Regeling incidenteel overnachten in gebouwen met een andere functie dan logiesgebouwen

Inleiding:

Iedere gemeente kent het fenomeen. De scouting die het clubhuis ter beschikking stelt voor overnachting, boerderijen waar soms scholen of groepen blijven overnachten, sportverenigingen die tijdens een toernooi hun gasten in de kantine, de kleedkamers, en of de sporthal laten slapen. De horeca, de scholen, de wijkcentra enzovoorts, die als daar behoefte aan is, delen van hun gebouw open stellen als slaapplaats. Soms gebeurt dit met een grote regelmaat het hele jaar door, soms is het eenmalig. Ook zie je een repeterend karakter, zoals bij de vierdaagse in Nijmegen, waarbij elk jaar weer in diverse gebouwen in en rond Nijmegen een week lang, soms grote groepen, slapers aanwezig zijn.

Hoe gaan we hier als gemeente mee om en waar liggen de grenzen?

Een aantal uitgangspunten zijn zeker:

• •

  het moet veilig zijn;

• •

  het moet wettelijke grondslag hebben en zoveel mogelijk aansluiten bij de bestaande praktijk;

• •

  het moet duidelijk en eenduidig zijn;

• •

  het moet beantwoorden aan het principe gelijke monniken gelijke kappen, zowel voor de gebouwen die het betreft als ook voor de reguliere logiesgebouwen;

• •

  het moet handhaafbaar zijn;

• •

  het moet praktisch zijn;

De bovenstaande lijst levert gelijk weer andere vragen op. Hoe veilig is veilig? Op welke praktijk sluiten we dan aan, volgens welke wetgeving? Wat is incidenteel? Hoe vaak kan je zoiets toestaan totdat er echt sprake is van een re gulier logiesgebouw? Moet een dergelijk gebruik ook bij één nacht aan de eisen voldoen of pas bij meer nachten en hoeveel dan?

Standpunt Brandweer Wijchen_Heumen

De regionale brandweer Gelderland-Zuid heeft het model “Regeling incidenteel overnachten” opgesteld. De brand weer Wijchen-Heumen heeft op basis van dit model zoveel mogelijk willen aansluiten aan de bestaande praktijk. In die praktijk is sprake van overnachtingen in gebouwen. Op basis van het besluit omgevingsrecht is het verboden

een bouwwerk zonder toestemming van burgemeester en wethouders in gebruik te hebben of te houden waarin aan meer dan de in het besluit omgevingsrecht genoemd aantal personen bedrijfsmatig of in het kader van verzorging nachtverblijf zal worden verschaft. Aan dit verbod is geen limiet verbonden qua tijd, het geldt dus niet pas vanaf een aantal uren, dagen of weken. Er is altijd een gebruiksvergunning nodig. Hier is niets vreemds aan, want ook bij ten ten, kan zonder problemen voor een middag gebruik een gebruiksvergunning (op basis van de brandbeveiligings verordening) verleend worden. Kort gesteld: Er is voor incidenteel overnachten een gebruiksvergunning nodig.

Voor veel gebouwen zal dit geen problemen opleveren, omdat deze voor het reguliere gebruik al gebruiksvergun ningplichtig zijn. Mocht het af en toe huisvesten van slapers bekend zijn, of te verwachten zijn, dan kan dit voor de ze gebouwen gewoon in de reguliere gebruiksvergunning worden meegenomen.

Als de gebouwen al een gebruiksvergunning bezitten, waarbij geen rekening is gehouden met het incidenteel sla pen, dan kan de gebruiksvergunning hierop worden aangepast.

Bij gebouwen die geen gebruiksvergunning voor het reguliere gebruik nodig hebben, is voor het incidentele slapen een aparte aanvraag nodig. Een dergelijke gebruiksvergunning moet dan slechts gelden voor het gedeelte dat als verblijfs- en verkeersruimte wordt gebruikt. Tevens moet hierin beschouwd worden op welke wijze leges gekoppeld worden aan dit tijdelijke gebruik. De leges ten behoeve van een gebruiksvergunning zoals deze verwoord staan in de legesverordening zijn immers bepaald op basis van permanent gebruik. Hierdoor is de hoogte van de legessom mogelijk te hoog voor het beoogde gebruik. Ten aanzien van de legeshoogte wordt in het collegevoorstel een mo gelijk alternatief aangeboden.

Afgezet tegen de zekerheden, krijgen we de volgende resultaten:

Wat is incidenteel?

Wanneer is er geen sprake meer van incidenteel gebruik, maar van een regulier logiesgebouw? Hiervoor kan een uitspraak van de Raad van State van 7 juni 2001 een handvat bieden. Uit die uitspraak blijkt dat als een tent meer dan 31 dagen al dan niet aaneengesloten per kalenderjaar op één plaats staat, dat een activiteit is waarvoor een bouwvergunning vereist is. De Raad van State vindt dit kennelijk de termijn waarbij er sprake is van een bouwwerk dat moet voldoen aan het de eisen van het Bouwbesluit die gelden voor de onderhavige gebruiksfunctie. Na de ge noemde termijn spreken we dus niet meer van een tijdelijk gebruik, maar van regulier gebruik.

Kortom, wordt een gebouw meer dan 31 dagen per jaar gebruikt, ook als dit niet aaneengesloten is, dan is hier sprake van een regulier logiesgebouw. Op basis van voorgenoemde gegevens en in relatie tot de commerciële zijde heeft het college van B&W van de gemeente Wijchen op 6 maart 2012 besloten om maximaal 7 dagen per jaar toe te staan (al dan niet aaneengesloten)

Veilig incidenteel gebruik?

In eerste instantie moet het gebouw uiteraard voldoen aan de geldende regelgeving voor de reguliere gebruiksfunc tie(s) en moeten ook de gebruiksvoorwaarden worden nageleefd. Daarnaast is het incidentele gebruik als logiesge bouw, zoals eerder is vastgesteld, gebruiksvergunningplichtig. Bij het vaststellen van de bouwkundige en gebruiks voorwaarden kan een tweedeling worden gemaakt in gebouwen die eenmalig een logiesfunctie hebben en gebou wen waarin regelmatig mensen overnachten. Het is duidelijk dat bij regelmatige overnachtingen eerder vaste voor zieningen kunnen worden geëist dan bij eenmalige.

De basis van de voorzieningen zijn de voorwaarden zoals deze staan vermeld in het Bouwbesluit voor de logies functie(s). Omdat het incidenteel overnachten een gebruik is dat (als het goed is) nog niet plaatsvindt, is er sprake van een nieuw gebruik van het bouwwerk en dus vormen de eisen voor nieuwbouw de grondslag. Mochten onder nemers vinden dat het een bestaande situatie betreft omdat ze dit al jaren doen, dan kan dit ondervangen worden met de het Beleid bestaande bouw en is, indien nodig, gemotiveerd aanschrijven tot nieuwbouwniveau mogelijk.

Tevens moeten de bouwwerken voor de technische installaties voldoen aan de eisen van het gebruiksbesluit.

Let wel het is dus niet zo dat deze eisen onverkort en blijvend aanwezig moeten zijn. Het wil alleen zeggen dat op een of andere wijze in deze eisen moet zijn voorzien.

In de tabel van bijlage 1 staat aangegeven hoe de eisen voor logiesgebouwen zich grofweg verhouden met de eisen van andere gebruiksfuncties. Tevens staat daar aangegeven hoe daar mee omgegaan kan worden.

In de tabel van bijlage 2 staan de gebruiksvoorwaarden genoemd.

Er is dus vaak sprake van een gelijkwaardige oplossing. Om vast te stellen of bepaalde voorzieningen gelijkwaardig zijn, kan gebruik worden gemaakt van het Brandbeveiligingsconcept Logiesgebouwen en bijzondere woongebou wen van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Daarin staat aangegeven hoe maatregelen zich verhouden binnen de aandachtspunten planologie, bouwkunde, installatietechniek, inventaris, interne organisa tie en gebruik en hoe de maatregelen zich daartussen kunnen bewegen.

Schepen

Tegenwoordig worden ook schepen gebruikt als "logiesgebouw", bijvoorbeeld voor huisvesting van gastarbeiders.

In eerdere rechterlijke uitspraken is geoordeeld dat drijvende boothuizen indien deze aan de wal verankerd zijn (via beugels aan een betonpaal) tot bouwwerken gerekend moeten worden. Een dergelijk verankerd schip moet daarom als bouwwerk beschouwd en behandeld worden. De gebruiksvergunning is op basis van het besluit omgevingsrecht. De varende passagiersschepen vallen buiten het bestek van dit Memo