Regeling vervallen per 01-01-2019

Beleidsregel ontheffing artikel 4 lid 4 en 35 Drank- en Horecawet

Geldend van 14-08-2014 t/m 31-12-2018

Intitulé

Beleidsregel ontheffing artikel 4 lid 4 en 35 Drank- en Horecawet

De burgemeester van Wijchen,

Overwegende dat:

- De Drank- en Horecawet (hierna ten noemen DHW) per 1 januari 2013 is gewijzigd;

- De gemeenteraad bij besluit van 19 december 2013 op grond van artikel 4 lid 1 DHW verordenende bepalingen heeft vastgesteld in de vorm van de afdeling 8a in de Algemene plaatselijke verordening (hierna te noemen Apv);

- De burgemeester op grond van artikel 4 lid 4 DHW de bevoegdheid heeft ontheffing te verlenen van het gestelde in artikel 2:34b Apv;

- De burgemeester op grond van artikel 35 DHW de bevoegdheid heeft ontheffing te verlenen van het gestelde in artikel 3 DHW.

Besluit:

Ten aanzien van artikel 4 lid 4 Drank- en Horecawet

Inleiding

Artikel 4 lid 4 DHW biedt een mogelijkheid om ontheffing te verlenen voor paracommerciële rechtspersonen die beschikken over een geldige drank- en horecavergunning. De ontheffing wordt verleend van regels ter voorkoming van oneerlijke mededinging die in de Apv zijn opgenomen en kan alleen voor bijzondere gelegenheden van zeer tijdelijke aard worden verleend.

Concreet gaat het in Wijchen om ontheffing van het bepaalde in artikel 2:34b Apv. In dit artikel zijn de schenktijden van de paracommerciële horeca geregeld en is bepaald dat geen alcoholhoudende drank verstrekt mag worden tijdens bijeenkomsten van persoonlijke aard en tijdens bijeenkomsten die gericht zijn op personen die niet of niet rechtstreeks bij de activiteiten van de desbetreffende rechtspersoon betrokken zijn.

Beleidsregel

  • 1.

    Een ontheffing op grond van artikel 4 lid 4 DHW kan uitsluitend worden verleend indien het een bijzondere gelegenheid betreft van zeer tijdelijke aard van de paracommerciële rechtspersoon zelf.

  • 2.

    De ontheffing kan ook worden verleend voor bijzondere bijeenkomsten van zeer tijdelijke aard van een andere paracommerciële rechtspersoon.

  • 3.

    Verlening van een ontheffing vindt plaats met inachtneming van de sluitingstijden ingevolge artikel 2:29 Apv.

  • 4.

    Voor bijeenkomsten van persoonlijke aard wordt geen ontheffing verleend.

  • 5.

    In afwijking van het bepaalde onder 1, kan maximaal twee keer per jaar ontheffing voor één dag worden verleend voor bijeenkomsten die gericht zijn op personen welke niet of niet rechtstreeks bij de activiteiten van de desbetreffende rechtspersoon betrokken zijn.

  • 6.

    Geen ontheffing wordt verleend:

    • a.

      Wanneer het verstrekken van zwak alcoholische dranken niet past binnen het karakter van het evenement of de activiteit, dit ter beoordeling van de burgemeester.

    • b.

      Indien redelijkerwijs wordt vermoed dat het verstrekken van alcohol tot verstoring van openbare orde, (verkeers-)veiligheid of de zedelijkheid zal leiden.

    • c.

      Indien het publiek van de bijzondere gelegenheid van tijdelijke aard hoofdzakelijk of uitsluitend bestaat uit personen die jonger zijn dan 18 jaar.

    • d.

      Het verstrekken van alcoholhoudende drank kennelijk een op zichzelf staande activiteit is, waarbij de bijzondere gelegenheid van tijdelijke aard wordt misbruikt om het verstrekken van alcoholhoudende drank mogelijk te maken.

  • 7.

    Geen ontheffing kan worden verleend wanneer de aanvraag niet tenminste drie weken voor de bijzondere gelegenheid plaats heeft, is ingediend.

Toelichting

Ad 1:

Er dient sprake te zijn van een direct verband tussen de gelegenheid en de paracommerciële rechtspersoon, zoals bijvoorbeeld bij een jubileum van de vereniging.

Het bepaalde onder 5 vormt een gemaximeerde uitzondering op deze regel.

Ad 2:

Dit ziet op de situatie waarin een paracommerciële rechtspersoon niet over een geschikte ruimte beschikt. Ook kan het gaan om een paracommerciële rechtspersoon die geen geldige drank- en horecavergunning heeft. In deze twee gevallen kan ontheffing worden verleend aan de paracommerciële rechtspersoon die wél beschikt over een geldige drank- en horecavergunning om de bijeenkomst van een andere paracommerciële rechtspersoon te laten plaatsvinden in hun horecagelegenheid.

Met deze ontheffingsmogelijkheid kunnen paracommerciële rechtspersonen elkaar helpen en blijft de maatschappelijke functie van de paracommerciële rechtspersoon in stand.

Ad 3:

Geen ontheffing wordt verleend om op grond van artikel 4 lid 4 DHW ruimere schenktijden toe te staan dan de sluitingstijden die in artikel 2:29 Apv zijn bepaald ten aanzien van openbare inrichtingen.

Ad 5:

Deze bepaling maakt het bijvoorbeeld mogelijk om een carnavalsavond te houden in de kantine van een paracommerciële rechtspersoon. Een ontheffing voor een activiteit die meerdere dagen duurt, zoals voor de hele carnaval is dus niet mogelijk. Twee aansluitende dagen wel.

Ad 6 sub b:

Dit vloeit voort uit artikel 21 van de Drank- en horecawet.

Ad 7

Het is mogelijk om één ontheffing te verlenen voor meerdere activiteiten en/of meerdere jaren.

Ten aanzien van artikel 35 Drank- en Horecawet

Inleiding

Bij artikel 35 DHW gaat het om een ontheffing van de in artikel 3 DHW neergelegde verplichting dat alleen alcoholhoudende drank verstrekt mag worden wanneer de verstrekker beschikt over een drank- en horecavergunning. Hierbij gaat het veelal om evenementen waarbij de ontheffing het verstrekken van alcoholhoudende drank door niet-horecaondernemers mogelijk maakt. Deze ontheffing wordt ook verleend wanneer een horecaondernemer alcoholhoudende drank wil verstrekken op een plaats die niet vermeld staat op zijn vergunning. In de vergunning is namelijk ook exact bepaald waar de verstrekking mag plaatsvinden. Wil een ondernemer op een andere plaats dan aangegeven in de vergunning verstrekken, zoals bijvoorbeeld bij een evenement op een extra buitenterras dan is een ontheffing ingevolge artikel 35 nodig. Voor het plaatsen van een buitentap op een terras dat wél staat vermeld in de drank- en horecavergunning is geen ontheffing ingevolge artikel 35 DHW nodig.

In de toelichting bij artikel 35 DHW wordt een bijzondere gelegenheid omschreven als een kermis, braderie, muziek- en /of sportfeest, jaarmarkt en andere tijdelijke manifestaties, die eenmalig, dan wel in de regel niet meer dan tweemaal per jaar voorkomen.

Beleidsregel

  • 1.

    Een ontheffing op grond van artikel 35 DHW kan uitsluitend verleend worden indien de aanvrager tevens organisator is van de activiteit, dan wel vrijwilliger of werknemer van die organisator.

  • 2.

    Verlening van een ontheffing vindt plaats met inachtneming van de sluitingstijden ingevolge artikel 2:29 Apv.

  • 3.

    Geen ontheffing wordt verleend:

    • a.

      wanneer het verstrekken van zwak alcoholische dranken niet past binnen het karakter van het evenement of de activiteit, dit ter beoordeling van de burgemeester.

    • b.

      indien redelijkerwijs wordt vermoed dat het verstrekken van alcohol tot verstoring van openbare orde, (verkeers-)veiligheid of de zedelijkheid zal leiden.

    • c.

      indien het publiek van de bijzondere gelegenheid van tijdelijke aard hoofdzakelijk of uitsluitend bestaat uit personen die jonger zijn dan 18 jaar.

    • d.

      Het verstrekken van alcoholhoudende drank kennelijk een op zichzelf staande activiteit is, waarbij de bijzondere gelegenheid van tijdelijke aard wordt misbruikt om het verstrekken van alcoholhoudende drank mogelijk te maken.

  • 4.

    Geen ontheffing kan worden verleend wanneer de aanvraag niet tenminste drie weken voor de bijzondere gelegenheid plaats heeft, is ingediend.

  • 5.

    Conform artikel 35 lid 5 DHW is verlening van een doorlopende ontheffing mogelijk, mits de verstrekking iedere keer plaatsvindt onder toezicht van dezelfde persoon.

  • 6.

    Aan de ontheffing kunnen onder meer de volgende voorschriften worden verbonden:

    • a.

      Tijdens een evenement mogen tappunten niet worden verplaatst. Ook de bierfiets, de rugzaktap en de navulslang zijn niet toegestaan.

    • b.

      Voor het publiek zijn steeds alcoholvrije dranken aanwezig.

    • c.

      Tijdens de bijzondere gelegenheid waarvoor ontheffing wordt verleend mag geen drank worden verstrekt en gebruikt in glas, flessen van glas of blikjes.

Toelichting

Ad 1:

Dit artikel voorkomt verlening van een ontheffing aan (rechts)personen die niet direct betrokken zijn bij de organisatie van de activiteit.

Ad 3:

Geen ontheffing wordt verleend om op grond van artikel 35 ruimere schenktijden toe te staan dan de sluitingstijden die op grond van artikel 2:29 Apv mogelijk zijn voor openbare inrichtingen.

Ad 3 sub b:

Dit vloeit voort uit artikel 21 van de Drank- en horecawet.