Regeling vervallen per 01-01-2021

Beleidsregels Tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten (TONK) gemeente Wijchen

Geldend van 27-03-2021 t/m 31-12-2020 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2021

Intitulé

Beleidsregels Tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten (TONK) gemeente Wijchen

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Wijchen

Gelet op:

  • -

    titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • -

    artikel 35 van de Participatiewet.

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

  • 1. In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

    • a.

      college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Wijchen;

    • b.

      inkomensterugval: een onvoorzienbare, onvermijdelijke en substantiële terugval in het (gezins)inkomen als gevolg van de coronacrisis;

    • c.

      wet: Participatiewet;

    • d.

      Vermogen: positief saldo van geldmiddelen als bedoeld in artikel 6;

    • e.

      de woning: de woonruimte met een adres binnen de gemeente Wijchen waar de aanvrager zijn hoofdverblijf heeft;

    • f.

      noodzakelijke kosten: In elk geval de kosten van huur en servicekosten of hypotheek(rente) en de kosten van elektriciteit, gas en water voor de woning;

  • 2. Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de wet.

Artikel 2. Doelgroep

Een tegemoetkoming is bedoeld voor huishoudens:

  • a.

    die door de huidige omstandigheden als gevolg van de coronacrisis te maken hebben met een onvoorzienbare en onvermijdelijke inkomensterugval van tenminste 30%;

  • b.

    uitsluitend de vaste woonlasten, die betrekking hebben op de woning die door de aanvrager zelf wordt bewoond kunnen voor de tegemoetkoming in aanmerking komen.

Artikel 3. Tegemoetkoming TONK

  • 1. De tegemoetkoming wordt verstrekt voor ten hoogste de periode van 1 januari tot en met 30 juni 2021.

  • 2. De hoogte van de tegemoetkoming bedraagt:

    • a.

      € 200,- per maand per huishouden als de inkomensterugval tenminste 30%, maar minder is dan 40%;

    • b.

      € 300,- per maand per huishouden als de inkomensterugval tenminste 40% of meer is;

    • c.

      De uitbetaling vindt maandelijks plaats.

Artikel 4. Aanvraag

  • 1. Het college kan de aanvrager verzoeken bij de aanvraag de volgende gegevens te verstrekken:

    • a.

      de bewijzen van het (gezins)inkomen van de maand januari 2020 en bewijzen van het (gezins)inkomen van de maand waarin de tegemoetkoming moet worden ontvangen en voldaan wordt aan het vereiste van artikel 2 onder a;

    • b.

      de bewijzen van de beschikbare geldmiddelen op 1 januari 2021;

    • c.

      de bewijzen van de noodzakelijke kosten van de eerste maand maand(en) waarover de tegemoetkoming aangevraagd wordt en voldaan wordt het vereiste van artikel 2 onder a; en

    • d.

      een verklaring dat de terugval in het (gezins)inkomen het gevolg is van de maatregelen in verband met het coronavirus (Covid-19).

  • 2. Een tegemoetkoming kan met terugwerkende kracht worden aangevraagd vanaf 1 januari 2021.

  • 3. De aanvraag kan worden ingediend tot en met 31 juli 2021.

  • 4. De aanvraag wordt digitaal ingediend.

Artikel 5. Inkomen en inkomensterugval

  • 1. Onder (gezins)inkomen wordt in ieder geval verstaan:

    • a.

      inkomen uit arbeid van de aanvrager en de eventuele partner;

    • b.

      inkomen uit een uitkering van de aanvrager en de eventuele partner;

    • c.

      inkomen uit verhuur van de aanvrager en de eventuele partner; en

    • d.

      inkomen uit partneralimentatie en/of kinderalimentatie van de aanvrager en de eventuele partner.

  • 2. De inkomensterugval wordt in beginsel vastgesteld door de hoogte van het (gezins)inkomen in januari 2020 af te zetten tegen het (gezins)inkomen van de maand waarin wordt aangevraagd en wordt voldaan aan het vereiste van artikel 2 onder a.

Artikel 6. Beschikbare geldmiddelen en vermogensgrenzen

  • 1. Beschikbare geldmiddelen zijn geldmiddelen waarover de aanvrager en de eventuele partner op 1 januari 2021 beschikt of redelijkerwijs kan beschikken.

  • 2. Onder beschikbare geldmiddelen wordt verstaan:

    • a.

      contant geld;

    • b.

      geld op betaal- en spaarrekeningen;

    • c.

      cryptovaluta;

    • d.

      de waarde van effecten (zoals beleggingsrekeningen met aandelen, obligaties, opties en effecten in depot).

  • 3. De vermogensgrens is:

    • a.

      een alleenstaande: € 12.590,-;

    • b.

      een alleenstaande ouder: € 25.180,-;

    • c.

      gehuwden: € 25.180,-.

Artikel 7. Afzien opleggen verhuisverplichting

Het college legt aan de aanvrager die op basis van deze beleidsregels in aanmerking komt voor de tegemoetkoming geen verhuisverplichting op.

Artikel 8. Hardheidsclausule

Als de aanvrager op grond van deze beleidsregels niet in aanmerking komt voor een tegemoetkoming kan het college, gelet op alle omstandigheden, waaronder een terugval in (gezins)inkomen van de aanvrager als gevolg van de coronacrisis, in het individuele geval beoordelen of de aanvrager in afwijking van de beleidsregels alsnog in aanmerking komt voor een tegemoetkoming, indien zeer dringende redenen hiertoe noodzaken.

Artikel 9. Inwerkingtreding, duur beleidsregels en citeertitel

  • 1. Deze beleidsregels treden met terugwerkende kracht in werking met ingang van 1 januari 2021.

  • 2. Deze beleidsregels vervallen op 1 juli 2021.

  • 3. Deze beleidsregels blijven van toepassing ten aanzien van aanvragen die zijn ingediend voor 1 augustus 2021.

  • 4. Deze beleidsregels worden aangehaald als: "Beleidsregels TONK gemeente Wijchen".

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van 16 maart 2021.

Burgemeester en wethouders

R. Boer

Secretaris

M. van Beek

Burgemeester

ALGEMENE TOELICHTING

Door de coronacrisis staat de bestaanszekerheid van veel mensen onder druk, omdat zij hun noodzakelijke kosten niet kunnen betalen. Daarom heeft het Rijk besloten huishoudens die als gevolg van de coronacrisis te maken hebben met een inkomensterugval tijdelijk financieel tegemoet te komen in de kosten die noodzakelijk zijn. Het is aan de gemeenten om deze ondersteuning te organiseren. Deze Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten (TONK) is geen aparte regeling. Het is een vorm van bijzondere bijstand specifiek voor inwoners die normaal gesproken hiervoor niet voor in aanmerking zouden komen, bijvoorbeeld omdat zij een te hoog inkomen hebben. Gemeenten is gevraagd voor deze doelgroep tijdelijke ruimere beleidsregels op te stellen en de financiële steun zo snel als mogelijk toegankelijk te maken. Het college kiest er hierbij voor om ruimhartig, laagdrempelig en uitvoerbaar beleid vast te stellen.

Toelichting artikelsgewijs

Artikel 1 Begripsbepalingen

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 2 Doelgroep

Doelgroep kan als volgt worden benoemd:

  • Huishoudens die nog wel inkomen uit werk hebben, maar tegelijkertijd met een dusdanige terugval in inkomsten geconfronteerd worden dat zij noodzakelijke kosten niet meer kunnen voldoen. Dit kunnen zelfstandigen zijn die veel van hun opdrachten zien verdwijnen, maar ook flexwerkers die plotseling minder worden opgeroepen en ook werkenden die kortdurend vanwege quarantaine inkomsten mislopen.

  • Huishoudens die terugvallen op een uitkering en daardoor dusdanig achteruitgaan in inkomsten dat zij noodzakelijke kosten niet meer kunnen voldoen. Dit kunnen werkenden zijn, zoals artiesten en sekswerkers, die moeten terugvallen op het sociaal minimum.

  • Huishoudens waar een of beide partners geen inkomen uit werk meer heeft en ook geen recht op een uitkering. Daardoor kunnen zij een dusdanige terugval in inkomsten ervaren dat zij noodzakelijke kosten niet meer kunnen voldoen. Zelfstandigen kunnen bijvoorbeeld hun opdrachten ineens zien teruglopen of maken vanwege de partnertoets of het urencriterium geen aanspraak op de Tozo.

Artikel 3. Tegemoetkoming TONK

De TONK is een tijdelijke regeling. Om verwarring te voorkomen wordt benadrukt dat voor de eerste half jaar van 2021 een tegemoetkoming kan worden ontvangen.

De tegemoetkoming TONK is bedoeld voor de huishoudens die een substantiële terugval in het inkomen hebben gehad, waardoor de vaste lasten niet meer uit het gezinsinkomen en het beschikbare vermogen voldaan kunnen worden. Er is gekozen voor een minimale inkomensterugval van 30%, omdat bij een kleinere inkomensterugval verwacht mag worden dat de inwoner de woonkosten nog zelf kan dragen door aanpassing van het uitgavenpatroon.

Er is gekozen voor een maandelijkse betaling. De aanvrager is niet geholpen met een betaling achteraf. Bij een éénmalige betaling vooraf bestaat risico dat er wijzigingen zijn die van invloed kunnen zijn voor het recht op de Tonk. Bijvoorbeeld een verhuizing.

Artikel 4. Aanvraag

Om het recht op de TONK te kunnen vaststellen, moet bepaald worden of de aanvrager over onvoldoende middelen beschikt om zelf deze kosten te voldoen. Daarom moet aangetoond worden welke inkomsten en welk vermogen een aanvrager heeft. Wanneer er sprake is van een terugval in inkomen als gevolg van corona, waardoor woonlasten niet meer voldaan kunnen worden, dan is daarmee vastgesteld dat de noodzakelijke kosten voortvloeien uit bijzondere omstandigheden. Dit is echter lastig aannemelijk te maken door een aanvrager, waardoor wordt volstaan met een verklaring van de aanvrager. Als het echter zeer onwaarschijnlijk is dat de aanvrager een inkomensterugval heeft gehad wegens de maatregelen omtrent corona, dan kan hier op doorgevraagd worden. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn als de aanvrager werkzaam is in een branche die niet of nauwelijks geraakt is door de beperkende coronamaatregelen.

De door het Rijk beschikbaar gestelde vergoeding voor de uitvoering van de TONK geldt voor de periode 1 januari tot 1 juli 2021. De TONK is dus bestemd voor een tegemoetkoming in de noodzakelijke kosten die zich voordoen in die periode. Daarom kan in afwijking van artikel 44 van de Participatiewet de tegemoetkoming TONK met terugwerkende kracht aangevraagd worden vanaf 1 januari 2021.

Inwoners die achteraf hun vaste lasten moeten betalen, moeten de mogelijkheid krijgen om voor de maand daarvoor een aanvraag voor een tegemoetkoming TONK te doen. Daarom is er voor de mogelijkheid gekozen om een aanvraag tot en met 31 juli 2021 in te dienen.

Het heeft de voorkeur de aanvraag digitaal in te dienen. Dit heeft voordelen voor zowel de aanvrager als de organisatie. Binnen de doelgroep voor de TONK is de verwachting dat in beperkte mate het onmogelijk is een digitale aanvraag te doen. Mocht dat wel het geval zijn of er zijn bijvoorbeeld storingen, kan de aanvraag schriftelijk worden ingediend. In dat geval wordt wel een kopie van identiteitsbewijs gevraagd.

Artikel 5. Inkomen en inkomensterugval

Om de inkomensterugval te kunnen toetsen, is er gekozen voor twee peildata. De eerste peildatum is de maand januari 2020, omdat deze maand is gelegen voor de uitbraak van de coronapandemie. De tweede peildatum is de eerste maand waarover de tegemoetkoming wordt aangevraagd, omdat dan de noodzaak zich voordoet wegens de substantiële inkomensterugval.

De verwachting is de meeste aanvragen zich richten op een vergoeding van januari tot en met juni. Het is aan de aan vrager om aan te tonen dat er recht bestaat op de TONK. Als het recht op een later moment en na de aanvraag ingaat, wordt het inkomen van die maand vergeleken met de maand januari 2020.

Artikel 6. Beschikbare geldmiddelen

Lid 1 en 2

Als vermogen wordt enkel direct beschikbaar privévermogen (dus geen vermogen uit onderneming of overwaarde van een woning) in aanmerking genomen.

Gezien de unieke situatie van de corona maatregelen en de tijdelijkheid van deze maateregelen wordt in afwijking van de gebruikelijke vermogensberekening binnen de Participatiewet alleen gekeken naar de positieve banksaldo van aanvrager partner en kinderen. Enerzijds wordt de vermogensgrens 200% hoger gesteld dan wat binnen de Participatiewet gebruikelijk is. Anderzijds wordt er geen beoordeling gemaakt van de aanwezige schulden.

Lid 3

Als vermogensgrens is gekozen om aan te sluiten bij de vermogensgrenzen die op grond van artikel 34, derde lid, van de Participatiewet gelden voor bijstandsgerechtigden. Dat bedrag is vervolgens met 200% verhoogd. Dit vanwege de unieke situatie die de coronacrisis veroorzaakt. Ook wordt hiermee deels tegemoet gekomen aan het verzoek van de Tweede Kamer en de Minister geen vermogen te beoordelen. Het risico op hogere uitgaven neemt toe als in het geheel geen vermogen wordt beoordeeld.

Het vermogen boven deze vermogensgrenzen dient ingezet te worden voor de woonkosten.

Artikel 7. Afzien opleggen verhuisverplichting

De TONK is er juist op gericht om mensen tijdelijk een tegemoetkoming te verstrekken in de vaste woonlasten, zodat inwoners niet gedwongen worden om te verhuizen.

Artikel 8. Hardheidsclausule

Op basis van dit artikel kan in een individueel geval de hardheidsclausule worden toegepast die het mogelijk maakt af te wijken van hetgeen in de beleidsregels is vastgelegd. Hierbij moet worden getoetst aan de algemene normen van redelijkheid en billijkheid. Het moet hierbij nadrukkelijk gaan om uitzonderingssituaties. Hierbij kan gedacht worden aan een zzp'er die sterk wisselende inkomsten heeft en door strikte toepassing van de peildatum januari 2020 als bedoeld in artikel 6, tweede lid, ten onrechte niet in aanmerking zou kunnen komen voor een tegemoetkoming TONK. Daarnaast is deze bepaling bedoeld on voorziene situatie waar geen rekening mee is gehouden te kunnen ondervangen

Artikel 9. Inwerkingtreding, duur beleidsregels en citeertitel

Lid 3

Omdat een aanvraag TONK ingediend kan worden tot en met 31 juli 2021, dienen de beleidsregels van toepassing te blijven op de aanvragen die worden ingediend in de maand juli 2021.