoed worden.

Landgoederen.

Er zijn geen Groene Diensten subsidies mogelijk voor landgoederen. Dit geldt voor:

- NSW landgoederen

- “Nieuwe landgoederen”

- Overige landgoederen

Landgoedeigenaren hebben allerlei fiscale voordelen en maken vaak gebruik van Programma Beheer of SNL regelingen. Er zijn dus andere financiële instrumenten waar een landgoedeigenaar gebruik van kan maken. Dit is de reden waarom landgoedeigenaren voorlopig niet in aanmerking komen voor Groene Diensten subsidies. Voor 1-1-2013 wordt bekeken of er alsnog Groene Diensten subsidies verstrekt kunnen worden, afhankelijk van het dan beschikbare budget en de inzichten over nut en noodzaak op dat moment.

2.6 Aanbestedingsregels.

Toepassing.

Het aanbestedingsbeleid van de gemeente Wierden is van toepassing voor werken, diensten en leveringen die uitgevoerd worden met gesubsidieerde middelen. De opdrachten voor de voorbereiding worden verstrekt door de gemeente, dan moeten de aanbestedingsregels nageleefd worden of er moet gemotiveerd worden afgeweken. De opdracht voor de uitvoering wordt altijd verstrekt wordt door de eigenaar, of namens de eigenaar. Bij subsidies is het ook gebruikelijk dat de aanbestedingsregels van de subsidieverstrekker nageleefd worden, in dit geval de gemeente Wierden. In enkele gevallen wordt er afgeweken van de aanbestedingsregels van de gemeente Wierden.

Afwijkingen.

Het college van Burgemeester en Wethouders kan afwijken van het aanbestedingsbeleid. In de volgende gevallen wordt afgeweken op het aanbestedingsbeleid, namelijk:

1. Als het subsidiebedrag lager of gelijk is aan 50% van de begrootte kosten (inclusief grondafwaardering bij Groene Diensten). In de praktijk kan zonder aanbesteding, op basis van één (of meerdere) offerte(s), een werk gegund kan worden voor zover er géén landelijke of Europese verplichting(en) geldt/gelden voor aanbesteding.

2. Voor diensten die uitgevoerd worden door een vereniging of stichting zonder winstoogmerk. Deze verenigingen of stichtingen geven adviezen op het gebied van gebouwen, cultuurhistorie en/of landschap. In de praktijk kan zonder aanbesteding, op basis van één offerte, een dienst gegund kan worden aan de Landschap Overijssel, het Oversticht en/of de Monumentenwacht. Dit is mogelijk voor zover er géén landelijke of Europese verplichting geldt voor aanbesteding.

3. Voor diensten die afgenomen worden bij Landschap Overijssel. De organisatie (Landschap Overijssel) gezien kan worden als “ verlengstuk” van de overheid.

Motivatie.

De redenen (motivatie) om af te wijken van het aanbestedingsbeleid zijn:

1. De eigen bijdrage van de opdrachtgever (subsidiënt) bedraagt minimaal 50%. De opdrachtgever heeft er zelf ook alle belang bij om een zo laag mogelijk prijs af te dwingen. Daarnaast zijn de opdrachtgevers (particulieren en agrariërs) vaak niet bekend met de wijze waarop volgens het aanbestedingsreglement moet worden uitgevoerd. Dit zou drempels op kunnen werpen om af te zien van het aanleggen en verbeteren van landschappelijke- en cultuurhistorische elementen en het (cultuurhistorisch) herstellen van gebouwen. Hierdoor komen de, door de gemeente, gestelde doelen in gevaar.

2. De genoemde organisaties zijn overheidsgelieerd en hebben specifieke kennis en ervaring in huis die niet of nauwelijks aanwezig zijn bij marktpartijen.

3. Landschap Overijssel heeft onderzocht in hoeverre het mogelijk is dat ze kunnen voldoen aan de eisen die gesteld worden om gezien te worden als “eigen dienst”. Naar inzicht van Landschap Overijssel moeten ze gezien worden als verlengstuk van de overheid.

Bijzonderheden binnen de werkingsfeer van het aanbestedingsbeleid.

Overeenkomstig het aanbestedingsbeleid kunnen diensten en werken aan de Soweco NV gegund worden zonder dat er meerdere offertes worden opgevraagd (artikel 4.3 aanbestedingsbeleid).

Opdrachten tot € 5.000,= kunnen gegund worden aan één aannemer om aanbestedingskosten te voorkomen en slagvaardig te kunnen handelen. Boven de € 5.000,= wordt in principe aanbesteed, tenzij het de Soweco NV betreft.

3. Groene subsidies

3.1 Plansubsidie.

Plan.

Omdat veel afhankelijk is van goede planvorming worden plannen gesubsidieerd. Een plan is een plan voor aanleg en/of voor herstel en/of beheer van landschapselementen of erfbeplantingen.

Gecombineerde plannen voor erven, Groene diensten komen eveneens voor plansubsidie in aanmerking.

Welke erven en landschapselementen komen voor subsidie in aanmerking?

In principe komen alleen erven en landschapselementen in aanmerking voor subsidie die binnen een aangewezen aandachtsgebied liggen. Voor 2012 geldt dat ook erven en landschapselementen buiten de aangewezen Spakenplan gebieden in aanmerking komen.

Alle erven buiten de bebouwde kom (buitengebied) komen ook in aanmerking voor subsidie. Wel wordt er geprioriteerd.

Een totaalplan waarbij ook rode en gele elementen gerealiseerd worden en/of landschapselementen gerealiseerd of behouden worden heeft meer waarde dan een plan wat alleen gericht is op bijvoorbeeld het gebouw. Het ensemble tussen gebouwen en landschapselementen bepaalt namelijk in hoge mate het landschap.

Niet alle elementen zijn in elk landschapstype gewenst, vandaar dat in het Landschaps Ontwikkelingsplan (waaronder het uitvoeringsplan) is aangegeven wat op welke plek/locatie gewenst is. In enkele gebieden is het behouden van zichtlijnen als belangrijk omschreven. Daar is het realiseren van beplanting ook minder gewenst.

De landschapselementen worden op kaart aangegeven. Per element wordt aangegeven in hoeverre het belangrijk wordt geacht en welke prioriteit er aan toegekend wordt. De kaart en de prioriteitenlijst vormen tezamen een landschapsplan. De elementen die op het landschapsplan staan komen op volgorde van belangrijkheid in aanmerking voor subsidie. Is er nog geen landschapsplan voor een aandachtsgebied dat opengesteld is voor subsidie dan wordt er steeds een individuele beoordeling gemaakt.

Plantoetsing.

Het plan wordt uiteindelijk door de gemeente getoetst op:

- het advies van de ervenconsulent (indien gemaakt);

- het bestemmingsplan;

- andere gemeentelijke beleidskaders;

- haalbaarheid (o.a. financieel, eigendom etc.)

• Uitvoerbaarheid

- het authentieke/cultuurhistorische karakter van het ontwerp;

- de opbouw van de tekeningen:

• Is de tekening op schaal;

• Is de tekening noord georiënteerd of staat er een noordpijl op;

• Is de bestaande situatie inzichtelijk gemaakt;

• Is de nieuwe situatie inzichtelijk gemaakt;

• Staan de plantsoorten, hoeveelheden, plantafstanden en plantverbanden en de wijze van menging van het plantsoen op tekening.

- of de benodigde vergunningen zijn aangevraagd, bijvoorbeeld:

• omgevingsvergunning voor het kappen Kapontheffing;

• omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk of werkzaamheid geen gebouw zijnde ( voormalige aanlegvergunning).

- kostenbegroting.

De subsidieverlening of vaststelling kan naar beneden worden bijgesteld of afgewezen als:

- het niet voldoet aan de voorwaarden die gesteld zijn in de subsidieverordening Landelijk Gebied;

- er ongemotiveerd is afgeweken op het advies van de ervenconsulent (indien van toepassing);

- de argumentatie waarom afgeweken is op het advies van de ervenconsulent niet steekhoudend is(indien van toepassing);

- het plan niet (financieel) haalbaar is en/of niet uitvoerbaar is;

- het plan niet het cultuurhistorische karakter gewaarborgd;

- de opbouw van de tekening niet voldoet;

- de benodigde vergunningen herroepelijk zijn of niet zijn aangevraagd.

- geen deugdelijke begroting is verstrekt.

Opbouw van het subsidiebedrag.

Per onderdeel kan er subsidie worden verleend op basis van onderstaande drempel- en maximum bedragen en de methode waarop het subsidiebedrag wordt berekend. In de onderstaande tabel staat een overzicht hoe een subsidiebedrag wordt bepaald. In het overzicht wordt onderscheid gemaakt in gebundelde en ongebundelde aanvragen. Gebundelde aanvragen zijn aanvragen waarbij een aantal deelnemers hun verzoek bundelen tot een grotere aanvraag waardoor administratie en afhandelingskosten beperkt worden. Groene Diensten is een provinciale/gemeentelijke subsidieregeling voor landschapselementen.

Tabel: Plan - subsidies.

Onderdelen Drempelbedrag Maximum Methode (op basis van

een ..)

Erven (ongebundeld) € 50,= € 750,= per aanvraag Eenmalige vergoeding: 30% van de genormeerde* plantmateriaalkosten

Erven (gebundeld) (deze subsidie is uitsluitend bestemd voor de ANV de Reggestreek) € 0,= Geen Eenmalige vergoeding: 30% van de genormeerde* plantmateriaalkosten

Groene Diensten aanleg-en herstelplannen (uitsluitend bestemd voor Landschap Overijssel) € 0,= Geen Eenmalige vergoeding: 15% van de genormeerde kosten*

Groene Diensten beheerplannen (uitsluitend bestemd voor Landschap Overijssel) € 0,= Geen Jaarlijkse vergoeding: 15% van de jaarvergoedingen

* (ge)normeerde kosten zijn kosten die bepaald zijn op basis van de catalogus Groene Diensten, aanschafprijzen beplanting of normen uit het Normenboek Natuur, Bos en Landschap 2006 vastgelegd in een verkorte normenlijst van de Gemeente Wierden.

De subsidie (c.q. kosten) voor de ervenconsulent, de ANV de Reggestreek en Landschap Overijssel worden rechtstreeks betaald aan de betreffende stichting of vereniging.

Mogelijkheden en beperkingen

De vergoeding moet ook worden aangewend om de aanbieder van de Groene Dienst (de bewoner/agrariër) te ontlasten van het invullen van de benodigde formulieren en een eventuele omgevingsvergunningaanvraag.

De vergoeding wordt eveneens aangewend voor het ondersteunen van aanbieders van Groene Diensten en de controle op het uitgevoerde werk door Landschap Overijssel.

De vergoeding geldt niet voor plannen:

- die opgesteld worden buiten de Spakenplangebieden, en na 1 januari 2013 zijn ingediend;

- die in het kader van Rood voor Rood opgesteld worden;

- die vallen buiten de werkingssfeer van deze beleidsregels;

3.2 Aanleg- en/of herstelsubsidie.

Aanleg en/of herstel.

Voor groene- erven en groensingels is er de mogelijkheid om een aanlegsubsidie te verkrijgen voor de aanschaf van plantmateriaal. Voor Groene Diensten is er de mogelijkheid voor aanleg- en/of herstel subsidie voor de kosten van arbeid, materieel en (plant)materiaal.

Toetsing.

De uitvoering wordt uiteindelijk door de gemeente getoetst aan:

- eerder ingediende subsidieaanvragen;

- het goedgekeurde plan (inclusief genormeerde-begroting);

- overheidsregels;

- de ingevulde eigen verklaring;

- offerte’s en nota’s.

De subsidie kan worden afgewezen als:

- de aanvrager twee keer eerder (binnen 5 jaar) subsidie heeft gekregen op basis van een subsidieregeling voor landschapselementen, ongeacht de het doel/bestemming van de subsidie.

- de aanvraag buiten een Spakenplan gebied valt, met uitzondering van de aanvragen voor 1 januari 2013;

- de aanvraag niet past binnen gemeentelijk beleid;

De subsidie wordt afgewezen als:

- de subsidie lager uitvalt dan het drempelbedrag (per onderdeel);

- de aanvraag voor Groene Diensten te klein van omvang is (jaar vergoeding <250 euro of totaal eigendom <5000m2)

De subsidie wordt naar beneden bijgesteld of afgewezen als:

- blijkt dat er minder kosten zijn gemaakt;

- de subsidie hoger uitvalt dan het maximum bedrag (per onderdeel);

- het plan niet (volledig) is uitgevoerd;

- de gevraagde gegevens, zoals offerte’s en nota’s niet zijn/worden aangeleverd;

- gehandeld is in afwijking op adviezen van Landschap Overijssel of de ervenconsulent;

- niet voldaan is aan de regels uit deze beleidsregels of Provinciale Regels;

- er niet aan de voorwaarden is voldaan;

- er niet integer gehandeld is;

- de (onder)grond, drie jaar voor de datum van de aanvraag, bestemd is als natuur of bos (van toepassing bij het afwaarderen van grond).

- de kosten substantieel (10% tot 15%) hoger uitvallen dan een door de gemeente opgestelde raming (op basis van de normenlijst van de gemeente Wierden of de Catalogus Groene en Blauwe Diensten). Met uitzondering van de in concurrentie en door Landschap Overijssel aanbestede werken.

Opbouw van het subsidiebedrag.

Per onderdeel kan er subsidie worden verleend op basis van onderstaande drempel- en maximum bedragen en de methode waarop het subsidiebedrag wordt berekend. In de onderstaande tabel staat dit aangegeven. De bedragen gelden per aanvrager. In principe mag een eigenaar of pachter mag niet binnen een periode van vijf jaar meer dan één aanvraag indienen.

Tabel: Aanleg- en/of herstel - subsidies.

Onderdelen Drempelbedrag Maximum Methode (op basis van ..)

Erven (ongebundeld) € 250,= € 750,= per aanvraag werkelijk kosten voor plant materiaal

Erven (gebundeld) € 250,= Geen werkelijk kosten voor plant materiaal

Aanleg groensingel € 250,= € 7.500,= per aanvraag werkelijk kosten voor plant materiaal

Grondafwaardering (onderdeel van aanlegsubsidie) € 250,= € 40.000,= per hectare (indien aangewezen) Berekend middels de methode uit de catalogus GBD

Aanleg en herstel landschapselementen. € 250,=

(minimaal 5.000m2 grond in gebruik) € 20.000,= per gebruikgerechtigde Werkelijke kosten

* (ge)normeerde kosten zijn kosten die bepaald zijn op basis van de catalogus groene Diensten, aanschafprijzen beplanting of normen uit het Normenboek Natuur, Bos en Landschap 2006 vastgelegd in een verkorte normenlijst van de Gemeente Wierden.

De subsidie voor grondafwaardering wordt opgeteld bij de aanlegsubsidie en wordt als aanlegsubsidie uitgekeerd. De drempel- en maximum bedragen gelden per onderdeel.

Mogelijkheden en beperkingen

De volgende regels zijn van toepassing voor aanleg en/of herstel subsidies:

De subsidies zijn alleen mogelijk:

- binnen de Spakenplan(-plus) gebieden.

- tot 1 januari 2013 is de Groene Diensten regeling voor één jaar open gesteld voor het gebied buiten de bebouwde kom. Dit geldt met terugwerkende kracht ook voor aanvragen die geregistreerd zijn vanaf 1 januari 2009.

- “Vangnet initiatieven”, in de praktijk bij:

- nieuw- of aanbouw van een gebouw;

- een, bij de gemeente, geregistreerd karakteristiek of monumentaal pand.

- Grondafwaardering is incidenteel mogelijk bij landschapselementen die door burgemeester en wethouders als zodanig zijn aangewezen op een kaart en die vallen binnen de begrenzingen van het landinrichtingsgebied Rijssen of het uitwerkingsplan Enter.

- Grondafwaardering bij natuurbouw is incidenteel mogelijk als Burgemeester en Wethouders van Wierden een separaat besluit hebben genomen op de aanvraag.

3.3 Beheersubsidie.

Beheer.

Voor beheer van groensingels en landschapselementen is er de mogelijkheid om een beheersubsidie in het kader van Groene Diensten.

Toetsing.

De uitvoering wordt uiteindelijk door de gemeente, getoetst aan:

- het goedgekeurde plan (inclusief genormeerde - begroting);

- overheidsregels;

- de ingevulde eigen verklaring.

De subsidie wordt afgewezen als:

- de aanvraag buiten een aandachtsgebied valt, en ingediend is na 1 januari 2013

- De subsidie lager uitvalt dan het drempelbedrag (per onderdeel)

- de aanvraag voor Groene Diensten te klein van omvang is (jaar vergoeding <250 euro of totaal eigendom <5000m2)

De subsidie kan naar beneden worden bijgesteld of afgewezen als:

- er minder kosten zijn gemaakt;

- de aanvraag niet past binnen gemeentelijk beleid;

- blijkt dat niet alle subsidiabele activiteiten zijn uitgevoerd;

- de subsidie hoger uitvalt dan het maximum bedrag (per onderdeel);

- het plan niet (volledig) is uitgevoerd;

- de gevraagde gegevens, zoals offerte’s en nota’s niet zijn/worden aangeleverd;

- gehandeld is in afwijking op adviezen van Landschap Overijssel of de ervenconsulent;

- niet voldaan is aan de regels uit deze beleidsregels of provinciale regels;

- er niet aan de voorwaarden is voldaan;

- er niet integer gehandeld is;

- de (onder)grond, drie jaar voor de datum van de aanvraag, bestemd is als natuur of bos (van toepassing bij het afwaarderen van grond).

Opbouw van het subsidiebedrag.

Per onderdeel kan er subsidie worden verleend op basis van onderstaande drempel- en maximum bedragen en de methode waarop het subsidiebedrag wordt berekend:

Tabel: beheer - subsidies.

Onderdeel Drempelbedrag Maximum Methode (op basis van ..)

Beheer € 250,= per jaar per gebruiksgerechtigde (minimaal 5.000m2 grond in gebruik) € 5.000,= per jaar per gebruikgerechtigde -Genormeerde kosten uit de catalogus GBD

Mogelijkheden en beperkingen

- Gebruiksgerechtigden moeten minimaal 5.000m2 aan grond in beheer hebben.

- Voor beheerssubsidies wordt jaarlijks een vast bedrag uitbetaald. Aan het eind van een vaste, in de overeenkomst vastgelegde periode (in de regel om de zeven of acht jaar), vindt er een verrekening plaats aan de hand van de normen uit de catalogus Groene Diensten. Dit kan leiden tot een bijstelling van het subsidiebedrag voor de daaropvolgende periode(s).

- De subsidies zijn alleen mogelijk binnen de aandachtsgebieden:

- de Spakenplan(-plus) gebieden.

- Buiten de bebouwde kom voor het jaar 2012, dan is de Groene Diensten regeling voor één jaar open gesteld voor het gebied buiten de bebouwde kom.

- “Vangnet initiatieven”, landschapselementen bij eigenaren die recent (tot 2 jaar na bouwvergunning) een bedrijfspand hebben gebouwd en/of een geregistreerde karakteristieke pand bezit.

De overeenkomst.

- Per gebruiksgerechtigde wordt een overeenkomst opgesteld.

- De overeenkomst wordt opgesteld voor een periode van twintig jaar.

- In de overeenkomst worden vaste periodes opgenomen waarna opnieuw bepaald wordt hoe hoog de vergoeding voor de daaropvolgende periode wordt.

- In de overeenkomst wordt verwezen naar een werkplan dat wordt opgesteld door Landschap Overijssel.

- In de overeenkomst wordt verwezen naar de beleidsregels die gelden op het moment dat de overeenkomst wordt getekend.

4. Rode en gele subsidies.

4.1 Plansubsidie.

Plan.

De plansubsidie is bedoeld om de kosten te dekken voor ondermeer advies, voorlichting en controle van rode en gele subsidies.

Voor cultuurhistorische elementen geldt dat er altijd een herstelplan gevraagd wordt. De Monumentenwacht stelt het herstelplan op. Het opstellen van een dergelijk herstelplan wordt gesubsidieerd. Met het herstelplan in de hand kan de aanvrager zijn plan verder uitwerken en een aannemer uitkiezen.

De gesprekken, inspectie en beoordeling wordt gedaan door de Monumentenwacht in opdracht van de gemeente. De vergoeding is enkel voorbehouden aan De Monumentenwacht.

Welke rode en gele elementen komen voor subsidie in aanmerking?

De rode elementen die voor subsidie in aanmerking komen zijn de cultuurhistorische en karakteristieke gebouwen zoals boerderijen en schuren.

Het zal in geval van de rode component wel moeten gaan om beeldbepalende objecten/panden. De gele elementen die voor subsidie in aanmerking komen zijn de cultuurhistorische en karakteristieke bouwwerken zoals kookhuisjes en hooibergen etc..

Om te bepalen of het gaat om een beeldbepalende (karakteristieke) pand wordt gebruik gemaakt van de inventarisatielijst door Het Oversticht opgesteld ten behoeve van het bestemmingsplan Buitengebied 2009. Gaat het om een bouwkundige element (hooiberg enz.) dat niet voorkomt op bovengenoemde lijsten en/of niet is gesitueerd op een erf zal vooraf een beoordeling plaatsvinden om te bepalen of het voor subsidie in aanmerking kan komen. Voor de monumenten wordt verwezen naar de monumentenlijsten.

Panden die niet op bovengenoemde lijsten voorkomen maar ouder zijn dan vijftig jaar en een cultuurhistorische waarde hebben kunnen eventueel voor subsidie in aanmerking komen.

Door Het Oversticht zal in dat geval vooraf een inspectie plaatsvinden om te bepalen of het cultuurhistorische waarde heeft en voor subsidie in aanmerking kan komen.

Opbouw van het subsidiebedrag

Geïnteresseerden laten door de Monumentenwacht, een herstelplan opstellen. De plansubsidie bestaat uit een vergoeding van maximaal 10 uur (adviesuren + opstellen herstelplan) voor het betreffende initiatief.

Tabel: subsidies.

Drempelbedrag Maximum Methode

Opstellen herstelplan (incl. advies) t.b.v. gele subsidies door Monumentenwacht. Geen € 1.125,= 15 adviesuren

Opstellen herstelplan

t.b.v. rode subsidies door Monumentenwacht. Geen € 750,= 10 adviesuren

Mogelijkheden en beperkingen

Plansubsidie is niet mogelijk voor plannen en initiatieven die vallen buiten de werkingssfeer van de beleidsregels. De vergoeding is eveneens bedoeld om de initiatiefnemer (bewoner/eigenaar/agrariër) te ontlasten van het invullen van de benodigde formulieren en een eventuele omgevingsvergunning - aanvraag.

Uitbetaling van de subsidie.

In de praktijk zal blijken dat de subsidiabele uren voldoende zijn per initiatief. Als de kosten hoger blijken te zijn dan de maximale subsidie dan worden deze in mindering gebracht op de te verlenen herstelsubsidie. Als de aanvrager uiteindelijk afziet van het realiseren van het plan dan worden de, door de Gemeente, gemaakte externe kosten niet in rekening gebracht .

4.2 Herstelsubsidie.

Herstel.

Voor herstel van cultuurhistorische elementen is er de mogelijkheid om een herstelsubsidie te verkrijgen voor de aanschaf van materiaal en is er de mogelijkheid voor herstelsubsidie voor de kosten van arbeid en materiaal.

Toetsing van het verzoek om herstelsubsidie.

Het plan wordt uiteindelijk door de Gemeente getoetst op:

- het advies (herstelplan) van de Monumentenwacht;

- het bestemmingsplan;

- uit te voeren werkzaamheden;

- andere Gemeentelijke beleidskaders;

- haalbaarheid (o.a. financieel, eigendom etc.)

- uitvoerbaarheid, ondermeer:

• belemmeringen;

• staat van het onderdeel;

• Etc.

- het authentieke/cultuurhistorische karakter van het ontwerp.

- de opbouw van de tekening:

• Is de tekening op schaal;

• Is de tekening noord georiënteerd of staat er een noordpijl op;

• Is de bestaande situatie inzichtelijk gemaakt;

• Is de nieuwe situatie inzichtelijk gemaakt;

• Etc.

Het plan wordt afgewezen als:

- het advies van de Monumentenwacht onvoldoende verwerkt is in het plan;

- het niet past binnen juridische en/of gemeentelijke beleidskaders;

- het plan niet uitvoerbaar is;

- de opbouw van de tekening niet voldoet.

- het plan niet leidt tot herstel en beheer van de authentieke/cultuurhistorische waarde van het object;

- het object is gelegen binnen de bebouwde kom.

De subsidie wordt naar beneden bijgesteld of afgewezen als:

- het plan niet is uitgevoerd;

- de aanvraag niet past binnen gemeentelijk beleid;

- de gevraagde gegevens, zoals offerte’s en nota’s niet zijn/worden aangeleverd;

- gehandeld is in afwijking op adviezen van monumentenwacht;

- er niet aan de voorwaarden is voldaan;

- de gemaakte kosten lager liggen dan de geraamde/begrootte kosten.

- er niet integer gehandeld is.

Toetsing.

De uitvoering wordt uiteindelijk door de gemeente getoetst aan:

- het goedgekeurde plan (inclusief genormeerde-begroting);

- overheidsregels;

- de ingevulde eigen verklaring;

- offerte’s en nota’s.

Opbouw van het subsidiebedrag

De herstel-subsidiebijdrage voor cultuurhistorische elementen (gele subsidies) bestaat uit een vergoeding van maximaal 50 % van de door burgemeester en wethouders subsidiabel gestelde kosten (arbeid + materiaal) voor het betreffende project. Een hogere bijdrage dan 50% is mogelijk naarmate het maatschappelijk belang van het herstel van de cultuurhistorische elementen groter is. Hierbij kan gedacht worden aan het herstellen van bijvoorbeeld: aardappelkelders, hooibergen etc.. Voorbeelden van deze subsidiabele elementen zijn opgenomen in de bijlage.

De subsidiebijdrage bedraagt ten hoogste € 10.000,-- per object.

De herstel-subsidiebijdrage voor cultuurhistorisch elementen (rode subsidies) zijnde grotere gebouwen bestaat uit een vergoeding van maximaal 20 % van de door burgemeester en wethouders subsidiabel gestelde kosten (arbeid + materiaal) voor het betreffende project. Hierbij kan gedacht worden aan het verbeteren van bebouwing zoals schuren of woningen door cultuurhistorische verbeteringen aan te brengen bijvoorbeeld: rieten daken, luiken, etc..

Voorbeelden zijn opgenomen in de bijlage.

De subsidiebijdrage bedraagt ten hoogste € 6.000,-- per object.

Tabel: subsidies.

Drempelbedrag Maximum Methode

gele subsidies Cultuurhistorische landschapselementen € 500,= Maximale subsidie € 10.000,-- per

object. Basissubsidie: 50% van de subsidiabele kosten

Verhoging*) subsidie mogelijk met:

10% : element openbaar toegankelijk

5% : element is goed zichtbaar vanaf de openbare weg

10% : element maakt

onderdeel uit van een ensemble

5% : element is zeldzaam 20% : element in

eigendom bij een ideële stichting of

vereniging.

rode subsidies Cultuurhistorische elementen (bebouwing). € 500,= Maximale subsidie € 6.000,- per object. 20 % van de subsidiabele kosten.

*) Voor de beoordeling i.v.m. verhoging van de subsidie kan Het Oversticht om advies worden gevraagd.

Mogelijkheden en beperkingen

Eigen werkzaamheden zijn niet subsidiabel, materiaalkosten wel. De beoordeling of de eigen werkzaamheden op een juiste en deugdelijke wijze wordt uitgevoerd is ter beoordeling van de Monumentenwacht.

Voor regulier schilderwerk aan cultuurhistorische elementen (bebouwing) wordt geen subsidie verleend (valt niet onder de subsidiabele kosten)..

Subsidieverlening

Een offerte van een aannemer zal worden beoordeeld en worden gebruikt voor de subsidieverlening. Op basis van het herstelplan van de Monumentenwacht en een begroting van de aannemer zullen de subsidiabele kosten worden bepaald.

De hoogte van de subsidiabele kosten worden bepaald en de aanvrager ontvangt een beschikking daarna kunnen de werkzaamheden worden uitgevoerd.

Vaststelling van de subsidie.

Uitbetaling van de subsidie gebeurt nadat de uitvoering is goedgekeurd door de Gemeente en de Monumentenwacht.

De vaststelling gaat dus op basis van de eindcontrole en ook op basis van de ingediende facturen van de uitgevoerde werkzaamheden. Indien de kosten voor de uitgevoerde werkzaamheden lager uitvallen dan de begrote subsidiabele kosten zal de uiteindelijke subsidie worden gebaseerd op de werkelijke kosten. Na afloop van de werkzaamheden zal een eindcontrole plaatsvinden en als de werkzaamheden zijn uitgevoerd zoals overeengekomen dan wordt de subsidie betaald.

5. Aandachtsgebieden.

De volgende aandachtsgebieden zijn benoemd voor de periode 2009 t/m 2013:

- Uitwerkingsplan Enter (Spakenplan). Op kaart aangegeven met donkergroen. Voor alle subsidievormen.

- Overige gebieden buiten de bebouwde kom tot 31 december 2012 voor Groene Diensten.

- Overige gebieden buiten de bebouwde kom voor rode-, gele- en groene erven subsidies (niet Groene Diensten) tot 31 december 2013.

- Overige gebieden buiten de bebouwde kom bij groensingels om een recent bouwwerk landschappelijk in te passen (Groene Diensten), tot 31 december 2013.

- Overige gebieden buiten de bebouwde kom bij aanvragen voor wandelpaden inclusief de landschapselementen (per eigenaar), tot 31 december 2013.

De volgorde en prioriteiten staan vermeld in dit document en de bijlage. De hoogste prioriteit ligt over het algemeen bij een Spakenplan gebied. Dit gebied staat op kaart aangegeven in de bijlagen.

6. Subsidieplafonds 2009 t/m 2013.

De volgend subsidieplafonds zijn van toepassing voor de periode 2009 t/m 2013:

Omschrijving – aandachtsgebied Bijdrage Gem. Plafonds totaal

Streekeigen Huis en Erf- Cultuurhistorische elementen(1) Tot en met 2013 € 37.375,= € 74.750,=

Streekeigen Huis en Erf- Bebouwing (2) Tot en met 2013 € 115.625,= € 231.250,=

Streekeigen huis en erf – groene erven (1) Tot en met 2013 € 41.778,= € 167.115,=

Streekeigen huis en erf – aanleg landschapselementen Tot en met 2013 € 58.250,= € 233.000,=

Groene Diensten aanleg en herstel, Uitwerkingsplan Enter (2) Tot en met 2013 € 141.500,= € 566.000,=

Groene Diensten aanleg en herstel , buitengebied Wierden (2) Tot en met 2012 € 57.500,= € 559.800,=

Groene Diensten beheer, Uitwerkingsplan Enter (2) Tot en met 2013 € 110.925,= € 443.700,=

Groene Diensten beheer, buitengebied Wierden (2) Tot en met 2012 € 122.400,= € 489.600,=

Groene Diensten grondafwaardering Per project Per project

Totaal plafond: € 685.353,= € 2.765.215,=

(1) = mede mogelijk gemaakt met Europese- en Provinciale subsidie (2)= mogelijk gemaakt met Provinciale subsidie

Een subsidieaanvraag wordt onder andere getoetst op basis van de bovenstaande plafonds. Als een aanvraag het plafond dreigt te overschrijden dan wordt de aanvraag afgewezen.

7. Bijlagen.

De volgende bijlagen maken integraal deel uit van deze beleidsregels en moeten ook als zodanig als beleidsregel gezien worden:

- Lijst met voorbeelden van cultuurhistorische elementen die voor 50% herstelsubsidie in aanmerking komen (gele subsidies);

- Lijst met voorbeelden van herstelwerkzaamheden waarvoor een herstelsubsidie van 20% mogelijk is ten behoeven grotere cultuurhistorische elementen/gebouwen (rode subsidies).

- Vergoedingenlijst Groene Diensten Gemeente Wierden

- Kaarten: verdeling Groene Diensten (per jaar).

Lijst met voorbeelden (kleine) cultuurhistorische elementen (gele subsidies).

* Kookhuisje

* Put

* Hooiberg

* Huusie (buitentoilet)

* Schaapskooi

* Aardappelschuur

* Varkenshok (klein)

* Markesteen

* Landweer

* Diepvrieshuisje

* Poort/toegangshek

* Schuilkelderschuur

* Grafheuvel

* Fruitmuur/tuinmuur

* Specifieke andere sporen van het verleden (bv. schuilplaatsen WOII)

* Andere, nog nader te bepalen elementen

Lijst met voorbeelden van herstelwerkzaamheden waarvoor een herstelsubsidie van 20% mogelijk is ten behoeve van grotere cultuurhistorische elementen/gebouwen (rode subsidies).

- herstel en vernieuwen van rieten daken (met deklatten en beperkt herstel van sporen);

- herstel en vernieuwen van dakvlakken gedekt met pannen, leien (met deklatten en beperkt herstel van sporen), lood, zink of koper ;

- herstel van goten (in zink,koper of lood) inclusief bijbehorende hemelwaterafvoeren; het aanbrengen van goten;

- herstel van buitenkozijnen, buitendeuren, raampartijen, luiken, stoepen, roedenverdeling en lijstwerk;

- herstel van windveren, schoorstenen, kapellen, hoek- en keperlood;

- inboeten, beperkt herstel muurwerk en opvoegen of pleisteren van gevels;

- behandeling van muur- en houtwerk ter regulering van de vochthuishouding dan wel ter bestrijding van zwamaantasting of houtaantasters (hieronder wordt niet verstaan regulier schilderwerk);

- herstel van dragende constructies (ankerbalk-gebinten, schoren en platen, balkkappen, spantbenen) ;

- herstel van glas-in-lood en beglazing;

- vervanging en herstel van overige bouwelementen met waarde van grote zeldzaamheid of historische waarde;

- het opheffen van bouwtechnische g

Ondertekening