Regeling vervallen per 01-01-2009

Beleidsregels uitgifte reststroken

Geldend van 30-08-2007 t/m 31-12-2008

Intitulé

Beleidsregels uitgifte reststroken

1. ONDERWERP: Beleidsregels uitgifte reststroken

2. ADVIES: In te stemmen met beleidsregels voor de uitgifte van reststroken

3. TOELICHTING:

Inleiding

De burger verwacht vandaag de dag van de gemeente dat hij niet alleen gehoord en beantwoord wordt, maar dat er ook knopen worden doorgehakt. Kortom, een goede visie is mooi, maar het is nog beter als die visie ook werkelijkheid wordt (dus vooral zeggen wat je doet en doen wat je zegt). Dit voorstel onderschrijft deze gedachte door zowel beleidsregels als ruimtelijke grenzen voor de uitgifte van reststroken vast te stellen. Een beleid waarbinnen helderheid en openheid richting burger evenals eenvoud en efficiëntie binnen besluitvormingsprocessen de sleutelwoorden vormen.

In de praktijk betekent dit onder andere heldere afspraken over (on)mogelijkheden, inzichtelijke procedure(s), één duidelijk aanspreekpunt en een korte doorlooptijd. De reden voor deze beleidswijziging is meervoudig: juridisch (verlies van eigendomsrechten als gevolg van wijziging verjaringstermijn Burgerlijk Wetboek, rechtsgelijkheidsbeginsel), ruimtelijk (veilig stellen en versterken gemeentelijke hoofdgroenstructuur) en beheer- en onderhoudstechnisch (onduidelijke eigendomsverhoudingen en onduidelijkheid bij uitvoering van werkzaamheden).

Het vaststellen van beleidsregels is een privaatrechtelijke zaak en sinds de invoering van het dualisme een bevoegdheid van het College. Het College informeert de Raad via een raadsbrief. Met het vaststellen van deze nieuwe beleidsregels komen de beleidsregels uit het Groenstructuurplan 1995 te vervallen.

Waarom beleidsregels voor uitgifte van reststroken?

Het opstellen van beleidsregels heeft de volgende doelen:

  • efficiëntie bij behandeling van aanvragen;

  • het uitdragen van actueel, consistent en handhaafbaar beleid voor nu en in de toekomst;

  • het verkrijgen van duidelijkheid en openheid richting burger;

  • het verkrijgen van helderheid over verantwoordelijkheden;

  • vereenvoudiging van de uitvoering en handhaving.

Wat is een restsfrook?

Reststroken zijn percelen grond, veelal in gebruik als openbaar groen, die in eigendom van de gemeente zijn, maar die voor de gemeente geen gebruikswaarde meer hebben. Restgroenstroken grenzen aan een particulier perceel of percelenblok en hebben vaak dezelfde breedte dan wel lengte als het aangrenzende perceel of percelen. Ze worden aan de andere zijden meestal begrensd door groen, water of verharding. In simpele bewoording is een reststrook dus een strook gemeentegrond, met geringe waarde voor het publieke gebruik.

Beleidsregels uitgifte restroken

De gemeente Wijchen verkoopt haar reststroken alleen als aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • -

    De aanvrager van de reststrook is eigenaar van het aangrenzende perceel.

  • -

    De reststrook grenst aan meerdere percelen. Dan kan de verkoop alleen doorgaan als ajle aangrenzende eigenaren overeenstemming hebben bereikt. Het initiatief om te komen tot die overeenstemming ligt bij de aanvrager(s).

  • -

    De reststrook is geen (onderdeel van) toekomstige ontwikkelingslocaties.

  • -

    De hoofdgroenstructuur, zie kaart bijlage 1, komt niet voor uitgifte in aanmerking.

  • -

    De reststrook is geen onderdeel van een achterpad, brandgang en/of vluchtroute.

  • -

    De verkoop gaat niet ten koste van openbare speelruimten, jongerenontmoetingsplekken (JOP's) en officiële hondenuitlaatplaatsen;

  • -

    De verkoop heeft geen invloed op cultuurhistorische of archeologische waarden.

  • -

    De uitgifte van de reststrook levert geen hinder op van strategische, verkeerskundige, (groen-)onderhoudstechnische of civieltechnische aard, zoals het ontstaan van:

    • 1.

      Onlogische eigendomsverhoudingen en/of -begrenzingen;

    • 2.

      Ontoegankelijkheid van de aangrenzende openbare ruimte voor bijvoorbeeld de beheerders, politie en hulpdiensten;

    • 3.

      Verkeersonveilige situaties;

    • 4.

      Sociaal onveilige situaties.

  • -

    De gemeente doet een KLIC-melding om na te gaan of er kabels en leidingen in de grond aanwezig zijn. Worden kabels en leidingen aangetroffen dan overlegt zij met de nutsbedrijven of de grond uitgeefbaar is. De grond is in ieder geval niet uitgeefbaar wanneer de volgende zaken aangetroffen zijn:

    • 1.

      Hoofdrioleringsbuizen, druk- en vacuümrioleringen, persleidingen, doorgaande gasleidingen, doorgaande waterleidingen en/of HS-kabels (300W, 150kV, 50kV, 10kV);

    • 2.

      Kolken en (drain-)putten;

    • 3.

      Civieltechnische werken zoals duikers en gemalen;

    • 4.

      Complexoverstijgend ondergrondse systemen, bijvoorbeeld t.b.v. brandkranen en gasafsluiters nutsvoorzieningen;

    • 5.

      Openbare verlichtingsinstallaties;

    • 6.

      Kabelkasten of trafohuisjes.

  • -

    Om het ontstaan van kartelranden en storende schuttingen na uitgifte te voorkomen geldt het volgende:

    • 1.

      Bij uitgifte van een reststrook aan de zijkant van een perceel gebeurt dit alleen over de gehele lengte.

    • 2.

      Bij uitgifte van een reststrook tot aan de openbare weg, dan geldt dat de toekomstige erfgrens een rechte lijn van minimaal 15 meter vormt. Deze optie is niet mogelijk langs gebieds- en wijkontsluitingswegen.

    • 3.

      Bij uitgifte van een reststrook die niet zichtbaar is vanaf de openbare weg, dan is individuele uitgifte mogelijk wanneer tussen de openbare weg en het nieuwe perceel minimaal zeven meter opgaand (bos)plantsoen aanwezig is.

    • Indien na uitgifte geen onevenredig veel onderhoud ontstaat of de nieuwe situatie zichtbaar in het straatbeeld past ,dan kan in overleg met de afdeling Openbare Werken van deze beleidsregel worden afgeweken.

  • -

    Voor de uitgifte van restroken waarop bomen staan geldt:

    • 1.

      Indien sprake is van een reststrook met waardevolle en/of monumentale bomen wordt grond niet uitgegeven. Wel kan de grond worden uitgegeven die valt buiten 3 meter buiten de rand van de kroon. Met andere woorden de grond onder de kroon tot 3 meter daarbuiten is niet uitgeefbaar.

    • 2.

      Indien op een reststrook structuurbomen staan, dan is de grond uitgeefbaar vanaf 3 meter vanuit de stamvoet (lees: buitenkant stam).

Indien onverkorte handhaving van deze beleidsregels leidt tot ongewenste of onbillijke resultaten dan is het college van B&W bevoegd om in bijzondere situaties van bovenstaande regels af te wijken.

Afwijzing van de aanvraag

Ter illustratie staan hieronder enkele redenen om een verzoek tot uitgifte van een reststrook af te wijzen:

  • het bestemmingsplan laat het niet toe;

  • de reststrook is (onderdeel van) een toekomstige ontwikkelingslocatie;

  • verkeerstechnisch is het niet mogelijk (verkeersveiligheid);

  • de geplande uitbreiding na verkoop is (landschaps)architectonisch niet verantwoord (past niet in het beeld van de groenstructuurvisie);

  • in strijd met het ruimtelijk beleid van de gemeente;

  • in de grond liggen belangrijke kabels en leidingen;

  • de sociale veiligheid komt in gevaar;

  • het betreft een (onderdeel van een) parkeerplaats;

  • een 'ondoelmatige verkaveling' ontstaat (een verdere versnippering van het openbaar groengebied);

  • de aanvrager is huurder -dus geen eigenaar- van de woning;

  • De bereikbaarheid voor hulpdiensten verslechterd.

Procedure

De gemeente legt de aanvraag vast en controleert of alle noodzakelijke gegevens aangeleverd zijn (standaardformulier). RME toetst of de aanvrager eigenaar van het aangrenzende perceel is. Ook kijken zij of de reststrook wel ons eigendom is en of de toekomstige bestemming in overeenstemming is met het geldende bestemmingsplan. Daarna toetsen zij of de aanvraag in de zogenaamde hoofdgroenstructuur (stedelijke + wijkgroenstructuur) ligt. Dit is de verzamelnaam voor alle groene gedeelten (grasveldjes, bosjes, hagen, bomen) die Wijchen haar kenmerkende natuurlijke uitstraling geven. De hoofdgroenstructuur, zie bijlage 1, vormt het eerste toetsingskader en komt niet voor verkoop in aanmerking. De bijgevoegde kaart vormt een actualisatie van de kaart uit het vastgestelde groenstructuurplan 1995. Met het nieuwe Groenstructuurplan 2008-2017, bestuurlijke vaststelling eind 2007, wordt de actuele hoofdgroenstructuur vastgesteld. Het opstellen van het Groenstructuurplan 2008-2017 gebeurt in samenhang met de actualisatie van de nota 'Inbreiden boven uitbreiden'.

Ligt de aanvraag buiten de hoofdgroenstructuur, dan wordt de aanvraag vervolgens op de hierboven genoemde beleidsregels getoetst. Voldoet de aanvraag hieraan dan kan de betreffende reststrook uitgegeven worden. Eventueel kunnen aanvullende bepalingen geformuleerd worden. Deze bepalingen worden aan de akte toegevoegd. Denk bijvoorbeeld aan het plaatsen van een haag in plaats van houten schuttingen.

Gebruikte bronnen

Bij het formuleren van de nieuwe beleidsregels is gebruik gemaakt van vigerend beleid en ervaringen van collega-gemeenten. Het groenstructuurplan 1995 is de onderlegger voor de kaart waarop het structureel groen is aangegeven. Bij het formuleren van de hoofdgroenstructuur is gebruikt gemaakt van de volgende bronnen:

  • Groenstructuurplan (1995) en de evaluatie 1995 - 2000;

  • Strategische visie (2007);

  • • 

    Bebouwingscontouren KAN en Provincie Gelderland (2004);

  • Inbreiding voor uitbreiding. De komende maanden vindt een evaluatie en actualisatie in interactie met de Raad plaats;

  • Waardevolle en monumentale bomen;

  • Ecologische Hoofdstructuur - Streekplan (2005);

  • Afgestemd met de nieuwe concept bestemmingsplannen.

Voortschrijdende inzichten, zoals bijvoorbeeld uit de nota 'Inbreiding voor uitbreiding' kunnen voortkomen, kunnen aanleiding zijn om het groenstructuurbeleid te herzien.

4. FINANCIËLE CONSEQUENTIES

Beleidsproduct:

Beheersproduct:

(Deel)budgethouder:

Begrotingsnummer/ Bedrag

Restbudget d.d.:

Toelichting:

5. ADVIEZEN:

  • a.

    Leefbaarheidsgroep/derden

  • b.

    Advies andere afdelingen

  • c.

    Communicatieadvies:

  • Léon

    Kamps / Petra Nab (Grondzaken) adviseert positief over vaststelling van bovenstaande beleidsregels.

  • De

    beleidsregels worden op de gemeentepagina in de Wegwijs en op de gemeentelijke internetpagina bekend gemaakt. Na vaststelling liggen de beleidsregels ter inzage bij de Balie in het Gemeentehuis.

  • d.

    Eindadvies budgethouder:

  • e.

    Voorstel portefeuillehouder:

6. EERDERE BESLUITEN:

7. TE VOLGEN PROCEDURE:

  • a.

    Bekendmaking/Verzending De beleidsregels worden op de gemeentepagina in de Wegwijs en op de gemeentelijke internetpagina bekend gemaakt. Na vaststelling liggen de beleidsregels ter inzage bij de Balie in het Gemeentehuis.

  • b.

    Pers:

  • c.

    Wettelijke grondslag:

  • d.

    Inspraakprocedure

  • e.

    Bezwaar/beroep:

Bijlage 1 :

Hoofdgroenstructuurkaart Wijchen en Bedrijventerrein Bijsterhuizen (intern toetsingskader)